Kunstzinnige militanten van de punk.
Grensoverschrijding in de Belgische beeldende kunst
van de jaren tachtig.
Wouter Derijck
Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en
Wijsbegeerte,
voor het behalen van de graad van
Licentiaat in de Geschiedenis.
Academiejaar: 2003-2004
Katholieke Universiteit Leuven
Promotor: Prof.
Dr. J. Tollebeek
Copromotor : Prof. Dr. H. van Gelder
home | lijst scripties | inhoud | volgende |
Hoofdstuk I : Tussen grensverlegging en grensoverschrijding
Gedachte-experiment
Een kunsthistoricus
Een Gentenaar
Twee types van controverse
Grensverleggende kunst (op artistiek vlak)
Innovatief
Interrogatief
Grensoverschrijdende kunst (op ethisch vlak)
Georges Bataille: de dualiteit in de transgressie
Controversiële kunst: een dilemma met meerdere gedaantes
Conclusie
Hoofdstuk II : Grensoverschrijding in praktijk
Kunst en maatschappij door twee decennia heen
De onzekere jaren zeventig en grenzeloze jaren tachtig
Tussen regionalisme en internationalisme
Van een conceptuele attitude naar een subjectieve praktijk
Kleenex
U allen, de ballen!
Derde Verzameling
Kleenex vanuit wisselend perspectief
Hoofdstuk III : Punk in de beeldende kunst
Punk
Tegen de keer
Punk (Art)
Noise (Art)
Club Moral
Extreme kunst als tegencultuur
Een vinger aan de pols
Een muzikaal project
Danny Devos
Hoofdstuk IV : Koorddansen door de geschiedenis heen
Club Moral
Een kruispunt van geesten
Anne-Mie van Kerckhoven
Een anti-moraal in Antwerpen
De geschiedenis
Structureel forum + fascistisch hol = Club Moral (1981 - 1983)
Een geschiedenis van paradoxen (1984 - 1986/1987)
To all who are interested (1986/1987 - 2000)
Beeldende kunst vs. muziek (2000 - 2004)
Grensverlegging of grensoverschrijding ?
Hoofdstuk V : De kunstenaar en garde
Andres Serrano’s Piss Christ
Typologie van het kunstenaarsdiscours
De esthetiek van de schandaalkunst : smaak en schoonheid
De traditie als inzet
De vervreemding verdedigd 122
Rob van Gerwen’s ethisch autonomisme
Verantwoording van illustraties
De rode draad die door deze studie loopt, is een dilemma dat de mens reeds eeuwenlang bezighoudt : bevindt de beeldende kunst zich in een soort moreel vacuüm en vormt ze inderdaad een autonoom domein, of kent die autonomie haar beperkingen? Aangezien dit filosofisch vraagstuk eerder vanuit historisch perspectief moet worden benaderd, sturen we de eigenlijke vraagstelling van deze studie een beetje bij en stellen we ons de vraag hoe we controversiële kunst moeten benaderen en hoe deze tot uiting kwam in de Belgische kunstwereld van de jaren zeventig en tachtig.
In het eerste hoofdstuk wordt aan de hand van een gedachte-experiment gepoogd deze veelzijdigheid in de mogelijke benaderingen van een controversieel kunstwerk te verwoorden. Er zal met andere woorden een onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds de artistieke controverse die louter kunstregels verlegt en anderzijds het ethische schandaal dat morele grenzen overschrijdt door de ‘diepere instincten en taboes’ van de toeschouwer in het vizier te nemen. De ethische grensoverschrijdende kunst die dus niet zozeer tegen de schenen van de kunst trapt, maar wel tegen die van de toeschouwer, is het type controverse dat we verder zullen onderzoeken.
In het tweede hoofdstuk zoomen we vanuit dit theoretisch-filosofische kader in op de jaren zeventig en tachtig, de periode waarin de punk zowel haar op- als neergang heeft gekend. Deze inzoombeweging wordt in dit hoofdstuk enerzijds gemaakt door de (kunst)historische context van deze twee boeiende decennia uit de doeken te doen en anderzijds door de bevindingen uit het gedachte-experiment toe te passen op een eerste case study : het Gentse schilderstrio Kleenex. Daar waar Kleenex min of meer een typevoorbeeld is van artistieke grensverlegging, wordt de tweede case, het Antwerpse kunstenaarscollectief Club Moral, eerder gekenmerkt door haar ethische grensoverschrijding. Aangezien net dít type schandaalkunst in deze studie wordt onderzocht, wijden we het derde en vierde hoofdstuk volledig aan Club Moral.
Daar waar het grootste deel van deze studie benadrukt hoe bepalend de ingenomen positie wel kan zijn bij een beoordeling van een omstreden kunstwerk, zal in het vijfde en laatste hoofdstuk ons vertelperspectief zich vereenzelvigen met dat van de kunstenaar. Hierbij zal niet langer de aanval op het kunstwerk centraal staan, maar eerder de verdediging ervan. Zo zullen we aan de hand van de controverse rond Andres Serrano’s foto Piss Christ een typologie opstellen van alle mogelijke discoursen die een kunstenaar kan aanwenden ter verdediging van zijn controversieel kunstwerk. Vervolgens zullen deze bevindingen uiteraard worden teruggekoppeld naar onze case studies om enerzijds de typologie zelf aan een test te onderwerpen en om anderzijds te onderzoeken wie welk type het meest hanteerde en waarom.
Op het einde van deze studie zullen we moeten concluderen dat het filosofische debat rond kunst en moraliteit open blijft. Is de morele grens de ultieme limiet waarbij alle kunst voorbij die grens onder de hamer van de rechter terecht zal komen? Of hoe ver kan controversiële kunst gaan zonder haar artistieke status te verliezen? Het zijn allemaal open vragen die deze studie nooit heeft proberen op te lossen, maar eerder als een intrigerend dilemma aanwendde om vanuit historisch perspectief de Belgische kunstwereld te schetsen in de woelige jaren zeventig en tachtig.
home | lijst scripties | inhoud | volgende |