Vrouwelijke schilders in Gent

(1880-1914)

 

een socio-historische studie.

 

Karel Blondeel

 

Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte,
voor het behalen van de graad van
Licentiaat in de Geschiedenis.

Academiejaar: 2002-2003

Universiteit Gent

Promotor: Prof. Dr. J. Art

 

home lijst scripties inhoud volgende  

 

Dankwoord

 

Probleemstelling

 

1. Methodologie

    1.1. Onderzoeksmethode

    1.2. Afbakening van de onderzoeksgroep 

    1.3. Afbakening in tijd

 

2. Plaatsing in tijd en ruimte

    2.1. Politiek, economisch en sociaal

        2.1.1. België

        2.1.2. Gent 

    2.2. Positie van de vrouw 1880-1914 en de eerste feministische golf

    2.3. Kunsthistorische evolutie 1880-1914

        2.3.1. België 

        2.3.2. Gent

 

3. Privaat

    3.1. Afkomst van de kunstenaressen

        3.1.1. Geografische afkomst

        3.1.2. Sociaal –economische afkomst

            3.1.2.1. Hoge burgerij, lage burgerij, middenklasse

            3.1.2.2. Procentueel aandeel per beroepsklasse

        3.1.3. Kunststimulerende familieverbanden

        3.1.4. De plaats van de schilderkunst in een burgerlijke opvoeding

        3.1.5. Besluit Afkomst

    3.2. Opleiding  .2.1. Inleiding: het meisjesonderwijs te Gent

        3.2.2. Kunstopleiding in familieverband

        3.2.3. Privé-leraars

        3.2.4. Meisjes in het hoger kunstonderwijs

            3.2.4.1. De Nijverheidsschool Gent

            3.2.4.2. Instituut Bisshofsheim Brussel

            3.2.4.3. Sint-Lucasinstituut Gent

            3.2.4.4. L’Académie Julian Parijs

            3.2.4.5. De academie voor Schone Kunsten 

                3.2.4.5.1. De toelating tot de academies in België

                3.2.4.5.2. De Gentse kunstacademie

        3.2.5. Besluit Opleiding

    3.3. Huwelijk en gezin

        3.3.1. Huwelijk

            3.3.1.1. Het huwelijk in cijfers

            3.3.1.2. Afkomst van de echtgenoot

            3.3.1.3. Kinderen en andere inwonenden

            3.3.1.4. Invloed van de gezinssituatie op de artistieke loopbaan

        3.3.2. Ongehuwde kunstenaressen

            3.3.2.1. Gezinssituatie

            3.3.2.2. Invloed van de gezinssituatie op de artistieke loopbaan

        3.3.3. Besluit huwelijk en gezin

    3.4. Ideologische achtergronden 

    3.5. Mobiliteit

        3.5.1. Lokaal

        3.5.2. Provinciaal, nationaal en internationaal

        3.5.3. Officieus verblijf buiten Gent

        3.5.4. Besluit mobiliteit

 

4. De Openbaarheid 

    4.1. Inleidende opmerkingen

        4.1.1. Een kleine minderheid?

        4.1.2. Professionaliteit

            4.1.2.1. Beroep kunstenares

            4.1.2.2. Andere beroepen

            4.1.2.3. Het atelier

            4.1.2.4. Om den brode

        4.1.3. Andere kunstuitingen dan de schilderkunst

            4.1.3.1. Muziek en letterkunde

            4.1.3.2. Decoratieve kunsten

    4.2. Genre & Stijl

        4.2.1. Genre in verhouding tot de mannelijke schilders

        4.2.2. Per kunstenares

        4.2.3. Besluit genre en stijl

    4.3. Kunstkringen en tentoonstellingen

        4.3.1. De katholieke ‘Cercle des Beaux Arts’ (1879- 1886)

            4.3.1.1. Oprichting en evolutie

            4.3.1.2. Vrouwelijke aanwezigheid

        4.3.2. De liberale ‘Cercle Artistique et Littéraire’ (1879- )

            4.3.2.1. Ontstaan en evolutie

            4.3.2.2. Vrouwelijke aanwezigheid

        4.3.3. Wij Willen (1887-)

        4.3.4. De ‘Union des Artistes Gantois’ (1887/1890) 

        4.3.5. ‘L’Association Artistique’ (1903-1908)

        4.3.6. De ‘Société pour l’Encouragement des Beaux-Arts’  en de driejaarlijkse salons te Gent

            4.3.6.1. Ontstaan en evolutie

            4.3.6.2. Vrouwelijke aanwezigheid

        4.3.7. Andere kunstverenigingen

        4.3.8. Andere tentoonstellingsmogelijkheden

        4.3.9. Besluit kunstkringen en tentoonstellingen

    4.4. Receptie

        4.4.1. De illusie van het succes 

        4.4.2. Taalgebruik van de critici

        4.4.3. Over de doden niets dan goeds

        4.4.4. Besluit receptie: 'La bataille des Dames'

    4.5. Informele en officiële steun

        4.5.1. Informeel

            4.5.1.1. Fréderic de Smet

            4.5.1.2. Jean Delvin

            4.5.1.3. Vrouwen onder elkaar

        4.5.2. Officieel

            4.5.2.1. Subsidies

            4.5.2.2. Aankoop door MSK

        4.5.3. Besluit informele en officiële steun

 

5. Besluit

 

Bronnen

 

Lijst met afkortingen

 

Inleiding tot de tentoonstellingscatalogus

 

Biografisch repertorium van de Gentse vrouwelijke schilders (1880-1914)

 

Schema levenslijnen

 

home lijst scripties inhoud volgende