Vrouwelijke schilders in Gent (1880-1914), een socio-historische studie. (Karel Blondeel)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Bronnen

 

Al in 1955 publiceerde van Germain Van Herrewege een essay betreffende Gentse vrouwelijke kunstenaars. Hij merkte op dat hij de eerste was die startte met de ontginning van dit groot onderzoeksterrein. Tijdens zijn onderzoek merkte hij algauw dat de bronnen, behalve enkele vage indicaties in de saloncatalogi, ‘quasi inexistant’ zijn. De hulp van Fréderic de Smet en Richard De Moor, toen beide nog in leven, was dan ook meer dan welkom.

Hij beschouwde zijn werk als een basis, waaruit verdere studies zouden kunnen volgen. Zijn werk is vooral gebruikt geweest door de samenstellers van encyclopedieën, maar een meer uitgebreid onderzoek is tot op heden niet verschenen.[6]

De bronnen zijn geordend volgens archief. Eerst komen de openbare archieven aan bod, daarna de private. In deze onderdelen komen eerst de handgeschreven bronnen, daarna diegene die zijn uitgegeven.

 

 

1. Openbare Archieven

 

1.1. Archief van de Gentse administratieve dienst

 

1.1.1.Bevolkingsregisters en de aktes van geboorte huwelijk en overlijden

 

Voor de ontstaansgeschiedenis en een kritische bespreking van de bevolkingsregisters verwijzen we naar de verhandeling van Anouk Devriese.[7]

 

Wij raadpleegden volgende tellingen: 1847-1858, 1867-1880, 1881-1890, 1891-1900, 1901-1910, 1911-1920, 1921-1930, 1931-1947, 1948-1961, 1962-1970

 

1.2. Stadsarchief Gent

 

1.2.1. Koninklijke Academie voor Schone Kunsten

 

ASK, Kast III, 175-189, leerlingenregisters 1900-1914

ASK, Kast IV, 361-363: Inschrijvingsregisters cursus tekenen meisjes

 

1.2.2. Fonds Kluyskens, ‘nota’s over kunstenaars’

 

Kluyskens was een Gents advocaat. Hij vervulde tevens de functie van voorzitter in de ‘Commissie voor Monumentenzorg Gent’. In zijn vrije tijd verzamelde hij informatie over Gentse kunstenaars, op basis waarvan hij regelmatig artikels schreef in ‘de Gentenaar’. Zijn nota’s zijn handgeschreven en omvatten een twintigtal mappen waarin de kunstenaars alfabetisch zitten gerangschikt. De informatie die wij vonden over onze vrouwen was eerder beperkt en steunde bijna volledig op het werk van Germain Van Herrewege.

Over de twintig mappen heen consulteerden wij volgende items:

Acart, Van Acker, Allard, Amerlinck, Bondue, Boonans, Boterdaele, Bouché, Caerdinael, Cauterman, Claes, Cogen, Coisne, Colpaert, Coupé, Cock (De) Julia en E., Dael, Devreese, D’hondt, Dryver (De), Dobbelaere, Droesbeke, Dumont Marguerite en Valentine, Dumoulin, Dutry, Tibbaut, Fontan, Geleedts Flore en Valérie, Gongora, Gottal (De), Graet (De), Haut, Hellens, hondt (D’), Ingels, Jacquart, Jonnaert, Laval (De), Leboucq, Lefèbvre, Maeterlinck, Mair, Matheson, Meerbeke (Van), Meersch (Vander), Minne, Miszewska (de), Montigny, Pauwaert, Peeters, Plateau, Rolin Caroline en Leonie, Roszmann, Sauer, Seeuws, Slingeneyer, Symays, Tibbaut, Tibbaut-Dutry, Vaerwyck, Vandervin, Vigne (De), Verhaeghe de Naeyer, Vindevogel, Voortman, Waelbroeck, Willaert, Walton, Weert (De) en Waldack.

 

1.2.3. Fonds T, 25: Het Subsidiëren en Aanmoedigen

 

In dit kleine fonds, waarvan het ontsluitingssysteem dringend aan een opwaardering toe is, vonden we informatie betreffende de subsidies van de stad aan Gentse kunstenaars (T25), we doorzochten de fiches vanaf 1875 tot en met 1913 en stootten op twee dossiers (de nummering tussen de haakjes is de oude):

T25 707 (T254 674): ROSZMANN

T25 723 (T2510 820): BOONANS

 

 

2. Private Archieven

 

2.1. Universiteitsbibliotheek Gent: Handschriftenleeszaal

 

2.1.1. Het fonds ‘Vliegende Bladen’

 

Voor de ontstaansgeschiedenis en kritische bespreking van dit fonds verwijzen wij door naar volgend artikel:

- DEROLEZ (A.), Het fonds ‘Vliegende Bladen’ in de Universiteitsbibliotheek Gent, De Leiegouw, XXIX, (1987), 1-2, pp. 77-84

Het fonds omvat archiefstukken van alle aard, uitgaande van besturen, organisaties, verenigingen, families, ondernemingen, handelaars; officieel drukwerk en politiek propagandamateriaal; biografisch materiaal, ondermeer briefwisseling en persknipsels; bibliografisch materiaal; industrieel en commercieel drukwerk (tot verpakkingen toe); een aantal curiosa, borduurpatronen, assignaten, persknipsels over misdaden, schandalen en schandaaltjes enz., ronden het geheel af.

Het fonds is onderverdeeld in vier subfondsen, na het systematisch doornemen van de min of meer alfabetische index van elk van de subfondsen, selecteerden en raadpleegden we volgende nummers:

 

Fonds I:

 

Fonds II:

 

Fonds III:

 

 

2.1.2. Briefwisseling

 

Op hoop van zege doornamen we de steekkaarten van de briefwisseling bewaard in de handschriftenleeszaal. De kunstenaressen zelf kwamen slechts een tiental keer voor. Van hun mannelijke aanverwanten vonden we meer dan honderd documenten. Steekproefsgewijze lazen we volgende stukken:

 

2504: Ferdinand Vanderhaeghen, autographes: artistes peintres, sculpteurs, graveurs

(1141): Minne Mathilde: 20/07/1865

 

2512: Ferdinand Vanderhaeghen, bibliophiles, libraires, archéologues

(3): Allard Alberic

 

3199: Gand Bibliothèque Correspondance

(599d): Boterdaele Achille aan Ferdinand Vanderhaeghen, 18/08/1899

(599e): idem, 16/08/1901

(5679): Voortman Clara

 

3426 J: Virginie Loveling, Gelukwensen (benoeming Leopoldsorde)

(63): Gustaaf d’Hondt

(69): Mr. en Mme César De Cock, 16/05/1900

(115): Mr en Mme Maurice De Weert

(140): J-O Devigne

(168): César De Cock, 26/05/00

 

3427 B: Huldebetogingen Virginie Loveling

(138): De Heer en Mevrouw M. De Weert

(159): Charles d’Hondt

(167): Gustaaf d’Hondt

(189): Mesdemoiselles Dumont

 

Wegens gebrek aan relevant materiaal besloten we dit tijdrovend onderzoek stop te zetten.

 

2.1.3. Fonds ‘Fréderic de Smet’

 

Voor literatuur omternt de persoon van Frédéric de Smet en het onstaan van het fonds verwijzen we naar de verhandeling van Els Veravaerbeke.[8]

 

Van de 154 archiefdozen raadpleegden we de volgende nummers:

1A, 8C, 9C, 12C, 13C, 14D, 16D, 18D, 19D, 23D, 25D, 29G, 32H, 34H, 35J, 37L, 41M, 43M, 46M, 48P, 49P, 50R, 57T, 59V, 63V, 66V, 67W, 72, 73, 75, 76, 83, 85, 101-105, 116-132

 

2.1.4. Wegwijzer van Gent

 

De ‘Dubbele Wegwijzer der Stad Gent en der Provincie Oost-Vlaanderen’ was een brochure die jaarlijks werd uitgegeven door de stad Gent ten behoeve van de inwoners en die naast een adressenbestand van de Gentse bevolking ook een groot aantal praktische inlichtingen bevatte, omtrent het politiek, economisch en cultureel leven.

Er bevond zich ook een rubriek 'kunstoefenaren', opgesplitst in de categorieën: schilders, wapenschilders, schilders in gotische stijl en beeldhouwers. Indien de betrokken kunstenaar een vrouw was, vermeldde men weduwe, juffrouw of mevrouw achter haar naam. Na het adres volgde meestal ook de specialiteit van de schilder: landschap, bloemen, dieren, genre, portretten, enz.

De wegwijzer van Gent, die op louter administratieve basis was opgesteld bleek niet van vergissingen ontbloot. Bij het opstellen van de lijsten baseerde men zich waarschijnlijk op de wegwijzer van het vorige jaar, waarin toevoegingen en schrappingen al dan niet werden aangebracht. Soms werd het adres helemaal niet aangepast, zodat ik enkele vrouwen die op basis van mijn initieel criterium (adres in Gent) waren uitgesloten, toch weer moest opnemen aangezien ze in de saloncatalogi wel met een Gents adres stonden aangegeven, wat werd bevestigd door de registers van burgerlijke stand.

Ook overleden kunstenaressen blijven in de wegwijzer dikwijls enkele jaren voortleven.

 

We doorliepen systematisch de rubriek ‘Kunstoefenenaren’ in de wegwijzers van 1865 tot en met 1923 en 1937.

 

2.1.5. Tentoonstellingscatalogi

 

Deze subtitel hoort hier eigenlijk niet thuis, want de catalogi bevinden zich in de universitaire bibliotheek zelf.

Als aanvulling op de catalogi die we in het MSK Gent vonden, gebruikten we volgende:

 

 

2.2. Archief van het Museum voor Schone Kunsten Gent

 

2.2.1. Fonds ‘Richard De Moor’

 

Richard De Moor was commissielid van het MSK Gent en secretaris van de directie van de Gentse academie. Dit fonds is vergelijkbaar met dat van Frédéric de Smet. Buitenlandse kunstenaars komen hier veel meer aan bod, over onze kunstenaressen was bitter weinig te vinden. We raadpleegden volgende archiefdozen:

2, 8, 10, 21, 24, 30, 41

 

2.2.2. Documentatiemappen

 

Op het moment dat deze verhandeling werd geschreven, was men druk bezig werk te maken van een documentatiecentrum. Behalve enkele artikels en reproducties van werken van onze kunstenaressen hebben we niet veel gevonden.

We raadpleegden de mappen van volgende kunstenaressen:

Louise Coupé, Cécile Cauterman, Jenny Montigny, Anna De Weert.

 

2.2.3. Tentoonstellingscatalogi

 

We hebben de catalogi opgesplitst in twee categorieën, nationaal en internationaal. Binnen deze categorieën is de ordening chronologisch.

 

Nationaal

 

 

Internationaal

 

 

 

2.3. Archief van het Designmuseum Gent

 

In dit archief kan men niet zelf zoeken. We gaven een lijst van namen die we op basis van ander bronnenmateriaal in verband konden brengen met de decoratieve kunsten. Slechts twee namen kwamen in het archief voor:

- Mabel Elwes Sarton

- Marguerite Van Biesbroeck

 

 

3. Niet geraadpleegde bronnen

 

Wegens tijdgebrek en het beperkte bestek van deze verhandeling lag het niet in onze mogelijkheid volgende bronnen, die ongetwijfeld meer klaarheid zouden brengen en een vollediger beeld zouden kunnen schetsen, te raadplegen:

 

 

 

Literatuurlijst

 

Artikels

 

 

 

Encyclopedieën en woordenboeken

 

Boeken

 

 

 

Lijst met afkortingen

 

ABS: Aktes van burgerlijke stand stad Gent

         °: geboorteaktes

         x: huwelijksaktes

         +: overlijdensaktes

BR: Bevolkingsregisters van de stad Gent

Docu MSK: Documentatiemappen Museum voor Schone Kunsten Gent

MSK: Museum voor Schone Kunsten Gent

CAL: Cercle Artistique et Littéraire

CBA: Cercle des Beaux-Arts

SEBA: Société Royale pour l’Encouragement aux Beaux-Arts

FDS: Fonds Fréderic de Smet

SAG: Stadsarchief Gent

TK: Tentoonstellingscatalogus

VB: Fonds Vliegende Bladen

WW: Dubbele Wegwijzer van Gent

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[6] VAN HERREWEGHE (Germain), op. cit., p. 7.

[7] DEVRIESE (Anouk), Vrouwen en arbeid: levenslooponderzoek toegepast op 33 Gentse textielarbeidsters, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent, 1999.

[8] VERAVERBEKE (Els), Frédéric de Smet (1876-1948) en de Gentse kunstscène: bijdrage tot het onderzoek van de Gentse kunstmiddens in de late 19de-eerste helft 20ste eeuw, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent, 1999, pp. 9-10.