Vrouwelijke schilders in Gent (1880-1914), een socio-historische studie. (Karel Blondeel) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
Bronnen
Al in 1955 publiceerde van Germain Van Herrewege een essay betreffende Gentse vrouwelijke kunstenaars. Hij merkte op dat hij de eerste was die startte met de ontginning van dit groot onderzoeksterrein. Tijdens zijn onderzoek merkte hij algauw dat de bronnen, behalve enkele vage indicaties in de saloncatalogi, ‘quasi inexistant’ zijn. De hulp van Fréderic de Smet en Richard De Moor, toen beide nog in leven, was dan ook meer dan welkom.
Hij beschouwde zijn werk als een basis, waaruit verdere studies zouden kunnen volgen. Zijn werk is vooral gebruikt geweest door de samenstellers van encyclopedieën, maar een meer uitgebreid onderzoek is tot op heden niet verschenen.[6]
De bronnen zijn geordend volgens archief. Eerst komen de openbare archieven aan bod, daarna de private. In deze onderdelen komen eerst de handgeschreven bronnen, daarna diegene die zijn uitgegeven.
1. Openbare Archieven
1.1. Archief van de Gentse administratieve dienst
1.1.1.Bevolkingsregisters en de aktes van geboorte huwelijk en overlijden
Voor de ontstaansgeschiedenis en een kritische bespreking van de bevolkingsregisters verwijzen we naar de verhandeling van Anouk Devriese.[7]
Wij raadpleegden volgende tellingen: 1847-1858, 1867-1880, 1881-1890, 1891-1900, 1901-1910, 1911-1920, 1921-1930, 1931-1947, 1948-1961, 1962-1970
1.2. Stadsarchief Gent
1.2.1. Koninklijke Academie voor Schone Kunsten
ASK, Kast III, 175-189, leerlingenregisters 1900-1914
ASK, Kast IV, 361-363: Inschrijvingsregisters cursus tekenen meisjes
1.2.2. Fonds Kluyskens, ‘nota’s over kunstenaars’
Kluyskens was een Gents advocaat. Hij vervulde tevens de functie van voorzitter in de ‘Commissie voor Monumentenzorg Gent’. In zijn vrije tijd verzamelde hij informatie over Gentse kunstenaars, op basis waarvan hij regelmatig artikels schreef in ‘de Gentenaar’. Zijn nota’s zijn handgeschreven en omvatten een twintigtal mappen waarin de kunstenaars alfabetisch zitten gerangschikt. De informatie die wij vonden over onze vrouwen was eerder beperkt en steunde bijna volledig op het werk van Germain Van Herrewege.
Over de twintig mappen heen consulteerden wij volgende items:
Acart, Van Acker, Allard, Amerlinck, Bondue, Boonans, Boterdaele, Bouché, Caerdinael, Cauterman, Claes, Cogen, Coisne, Colpaert, Coupé, Cock (De) Julia en E., Dael, Devreese, D’hondt, Dryver (De), Dobbelaere, Droesbeke, Dumont Marguerite en Valentine, Dumoulin, Dutry, Tibbaut, Fontan, Geleedts Flore en Valérie, Gongora, Gottal (De), Graet (De), Haut, Hellens, hondt (D’), Ingels, Jacquart, Jonnaert, Laval (De), Leboucq, Lefèbvre, Maeterlinck, Mair, Matheson, Meerbeke (Van), Meersch (Vander), Minne, Miszewska (de), Montigny, Pauwaert, Peeters, Plateau, Rolin Caroline en Leonie, Roszmann, Sauer, Seeuws, Slingeneyer, Symays, Tibbaut, Tibbaut-Dutry, Vaerwyck, Vandervin, Vigne (De), Verhaeghe de Naeyer, Vindevogel, Voortman, Waelbroeck, Willaert, Walton, Weert (De) en Waldack.
1.2.3. Fonds T, 25: Het Subsidiëren en Aanmoedigen
In dit kleine fonds, waarvan het ontsluitingssysteem dringend aan een opwaardering toe is, vonden we informatie betreffende de subsidies van de stad aan Gentse kunstenaars (T25), we doorzochten de fiches vanaf 1875 tot en met 1913 en stootten op twee dossiers (de nummering tussen de haakjes is de oude):
T25 707 (T254 674): ROSZMANN
T25 723 (T2510 820): BOONANS
2. Private Archieven
2.1. Universiteitsbibliotheek Gent: Handschriftenleeszaal
2.1.1. Het fonds ‘Vliegende Bladen’
Voor de ontstaansgeschiedenis en kritische bespreking van dit fonds verwijzen wij door naar volgend artikel:
- DEROLEZ (A.), Het fonds ‘Vliegende Bladen’ in de Universiteitsbibliotheek Gent, De Leiegouw, XXIX, (1987), 1-2, pp. 77-84
Het fonds omvat archiefstukken van alle aard, uitgaande van besturen, organisaties, verenigingen, families, ondernemingen, handelaars; officieel drukwerk en politiek propagandamateriaal; biografisch materiaal, ondermeer briefwisseling en persknipsels; bibliografisch materiaal; industrieel en commercieel drukwerk (tot verpakkingen toe); een aantal curiosa, borduurpatronen, assignaten, persknipsels over misdaden, schandalen en schandaaltjes enz., ronden het geheel af.
Het fonds is onderverdeeld in vier subfondsen, na het systematisch doornemen van de min of meer alfabetische index van elk van de subfondsen, selecteerden en raadpleegden we volgende nummers:
Fonds I:
A: 29,45, 46
B: 29, 34, 57, 77, 124, 145, 161, 170, 178
C: 52, 54, 60, 61, 62, 65, 242, 247, 249
D: 44, 63, 70, 72
E: 102-120, 124, 125
F: 14
G:16
H: 17
J: 1
L: 10
M: 5, 36, 37, 95, 101
P: 19, 20, 33
R: 24
V: 17
W: 3
Fonds II:
B: 1; 3, 12-15, 25, 33, 34, 42
C: 10, 35
D: 1, 6, 7, 11, 12, 13
E: 19, 22
F: 2
G: 34, 39
H: 9, 14, 30, 32
J: 1, 5, 6
K: 7, 8
L: 2, 12, 20, 25
M: 8, 9, 100
N: 25, 26
P: 30-32, 40
R: 27
S: 29, 30, 33, 55
T: 53
V: 14, 26, 64
W: 1, 14
Fonds III:
B: 7
C: 2, 9
D: 2, 3
E: 56-58
G: 10
H: 3
I: 6
L: 3
M: 2, 29
P: 7
R: 10
S: 35
T: 8
V: 4
W: 1, 3
2.1.2. Briefwisseling
Op hoop van zege doornamen we de steekkaarten van de briefwisseling bewaard in de handschriftenleeszaal. De kunstenaressen zelf kwamen slechts een tiental keer voor. Van hun mannelijke aanverwanten vonden we meer dan honderd documenten. Steekproefsgewijze lazen we volgende stukken:
2504: Ferdinand Vanderhaeghen, autographes: artistes peintres, sculpteurs, graveurs
(1141): Minne Mathilde: 20/07/1865
2512: Ferdinand Vanderhaeghen, bibliophiles, libraires, archéologues
(3): Allard Alberic
3199: Gand Bibliothèque Correspondance
(599d): Boterdaele Achille aan Ferdinand Vanderhaeghen, 18/08/1899
(599e): idem, 16/08/1901
(5679): Voortman Clara
3426 J: Virginie Loveling, Gelukwensen (benoeming Leopoldsorde)
(63): Gustaaf d’Hondt
(69): Mr. en Mme César De Cock, 16/05/1900
(115): Mr en Mme Maurice De Weert
(140): J-O Devigne
(168): César De Cock, 26/05/00
3427 B: Huldebetogingen Virginie Loveling
(138): De Heer en Mevrouw M. De Weert
(159): Charles d’Hondt
(167): Gustaaf d’Hondt
(189): Mesdemoiselles Dumont
Wegens gebrek aan relevant materiaal besloten we dit tijdrovend onderzoek stop te zetten.
2.1.3. Fonds ‘Fréderic de Smet’
Voor literatuur omternt de persoon van Frédéric de Smet en het onstaan van het fonds verwijzen we naar de verhandeling van Els Veravaerbeke.[8]
Van de 154 archiefdozen raadpleegden we de volgende nummers:
1A, 8C, 9C, 12C, 13C, 14D, 16D, 18D, 19D, 23D, 25D, 29G, 32H, 34H, 35J, 37L, 41M, 43M, 46M, 48P, 49P, 50R, 57T, 59V, 63V, 66V, 67W, 72, 73, 75, 76, 83, 85, 101-105, 116-132
2.1.4. Wegwijzer van Gent
De ‘Dubbele Wegwijzer der Stad Gent en der Provincie Oost-Vlaanderen’ was een brochure die jaarlijks werd uitgegeven door de stad Gent ten behoeve van de inwoners en die naast een adressenbestand van de Gentse bevolking ook een groot aantal praktische inlichtingen bevatte, omtrent het politiek, economisch en cultureel leven.
Er bevond zich ook een rubriek 'kunstoefenaren', opgesplitst in de categorieën: schilders, wapenschilders, schilders in gotische stijl en beeldhouwers. Indien de betrokken kunstenaar een vrouw was, vermeldde men weduwe, juffrouw of mevrouw achter haar naam. Na het adres volgde meestal ook de specialiteit van de schilder: landschap, bloemen, dieren, genre, portretten, enz.
De wegwijzer van Gent, die op louter administratieve basis was opgesteld bleek niet van vergissingen ontbloot. Bij het opstellen van de lijsten baseerde men zich waarschijnlijk op de wegwijzer van het vorige jaar, waarin toevoegingen en schrappingen al dan niet werden aangebracht. Soms werd het adres helemaal niet aangepast, zodat ik enkele vrouwen die op basis van mijn initieel criterium (adres in Gent) waren uitgesloten, toch weer moest opnemen aangezien ze in de saloncatalogi wel met een Gents adres stonden aangegeven, wat werd bevestigd door de registers van burgerlijke stand.
Ook overleden kunstenaressen blijven in de wegwijzer dikwijls enkele jaren voortleven.
We doorliepen systematisch de rubriek ‘Kunstoefenenaren’ in de wegwijzers van 1865 tot en met 1923 en 1937.
2.1.5. Tentoonstellingscatalogi
Deze subtitel hoort hier eigenlijk niet thuis, want de catalogi bevinden zich in de universitaire bibliotheek zelf.
Als aanvulling op de catalogi die we in het MSK Gent vonden, gebruikten we volgende:
Exposition du ‘Cercle de Beaux-Arts’, Gand, 1880
Exposition du cercle d’art ‘ Wij Willen ‘, Gand, 1888-1893
Exposition des œuvres artistiques de la femme, Gand, 1895
Exposition du cercle ‘Kunst en Kennis’, Gand, 1901-1904-1916
Exposition des travaux de la femme, Gand, 1905
Algemeene wereldtentoonstelling Gent 1913, Gent, 1913
Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes, Paris, 1925
2.2. Archief van het Museum voor Schone Kunsten Gent
2.2.1. Fonds ‘Richard De Moor’
Richard De Moor was commissielid van het MSK Gent en secretaris van de directie van de Gentse academie. Dit fonds is vergelijkbaar met dat van Frédéric de Smet. Buitenlandse kunstenaars komen hier veel meer aan bod, over onze kunstenaressen was bitter weinig te vinden. We raadpleegden volgende archiefdozen:
2, 8, 10, 21, 24, 30, 41
2.2.2. Documentatiemappen
Op het moment dat deze verhandeling werd geschreven, was men druk bezig werk te maken van een documentatiecentrum. Behalve enkele artikels en reproducties van werken van onze kunstenaressen hebben we niet veel gevonden.
We raadpleegden de mappen van volgende kunstenaressen:
Louise Coupé, Cécile Cauterman, Jenny Montigny, Anna De Weert.
2.2.3. Tentoonstellingscatalogi
We hebben de catalogi opgesplitst in twee categorieën, nationaal en internationaal. Binnen deze categorieën is de ordening chronologisch.
Nationaal
Salon Triennale de Gand, 1880-1883-1886-1889-1892-1895-1899-1902-1906-1909-1913
Exposition Historique de l’Art Belge 1830-1880, Bruxelles, 1880
Salon Triennale de Bruxelles, 1881-1884-1887-1890-1893-1897-1900-1903-1907-1914
Exposition de Tableaux et autres Objets d’Art, 1881, Kortrijk
Exposition du ‘Cercle de Beaux-Arts’, Gand, 1881-1882-1883-1884
Exposition de Beaux-Arts de 1881, Duinkerke, 1881
Salon Triennale de Anvers, 1882-1891-1894-1898-1901-1904-1908-1911
Exposition Néerlandais de Beaux-Arts, Bruxelles, 1882
Exposition de Peinture, Sculpture et Architecture, Bruxelles, 1883
Exposition Universelle Burlesque, Bruxelles, 1887
Exposition du Cercle d’Art ‘ Wij Willen ‘, Gand, 1887(1ste)-1891
Exposition Historique des Peintres Gantoise du 19ième Siècle, 1888
Exposition du ‘Cercle Artistique et Littéraire’, Bruxelles, 1888
Exposition Universelle Internationale de 1889, Bruxelles, 1889
Exposition Tombola 1891, Union des Artistes des Flandres, Gand, 1891
Exposition du cercle ‘Pour l’Art’, Bruxelles, 1892(1ste)-1894-1896-1897-1898-1899-1905-1910-1911-1912
Exposition du cercle ‘Le Sillon’, Bruxelles, 1893-1894-1897-1899-1902-1903-1904-1905-1908-1910-1911-1912-1913
Exposition du cercle ‘La Libre Esthétique’, Bruxelles, 1894-1895-1896-1897-1898-1899-1901-1902-1903-1904-1907-1908-1909-1910-1911-1912-1913
Exposition du ‘Cercle Artistique et Littéraire’ de Namur, 1895-1901
Salon Quadriennale de Liège, 1896-1912
Salon van Kortrijk, 1896
Exposition de Beaux-Arts, Veurne, 1897
Exposition des Aquarelles, Pastels, Dessins, Anvers, 1897
‘Kunstverbond der Vlaanderen’, 1ste tentoonstelling, 1897
Exposition de Beaux-Arts, Ieper, 1897
Le portrait, Bruxelles, 1897
Exposition de la ‘Société des Beaux-Arts’, Bruxelles, 1898-1901-1902- 1906-1909
Exposition du cercle ‘Kunst en Kennis’, Gand, 1898-1899
Exposition de la ‘Société Royale Belge des Aquarellistes’, 1899-1908-1909-1913
Exposition Provinciale de la Flandre Orientale, Gand, 1899
Exposition du cercle d’art ‘Labeur’, Bruxelles, 1902-1903
Exposition de ‘ l’Association Artistique’, Gand, 1904
Exposition du cercle ‘ l’Art Contemporain’, Bruxelles et Anvers, 1905-1909-1910-1911-1912
Exposition Retrospective de l’Art Belge, Bruxelles, 1905
Salon de Beaux-Arts d’Ostende, 1906
Exposition de Travaux d’Anciens Élèves de l’Ecole de Saint-Luc de Gand, 1907
Exposition de la ‘Société Nationale des Aquarellistes et Pastellistes, 1907-1909
Exposition de Beaux-Arts, Tournai, 1908
Exposition du cercle ‘ Vie et Lumière’, 1908-1909
Le salon de Printemps, Bruxelles, 1908-1909
Exposition de Tableaux de la Collection de Leopold II, Bruxelles, 1909
Exposition du cercle ‘ l’Estampe’, Bruxelles, 1910-1912-1914
Exposition d’Art Moderne, Charleroi, 1911
Les bleus de la GGG, 1913
Exposition de ‘Cercle Artistique Brugeois’, 36ième salon, 1913
Internationaal
Exposition de Beaux-Arts, Lille, 1881
Exposition Universelle, section de Beaux-Arts, Amsterdam, 1883
Salon du Société des Artistes Français, Paris, 1884-1885-1886-1888-1889-1890-1891-1892-1893-1894-1895-1897-1898-1899-1900-1901-1902-1903-1904-1905-1907-1908-1909-1910-1911-1912-1914
Münchener Jahres-Ausstellung, Munchen, 1890-1891-1892-1894-1897-1898-1899-1900-1901-1902-1903-1904-1905-1906-1907-1908-1909-1911-1912-1913
Exposition Nationale de Beaux Arts, Paris, 1891-1892-1893-1894-1895-1897-1898-1899-1900-1901-1904-1905-1908-1909-1910-1911-1912-1913-1914
Internationale Kunst-Ausstellung (Verein Berliner Künstler), Berlin, 1891- 1892-1893-1897-1899-1900-1901-1904-1905-1908-1909-1911-1912-1913
Internazionale Kunst-Ausstellung ‘Secession’, Berlin, 1893-1908
Exposition Glagow Institute of Fine Art, 35th exhibition, Works of Modern Artists, 1896
Exposition de la ‘Société Des Artistes Indépendants’, Paris, 1903- 1906- 1907-1908-1910-1911-1913-1914
Internazionale Kunst-Ausstellung, Dusseldorf, 1904
Universal Exposition Saint-Louis, Belgian Section, 1904
Salon d’Automne, Paris, section Belge, 1907-1909-1910
Expo Internacional de Belles Artes e Industrias Artisticas, Barcelona, 1907
Esposizione Internazionale d’Arte della citta di Venezia, 1907-1911
Ausstellung Belgischer Kunst, Berlin, 1908
Grosse Aquarellausstellung Dresden, 1911
2.3. Archief van het Designmuseum Gent
In dit archief kan men niet zelf zoeken. We gaven een lijst van namen die we op basis van ander bronnenmateriaal in verband konden brengen met de decoratieve kunsten. Slechts twee namen kwamen in het archief voor:
- Mabel Elwes Sarton
- Marguerite Van Biesbroeck
3. Niet geraadpleegde bronnen
Wegens tijdgebrek en het beperkte bestek van deze verhandeling lag het niet in onze mogelijkheid volgende bronnen, die ongetwijfeld meer klaarheid zouden brengen en een vollediger beeld zouden kunnen schetsen, te raadplegen:
Kiezerslijsten
Erfenisaangiftes
Archief van het museum voor schone kunsten te Brussel
AMCV
Literatuurlijst
Artikels
DEROLEZ (A.), Het fonds ‘Vliegende Bladen’ in de Universiteitsbibliotheek Gent, in: De Leiegouw, XXIX, (1987), 1-2, pp. 77-84.
DEVEEN (L.), Het taalgebruik van kunstcritici in verband met vrouwelijke kunstenaars (Frankrijk, 19de eeuw). Enkele voorbeelden, in: Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, XLIII (1989), pp. 185-201.
HOSTE (L.), Over de Gentse ‘Garde Civiek’, in: Ghendtsche Tydinghen, 11, (1982), 3, pp. 112-124.
LAMBRECHT (J.), De beperkte aanwezigheid van vrouwelijke kunstenaars in de beeldende kunsten: sociale en kunsthistorische factoren. Methodologische verkenning, in: Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, XLIII (1989), pp. 303-324.
Encyclopedieën en woordenboeken
BONNEURE (F.), FONTIER (J.) en LE LOUP (W.), Lexicon van Westvlaamse beeldende kunstenaars, Brugge, vereniging van West-Vlaamse schrijvers, 7-delig, 1998.
DE SEYN (E.), Dictionnaire biographique des sciences, des lettres et des arts en Belgique, Bruxelles, L’Avenir, 1935.
Dictionnaire Biographique illustré des Artistes en Belgique depuis 1830, Arto, 1978.
HOSTYN (Norbert) en RAPPARD (Willem), Dictionnaire van Belgische en Hollandse bloemenschilders geboren tussen 1750 en 1880, Knokke-Zoute, Berko,1995.
PETTEYS (Chris), Dictionary of women artists, Boston, G.K. Hall & Co, 1985.
PIRON (Paul), De Belgische Beeldende Kunstenaars uit de 19de en 20ste eeuw, Brussel, Art in Belgium, 2000.
Boeken
BOËL (Baronne Pol) en DUCHÈNE (C.), Le Féminisme en Belgique 1892-1914, Bruxelles, Editions du Conseil National des Femmes Belges, 1955.
BOSSCHAERT (Hans), POULAIN (Norbert) en CASSIMAN (Karel), Groeten uit 1926 : de Kunstscène te Gent anno 1926, Gent, Volksdepositokas, 1991.
CLAES (Suzy), Aspecten van de Intellectuele, Artistieke en Economische Activiteit van de Vrouw te Gent in de 19de eeuw, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Universiteit Gent, 1970.
COTMAN (Frank), Want er komen andere tijden…, over schilders en de Gentse kunstwereld 1880-1914, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent, 1987.
DE BELDER (J.), Adel en Burgerij 1840-1914 in Algemene Geschiedenis der Nederlanden, vol. 12, Nederland en België 1840-1914, eerste helft, Haarlem, Fibula-Van Dishoeck, 1977, pp. 78-99
DE CLERCQ (Freya), Spanningsvelden tussen Traditionalisme en Modernisme, Deel 1, een analyse van de Gentse kunstmiddens 1880-1900, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Universiteit Gent, 1982.
De MOOR (Richard), Koninklijke Academie van schoone kunsten Gent : de bestuurders 1751-1935, Middelburg, Koninklijk Zeeuwsch genootschap der wetenschappen, 1944.
De Vrienden van het Museum van Gent: 65 jaar op de bres, Gent, Museum voor Schone Kunsten Gent, 1963.
DE WEERDT (Denise), De Dochters van Marianne: 75 jaar SVV, Antwerpen, Hadewijch, 1997.
DE WEERDT (Denise), En de Vrouwen?, vrouw, vrouwenbeweging en feminisme in Belgie (1830-1960), Leuven, Kritak, 1980.
DECAVELE (Johan), BALTHAZAR (Herman), BOONE (Marc), GEENS (Gaston), COPPEJANS-DESMEDT (Hilda) en VAN CAENEGEM (Raoul), Gent : Apologie van een Rebelse Stad : Geschiedenis, Kunst, Cultuur, Antwerpen, Mercatorfonds, 1989.
DESTANBERG (D.), De Kiezingen te Gent sedert 1836, Gent, Ad. Herckenrath, 1910.
DEVOLDER (Kathleen), Gij die door ’t volk gekozen zijt…: De Gentse gemeenteraad en haar leden 1830-1914, Gent, Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, 1994.
DEVRIESE (Anouk), Vrouwen en arbeid: levenslooponderzoek toegepast op 33 Gentse textielarbeidsters, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent, 1999.
DHAENE (Sylvie), De muren weten ervan, Gent, Museum voor Volkskunde, 1997
DUMONT (M. E.), Gent: een stedenaardrijkskundige studie, Brugge, Faculteit van de Wijsbegeerte en Letteren Rijksuniversiteit Gent, 1951.
GAY (Peter), De Eeuw van Schnitzler, De Opkomst van de Burgerij in Europa, London, W.W. Norton & Company, 2002.
Gent, duizend jaar kunst en cultuur, vol 1: Muurschilderkunst, schilderkunst, tekenkunst, graveerkunst, beeldhouwkunst, Gent, Stadsbestuur, 1975.
Gentse schilder- en beeldhouwkunst der XIXe en XXe eeuw, Gent, Vanmelle, 1952.
GREER (Germaine), Vrouwenwerk: Wedloop vol Hindernissen, Amsterdam, Meulenhoff, 1980.
HOOZEE (Robert), ALHADEFF (Albert), MINNE (George) en TAHON-VANROOSE (Monique), George Minne en de Kunst rond 1900, Brussel, Gemeentekrediet van België, 1982.
HOOZEE (Robert), Veertig kunstenaars rond Karel van de Woestijne: Karel van de Woestijne (1878-1929) en de kunst van zijn tijd met uittreksels uit zijn geschriften over kunst, Gent, Museum voor Schone Kunsten, 1979.
JAMART (Rica), Een vergelijkende studie in historisch perspectief van de Gentse koninklijke academie en het Sint-Lucas instituut 1860-1914, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent, 1996.
LAURENT (F.), Les sociétés ouvrières de Gand, Gand, Hoste, 1877.
LYBAERT (Karel M. J. Jste), Het Brusselsch Salon van Schoone Kunsten in 1900, Antwerpen, Jan Boucherij, 1900.
LYBAERT (Karel), Revolutionairen en anti-revolutionairen, critisch overzicht der XXXVIIIe tentoonstelling van schoone kunsten gehouden in het nieuw museum van Gent, Antwerpen, Jan Boucherij, 1902.
MATTHIJS (Koen), De mateloze negentiende Eeuw: Bevolking, huwelijk, gezin en sociale verandering, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2001.
RICORDOMI, Salon de Gand 1886, Étude et Critique, Bruxelles, A. Lefèvre, 1886.
SERESIA (Marijke), HUET (Leen) en NEETENS (Wim), An unexpected journey : vrouw en kunst - woman and art, Antwerpen, Gynaika.
SIMON (B.), Bijdrage tot de studie van Belgische vrouwelijke kunstenaars aktief tussen 1888 en 1938, 2 Vols., Brussel, VUB, 1987.
TAHON-VANROOSE (Monique), De vrienden van Scribe : de Europese smaak van een Gents mecenas, Antwerpen, Pandora, 1998.
VAN BELLINGEN (S.), Re-touche: 250 jaar schilders van de Koninklijke Academie van de hogeschool Gent, Brussel, Dexia, 2001.
VAN DE WALLE (A.L.J.), Museum voor sierkunst en industriële vormgeving, beknopte gids voor bezoeker met verwijzing naar de inventaris van de kunstvoorwerpen, Gent, 1973
VAN DEN BROECK (Carla), Monumenten, standbeelden en andere kultuurprodukten als indices van kultuurbeleid : Gent 1793-1930, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Universiteit Gent, 1987
VAN DEN BROECK (Carla), Monumenten, Stantbeelden e.a. kultuurprodukten als indices van Kultuurbeleid (Gent, 1793-1913), onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Universiteit Gent, 1987.
VAN DER STIGHELEN (Katlijne), WESTEN (Mirjam), MEIJER (Maaike), Elck zijn waerom: Vrouwelijke Kunstenaars in België en Nederland, 1500-1950, Gent, Ludion, 1999.
VAN HERREWEGE (Germain), Femmes Peintres à Gand: 1792-1955, Gent, 1955.
VAN HOORDE (J.), De gebroeders De Cock, Gent, Vanderpoorten, 1897.
VAN LEUVEN (Hilde), Schilderkunst, Pers en Politiek, Gent 1885-1897, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent, 1975.
VAN MOLLE (Leen) en HEYRMAN (Peter), Vrouwenzaken-Zakenvrouwen : Facetten van Vrouwelijk Zelfstandig Ondernemerschap in Vlaanderen, 1800-2000, Gent, Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, 2001.
Van Nu en Straks : Belle Epoque in Vlaanderen, Gent, Centrum voor kunst en cultuur, 1984.
VANDER VEN (Liesbet), Vrouwen en Muziek in 19de-eeuws Antwerpen, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent, 2001.
VANHAUTE (E.), Economische en Sociale Geschiedenis van de Nieuwste Tijden, Academia Press, Gent, 2002.
VARLEZ (L.), Les salaires dans l’industrie gantoise, II: industrie de la filature du lin, Bruxelles, Ministère de l’industrie et du travail, 1904.
VERAVERBEKE (Els), Frédéric de Smet (1876-1948) en de Gentse kunstscène: bijdrage tot het onderzoek van de Gentse kunstmiddens in de late 19de-eerste helft 20ste eeuw, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent, 1999.
VERMEULEN (Anna Marie), Structuuranalyse van een stedelijke popupaltie, Gent in de 19de eeuw, in : CLOET (Michel) en VANDENBROEKE (Chris), Tien Bijdragen tot de Lokale en Regionale Demografie in Vlaanderen, Brussel, Gemeentekrediet van België, 1989.
VERSCHOORIS (Marianne), De kunstenaarskolonie van Sint-Martens-Latem anders bekeken : de sociaal-economische achtergrond van een kunstenaarsloopbaan, Gent, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent, 1999.
WEISBERG (Gabriel P.) en BECKER (Jane R.), Overcoming all obstacles: the women of the Académie Julian, New York, the Dahesh Museum, 1999.
X, Kritiek der Driejaarlijksche Kunst-Tentoonstelling in den Casino, Jan Foucaert, Gent, 1889.
ABS: Aktes van burgerlijke stand stad Gent
°: geboorteaktes
x: huwelijksaktes
+: overlijdensaktes
BR: Bevolkingsregisters van de stad Gent
Docu MSK: Documentatiemappen Museum voor Schone Kunsten Gent
MSK: Museum voor Schone Kunsten Gent
CAL: Cercle Artistique et Littéraire
CBA: Cercle des Beaux-Arts
SEBA: Société Royale pour l’Encouragement aux Beaux-Arts
FDS: Fonds Fréderic de Smet
SAG: Stadsarchief Gent
TK: Tentoonstellingscatalogus
VB: Fonds Vliegende Bladen
WW: Dubbele Wegwijzer van Gent
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
[6] VAN HERREWEGHE (Germain), op. cit., p. 7.
[7] DEVRIESE (Anouk), Vrouwen en arbeid: levenslooponderzoek toegepast op 33 Gentse textielarbeidsters, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent, 1999.
[8] VERAVERBEKE (Els), Frédéric de Smet (1876-1948) en de Gentse kunstscène: bijdrage tot het onderzoek van de Gentse kunstmiddens in de late 19de-eerste helft 20ste eeuw, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent, 1999, pp. 9-10.