Berlijn - Antwerpen.
Economische en politieke aspiraties in Duitsland
met betrekking tot
de haven van Antwerpen
(1886-1918).
Gijs Thooft
Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en
Wijsbegeerte,
voor het behalen van de graad van
Licentiaat in de Geschiedenis.
Academiejaar: 2000-2001
Universiteit Gent
Promotor: Prof. Dr. Bruno De Wever
home | lijst scripties | inhoud | volgende |
1.1. Scheepvaartsubventie als afzetbevordering
1.2. “Wenn wir zu spät kommen, wird das Himmlische Reich geschlossen sein”
1.3. De ‘intermediaire kwestie’
1.3.1. Zomer 1885
1.3.2. Najaar 1885
1.3.3. Nawoord
2. Commerciële opgang van de haven van Antwerpen (1886-1914)
2.1. Inleiding
2.2. Exponentiële groei van de haventrafiek
2.3. Specificiteit van de voorspoed van de haventrafiek
2.4. De spoorwegverbindingen met het Duitse hinterland: de IJzeren Rijn
2.5. De Belgische handelspolitiek: laveren tussen vrijhandel en protectionisme
2.6. Het duel van de Lage Landen: Rotterdam – Antwerpen
2.7. De Duitse transit: onmisbaar voor de Belgische economie?
2.8. De aanwezigheid van de Duitse vlag te Antwerpen: de vrees voor een “Sedan économique”
3. Antwerpen: een Duitse haven?
3.1. De Duitse lijnstoomvaart in de haven van Antwerpen (1872-1914)
3.1.1. Inleiding
3.1.2. De ontwikkeling van de Duitse lijnstoomvaart in Antwerpen
3.1.3. Specificiteit van de lijnstoomvaart
3.1.4. De begunstigde behandeling van de Duitse stoomschepen
3.2. De Duitse kolonie in Antwerpen
3.2.1. Inleiding
3.2.2. Omvang en samenstelling van de Duitse kolonie
3.2.3. Economisch-commercieel en politiek gezicht van de Duitse kolonie
3.2.4. Socio-cultureel gezicht van de Duitse kolonie
3.2.5. Nawoord
3.3. “Antwerpen se germanise”: beschuldigingen aan het Duitse adres
3.4. Slotbeschouwing: verklaring voor het Franse vertrouwen
4. Tussen Scylla en Charybdis: België in de ogen van Frankrijk en Duitsland
4.1. Inleiding
4.2. ‘Op de breuklijn van twee eeuwen’: stijgend wantrouwen onder de mogendheden
4.3. De Wilhelminische polyarchie (1890-1914): het politiek bestel en buitenlands beleid
4.4. De ideologische constellatie van België: een dilemma van gezindheden
4.4.1. Inleiding
4.4.2. De houding van de diplomatieke elite
4.4.3. De houding van de politieke elite
4.4.4. De publieke opinie
4.4.5. De economische elite
4.4.6. Het koningshuis
4.4.7. Besluit: verblind door sympathieën
4.5. Argwaan ten aanzien van België: een vraag van neutraliteit
4.6. De Franse en Duitse propagandakanalen in België
4.6.1. Een subtiele strijd van sympathieën
4.6.2. Ter nagedachtenis van: propaganda door middel van uitnodigingen en herdenkingen
4.6.3. Propaganda via de pers: troef van Frankrijk?
4.6.4. Verenigingen en scholen: de Franse gemeenschap in de schaduw
4.6.5. Slotbeschouwing: hoogtepunt van vertrouwen in Duitsland rond 1910
4.7. De Duitse aanwezigheid in Antwerpen: voorbode van een militaire verovering?
4.7.1. Nieuwe golf van verdachtmakingen (1905-1914)
4.7.2. Een blik achter de schermen: aspiraties van Duitse kringen en regering
4.7.2.1. Imperialistische verenigingen
4.7.2.2. Militaire leiding en marine
4.7.2.3. De houding binnen regering en handelskringen in het licht van de Duitse aanwezigheid in Antwerpen: reden tot ongerustheid?
5. De ‘Groote Oorlog’ (1914-1918): de rol van de haven van Antwerpen in de oorlogspolitiek
5.1. België onvermijdelijk betrokken
5.1.1. De ‘Unrecht’-vraag
5.1.2. De Duitse inval en de bezetting van Antwerpen: een dilemma voor de Duitse kolonie
5.2. Het belang van de vooroorlogse Duitse transit in opspraak: de toekomst van de haven van Antwerpen
5.3. “Das Gebot der Stunde”: de Duitse oorlogsdoelstellingen
5.3.1. Annexionisme versus minimalisme: een zaak van tactiek
5.3.2. De annexionistische strekking
5.3.3. De minimalistische strekking
5.3.4. Argumentatie van de oorlogspolitiek
5.3.5. De plaats van de Belgische kust in de oorlogspolitiek
5.3.6. De plaats van de haven van Antwerpen in de oorlogspolitiek
Lijst van de gebruikte afkortingen
home | lijst scripties | inhoud | volgende |