Licht, Lucht en Ruimte
Van ideaalbeeld tot pragmatisme:
een eeuw
stedenbouwkundig denken toegepast
op de Antwerpse linker Schelde-oever.
Dirk Schoofs
Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en
Wijsbegeerte,
voor het behalen van de graad van
Licentiaat in de Geschiedenis.
Academiejaar: 2002-2003
Katholieke Universiteit Leuven
Promotor: Prof. Dr. L. Van Molle
home | lijst scripties | inhoud | volgende |
Hoofdstuk 1. Van vruchtbare polder tot dorre zandwoestijn: Linkeroever in het Interbellum
1.1. De versterkte polder
1.2. Aanhechting bij Antwerpen
1.4. De ontwerpwedstrijd voor de aanleg van Antwerpen-Linkeroever
o ‘Vaste punten’ als enige rem op de creativiteit van de deelnemers
o Dromen en plannen
1.5. Polemiek tussen de verschillende belanghebbenden over het nieuw ontsloten gebied
o
De wenselijkheid van een stadsuitbreiding op de
linker Scheldeoever.
Een debat tussen twee
modernisten
o Modernisme en het Studiekomité voor het Plan van de Linkeroever en Groot-Antwerpen
o De reactie van IMALSO op de modernistische ideeën
o Noodzakelijke aantrekkingspolen voor een vitale stad
1.6. Van de aanlegwedstrijd tot en met de Tweede Wereldoorlog
o Het plan De Heem – Van Averbeke...
o ...ontlokte een storm van reacties
o De eerste realisaties van de beloftevolle nieuwe stad
Hoofdstuk 2. De eerste woonwijken (1945-1965)
2.1. Voortekenen van een onsamenhangend stedelijk weefsel
o De overheid bleef achterwege: het uitblijven van een degelijk wettelijk kader
o Het opgeven van het vooroorlogse aanlegplan
o Dalende autonomie van Imalso
o Weg van de structuurvisie uit het interbellum: de Bijzondere Plannen van Aanleg
2.2. Een aarzelende grondverkoop
o Invloed van de Wet De Taeye op Linkeroever
o De gevolgen van de oorlog
o Was het wegennet voldoende uitgebouwd?
o Was er een historische dorpskern, handelscentrum of andere aantrekkingspolen?
o Waren de stad en de buurgemeenten vlot bereikbaar?
o Was er een voldoende groot gebied bouwrijp gemaakt?
o Schets van het investeringsklimaat
o Bouwvoorschriften
o Grondprijzen
2.3. Geboorte van de eerste woonwijken
o Indeling in sectoren
o De eerste woonwijken
o Bouwactiviteit elders in het gebied
o De Stad als een bouwheer met een visie
2.4. Een mogelijke verklaring voor de trage ontwikkeling
Hoofdstuk 3. De golden sixties: gouden jaren voor hoogbouw (1960-1975)
3.1. Nieuwe woningnoden en een moderne stedenbouwkundige visie
o Van kwantitatieve naar kwalitatieve woningnood
o Veranderingen in het stedenbouwkundig denken
3.2. De machtsontplooiing van hoogbouw op Linkeroever
o Sociale en privé bouwmaatschappijen zorgen voor een stedelijk uiterlijk
o De eerste plannen voor een nieuw sociaal woningconcept
o Geboorte van het Europark
o Het plan van Aelbrecht, Brunswijck, Moureau en Wathelet
o De omarming van de vooroorlogse moderne stedenbouwkundige ideeën
o Uitholling van het ideaalbeeld
o De impact van het project op de linker Scheldoever en op Imalso
3.3. Een hart voor linkeroever
3.5. De beoogde creatie van een stedelijke omgeving
Hoofdstuk 4. Voorbereidingen voor een nieuwe start (1970-2000)
4.1. Toenemende aandacht voor het milieu
4.2. Linkeroever in het steeds striktere stedenbouwkundig landschap
o Debatten over een eerste gedetailleerd bestemmingsplan voor Linkeroever
o Het ontwikkelings -en structuurplan voor Antwerpen-Linkeroever, Burcht en Zwijndrecht
4.3. Krijtlijnen voor de volgende jaren
o Twee nieuwe sectoren
o Middenvijver en Borgerweert
o Toekomstplannen
Gebruikte afkortingen
SAA: Stadsarchief Antwerpen
SBA: Stadsbibliotheek Antwerpen
GVA: Gazet van Antwerpen
Samenvatting
Licht, Lucht en Ruimte.Van ideaalbeeld tot pragmatisme: een eeuw stedenbouwkundig denken toegepast op de Antwerpse linker Schelde-oever
Deze thesis gaat over één van de weinige geplande stadsuitbreidingen in België, met name de Antwerpse Linkeroever. In de tweede helft van de 20ste eeuw verrees op deze plek geleidelijk een heterogene interpretatie van de modernistische bouwkundige ideeën, geformuleerd in het interbellum. Aan de hand van archiefmateriaal van de betrokken instanties werd gepoogd een beeld op te hangen van honderd jaar stedenbouwkundige ontwikkelingen in dit gebied. Verschillende architectonische concepten kwamen op, werden in de praktijk omgezet en sommigen verdwenen daarna weer. Het interessante aan Linkeroever is dat enkele bouwkundige tendensen uit de tweede helft van de 20ste eeuw hun sporen hebben achtergelaten. Linkeroever is geen uniform woongebied geworden, vormgegeven volgens één bepaald concept. Het is integendeel een langzaam planmatig gegroeid woongeheel geworden, waar diverse woonvormen naast elkaar gedijen. Op de vraag waarom Linkeroever op deze manier is geëvolueerd probeer ik in deze thesis een antwoord te vinden.
Om deze ontwikkelingen te kunnen verklaren was het noodzakelijk een beeld te schetsen van de gebeurtenissen op de achtergrond. De houding van de overheden, de economische situatie, de sociale achtergrond, ze speelden allemaal een rol in dit verhaal. De manier begrijpen, waarop deze factoren bepaalde processen stuurden, was van essentieel belang om de ontwikkeling van Linkeroever te verklaren. Deze thesis duidt echter niet enkel oorzaken en processen, er wordt ook veel aandacht besteed aan een chronologisch overzicht van de realisaties. Linkeroever is immers een uniek woongeheel, totaal afwijkend van de omliggende dorpen, maar ook niet echt thuishorend bij de stad zelf.
Als basis voor het feitenonderzoek zijn de jaarverslagen van Imalso (de intercommunale maatschappij die verantwoordelijk was voor de ontwikkeling van het gebied) gebruikt. Om te peilen naar motivaties en interpretaties te kunnen formuleren werd het geïnventariseerde deel van de briefwisseling tussen Imalso en het Antwerpse Stadsbestuur nagekeken. Om naar de wortels van zowel het gebied zelf als van het modernisme te zoeken, werden gespecialiseerde tijdschriften uit het interbellum onder de loep genomen. Het geheel werd uitvoerig voorzien van illustraties omdat afbeeldingen dikwijls meer zeggen dan duizend woorden.
home | lijst scripties | inhoud | volgende |