De Europese visie
op de niet-Europeanen
tijdens de verlichting 1687-1800.
Casus:
de westelijke en zuidwestelijke kuststrook
van het Arabisch schiereiland
(op
basis van reisverhalen/- verslagen).
Een geamuseerde neerbuigendheid verdringt huivering?
Pieter Deschoolmeester
Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en
Wijsbegeerte,
voor het behalen van de graad van
Licentiaat in de Geschiedenis.
Academiejaar: 2003-2004
Universiteit Gent
Promotor: Dr. Jan Parmentier
Commissarissen:Prof. Dr. Hildegarde Symoens (De Ridder) en Dr. Geert Castryck
home | lijst scripties | inhoud | volgende |
‘Een Europeaan behoort, om de beschimpingen van volk van laagen rang te ontgaan, in alle Arabische en Turksche landen, vooral in die, welke nabij de stad Mekka zijn, zijnen baard en knevels te laaten groeien, en altoos eene oostersche kleeding te dragen.’[1]
I. Proloog
II. Uiteenzetting van de probleemstelling
III. Methode en bronnen
IV. Structuur
IV. a. Het theoretisch gedeelte
IV. b. Het praktisch gedeelte
Hoofdstuk 1: Een uitvoerige schets van de voornaamste ontwikkelingen in het Verlichte Europa
I.1. Europa en de Verlichting: een korte kennismaking met de voornaamste karakteristieken
I.A.
SAPERE AUDE: DE
WETENSCHAPPELIJKE EN INTELLECTUELE
ONTWIKKELINGEN
IN HET VERLICHTE EUROPA
I.A.1. De wetenschapsrevolutie van de Nieuwe Tijd als aanloop naar het tijdperk der Verlichting
I.A.2. De Newtoniaanse methode opende nieuwe deuren
I.A.3. De encyclopedie
I.B. DE RELIGIEUZE ONTWIKKELINGEN IN HET VERLICHTE EUROPA
I.B.1. Religie en Verlichting: een onmogelijke verzoening?
I.B.2. Ook andere religies werden beschimpt
I.B.3. Het Deïsme
I.C. DE POLITIEK-INSTITUTIONELE ONTWIKKELINGEN IN HET VERLICHTE EUROPA
I.C.1. Het recht wordt op een rationele leest geschoeid
I.C.2. Het absolutisme: de ideale staatsvorm?
I.C.3. John Locke: de wegbereider en vader van de rechtstaat en van het politiek liberalisme
I.C.4. De alliantie tussen Verlichte filosofie en politiek: het Verlicht despotisme
I.C.5. De standenstaat
I.C.6. Revolutie en Verlichting
I.D. DE SOCIO-ECONOMISCHE EN CULTURELE ONTWIKKELINGEN IN HET VERLICHTE EUROPA
I.D.1. Economische en demografische expansie
I.D.2. Het mercantilisme
I.D.3. De vooruitstrevende koopman
I.D.4. De verspreiding van het Verlichte gedachtegoed
I.D.4.a. Het geschreven en gesproken woord
I.D.4.b. Kunst en artistieke productie
Hoofdstuk 2: Europa slaat zijn vleugels uit
II.1. De Europese interesse voor de buitenwereld
II.2. De openlegging van de wijde wereld
II.3. Een korte schets van de evolutie van de praktische maritieme kennis
II.4. De verkenning en kolonisatie van de buiten-Europese ruimte
II.5. De Grote of Stille Oceaan: de Nieuwe Wereld van de achttiende eeuw
II.6. Reizen om kennis te verwerven
II.7. De trieste balans van Europa’s buitenlandse economische politiek
Hoofdstuk 3: De Europese perceptie op de niet-Europeanen tijdens de Verlichting
III.1. Het opzet van dit hoofdstuk
III.2. De plaats van de mens in de aardse en in de totale schepping
III.3. Ongelijkheid tussen de seksen: de vermeende superioriteit van het mannelijke geslacht
III.4. Het primitivisme: de vermeende superioriteit van het blanke ras
III.4.a. De wetenschappelijke legitimatie
III.4.b. De historische legitimatie
III.4.c. De religieuze legitimatie
III.5. Het Exotisme
III.5.a. De exotische wereld
III.5.b. Het historisch parallellisme
IV.A. INLEIDING
IV.A.1. Begripsbepaling
IV.A.2. Europa en het Arabisch schiereiland
IV.A.2.a. De economische band
IV.A.2.b. De religieuze band
IV.A.3. De westkust van het Arabisch schiereiland onder Ottomaans en Arabisch bestuur
IV.B. DE EUROPESE VISIE OP HET ARABISCH SCHIEREILAND
IV.B.1. De wetenschappelijke kennis 94
IV.B.1.a. De astronomische en optische kennis
IV.B.I.b. De scheikundige en geneeskundige kennis
IV.B.1.c. De maritieme en aardrijkskundige kennis
IV.B.1.d. De geschiedkundige kennis en de kennis van aanverwante wetenschappen
IV.B.1.e. Deelbesluit 1: de Europese visie op de wetenschappelijke kennis der Arabieren
IV.B.2. De islamitische religie
IV.B.2.a. De voornaamste religieuze praktijken van de islam
IV.B.2.b.
Deelbesluit 1: De Europese visie op de
voornaamste islamitische
religieuze gebruiken en gewoonten
IV.B.2.c. Religieuze tolerantie of intolerantie?
IV.B.2.d. Deelbesluit 2: Was er religieuze tolerantie in de Turks-Arabische wereld?
IV.B.2.e. De profeet Mohammed en diens religie
IV.B.2.f. Deelbesluit 3: Mohammed, een bedrieglijke en oorlogszuchtige profeet?
IV.B.3 Het politiek regime en de justitie
IV.B.3.a. De Turks-Arabische justitie
IV.B.3.b. Deelbesluit 1: De Europese visie op de Turks-Arabische justitie
IV.B.3.c De politieke ordening en organisatie der Turken en Arabieren
IV.B.3.d. Deelbesluit 2: De Europese visie op de politieke ordening en organisatie
IV.B.3.e. Militaire superioriteit?
IV.B.3.f. Deelbesluit 3: De Europese visie op de Turks-Arabische vestingbouw en bewapening
IV.B.4. Het socio-economisiche en culturele leven
IV.B.4.a. De westelijke kuststrook van het Arabisch schiereiland: een ideaal ontspanningsoord?
IV.B.4.b. Deelbesluit 1: het Arabisch schiereiland: allerminst aangenaam om er te vertoeven
IV.B.4.c. Enkele Arabische zedelijke gedragingen
IV.B.4.d. Deelbesluit 2: De Europese visie op enkele Turks-Arabische zeden en gewoonten
IV.B.4.e. De Turks-Arabische literatuur
IV.B.4.f. Deelbesluit 3: De Europese visie op de Arabische literatuur
IV.B.4.g. De Turks-Arabische muziek
IV.B.4.h. Deelbesluit 4: De Europese visie op de Arabische muziekkunst
IV.B.4.i. Filantroop of mensenschuw?
IV.B.4.j. Deelbesluit 5: De Europese visie op het Arabische ‘gezellig leven’
IV.B.4.k. De positie van de Turks-Arabische vrouw
IV.B.4.l.
Deelbesluit 6: de Europese visie op de wijze waarop de
Turkse en
Arabische vrouwen werden behandeld
IV.B.4.m. De economische organisatie der Turken en Arabieren
IV.B.4.n.
Deelbesluit 7: de Europese visie op de economische organisatie van de
Turken en de
Arabieren
IV.B.4.o. Slavernij en slavenhandel
IV.B.4.p. Deelbesluit 8: de Europese visie op de Turks-Arabische slavernij
IV.B.4.q. Het ‘werkende’ segment van de Turks-Arabische maatschappij
IV.B.4.r.
Deelbesluit 9: de Europese visie op ‘het werkende segment’ van de
Turks-Arabische
Bevolking
IV.B.4.s. Deelbesluit 10: de westelijke
kuststrook van het Arabisch schiereiland:
een veilig streek om door te
reizen?
IV.C. Conclusie
IV.C.1. Een geamuseerde neerbuigendheid verdringt huivering?
IV.C.2. Was er een geografisch onderscheid voor wat de beeldvorming betreft?
home | lijst scripties | inhoud | volgende |
[1] CAPPER (James), colonel in dienst van de Oostindische maatschappij in Engeland, onderrichtingen wegens het reizen over land, langs den wech van Suez door Egypte, na Europa, met aanmerkingen over de omliggende landen, en de verschillende reiswegen benevens dagverhaal eener reize uit Europa na Indie, door de groote woestijne van Arabie, J. Yntema, Amsterdam, 1786, p. 3