Latijnse epigrafische poëzie uit de republiek.

Repertorium, vertaling en studie

Wouter Keuleers

Eindverhandeling ingediend tot het behalen van de graad van
licentiaat in de taal- en letterkunde: Latijn – Grieks

Academiejaar: 2002-2003

Vrije Universiteit Brussel

Promotor: Prof. Dr. Dorothy Pikhaus

 

home lijst scripties inhoud volgende  

 

 

 

Voorwoord

     

 

 

Praenotanda

     

 

 

Inleiding

 

 

 

1

 

Methodologische problemen en uitgangspunten

1.1

 

Keuze van de teksten en indeling van het repertorium

1.2

 

Metriek

1.3

 

Dateringen

1.4

 

Romeinse onomastiek en juridisch statuut

1.5

 

Doel en functie van inscripties

 

 

 

2

 

Repertorium

2.1

 

Tituli Sepulcrales

2.2

 

Tituli Sacri

2.3

 

Tituli honorarii

2.4

 

Carmen Arvale

2.5

 

Sortes

2.6

 

Graffito

 

 

 

3

 

Studie

3.1

 

Wat is een carmen en wat niet? De verhouding funeraire en niet funeraire CLE

3.2

 

De chronologische spreiding

3.3

 

De geografische spreiding

3.4

 

Overzicht van de milieus

3.5

 

Opdrachtgever en begunstigde: het juridisch statuut

3.6

 

Leeftijdsklassen

3.7

 

Beroepen

3.8

 

De confrontatie met de literaire bronnen

3.9

 

De meerwaarde van de poëzie

 

 

 

 

 

Slotbeschouwing

 

 

Bibliografie

 

 

Appendix: tabellen

     
    pdf-versie van deze verhandeling (1,5 mb)

 

 

Word-versie van deze verhandeling (4 mb)

 

home lijst scripties inhoud volgende