Brigandage en
banditisme in het
Scheldedepartement
gedurende de Franse tijd.
(1795-1814).
Eva Van Boxelaer
Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en
Wijsbegeerte,
voor het behalen van de graad van
Licentiaat in de Geschiedenis.
Academiejaar: 2002-2003
Universiteit Gent
Promotor: Prof.
Dr. Gita Deneckere
Commissarissen: Conny Devolder en Liesbet Van Nieuwenhuyse
home | lijst scripties | inhoud | volgende |
2. Bronnen.
Deel I: Algemene achtergrond 1795 – 1814.
1. De politieke en institutionele ontwikkelingen.
1.1. De eerste bezetting 1792 - 1793.
1.2. De tweede bezetting 1794.
1.3. De inlijving en assimilatie 1795 – 1797.
1.4. Het groeiend verzet 1797 – 1799.
1.4.1. De conscriptie.
1.4.2. De Boerenkrijg
1.5. Consolidering onder het consulaat en het keizerrijk (1799 - 1814).
1.6. Toenemende afkeer van het Franse gezag en het einde van de Franse Tijd.
1.7. Banditisme en de staat.
2. De sociaal-economische achtergrond.
2.1. Situatie tot 1794.
2.2. Het experiment met de assignaten.
2.3. De economische gevolgen van de aanhechting en de situatie tijdens het Directoire.
2.4. Consulaat en Keizerrijk: een eeuw van economische voorspoed.
2.5. Banditisme, pauperisme en de economische ontwikkelingen.
3. De gerechtelijke instellingen: overzicht en ontwikkeling.
3.1. De gerechtelijke instellingen onder het Directoire.
3.1.1. Situatie in het Ancien Regime.
3.1.2. De Franse hervormingen: de strafrechtbanken.
3.1.2.1.De correctionele rechtbank.
3.1.2.2.De criminele rechtbank.
3.2. De gerechtelijke organisatie onder het Consulaat en het Keizerrijk.
3.2.1. De criminele rechtbank.
3.2.2. Het Hof van Assisen.
3.2.3. De extra-ordinaire rechtbanken.
3.3. De taal in het gerecht: een apart probleem.
3.4. De werking van het gerecht en het banditisme.
4.1. Het onderscheid tussen de administratieve en gerechtelijke politie.
4.2. De gemeentelijke politie en de algemene politie.
4.3. Andere politiediensten.
4.4. De nationale gendarmerie.
4.5. De opsporing en het onderzoek van strafzaken.
4.6. De politie en het banditisme.
5. De hervorming van het strafrecht.
5.1. Het Ancien Regime: willekeur, foltering en lijfstraffen?
5.2. De eerste hervormingen: de uitvinding van de gevangenis.
5.3. De Code van 1810.
5.4. De straffen.
Deel II: Brigandage en banditisme in het Scheldedepartement 1795 – 1814.
1. Brigandage en banditisme: definitie en situering.
1.1. Definitie.
1.2. Verschillende uitingen van banditisme.
1.2.1. De sociaal-economische bendecriminaliteit.
1.2.2. Het politiek-ideologisch banditisme.
1.3. Het banditisme tussen 1798 en 1814: fluctuaties.
1.4. Het banditisme in het strafrecht.
1.4.1. Maatregelen tegen het banditisme.
1.4.2. De Code pénal van 1810.
2. Het banditisme in Nederland, Frankrijk, Duitsland en de Zuidelijke Nederlanden.
2.1. Nederland.
2.1.1. Algemeen.
2.1.2. De Grote Nederlandse Bende.
2.2. Frankrijk.
2.2.1. Algemeen.
2.2.2. Enkele voorbeelden.
2.2.2.1. De Bende van Orgères.
2.2.2.2. De Bende van Salembier.
2.2.2.3. De Bende van Ansart.
2.3. Duitsland: het Noordelijk Rijnland.
2.4. Enkele beschouwingen over het buitenlands banditisme.
2.5. De Zuidelijke Nederlanden.
2.5.1. Algemeen.
2.5.2. Het Leiedepartement: de Bende van Bakelandt.
2.5.3. Het Dijledepartement: Charles Jacqmin.
3. Het banditisme in het Scheldedepartement 1795 – 1814.
3.1. Het literatuuronderzoek: waarheid en legende.
3.1.1. De situatie in het Scheldedepartement 1795 – 1799.
3.1.2. De binders van het Scheldedepartement.
3.1.3. Een roofoverval te Eeklo in 1795.
3.1.4. De bende van Raeman uit Kemzeke.
3.1.5. Waarheid en legende: de bende van Wildenburg en de bende van Wildemouwe.
3.1.5.1. De Bende van Wildenburg.
3.1.5.2. De Bende van Wildemouwe.
3.2. Resultaten uit het bronnenonderzoek.
3.2.1. De bronnen.
3.2.2. De resultaten.
3.2.2.1. Het aantal benden.
3.2.2.2. Algemeen profiel van een bende.
A. Mannen en vrouwen.
B. Leeftijdsopbouw van de bendeleden.
C. Beroepen van de bendeleden.
D. Verwantschapbanden en netwerken.
E. Geografische verspreiding.
3.2.2.3. Verloop en buit.
A. Verloop.
B. Buit.
3.2.2.4. Ondervragingen.
3.2.2.5. Misdaad en straf.
A. Misdaad.
A.1. Misdaad per bende.
A.2. Misdaad per mannelijke en vrouwelijk bendelid.
B. Straf.
B.1. Straf per jaar.
B.2. Straf per mannelijk en mannelijk bendelid.
B.3. Straf per misdaad.
4. Vergelijking tussen buitenlands banditisme en het Scheldedepartement.
home | lijst scripties | inhoud | volgende |