Openbare terechtstellingen
in West-Vlaanderen
(1811-1867)
Marleen Dupont
Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en
Wijsbegeerte,
voor het behalen van de graad van
Licentiaat in de Geschiedenis.
Academiejaar: 2001-2002
Universiteit Gent
Promotor: Prof. Dr. G. Deneckere
home | lijst scripties | inhoud | volgende |
1.1. Arrestboeken
1.2. De strafdossiers
3. De 19de-eeuwse publicaties aangaande de doodstraf
DEEL I: HISTORIEK VAN DE ALGEMENE FILOSOFIE OMTRENT STRAF EN DOODSTRAF
1. Het monopoliseren van het geweld
2. De praktijk van de vergelding
2.1. Een gekwantificeerde dood
2.2. Een eervolle dood
2.3. Orkestratie en ceremonie
2.4. Het openbaar karakter
3. Discussie omtrent de doodstraf in de pre-verlichte periode
II DE FRANSE VERLICHTINGSFILOSOFEN EN BECCARIA
1. De theorieën
1.1. De eerste campagnes voor de beperking van de doodstraf
1.2. Beccaria en de totale afschaffing van de doodstraf
2. De praktijk
2.1. Oostenrijk en de Oostenrijkse Nederlanden
2.2. De machthebbers versus het volk
1. De revolutionaire Code Pénal (1791) als reactie op het Ancien Régime
2. Het consulaat en het keizerrijk
1.1. Een strengere aanpak als garantie voor de staat
1.2. Het afbrokkelen van het objectivistische ideaal
1. Het Soeverein Besluit van 11 december 1813
2. Het ontwerp van een nieuw strafwetboek voor het Koninkrijk der Nederlanden
1. De periode voor de invoer van het nieuwe strafwetboek (1867)
1.1. Een morele benadering van de criminaliteit: verschuiving van de aandachT van daad naar dader
1.2. De Doodstraf binnen het jonge België
1.3. Het cellulaire systeem als concurrent van de doodstraf
2. De periode na de invoering van het Belgische wetboek: het ontstaan van de “homo criminalis”
DEEL II: DE WET EN DE DOODSTRAF IN HET 19de-EEUWSE BELGIË
1.1. Misdaden waarop de doodstraf van toepassing was
1.2. Toepassing van de doodstraf
2. De weg naar een eigen Belgisch strafwetboek
3.1. Misdaden waarop de doodstraf van toepassing was
3.2. Toepassing van de doodstraf
II ENKELE CIJFERS MET BETREKKING TOT DE TOEPASSING VAN DE DOODSTRAF
3. Na de Belgische onafhankelijkheid
III HET GRATIERECHT
1.1. De procedure
1.2. De gratieafweging: het delict
1.3. De gratieafweging: de veroordeelde
2.1. Procedure
2.2. De gratieafweging: het delict
DEEL III: EXECUTIES IN WEST-VLAANDEREN 1811-1867
II DE VERSLAGGEVING OVER DE EXECUTIES
1.1. De Gazette van Brugge
1.2. Journal de Bruges
1.3. Le Propagateur d’Ypres
3.1. Formele aspecten
3.2. Inhoudelijke aspecten
1. Wie waren deze slachtoffers van de guillotine?
1.1. Het Franse regime
1.2. Het Hollandse regime
1.3. Het onafhankelijke België
1.4. Algemene kenmerken van de geëxecuteerde personen
1.5. Aard van de veroordeling
2. Het gedrag van de veroordeelde voor de executie
1. Aankomst en verblijf in de gevangenis
2. De rit naar het schavot en de plaats van de executie
3. De executie
3.1. Het openbaar karakter
3.2. Tijdstip van de executie
3.3. Het fatale moment
V DE BEUL
2.1. Bekendmaking van het verstekvonnis
2.2. De executie van de ter dood veroordeelden
2.3. De beul: van hoofdrol naar bijrol
3. Identiteit en sociale positie van de beul
3.1. Identiteit
3.2. Sociale status
4. Afname van het aantal beulen tijdens de 19de eeuw
1. Herkomst
1.1. De voorgeschiedenis van de guillotine
1.2. De invoering van de guillotine in onze contreien
2. De perceptie van de guillotine
VII HET VOLK
1. Samenstelling van het publiek
1.1. Sociale achtergrond
1.2. De vrouwen
2. Het gedrag van de menigte tijdens het executiegebeuren
2.1. Nieuwsgierigheid
2.2. Het spektakel van de dood
2.3. Het religieuze aspect
3. De visie tegenover veroordeelden in het moordlied
4. Het bewaren van de openbare orde
LIJST VAN DE TERDOODVEROORDEELDEN (pdf)
home | lijst scripties | inhoud | volgende |