De benoeming van de voorzitters en raadsheren
van de Raad van Vlaanderen
(1598-1633)
Chris Verhaeghe
Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en
Wijsbegeerte,
voor het behalen van de graad van
Licentiaat in de Geschiedenis.
Academiejaar: 1999-2000
Universiteit Gent
Promotor: Dr. René Vermeir
home | lijst scripties | inhoud | volgende |
A. Bronnen
B. Methode
Deel 1: De Zuidelijke Nederlanden en de Raad van Vlaanderen (1598-1633)
Hoofdstuk 1: De Zuidelijke Nederlanden (1598-1633)
1.1. Situatie in 1598
1.2. De aartshertogelijke Nederlanden (1598-1621)
1.2.1. Buitenlands beleid
1.2.2. Binnenlands beleid
1.3. De landvoogdij van Isabella
Hoofdstuk 2. De Raad van Vlaanderen: een gewestelijke instelling
2.1. Geschiedenis
2.2. Bevoegdheid
2.2.1. Juridisch vlak
2.2.2. Bestuurlijk-administratief vlak
2.3. Organisatie en samenstelling
2.3.1. Voorzitter
2.3.2. Raadsheren-commissaris
2.3.3. Gewone raadsheren
2.3.4. Procureur-generaal
2.3.5. Advocaat-fiscaal
Hoofdstuk 3: De Raad van Vlaanderen in de periode 1598-1633
3.1. Algemeen
3.1.1. Bureaucratisering en verschriftelijking
3.1.2. Het Eeuwig Edict
3.2. Benoemingspolitiek
3.2.1. Restricties
3.2.2. Prestige
3.3.1. Wedde en vergoedingen
3.3.2. Loonsverhogingen
3.3.3. Schenkingen
3.3.4. Economische toestand
3.4.1. Raadsheren-commissaris
3.4.2. Fiscalen
3.4.3. Andere functies
3.5. Venaliteit
3.5.1. Algemeen
3.5.2. Raad als controleur
3.5.3. Venaliteit in de Raad
3.6. Geschillen
3.6.1. Leenhof van Dendermonde
3.6.2. Opperjagerij van Vlaanderen
1. Voorzitters
2. Raadsheren
Pieter van de Weerde, genaamd de Proost
3.2. Loopbaan
3.3. Huwelijk
4. Besluit
home | lijst scripties | inhoud | volgende |