De Zusters van Liefde van Jezus en Maria en het eerste Belgische asiel voor zwakzinnige meisjes

Sint-Benedictus te Lokeren(1887-1921)

Katrien Boone

Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte,
voor het behalen van de graad van
Licentiaat in de Geschiedenis.

Academiejaar: 2001-2002

Universiteit Gent

Promotor: Prof. Dr. J. Art

 

home lijst scripties inhoud volgende  

 

1. INLEIDING

 

2. DEEL I ALGEMEEN KADER

 

    2.1. HOOFDSTUK I: HET MAATSCHAPPELIJK KADER: VISIES OP DE ZWAKZINNIGENZORG

        2.1.1. BEGRIPPEN EN TERMEN: EEN ONOVERZICHTELIJK KLUWEN

        2.1.2. PROTAGONISTEN IN DE GESCHIEDENIS VAN DE ZWAKZINNIGENZORG VAN DE 19DE - BEGIN 20STE EEUW

            2.1.2.1. De Verlichting (1780-1850)

                2.1.2.1.1. Aanloop tot de mentaal gehandicaptenzorg: J.R. Pereire (1715-1780)

                2.1.2.1.2. Start van de gehandicaptenzorg: J.M.G. Itard (1774-1838)

                2.1.2.1.3. E.O. Séguin (1812-1880)

                2.1.2.1.4. J.J. Guggenbühl (1816-1863)

                2.1.2.1.5. C.E. van Koetsveld (1807-1893)

            2.1.2.2. De periode 1890-1945: pessimisme

                2.1.2.2.1. W. Froebel (1782-1852)

                2.1.2.2.2. M. Bourneville (1840-1909)

                2.1.2.2.3. A. Binet (1857-1911)

                2.1.2.2.4. M. Montessori (1870-1952)

                2.1.2.2.5. Broeder Ebergist Gustaaf De Deyne (1887-1943)

                2.1.2.2.6. J. Van Biervliet (1859-1945)

                2.1.2.2.7. O. Decroly (1871-1932)

                2.1.2.3. Na 1945: terugkerend optimisme

        2.1.3. BELGIË, EEN LAATKOMER WAT ZWAKZINNIGENZORG BETREFT?

    2.2. HOOFDSTUK II: HET WETTELIJK KADER: DE BELGISCHE OVERHEID EN DE ZORG VOOR ZWAKZINNIGEN

        2.2.1. DE MENTAAL GEHANDICAPTE ALS KRANKZINNIGE IN DE WETGEVING

            2.2.1.1. De gemeentewet van 1836

            2.2.1.2. De krankzinnigenwet van 1850

            2.2.1.3. De wet van 1873-74

            2.2.1.4. De wet betreffende het Fonds Commun of Gemeenfonds (1876 en 1891)

            2.2.1.5. De wet op de kinderbescherming van 1912

            2.2.1.6. De wet op de leerplicht van 19 mei 1914

            2.2.1.7. De wet van 14 juni 1920

        2.2.2. RICHTLIJNEN VAN DE OVERHEID IN VERBAND MET INTERN BELEID EN ALGEMENE ORGANISATIE TOT 1920

            2.2.2.1. Reglementering in verband met de autorisatie

            2.2.2.2. Reglementering aangaande de organisatie van de administratieve, medische en huishoudelijke dienst

                2.2.2.2.1. Over de eigenaar

                2.2.2.2.2. Over de directeur

                2.2.2.2.3. Over de geneesheren

                2.2.2.2.4. Over de religieuze dienst

                2.2.2.2.5. Over de ‘gardiens’ en de ‘surveillants’

                2.2.2.2.6. Over het reglement voor de interne organisatie in het asiel

            2.2.2.3. Reglementering betreffende de opname, het verblijf en het eventuele vertrek van de geesteszieke

                2.2.2.3.1. Over de opname in een asiel voor krankzinnigen

                2.2.2.3.2. Over het verblijf van de geesteszieke in de instelling

                2.2.2.3.3. Over het vertrek uit een instelling voor geesteszieken

                2.2.2.3.4. Financiële aspecten van het verblijf in een instelling

            2.2.2.4. Registers en statistieken

                2.2.2.4.1. Het inschrijvingsregister of stamregister

                2.2.2.4.2. Het medisch register

                2.2.2.4.3. Register dat alle gebruikte dwangmiddelen beschrijft

                2.2.2.4.4. Andere registers

                2.2.2.4.5. Statistieken

            2.2.2.5. De inspecties

                2.2.2.5.1. De algemene inspecteur en het centraal inspectiecomité

                2.2.2.5.2. Inspectiecomités of permanente comités van het arrondissement

                2.2.2.5.3. Administratieve en judiciële autoriteiten

                2.2.2.5.4. Algemene voorschriften voor het uitvoeren van een inspectie in de krankzinnigeninstellingen

        2.2.3. VISIE VAN DE BELGISCHE OVERHEID OP ZWAKZINNIGENZORG (2DE HELFT 19DE- BEGIN 20STE EEUW)

            2.2.3.1. Overheidsinterventie, hygiënisme, sociale orde

    2.3. HOOFDSTUK III: DE INRICHTENDE MACHT: DE CONGREGATIE VAN DE ZUSTERS VAN LIEFDE VAN JEZUS EN MARIA

        2.3.1. DE RELIGIEUZE CONGREGATIE VAN DE ZUSTERS VAN LIEFDE VAN JEZUS EN MARIA

            2.3.1.1. Crisis en katholiek reveil na de Franse Revolutie

            2.3.1.2. Stichting van de congregatie van de Zusters van Liefde van Jezus en Maria 1803

            2.3.1.3. De officiële erkenning van de congregatie

            2.3.1.4. De eerste algemene oversten van de congregatie

                2.3.1.4.1. De mannelijke algemeen oversten van het ontstaan van de congregatie tot 1921

                2.3.1.4.2. De vrouwelijke algemeen oversten van de oprichting van de congregatie tot 1921

                2.3.1.4.3. Besluit

        2.3.2. DE ZUSTERS VAN LIEFDE VAN JEZUS EN MARIA EN DE ZORG VOOR ‘MISDEELDE’ KINDEREN

        2.3.3. DE HISTORIEK VAN SINT-BENEDICTUS

            2.3.3.1. De periode van 1801/1837 tot 1885: het hospice

            2.3.3.2. De oprichting van Sint-Benedictus als eerste asiel voor krankzinnige meisjes

            2.3.3.3. Het einde van Sint-Benedictus als asiel voor krankzinnige meisjes (1921)

 

3. DEEL II: SINT-BENEDICTUS, ASIEL VOOR ZWAKZINNIGE MEISJES, TE LOKEREN

    3.1. HOOFDSTUK I: DE MEDISCHE DIENST IN SINT-BENEDICTUS

        3.1.1. DE POSITIE VAN DE GESTICHTSARTS OP HET EINDE VAN DE 19DE EEUW

        3.1.2. DE ARTSEN IN SINT-BENEDICTUS

            3.1.2.1. De hoofdgeneesheer: Edouard Van Neste

                3.1.2.1.1. Korte biografie

                3.1.2.1.2. De positie van Dr. Van Neste in Sint-Benedictus

        3.1.2.2. De hulpgeneesheren in Sint-Benedictus

                3.1.2.2.1. De eerste hulpgeneesheer: Dr. Goedertier

                3.1.2.2.2. De tweede hulpgeneesheer: Dr. Lerno

            3.1.2.3. De concrete organisatie van de medische dienst in Sint-Benedictus

    3.2. HOOFDSTUK II: DE ZUSTERS VAN LIEFDE VAN JEZUS EN MARIA IN SINT-BENEDICTUS

        3.2.1. DE REGEL VAN DE ZUSTERS VAN LIEFDE VAN JEZUS EN MARIA

            3.2.1.1. De geschiedenis van de Regel in de loop van de 19de - begin 20ste eeuw

            3.2.1.2. De inhoud van de Regel met betrekking tot het dagelijks leven van de zusters

        3.2.2. DE MATERIËLE LEEFWERELD IN SINT-BENEDICTUS

            3.2.2.1. De dagindeling: orde en regelmaat

            3.2.2.2. Stilte en rust hoog in het vaandel

            3.2.2.3. Een van de wereld afgesloten gemeenschap

            3.2.2.4. Het materiële aspect

            3.2.2.5. Het financiële aspect

        3.2.3. DE ZORG VOOR EN DE BEHANDELING VAN DE PATIËNTEN DOOR DE ZUSTERS VAN LIEFDE VAN JEZUS EN MARIA

            3.2.3.1. Zorg van zusters

            3.2.3.2. Opvoeding door zusters: de morele behandeling

                3.2.3.2.1. Godsdienstoefeningen

                3.2.3.2.2. Ontspanning

                3.2.3.2.3. Belonen en straffen

                3.2.3.2.4. Onderwijs en huishoudelijk werk

                3.2.3.2.5. Hygiëne en lichamelijke verzorging

        3.2.4. HET PERSONEEL IN SINT-BENEDICTUS

            3.2.4.1. De religieuzen

                3.2.4.1.1. De eigenaar-directeur

                3.2.4.1.2. De vrouwelijke generale-overste

                3.2.4.1.3. De directrice van Sint-Benedictus (moeder-overste)

                3.2.4.1.4. De zusters in Sint-Benedictus werkzaam

            3.2.4.2. Leken in dienst in het asiel Sint-Benedictus

                3.2.4.2.1. Onderwijzeressen

                3.2.4.2.2. Servantes

                3.2.4.2.3. Gardiennes

                3.2.4.2.4. Het andere lekenpersoneel

            3.2.4.3. De opleiding van de zusters en het personeel werkzaam in Sint-Benedictus

    3.3. HOOFDSTUK III: DE PATIËNTEN IN SINT-BENEDICTUS

        3.3.1. POPULATIEONDERZOEK

            3.3.1.1. Het aantal patiënten in de instelling

                3.3.1.1.1. De totale bevolking t.o.v. het door de overheid toegelaten aantal

                3.3.1.1.2. Het aantal opnamen, vertrekken en overlijdens in de instelling

            3.3.1.2. Opnameleeftijd

            3.3.1.3. Het verlaten van de instelling: leeftijd, verblijfsduur en reden van vertrek

        3.3.2. SOCIO-GEOGRAFISCH PROFIEL VAN DE PATIËNTEN

            3.3.2.1. Wie vroeg de opname aan?

            3.3.2.2. Geografische afkomst

            3.3.2.3. Sociale afkomst

        3.3.3. MEDISCHE DIAGNOSE EN BEHANDELING

            3.3.3.1. Diagnose en prognose

            3.3.3.2. Oorzaken, behandeling en evolutie van de mentale aandoening

        3.3.4. DAGELIJKS LEVEN VAN DE PATIËNTEN

            3.3.4.1. Voeding

            3.3.4.2. Kledij

            3.3.4.3. Slaapuitrusting

            3.3.4.4. Activiteiten

            3.3.4.5. Bezoek en contact met de buitenwereld

        3.3.5. BESLUIT

    3.4. HOOFDSTUK IV: DE INSPECTIE EN ANDERE INSTANTIES OVER SINT-BENEDICTUS

        3.4.1. DE OVERHEIDSINSPECTIE

        3.4.2. DE BUITENLANDSE DELEGATIES

        3.4.3. ANDERE BEZOEKERS AAN SINT-BENEDICTUS

        3.4.4. DE REACTIES VAN DE OUDERS VAN DE PATIËNTEN

        3.4.5. GESPREK MET ZUSTER VERA

        3.4.6. BESLUIT

 

4. ALGEMEEN BESLUIT

 

5. BIBLIOGRAFIE

 

6. BIJLAGEN

 

home lijst scripties inhoud volgende