1543-1642, een eeuw Copernicanisme
ook voor de Zuid-Nederlander?
Steve Philips
Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en
Wijsbegeerte,
voor het behalen van de graad van
Licentiaat in de Geschiedenis.
Academiejaar: 2001-2002
Universiteit Gent
Promotor: Prof. Dr. Hilde Symoens
home | lijst scripties | inhoud | volgende |
1. INLEIDING
2.1. WAT EN HOE?
2.2. AFBAKENING VAN HET ONDERWERP.
2.3. STATUS QUESTIONIS: STAND VAN ZAKEN.
3. DE ZUIDELIJKE NEDERLANDEN IN 15431642.
3.1. POLITIEK.
3.2. SOCIAAL-ECONOMISCH
3.3. CULTURELE ELEMENTEN.
4. HET COPERNICANISME: EEN (R)EVOLUTIE.
4.1. VAN ARISTOTELES TOT GALILEĎ.
4.2. COPERNICANISME IN DE ZUIDNEDERLANDSE WETENSCHAPPELIJKE KRINGEN.
4.3. COPERNICANISME EN DE KERK IN DE ZEVENTIENDE EEUW.
4.4. BESLUIT.
5. BRONNEN.
5.1. WOORDENBOEKEN.
5.1.1. Algemeen.
5.1.2. Het Copernicanisme en woordenboek.
5.2. VISITATIEVERSLAGEN.
5.2.1. Algemeen
5.2.2. Kerkelijke bronnen als bronnen voor het Copernicanisme.
5.3. ALMANAKKEN.
5.3.1. Algemeen.
5.3.2. Almanak en het Copernicanisme.
5.3.3. Besluit bij de almanak.
5.4. PAMFLETTEN, VLUGSCHRIFTEN EN PRENTEN.
5.4.1. Pamfletten en Copernicanisme.
5.4.2. Besluit bij pamfletten, vlugschriften en prenten.
5.5. BOEKEN.
5.5.1. Boeken en het Copernicanisme.
5.5.2. Besluit bij boeken.
5.6. DE NOORD-NEDERLANDSE BOEKHANDEL
5.6.1. Drukkerij PlantijnMoretus en NoordNederlandse boekhandel.
5.6.2. Besluit bij handel.
6. CONCLUSIE.
7. BIBLIOGRAFIE.
home | lijst scripties | inhoud | volgende |