Magie in het Europa
van de achttiende eeuw
realiteit en perceptie.
Nele Vranckx
Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en
Wijsbegeerte,
voor het behalen van de graad van
Licentiaat in de Geschiedenis.
Academiejaar: 2003-2004
Katholieke Universiteit Leuven
Promotor: Prof. Dr. DRIES VANYSACKER
home | lijst scripties | inhoud | volgende |
DEEL I: De magische realiteit in de achttiende eeuw: processen
1. Afname en einde van de heksenvervolgingen (eind 17e – begin 18e eeuw)
1.1 Brian P. Levack en het judicial scepticism
1.1.1 Gerechterlijk scepticisme
1.1.2 Algemene context
1.2 Keith Thomas
1.3 Hugh R. Trevor-Roper
1.4 Alan Macfarlane
1.5 Wolfgang Behringer
2. Magieprocessen in het Europa van de achttiende eeuw
2.1 Engeland
2.1.1 Millenarisme en profetisme te Londen
2.1.2 Jane Wenham
2.2 Frankrijk
2.2.1 De cultus rond François de Pâris
2.2.2 De zaak Cadière-Girard (1730)
2.3 Duitsland
2.3.1 Margarethe Winckelmans
2.3.2 Maria Renata van Würzberg
2.4 Hongarije
2.4.1 De heksenpaniek te Szeged
2.4.2 Hekserij en vampirisme
2.5 Portugal, Italië en Spanje
2.5.1 Portugal
2.5.2 Italië
2.6 Denemarken
2.7 De Nederlanden
DEEL II: Perceptie van magie in de achttiende eeuw
1.1 Engeland
1.1.1 Thomas Hobbes
1.1.2 Achttiende eeuw
1.1.2.1 Addison en Defoe
1.1.2.2 Het Wenham-debat
1.1.2.3 Boulton en Hutchinson
1.1.2.4 De wet van 1736
1.1.2.5 Het debat rond mirakels
1.1.2.6 Methodisme en hekserij
1.1.2.7 Opvattingen in de latere achttiende eeuw
1.2 Frankrijk
1.2.1 Scepticisme en de strijd tegen bijgeloof
1.2.1.1 Bekker en Le Monde Enchanté
1.2.1.2 Achttiende-eeuws Frankrijk over magie
1.2.1.3 De Encyclopédie
1.3 Duitsland
1.3.1 Bekker en Duitsland
1.3.2 Christaan Thomasius (1655-1728)
1.3.3 De Bayerische Hexenkrieg (1766)
1.4 Hongarije
1.5 Italië
1.6 De Nederlanden
1.6.1 Balthasar Bekker en De Betoverde Weereld
1.6.2 Het terugdringen van de duivel
2.1 Beeldende kunst
2.1.1 William Hogarth
2.1.2 Francisco de Goya
2.1.3 Heksen en de sabbat
2.2 Literatuur
Samenvatting
Aan magie –en hekserijgeloof werd in de achttiende eeuw heel wat minder geloof gehecht dan de voorgaande (vooral de zestiende en zeventiende eeuw) eeuwen. Er wordt vaak gesteld dat het hekserijgeloof in de achttiende eeuw was verdwenen onder invloed van de Verlichting. Rationele verklaringen, het geloof in de rede en de opkomst van de wetenschappen. Deze opvatting vindt men in de historiografie vaak terug. We gingen echter dieper in op het onderwerp en vonden dat deze stelling bijgeschaafd moet worden. In deze verhandeling werd onderzoek gedaan naar het hekserijgeloof in de achttiende eeuw en werd getracht aan te tonen dat dit niet helemaal door ‘het rationele’ was verdrongen.
In het historisch onderzoek naar hekserij en toverij wordt de aandacht vooral toegespitst op de ‘eeuwen van de grote heksenvervolgingen’, nl. de zestiende en de eerste helft van de zeventiende eeuw. Ook wordt aandacht besteed aan de negentiende en twintigste eeuw, maar de achttiende eeuw wordt vaak vergeten. Hier werd een poging gedaan dit hiaat gedeeltelijk op te vullen.
Nadat we de gebruikte terminologie in het onderzoeksveld verduidelijkt hadden, bogen we ons aan de hand van de opinies van een aantal historici over de vraag van het einde van de grote heksenvervolgingen. De zestiende –en zeventiende eeuw hadden af te rekenen met massavervolgingen, heksenverbrandingen en waterproeven Tegen het einde van de 17e eeuw namen de heksenvervolgingen echter af, en vanaf het begin achttiende eeuw was er bijna geen sprake meer van. Natuurlijk moet men hier rekening houden met verschillen. Zo zouden in perifere landen als Polen, Hongarije en Transsylvanië de heksenvervolgingen pas op gang komen, of nog in volle gang zijn, wanneer ze in landen als Engeland, Frankrijk en de Noordelijke Nederlanden reeds hun einde hadden bereikt.
Vervolgens bekeken we het verschijnsel van hekserijgelooof in de achttiende eeuw op Europees vlak. Na de nog voorkomende processen belicht te hebben, schonken we aandacht aan de geleerde discussies en ideeën die heersten over hekserij onder de geletterden.
Tenslotte werd er aandacht besteed aan het fenomeen ‘hekserij in de kunst’. Zo toonden de schilderijen van iemand als Goya aan dat het geloof in hekserij, en bijgevolg de neerslag ervan in de kunst, nog niet helemaal verdwenen was.
home | lijst scripties | inhoud | volgende |