“Cybercrime”
analyse en evaluatie van Belgische regelgeving
Koen Van Poucke
Scriptie neergelegd tot het behalen van de graad van Licentiaat in de Criminologische Wetenschappen
Academiejaar: 2001-2002
Universiteit Gent
Promotor:Prof. Dr. G. Vermeulen
Commissarissen: Prof.Dr. P. Ponsaers
Lic. A. Dormaels
home | lijst scripties | inhoud | volgende |
Deel I: De digitale informatiesnelweg
HOOFDSTUK 1: ONTSTAAN EN EVOLUTIE VAN HET INTERNET
1.1. Van Internet tot World Wide Web
1.1.1. “Arpanet“
1.1.2. “World Wide Web” (WWW)
1.1.3. E-mail
1.1.4. “Usenet” of Nieuwsgroepen
1.1.5. “File Transfer Protocol” (FTP)
1.1.6. “Internet Relay Chat” (IRC)
1.2. “E-commerce” of elektronische handel
HOOFDSTUK 2: INTERNETGEBRUIK IN BELGIË
2.1. Internet: evolutie of revolutie?
2.2. “Belgian Internet Mapping” (BIM)
2.2.1. België versus Europa
2.3. Internet Service Provider Association (ISPA)
2.4. Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS)
2.4.1. Internetaansluitingen in België
2.4.2. Internetpenetratie in landen van de Europese Unie
2.4.3. Geregistreerde domeinnamen in België
2.5. De toekomst
2.6. Conclusie
Deel II: Informaticacriminaliteit en cybercrime
HOOFDSTUK 1: INFORMATISERING: CRIMINEEL VS. CRIMINOLOOG?
1.1. Informatisering van criminaliteit?
1.2. De rol van de criminologie
HOOFDSTUK 2: COMPUTERCRIMINALITEIT
2.1. Historische ontwikkeling
2.1.1 Oorsprong
2.1.2. “Bistel”-zaak
2.2. Definitiedebat
2.3. Fenomenologie
2.3.1. Omgeving waarin het misdrijf gepleegd wordt
2.3.2. Modi operandi
2.3.3. Nagestreefde voordelen
2.3.4. Tijdsfactor
2.3.5. Ruimtefactor
2.3.6. De dader
2.4. Typologie
2.4.1. Dichotomie specifieke en a-specifieke computercriminaliteit
2.4.2. Specifieke informaticamisdrijven
2.4.2.1. Minimumlijst Raad van Europa
2.4.2.2. Computerinbraak
2.4.2.3. Manipulatie van data
2.4.2.4. Illegaal kopiëren of distribueren van computersoftware
2.4.2.4.1. Illegaal kopiëren van software
2.4.2.4.2 Illegaal gebruik van software binnen bedrijven
2.4.2.4.3. Illegaal kopiëren van muziek
2.4.2.5. Valsheid in Informatica
2.4.2.6. Informaticabedrog
2.4.3. A-specifieke informaticamisdrijven
2.4.3.1. Verspreiding van illegale pornografie
2.4.3.1.1. De verspreiding van onzedelijk materiaal
2.4.3.1.2. Kinderpornografie
2.4.3.1.3. Reclame voor seksuele diensten
2.4.3.2. Aanranding van de eer of de goede naam van personen
2.4.3.3. Racistische uitingen en ontkenning van genocide
2.4.3.3.1. Racisme en xenofobie
2.4.3.3.2. Ontkenning van genocide
2.4.3.4. Aanzetten tot crimineel gedrag
2.4.3.5. Gokken
2.4.3.6. Oplichting
2.4.3.7. “Electronic Money Laundering”
HOOFDSTUK 3: CYBERCRIME
3.1. Inleidend
3.2. Definiëring
3.3. Typologie
3.3.1. Aantasting van infrastructuur, nationale veiligheid en openbare orde
3.3.2. Delicten die financieel nadeel veroorzaken aan particulieren of bedrijven
3.3.2.1. Oplichting
3.3.2.2. “Sweepstakes”
3.3.2.3. “Cramming”
3.3.3. Schending van de persoonlijke integriteit en privacy
3.3.3.1. “hacking”
3.3.3.2. “Cyberstalking”
3.3.3.2.1. “E-mail-stalking”
3.3.3.2.2. “Internet-stalking”
3.3.3.2.3. “Computer-stalking”
3.3.4. Uitings- en verspreidingsdelicten
3.3.5. Economische delicten
3.3.6. Andere delicten
3.4. Prevalentie
3.4.1. PricewaterhouseCoopers
3.4.2. Computer Emergency Response Team Coordination Center (CERT)
3.4.3. Internet Fraud Complaint Center (IFCC)
3.4.4. Computer Security Institute (CSI)
DEEL III: Belgische Wet Informaticacriminaliteit
HOOFDSTUK 1: BESTRAFFING VAN INFORMATICACRIMINALITEIT IN BELGIË
1.1. Aanloop tot de eerste wetgevende initiatieven
1.2. Synthese van de materieelrechtelijke en procesrechtelijke implicaties van de Wet Informaticacriminaliteit
1.2.1. Algemeen
1.2.2. Overzicht van de nieuwe incriminaties
1.2.3. Overzicht van de strafprocesrechtelijke wijzigingen
1.2.4. Aanvulling van de Telecomwet
HOOFDSTUK 2: BESPREKING VAN DE NIEUWE INCRIMINATIES
2.1. Inleidende kritische beschouwingen
2.2. Valsheid in informatica – art. 210bis Sw.
2.3. Informaticabedrog – art. 504quater Sw.
2.3.1. Informaticabedrog versus klassieke oplichting
2.3.2. Orange-zaak
2.4. “Hacking” – art. 550bis Sw.
2.4.1. De zaak “Redattack”
2.4.2. Nieuw artikel 550bis Sw.
2.4.2.1. Externe hacking
2.4.2.2. Interne hacking
2.4.2.3. “Hackertools”
2.5. Informaticasabotage – art. 550quater Sw.
2.5.1. Sabotage van gegevens
2.5.2. Belemmering van de correcte werking van systemen
2.5.3. Ontwikkeling en verspreiding van schadelijke gegevens
HOOFDSTUK 3: STRAFPROCESRECHTELIJKE IMPLICATIES
3.1. Databeslag – art. 39bis Sv.
3.1.1. Kopiëren van bestanden
3.1.2. Verhinderen van de toegang tot gegevens
3.1.3. Vernietiging van gegevens
3.1.4. Bewaring door aanwending van gepaste technische middelen
3.2. Netwerkzoeking – art. 88ter Sv.
3.2.1. Hackende speurders?
3.2.2. Grensoverschrijdende zoekingen: quid “hot pursuit”?
3.2.3. Rechtsmacht bij de afwikkeling van delicten gepleegd via Internet
3.3. Medewerkingsplicht – art. 88quater Sv.
HOOFDSTUK 4: AANVULLING VAN DE TELECOMWET
4.1. Inleidend
4.2. Uitbreiding van de lijst misdrijven waar een tapmaatregel mogelijk is
4.3. Bijzondere medewerkingverplichting
4.4. Opname-, beveiligings-, vertalings- en bewaringstechnologieën
4.5. Verplichtingen van de dienstenverstrekkers
4.5.1. De kwalificatie “oproepgegevens”
4.5.2. Gegevens betreffende het Internetverkeer
4.5.2.1. Inhoud register
4.5.2.2. Termijn
4.5.2.3. Kritische noot
4.6. Korte evaluatie Wet Informaticacriminaliteit
HOOFDSTUK 5: BESTRAFFING VAN VERWANTE MISDRIJVEN
5.1. Inleiding en verantwoording
5.2. Bestraffing van pornografie
5.2.1. De verspreiding van onzedelijk materiaal
5.2.2. Kinderpornografie
5.2.3. Reclame op het Internet voor seksuele diensten
5.3. Bestraffing van de aanranding van de eer of de goede naam van personen
5.4. Bestraffing van racistische uitingen en ontkenning van genocide
5.4.1. Racisme en xenofobie
5.4.2. Ontkenning van genocide
5.5. Bestraffing van het aanzetten tot crimineel gedrag
5.6. Bestraffing van gokken
5.7. Bestraffing van namaking
Deel IV: Europese initiatieven
HOOFDSTUK 1: OVERZICHT VAN INTERNATIONALE INITIATIEVEN
1.1. Inleiding en verantwoording
1.2. Nationale en internationale reacties
1.2.1. G8
1.2.2. United Nations (UN)
1.2.3. Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD)
1.2.4. Europese Unie
1.2.5. Europol
HOOFDSTUK 2: INITIATIEVEN VAN DE RAAD VAN EUROPA
2.1. Historische schets
2.1.1. “Recommendation No. R (89)”
2.1.2. Aanloop naar het Cybercrime-Verdrag
2.2. Bespreking van het Cybercrime-Verdrag
2.2.1. Objectieven
2.2.2. Innovaties?
2.2.3. Amerikaanse druk
2.2.4. “First Additional Protocol to the Convention on Cybercrime”
2.2.5. Kritische bemerkingen
Deel V: Digitale recherche in België
HOOFDSTUK 1: FEDERAL COMPUTER CRIME UNIT (FCCU)
1.1. Korte historische inleiding
1.2. Situering en organisatie
1.3. Objectieven en taakomschrijving
HOOFDSTUK 2: REGIONALE COMPUTER CRIME UNITS (CCU)
2.1. Situering
2.2. Taakomschrijving
2.3. Werking van de Computer Crime Units
2.4. Voorwerp van onderzoek
HOOFDSTUK 3: CENTRAAL GERECHTELIJK MELDPUNT
3.1. Beheer
3.2. Verwerking van meldingen
3.3. Aantal meldingen
3.4. Evaluatie van de werking van het Centraal Gerechtelijk Meldpunt
3.5. Territoriale werking van het recht en de internationale rechtsorde
3.6. Europees meldpunt
HOOFDSTUK 4: ENKELE KRITISCHE BESCHOUWINGEN
4.1. Personeelscapaciteit FCCU
4.1.1. Nieuwe bevoegdheden
4.1.2. De private sector lonkt…
4.1.3. Conclusie
4.2. Nood aan recent informaticamateriaal
4.3. Opleiding en vorming
BIJLAGEN (pdf: 2,1 mb)
Deze verhandeling is ook ter beschikking in pdf-versie (3,6 mb)
home | lijst scripties | inhoud | volgende |