“Cybercrime”: analyse en evaluatie van Belgische regelgeving. (Koen Van Poucke) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
Onze maatschappij ondergaat op drastische wijze verschillende veranderingen. Eén daarvan heeft te maken met de doorbraak van de informatie- en communicatietechnologie in alle sectoren van het economisch en maatschappelijk leven. De laatste decennia werd de maatschappij in toenemende mate geïnformatiseerd en geautomatiseerd.
Zonder enige twijfel hebben technologische innovaties hun impact op de samenleving. De informatiemaatschappij levert tal van nieuwe technologieën die het dagdagelijkse leven een stuk eenvoudiger maken. Desondanks de voordelen zijn er ook negatieve gevolgen gekoppeld aan de vooruitgang. Zo wordt het voor de wetgever steeds moeilijker om op een snelle en adequate wijze te reageren op nieuwe ontwikkelingen in de ICT-sector. De vrije en vaak ook grensoverschrijdende uitwisseling van informatie heeft ervoor gezorgd dat heel wat regelgeving achterhaald raakt door de feiten. Dit veroorzaakt op zijn beurt lacunes in de wetgeving.
De snelle evolutie in de informatica- en telecommunicatiesector heeft er ongetwijfeld mede toe bijgedragen dat er de laatste jaren een stijging waar te nemen is van allerlei vormen van zogenaamde “ICT-crime”. Om aan deze trend tegemoet te komen, werden er begin de jaren ’90 in België gespecialiseerde eenheden in het leven geroepen om informaticacriminaliteit te bestrijden en om bijstand te leveren in het kader van gerechtelijke dossiers die ICT-onderzoek vergen.
Ook heeft de Belgische wetgever recentelijk werk gemaakt van wetgeving ter beteugeling van informaticacriminaliteit. Op Europees niveau tenslotte, heeft de bezorgdheid rond het thema “ICT-crime” uiteindelijk geleid tot de redactie van een verdrag dat gewijd is aan “cybercrime”.
In deze eindverhandeling zal getracht worden om deze ontwikkelingen overzichtelijk in kaart te brengen. Daarbij is het interessant om na te gaan in welke mate de Belgische wetgever heeft geanticipeerd op verschillende vormen van criminaliteit die gerelateerd zijn aan informatica. In dit verband zal getracht worden om enkele kritische bemerkingen te formuleren.
Ook zal aandacht uitgaan naar de problemen die kunnen rijzen bij de afwikkeling van delicten die gepleegd worden via het Internet. Deze worden gekaderd in de context van de territoriale werking van het recht enerzijds, en de internationale rechtsorde anderzijds.
Tevens is het relevant om na te gaan of de nieuwe strafbaarstellingen en onderzoekstechnieken die in het leven werden geroepen in de praktijk soelaas bieden aan de opsporings- en vervolgingsdiensten. Zijn er genoeg financiële en logistieke middelen ter beschikking zodat de opsporing in de best mogelijke omstandigheden kan verlopen? Dit zijn maar enkele vragen die in deze eindverhandeling aan bod zullen komen.
Deel I van deze eindverhandeling is gewijd aan de digitale informatiesnelweg, ook wel Internet genoemd. Opdat de lezer zich een duidelijk beeld zou kunnen vormen van “cybercrime”, dient hij vooreerst te beschikken over de nodige technische bagage. Het eerste deel van deze thesis schetst dan ook de geschiedenis, evolutie en de mogelijke toepassingen van het Internet. Eveneens werd aandacht besteed aan het Internetgebruik in België.
Het tweede deel is opgebouwd rond informaticacriminaliteit en “cybercrime”. Naast de historische ontwikkeling wordt dieper ingegaan op het definitiedebat dat gevoerd wordt rond termen zoals “computer crime”, “computer abuse”, enz. Veel aandacht gaat in hoofdstuk 2 en 3 van dit deel ook uit naar de typologie van computercriminaliteit en “cybercrime”. Vooraleer de toepasselijke strafrechtelijke bepalingen te analyseren, dient men immers een onderscheid te kunnen maken tussen de verschillende soorten computercriminaliteit. Ook de prevalentie van computergerelateerde misdrijven komt kort aan bod.
Deel III is integraal gewijd aan de recente Belgische Wet op de Informaticacriminaliteit. In een eerste hoofdstuk wordt de aanloop geschetst naar deze wet. De volgende hoofdstukken behandelen de nieuwe incriminaties en de strafprocesrechtelijke implicaties. Gezien deze wet ook zorgde voor een aanpassing van de Telecomwet, worden deze wijzigingen ook behandeld in een apart hoofdstuk. Een laatste hoofdstuk van deel III is gewijd aan de bestraffing van misdrijven die sterk verwant zijn aan deze die in de Wet Informaticacriminaliteit behandeld worden. Daarom worden ze ook opgenomen in dit deel.
Het voorlaatste deel van deze thesis, deel IV, is gewijd aan de supranationale initiatieven ter beteugeling van computercriminaliteit. Staten kunnen immers hun nationale regelgeving niet langer loskoppelen van de ruimere internationale context. Het is onmogelijk om in deze eindverhandeling een exhaustief overzicht te geven van alle initiatieven die door internationale organisaties genomen werden in de strijd tegen “cybercrime”. Toch worden enkele belangrijke evoluties geschetst. Meer uitgebreid wordt tenslotte stilgestaan bij de initiatieven van de Raad van Europa die o.a. geleid hebben tot de Europese Cybercrime-Conventie.
Deel V is gewijd aan de digitale recherche in België. Het is immers zinloos om “cybercrime” enkel vanuit theoretisch oogpunt te bestuderen. Zonder gespecialiseerde teams die beschikken over de nodige kennis en middelen, blijft de toepassing van de wet dode letter. In enkele hoofdstukken worden de Federal Computer Crime Unit en de regionale Computer Crime Units van dichtbij bekeken. Ook gaat aandacht uit naar het Centraal Gerechtelijk Meldpunt.
Het laatste hoofdstuk van Deel V schetst enkele kritische beschouwingen ten aanzien van de digitale recherche in België. Deze bedenkingen zijn grotendeels gebaseerd op de stage-ervaringen tijdens de maanden augustus-september 2001 bij de Federal Computer Crime Unit te Brussel.
Informaticacriminaliteit bestrijkt een zeer ruim domein van computergerelateerde misdrijven. Het is niet evident om informatica en recht met elkaar te verzoenen. Toch hoop ik dat ik de lezer in deze eindverhandeling een logisch overzicht kan geven van de grote variëteit aan strafbare gedragingen die verband houden met het gebruik van computers en Internet.
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |