Een
interdisciplinair model
voor ostentatieve consumptie.
Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Politieke en
Sociale Wetenschappen,
voor het behalen van de graad van
Licentiaat in de Sociologie.
Academiejaar: 2003-2004
Universiteit Gent
Promotor: Prof. Dr. Kristiaan Thienpont
home | lijst scripties | inhoud | volgende |
DEEL I De paradox van de ostentatieve consumptie
1. Wat is conspicuous consumption?
1.1 Thorstein Bunde Veblen (1857-1929), meer dan een economisch denker, een (vergeten) socioloog?
1.1.1 Inleiding
1.1.2 Veblen en de toepassing van Darwin’s universele idee
1.1.3 Veblen versus Marx en de marxisten?
1.1.4 Besluit
1.2 Veblen over ostentatieve vrije tijd,
ostentatieve consumptie en klasse:
The Theory of the Leisure Class (1899)
1.2.1 Inleiding
1.2.2 De evolutie van de cultuur volgens Veblen
1.2.3 Ostentatieve consumptie geen voorrecht voor de bovenste klasse: het trickle-down-effect.
1.2.4 Vrije tijd, ostentatieve consumptie en verspilling
1.2.5 Over smaak en ostentatieve consumptie:
“
les goûts et les couleurs ne se disputent pas?” (degustibus non disputandum
est)
1.2.6 De cyclus van de mode: Kant-Simmel-Veblen
1.3 Conclusie, eerste formulering van enkele inzichten en concepten
1.3.1 Ostentatieve consumptie
1.3.2 Ostentatieve vrije tijd
1.3.3 Wisselwerking tussen individu (psychè) en cultuur en de evolutie van beiden
1.3.4 Rol van natuurlijke selectie als verklaringsmechanisme op niveau van individu en samenleving
1.3.5 Verspilling is de essentie van ostentatieve consumptie
1.3.6 Ostentatieve consumptie is de norm, het is geen individuele keuze
1.3.7 Het trickle-down-effect
1.3.8 Rol van smaak als mediator
1.3.9 De missing link: stijl?
1.3.10 Conclusie
2. Het probleem van de ostentatieve consumptie: economische bespiegelingen
2.1 Marx’ visie op (ostentatieve) consumptie
2.2 Duesenberry’s Income, saving and the theory of Consumer behaviour (1949)
2.2.1 Het demonstratie-effect, Keeping up with the Jones’es en het Veblen-effect
2.2.2 Nut en verspilling
2.2.3 Levensstandaard
2.3 Galbraith’s Affluent Society (1991[1958])
2.4 Ostentatieve consumptie als prisoner’s dilemma
2.5 Conclusie
DEEL II De paradox ontrafeld?
3.1 Inleiding
3.2 Over interdependentie, psychogenese, sociogenese en geweld
3.2.1. Over sociogenese, psychogenese en habitus
3.2.2. Over civilisatie, geweld en etiquette en ostentatieve consumptie
3.3 De opkomst van de consumptiemaatschappij
3.4 Over smaak, habitus, klasse en (ostentatieve) consumptie
3.4.1 Veld en Kapitaal
3.4.2 Habitus
3.4.3 Smaak, levensstijl en consumptie
3.5 Over consumptie en identiteit
3.6 Consumptie als signaal
3.7 Conclusie
4.1 Darwin’s vergeten kind? Over seksuele selectie
4.1.1 Inleiding: Wat is seksuele selectie?
4.1.2 Enkele concepten
4.2 Runaway selection
4.3 Het handicapbeginsel
4.3.1 Costly Signalling Theory (CST)
4.3.2 Het handicapbeginsel als verklaring voor ‘overdreven’ kenmerken
4.4 Enkele aspecten van menselijke partnerkeuze
4.4.1 Over evolutionaire psychologie
(Evolutionary Psychology (EP))
en menselijke gedragsecologie (Human Behavioral
Ecology (HBE)): What is all the fuss about?
4.4.2 Status, ‘Resource control’ en partnerkeuze
4.4.3 Status, fysieke dominantie (geweld) en partnerkeuze
4.5 Ostentatieve consumptie als kandidaat voor het handicapbeginsel bij partnerkeuze?
4.5.1 Over de evolutie van de jacht en ostentatieve consumptie
4.5.2 Een plaats voor cheater detection modules?
4.6 Conclusie
5. Besluit
1. Casestudy: de Kwakiutls (What’s in a name?)
1.1 inleiding
1.2 Een gevorderde subsistentie-economie
1.3 Potlatch
1.3.1 Inleiding
1.3.2 Een mythe over de oorsprong van potlatch
1.3.3 Naamgeven, huwelijk en potlatch
1.4 Potlatch en statuscompetitie
1.5 Ter zijde: Over de Antropologie van Boas en Benedict.
1.5.1 Boas (1858-1942)
1.5.2 Ruth Benedict (1887-1948)
1.6. Conclusie
2. Ostentatieve Consumptie & het prisoner ’s dilemma
2.1 Wat is het prisoner ’s dilemma?
2.2 Ostentatieve consumptie: een prisoner’s dilemma?
3. Bijkomende tabellen en figuren
home | lijst scripties | inhoud | volgende |