CLBartsen
en de preventie van tienerzwangerschappen.
Maria Nys
Verhandeling voorgedragen tot het behalen van de graad van
Gediplomeerde in de Gespecialiseerde Studies in de Jeugdgezondheidszorg
Academiejaar: 2003-2004
INTERUNIVERSITAIRE GGS-OPLEIDING JEUGDGEZONDHEIDSZORG
Universiteit Gent
Katholieke Universiteit Leuven
Universiteit Antwerpen
Vrije Universiteit Brussel
Promotor: Prof.
Dr. Promotor: Pof. Dr. Paul Van Royen
Co-promotor: Dr Lieve Peremans
home | lijst scripties | inhoud | volgende |
DEEL 1: LITERATUUROVERZICHT
1. Inleiding
2. Methode
3. Resultaten
3.1. Tienerzwangerschappen in België/ Vlaanderen
3.2. Seksueel en contraceptief gedrag van de jongeren
3.2.1. Jongeren en de ‘eerste geslachtsgemeenschap’
3.2.2. Jongeren en seksueel gedrag
3.2.3. Jongeren en risicogedrag
3.2.3.1. Voorzorgen bij de eerste keer
3.2.3.2. Anticonceptief gedrag van jongeren
3.2: Seksuele vorming/voorlichting op school
3.2.1 Wettelijke bepalingen: Beleid in België/Vlaanderen in de preventie van tienerzwangerschappen
3.2.3 Studies in Vlaanderen
3.2.2 Buitenlandse studies
3.2.2.1. Kennis en gedrag van leerlingen rond noodanticonceptie
3.2.2.2. Effectiviteit van voorlichtingsprogramma’s
a. Op groepsniveau
b. Op niveau van individuele informatieverstrekking
3.3. De rol van de schoolarts/CLB-arts
3.3.1. Wettelijk kader
3.3.1.1. Het CLB-decreet
3.3.1.2. Orde van geneesheren
3.3.2. Visie rol CLB-arts in Vlaanderen
3.3.3. Visie rol Jeugdarts in Nederland
DEEL 2: FOCUSGROEPEN
1.Inleiding
2.Methode
3.Resultaten
3.1. Profiel van de deelnemers
3.2. Inhoud van de focusgroepen
3.2.1. Hoe verloopt de huidige informatieoverdracht met betrekking tot relationele en seksuele vorming bij jongeren?
3.2.1.1. De rol van de CLB-arts
3.2.1.2. Voorlichtingsmodellen
3.2.1.3. Knelpunten
3.2.1.4. Oplossingen
3.2.2. Hoe verloopt de hulpverlening bij vragen naar de noodpil in het CLB?
3.2.2.1. Huidige praktijk
3.2.2.2. Knelpunten
3.2.2.3. Samenwerking met de huisarts
3.2.2.4. Samenwerking met de apotheker
3.2.3. Hoe bewaam zijn/ voelen zich CLB-artsen?
3.2.4. Rol van de overheid.
DEEl 3: DISCUSSIE
1. Bespreking van de methode
2. Interpretatie van de resultaten en vergelijking met de literatuur
2.1. Huidige informatieoverdracht met betrekking tot RSV bij jongeren.
2.1.1.De rol van de Clb-arts
2.1.2. Voorlichtingsmodellen.
2.1.2.1. Individuele voorlichting.
2.1.2.2. Klassikale voorlichting
2.1.3.Knelpunten
2.1.3.1.Tijdsgebrek
2.1.3.2. De organisatie van de vorming
2.1.3.3. Leerkrachten als lesgevers
2.1.3.4. Visie en planning
2.1.3.5. Kennis van de leerlingen
2.1.3.6. Culturele verschillen
2.1.3.7. Huisarts en informatieverstrekking
2.1.3.8. Informatiemateriaal
2.2. Hulpverlening bij vragen naar de noodpil in het CLB
2.2.1. Knelpunten in de huidige praktijk van de noodpil op school
2.2.1.1 Taakafspraken in verband met hulpverlening
2.2.1.2. Noodpil op school?
2.2.1.3. Vrije verkoop van de noodpil
2.2.1.4. Verwijzing naar de huisarts
2.2.1.5. Het al dan niet verwittigen van de ouders
2.2.2. Samenwerking met de apotheker
2.3. Rol van de overheid
DEEL 4: CONCLUSIE
1. Link met het onderzoek
2. Aanbevelingen
2.1. Aanbevelingen ten behoeve van de onderwijsinrichtingen
2.2. Aanbevelingen ten aanzien van de centra voor leerlingenbegeleiding
2.3. Aanbevelingen voor de huisartsen
2.4. Aanbevelingen ten behoeve van het beleid
2.4.1. Informatieverstrekking
2.4.2. Organisatie van de centra voor leerlingenbegeleiding
2.4.3. Wetgeving
2.4.4. Afstemmen van het beleid
home | lijst scripties | inhoud | volgende |