De ceremoniële dansen van de Wodaabe nomaden uit Niger. Een onderzoek naar de gelaatsbeschilderingen. (Jacques Van Nieuwerburgh) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
De Wodaabe gemeenschap is een minderheidgroep binnen de grote Fulbe gemeenschap die verspreid leeft over grote gebieden in westelijk Afrika. Ze hebben in tegenstelling tot de andere Fulbe groepen hun nomadische levensstijl grotendeels behouden. Hun geschiedenis is een opeenvolging van migraties die hen uiteindelijk in de Sahel zone van Niger brachten. Het betreft hier vooral herdersgroepen met zeboe kuddes van het Bororoji ras, een term waarmee anderen deze bevolkingsgroep soms aanduiden. We konden vaststellen dat er een evenwichtige relatie bestaat tussen de grootte van de kudde en de sociale groep die ervan leeft. Het evenwicht wordt bewaard door sociale mechanismen zoals het uitlenen van koeien.
Deze sociale en economische eenheden ondernemen seizoensgebonden migraties, afhankelijk van de beschikbaarheid van water en graslanden. De jaarlijkse migraties naar zoutrijke gebieden zijn noodzakelijk voor de evenwichtige voeding van de dieren. Deze trajecten brengen de Wodaabe fracties binnen dezelfde lineages samen aan het einde van het regenseizoen. Tijdens deze bijeenkomsten vieren ze de belangrijkste evenementen van het afgelopen jaar, zoals de geboortes en de huwelijken.
De hele Wodaabe gemeenschap kent een hiërarchische ordening van lineages, die duidelijk tot uitdrukking komt tijdens de jaarlijkse bijeenkomsten. Ze blijken uit de opstelling van de kampementen en de ceremoniële dansen. Uit het onderzoek van Bonfiglioli is gebleken dat het hier om een theoretisch schema gaat. In werkelijkheid zijn er voortdurend afsplitsingen en samensmeltingen van groepen, afhankelijk van de economische noodzaak. Fracties uit de tegengestelde lineages ontmoeten elkaar in de meest belangrijke bijeenkomst: de geerewol.
Hun nomadische levenswijze wordt bemoeilijkt door ecologische en sociale factoren, waardoor ze de laatste decennia soms andere inkomstbronnen moeten zoeken. Toch zien we in het eerste hoofdstuk dat, -in een zelfde beweging-, ook een versterking van de etniciteit optreedt. Dit is naar onze mening een direct gevolg van de minderheidspositie waarin ze verkeren. Het uit zich onder meer in de voorstellingen van traditionele dansen bij publieke gelegenheden in de hoofdstad of andere evenementen. We hebben in dit onderzoek niet kunnen vaststellen in welke mate dit een invloed heeft op de dansen en meer specifiek op de gelaatsbeschilderingen.
Deze versterking van de etniciteit vinden we eveneens terug in het ontwikkelen van een eigen gedragscode. Deze werkt als een sociale religie waarin de voortzetting van de traditie van de voorouders centraal staat. Hierdoor differentiëren de Wodaabe zich van de andere sedentaire Fulbe met een eigen gedragscode.
In het tweede hoofdstuk zijn we dieper ingegaan op de organisatie en de evenementen tijdens de jaarlijkse bijeenkomsten. We hebben een duidelijk onderscheid kunnen maken tussen de worso bijeenkomst en de geerewol die genoemd werd naar de belangrijkste dans. Beiden worden getypeerd door dansen met hymnen die een identiteitsmerk van de lineage blijken te zijn. Sommige dansen worden opgevoerd op marktpleinen. We interpreteren deze voorstellingen als ethnic markers, waarmee ze zich willen onderscheiden van hun sedentaire buurvolkeren.
We hebben de belangrijkste dansen van deze bijeenkomsten, de yaake en de geerewol in een ruimer kader van andere dansen geplaatst. Eén van deze dansen, de ndoosa verwijst naar een mythisch verhaal over dansende kraanvogels. De bewegingen, geluiden en gelaatsmimiek die de ndoosa typeren vinden we terug in de yaake en deels in de geerewol. Dit mythisch verhaal, waarin een vogel centraal staat, helpt ons deze dansbewegingen te verklaren. De opmaakproducten en magische preparaten verwijzen telkens naar vogels, waardoor onze hypothese versterkt wordt. Het is verwonderlijk dat slechts één auteur hiervan melding maakt, terwijl het verhaal algemeen bekend is bij onze informanten.
De leefwereld van de jonge dansers wordt volledig bepaald door een ideaal van schoonheid en charme dat in alles verweven is. Tijdens de ceremoniële dansen, zoals de yaake wordt dit aspect van hun cultuur uitvergroot. We vinden het terug in de bewegingen en attributen van deze dansen, maar vooral in de gelaatsbeschilderingen. De geerewol dans is de belangrijkste strijd in schoonheid en charme. Tijdens deze dans kiest men de jongeman die het esthetisch archetype het meest benadert. De ouderen oefenen een belangrijke invloed uit op de keuze. We zijn van mening dat hierdoor de schoonheidscriteria van deze gemeenschap telkens bevestigd en bestendigd worden.
Om de gelaatsbeschilderingen beter te duiden, gingen we in hoofdstuk 3 na hoe de esthetiek bij de Wodaabe uitdrukking krijgt. De materiële cultuur kan het best getypeerd worden als ornamentele kunst, waarbij we het utilitair karakter van de motieven niet uit het oog mogen verliezen. De esthetiek van de Wodaabe moet noodzakelijk in een ruim kader geplaatst worden waar ook magische elementen een plaats hebben. Volgens de Wodaabe heeft de magie een beslissende invloed op de schoonheid en charme.
We hebben aangetoond dat de esthetische normen van deze gemeenschap sterk benadrukt worden in de ceremoniële dansen. Het nastreven van de schoonheidsidealen wordt uitvergroot in de houding, de mimiek en de gelaatsbeschilderingen. Amuletten en magische brouwsels hebben een beslissende invloed op het esthetiserend proces. In dit hoofdstuk hebben we gezien hoe de opsmuk en de kledij aan modetrends onderhevig zijn. De juwelen die de vrouwen vroeger eveneens droegen, zien we nu uitsluitend nog bij de mannen. De outfit van de geerewol lijkt minder veranderlijk te zijn dan de kledij bij de yaake dans.
Bij de analyse van de motieven zien we opmerkelijke veranderingen binnen bepaalde periodes. Antropomorfe figuren op kalebassen en borduursels waren eertijds ook kenmerkend voor de westelijke regio. Tegenwoordig worden figuratieve afbeeldingen enkel nog in de oostelijke regio terug gevonden. Dezelfde tendens treffen we aan bij de lichaamstatoeages. In de oostelijke regio brengt men gelijksoortige motieven aan als bij de materiële cultuur. Zowel mannen als vrouwen hebben lichaamstatoeages. In de westelijke regio daarentegen, dragen enkel de vrouwen tatoeages op het gelaat. We zijn van mening dat het islamiseringproces in deze gebieden hierop een invloed heeft.
In het vierde hoofdstuk hebben we de analyse van de gelaatsbeschilderingen doorgevoerd. Onze methode bestond erin om de afbeeldingen van gelaatsbeschilderingen die kwalitatief voldoende duidelijk waren, over te brengen op een gelaatsmodel. Dit model werd onderverdeeld in gelaatszones waardoor we een systematische vergelijking van de opmaakdetails konden doorvoeren. Nadelig bij deze methode is dat de gelaatsopmaak in zijn totaliteit op de achtergrond raakte. We hebben geprobeerd dit te voorkomen door melding te maken van de onderlinge verbanden tussen de opmaakzones van het gelaat.
De gesprekken met onze informanten hebben interessante gegevens opgeleverd over de opmaakproducten en de herkomst ervan. Net zoals in het tweede hoofdstuk kunnen we ook hier de dansen in verband brengen met vogels. De magische producten die men gebruikt, worden gemaakt met organen van specifieke vogels. Volgens de Wodaabe dragen deze producten de typische karakteristieken van deze vogels over op de dansers.
Door ons eigen videomateriaal hebben we inzicht verkregen in de verschillende stappen van het opmaakproces. De gegevens van onze informanten verduidelijkten de terminologie betreffende de tatoeages en de opmaakdetails. Beiden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dit blijkt vooral uit het fotomateriaal van vroeger, waarbij de gelaatstatoeages van vrouwen benadrukt werden door beschilderingen en daardoor geïntegreerd worden in de opmaak. Het betreft hier dezelfde opmaakdetails die nu nog steeds toegepast worden bij de gelaatsbeschilderingen van de mannen.
Bij de gelaatsbeschildering wordt geen enkel opmaakdetail aangebracht buiten de omtreklijn van de opmaaklaag. We vermoeden dat deze laag de weergave van een gelaat is waarin de esthetische normen maximale uitdrukking krijgen. De gelaatstatoeages worden hierbij weergegeven door een geordend set van motieven in gevarieerde combinaties.
In het verlengde van onze hypothese uit hoofdstuk 2 zien we hierin de bestendiging van een archetypisch gelaat. Dit idee wordt versterkt door het onderling verband dat we aantoonden tussen de gezichtstatoeages en de gelaatsbeschildering. In de westelijke regio dragen de mannen geen gelaatstatoeages, toch worden ze in de vorm van opmaakdetails weergegeven in de gelaatsbeschildering.
Uit de vergelijking van de onderzoeksgegevens is gebleken dat er geen relatie bestaat tussen de opmaakdetails en de lineages of bloedverwanten. Dit werd ons ook bevestigd door de informanten. Er zijn wel duidelijke verbanden aan te tonen tussen de gelaatsbeschilderingen van dansers in groepverband. Dit blijkt uit de motieven die zich kunnen herhalen over de verschillende gelaatsbeschilderingen, toch worden ze steeds gecombineerd met individuele opmaakdetails.
De informatie-uitwisseling met een aantal Wodaabe dansers speelde een cruciale rol in deze analyse. We hopen dat we met dit onderzoek opheldering gebracht hebben over bepaalde aspecten van deze gelaatsbeschilderingen. We zien het als een eerste duiding binnen een contextueel kader dat ook vanuit andere gezichtspunten kan benaderd worden.
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |