De vorst
in de Zuid-Nederlandse anekdotenbundel
(17de eeuw)

 

deugdzame held of een mens als ieder ander?

 

Diewer van der Meijden

 

Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte,
voor het behalen van de graad van
Licentiaat in de Geschiedenis.

Academiejaar: 2004-2005

Katholieke Universiteit Leuven

 

Promotor: Prof. Dr. J. Verberckmoes

home lijst scripties inhoud volgende  

 

Dankwoord

 

Inleiding

 

Bronnenmateriaal

 

Hoofdstuk 1: Vorstenspiegels en anekdotenbundels. Op zoek naar de logica en functie van beide genres.

    1.1 De vorstenspiegel

        1.1.1 Terminologie

        1.1.2 Korte historiek

        1.1.3 De vorstenspiegel in de zestiende en de zeventiende eeuw

    1.2 De klucht en de anekdote

        1.2.1 Terminologie en kenmerken

        1.2.2 Korte historiek

    1.3 Vorstenspiegels en anekdoten

        1.3.1 Grote gelijkenissen

        1.3.2 Opmerkelijke verschillen

 

Hoofdstuk 2: Naar Gods beeld en gelijkenis. Het deugdzaamheidsideaal in de vorstenspiegels en de anekdotenbundels

    2.1 Oorsprong van de deugdenethiek

    2.2 De vorstelijke deugdenethiek

        2.2.1 De Bijbelse exempla

            2.2.1.1 Koning David

            2.2.1.2 Koning Salomon

        2.2.2 De moderne vorsten

            2.2.2.1 De goddelijke deugden: fides, spes, pietas

            2.2.2.2 De kardinale deugden: temperantia, virtus, prudentia en iustitia

            2.2.2.3 Humilitas

            2.2.2.4 Clementia et misericordia

            2.2.2.5 Princeps perfectus: streven naar volmaakte deugdzaamheid

            2.2.2.6 Casus: De troonsafstand van Karel V

 

Hoofdstuk 3: De vorst, een mens als ieder ander?

    3.1 Inleiding

    3.2 De verhouding tussen vorst en onderdanen

        3.2.1 De politieke verhouding: een afstandelijk contract?

        3.2.2 Officieuze contacten tussen vorst en onderdanen

            3.2.2.1 Grondslag: christelijke naastenliefde en nederigheid

            3.2.2.2 Het contact tussen vorst en onderdanen in de anekdotenbundels

                A. De contacten aan het hof

                B. De contacten met boeren en ambachtslieden

    3.3 De vorst, een mens als ieder ander?

        3.3.1 Le roi galant

        3.3.2 De keizer drinkt

        3.3.3 De keizer lacht

    3.4 Verborgen propaganda?

 

Algemeen Besluit: Deugdzame held of een mens als ieder ander?

 

Bibliografie

 

 

Samenvatting

 

 

In deze verhandeling hebben wij verhalen over vorsten in zeventiende-eeuwse anekdotenbundels bestudeerd.  De bedoeling hiervan was op zoek te gaan naar het beeld dat deze verhalen geven van de persoon van de vorst.  Wij hebben deze eerste indrukken vervolgens  vergeleken met en getoetst aan wat er in diezelfde periode geschreven werd in de vorstenspiegels en devotieliteratuur.  Algemeen gesproken, wordt de vorst op twee manieren in het voetlicht gesteld. 

 

Vooreerst wordt er een ideaalbeeld geschapen van de vorst in functie.  Dit hebben we zowel in de vorstenspiegels als in de anekdotenbundels kunnen vaststellen.  Onder invloed van het humanisme, wordt de vorst bij uitstek de belichaming van een enorme hoeveelheid deugden, die hun oorsprong vinden in Bijbelse verhalen over David, Salomon en Christus.  De vorst beoefent de drie goddelijke deugden, namelijk  geloof, hoop en liefde en de vier kardinale deugden, zijnde matiging, dapperheid, bezonnenheid en rechtvaardigheid.  Daarnaast is hij nog woordvoerder van de nederigheid, de mildheid en de barmhartigheid.  Deze deugdenethiek wordt in de anekdotenbundels geïllustreerd in allerhande verhaaltjes, die een grote exemplarische waarde bezitten.  Via deze exempla kan men de deugdzaamheid van de vorst aanwenden als voorbeeld voor het volk.  In die zin passen de anekdotenbundels perfect in het humanistische ideaal van volksopvoeding en –onderricht.  Door het bundelen van alle deugden in één persoon, wordt een geïdealiseerd totaalbeeld van deugdzaamheid geschapen, waardoor de vorst bijna vergoddelijkt wordt en moreel ver boven zijn onderdanen verheven is.  Het beste voorbeeld van een dergelijke ‘princeps christianus et perfectus’ is keizer Karel V.  In al zijn daden, zowel politieke als persoonlijke, is hij een toonbeeld van christelijke deugdzaamheid. 

 

Maar naast deze vergoddelijking krijgen we ook een ander beeld van de vorst, namelijk dat van de vorst als ‘mens’, die op een losse en vriendschappelijke manier met zijn onderdanen omgaat en zich bekommert om hun lot.  Dit vorstenbeeld heeft een sterke christelijke inspiratie, zoals we in de devotieliteratuur kunnen lezen.  De ‘menselijke’ vorst handelt immers vanuit de nederigheid en naastenliefde van Christus.  We zien hem het beste verschijnen in het contact met zijn onderdanen.  De relatie tussen de vorst en zijn hoflieden en hogere edelen, kortom zijn entourage, is niet altijd even rooskleurig.  Er is sprake van heel wat fraude, vleierij en sluwheid, maar de vorst is over het algemeen wel in staat hier op de juiste manier op te reageren en zijn gezag te handhaven.  Vele anekdoten verhalen de ontmoeting tussen de vorst en zijn lagere onderdanen, de ambachtslieden en boeren.  Dit levert meestal hetzelfde beeld op: de vorst, al dan niet incognito, kan zich perfect aanpassen aan de leefwereld van zijn onderdanen en is om elk van hen persoonlijk bekommert.  Als gevolg daarvan aarzelt hij niet om maatregelen te nemen die hen persoonlijk begunstigen.  In deze ontmoeting zit bovendien heel vaak een komisch element: de confrontatie tussen twee uiterste werelden leidt vaak tot lachwekkende verwarring.  Een derde groep onderdanen waar de vorst mee in contact komt, is de geestelijkheid en dat levert anekdoten op, waarin er sprake is van een heel groot respect tussen beide partijen.  De menselijkheid van de vorst komt echter niet alleen tot uiting in zijn nederigheid en naastenliefde, maar ook in zijn ‘aardse’ zondigheid.  In de devotieboeken wordt er herhaaldelijk gewaarschuwd voor alle mogelijke aardse verlokkingen, die de mens afhouden van het ware en het hemelse.  Ook de vorsten kunnen hier niet altijd aan weerstaan: ze hebben nood aan amoureuze avontuurtjes, gaan zich te buiten aan wijn en bier, kunnen jaloers worden op onderdanen die hen in rijkdom dreigen naar de kroon te steken en houden van een goede grap.

 

Het dubbele beeld van de vorst dat we voornamelijk aantreffen in de anekdotenbundels, heeft volgens verschillende historici een speciale functie.  Het is immers een vorm van monarchale propaganda.  Elfride Moser-Rath toont aan hoe op deze manier een bepaalde behoefte aan heldendom en menselijkheid van het publiek bevredigd wordt.  Peter Burke wijst dan weer op de rol van de anekdotenbundel als medium in het imagobeheer van de vroeg-Moderne vorsten.

 

home lijst scripties inhoud volgende