De cinema van Paul Verhoeven: voorbij de controverse.  (Rob Testelmans)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Deel 5. Discussie, bis.

 

5.1 Samenvatting Amerikaanse periode

 

5.1.1 Coherentie stijl en thematiek

 

Terwijl de samenhang in Nederland op het eerste gezicht ver te zoeken was, zijn de Amerikaanse films makkelijker in te delen. RoboCop, Total Recall, Starship Troopers en Hollow Man zijn in principe allemaal Science Fiction films. Hollow Man kan je met wat goede wil ook tot het horror genre rekenen.

            Dan is er nog de erotische thriller Basic Instinct en zijn er nog Flesh+Blood en Showgirls. Die laatste twee laten zich minder makkelijk in een vakje duwen. Flesh+Blood is nog het best te omschrijven als een pseudo-historisch actie avontuur. ‘Pseudo’ omdat de film niet echt gebaseerd is op beschreven gebeurtenissen maar tegelijk ook ‘historisch’ want Verhoeven heeft heel wat research gedaan naar de gebruiken, zeden en gewoonten van het zestiende eeuwse Europa. Tot slot is er nog Showgirls waar het predikaat ‘erotisch drama’ net iets beter past dan ‘sociaal drama’.

            Het is  duidelijk dat de Amerikaanse films, zelfs oppervlakkig gezien, minder eclectisch zijn dan de Nederlandse tegenhangers. Twee pijlers zijn meteen duidelijk: science fiction en met erotiek gelardeerde films.

 

5.1.1.1 Thematische Vergelijking

 

De vraag is nu of die schijnbare samenhang ook nog overeind blijft onder de oppervlakte, met name in thematiek en stijl?

 

            Seksualiteit

Eerst komt de thematiek aan bod. Er zijn inderdaad, net als in de Nederlandse periode enkele thema’s die in meerdere films voorkomen. Zo’n thema is seksualiteit. Bij Flesh+Blood is dat vooral een zaak tussen Agnes en Martin. In Basic Instinct zit er heel wat meer seksualiteit. Hier komen zowel heteroseksualiteit (Nick en Beth, Nick en Catherine) als homoseksualiteit (Catherine en Roxy) aan bod. In vergelijking met Flesh+Blood is het thema veel elaboranter uitgewerkt. Een derde film met seksualiteit als thema is Showgirls. Hier gaat het in feite meer over erotiek, dan over seksualiteit want in heel de film is er maar één echte seksscène te zien. Bij deze film is het dan ook het gevoel dat  telt, en dat is het gevoel van opwinding bij de talloze blootscènes. Beste voorbeeld hiervan is de lapdance van Nomi met Zack. De drie films hebben trouwens daarbij gemeen dat liefde en seksualiteit quasi onmogelijk zijn samen. Wisker & Pearce noemen dit ‘cynical Romance’ (1998, p. 179). Ook in Hollow Man en Starship Troopers zijn er ‘sporen’ van seksualiteit. In deze twee laatste films is dat echter geen thema.

 

            Maatschappijkritiek

Een tweede veel terugkerend thema is maatschappijkritiek. Ook dit is in tenminste drie films terug te vinden. In RoboCop werd zo de privatiseringsdrang (OCP), de grenzeloze ambitie (Dick Jones en Bob Morton) en het schaamteloos materialisme (binnenshuis bij Bob Morton) van het Reagan-tijdperk satirisch op de korrel genomen.

            Ook in Starship Troopers zit er gelijkaardige maatschappijkritiek. De regering wordt gehekeld omdat ze te snel naar geweld grijpt (oorlog voor wat?) evenals de lakse wapenwetgeving, denk maar aan het nieuwsfilmpje waar lachende soldaten enkele kinderen met hun machinegeweren laten spelen. Ten slotte is er nog de satire op de Amerikaanse media via de ‘Federal Network’ nieuwsbulletins die schaamteloos propaganda  spuwen en hun kritische zin volledig lijken verloren te hebben. De nieuwsberichten zijn tegelijk een gimmick die ook gebruikt werd in RoboCop en in mindere mate in Total Recall.

            Ook Total Recall bevat maatschappijkritiek, zij het subtieler. Net als RoboCop neemt deze film het Reaganisme en de macht in het algemeen op de korrel. Dit gebeurt in de persoon van Vilos Cohaagen, leider op Mars, die omwille van zijn ongebreidelde hebzucht niemand ontziet en hiervoor zelfs regelmatig zijn macht misbruikt.

 

            Identiteitscrisis

Een thema dat twee keer voorkomt is het verlies van identiteit in een postmodern kader. Het gaat hier uiteraard over RoboCop en Total Recall.

            In RoboCop wordt Murphy RoboCop nadat hij wordt doodgeschoten door Boddicker en zijn bende. Als Murphy RoboCop wordt, is zijn geheugen gewist. Toch ontdekt RoboCop gaandeweg dat hij ooit iemand anders was en gaat daar naar op zoek. Op het einde heeft hij zichzelf teruggevonden. Hij is dan nog wel RoboCop maar noemt zichzelf Murphy.

            In Total Recall twijfelt het hoofdpersonage, Quaid (of is het Hauser?), ook aan zijn identiteit. Hij weet niet of hij al dan niet op Mars is geweest en of  hij een bouwvakker of een geheim agent is. Verschil met RoboCop is evenwel dat het einde geen uitkomst over de identiteit brengt.

 

            Rechtvaardigheid

RoboCop en Total Recall hebben ook het rechtvaardigheidsthema gemeen. RoboCop zorgt voor gerechtigheid door af te rekenen met de bende die Murphy heeft vermoord en met de corrupte Dick Jones. Quaid zorgt voor gerechtigheid door de dictator Vilos Cohaagen uit te schakelen en de hele planeet van de, aanvankelijk schaarse, lucht te voorzien.

 

            Opportunisme en egocentrisme

Op het niveau van de personages zijn  er ook heel wat overeenkomsten tussen de verschillende films. Egocentrische en opportunistische personages zitten er in zowat alle films. Showgirls, met Nomi en alle andere danseressen, en Hollow Man (Sebastian) spannen de kroon samen met Flesh+Blood (Agnes en in mindere mate Martin).

            Daarnaast is het bekend dat Verhoeven zijn hoofdfiguren graag een duister kantje meegeeft. Martin in Flesh+Blood kan je bezwaarlijk een standaard held noemen. Hij verkracht en ontvoert bijvoorbeeld Agnes. Hierbij moet opgemerkt worden dat er in Flesh+Blood geen enkel sympathiek personage valt te ontdekken. Ook RoboCop is niet zonder meer de held. Bij zijn ingrepen maakt hij meer brokken dan dat hij er lijmt. Daarnaast is er Vilos Cohaagen die net als Sebastian uit Hollow Man zelfs enkele fascistische trekjes heeft. Vervolgens is er Nick Curran die aan drugs en alcoholverslaafd is en ooit onschuldige omstaanders heeft gedood tijdens een shoot-out in Basic Instinct. Ook Nomi in Showgirls heeft haar mindere kantjes. Ze deinst er niet voor terug om iemand van de trap te duwen om een rol te krijgen in een dansnummer en zet al te gemakkelijk haar  goede voornemens opzij. Later blijkt dat ze een verleden heeft als prostituee en dat ze betrokken was bij een gewapende overval. Bovendien heeft ze een drugsverleden. Maar dé koning  van Verhoevens hoofdpersonages is Sebastian uit Hollow Man. Die is op het einde  nog het best te vergelijken met de duivel, hij wordt dan ook terug naar de hel gestuurd.

 

5.1.1.2 Stilistische Vergelijking

 

            Snelle montage

Nog meer gelijkenissen vertonen de Amerikaanse films van Verhoeven op het vlak van de visuele stijl. Eén ding hebben al deze films alvast gemeen: de uiterst vloeiende en snelle montage. Basic Instinct is hierop de enige uitzondering.

 

            Realisme

Nog zo’n stijlkenmerk dat steeds weer terugkomt is het realisme. Vertellen is tonen luidt het adagium van Verhoeven. Dat tonen verwijst zowel naar geweld als seksualiteit en is als dusdanig zonder uitzondering in elke film aanwezig. Op de vraag waarom Verhoeven zo’n drang heeft naar realisme antwoordde hij ooit het volgende: “I love realism, it’s a Dutch heritage -16th century Dutch painting was the most realistic in the world- but it’s nice to dream sometimes”[169].

 

            Contrasten

Een derde algemeen stijlkenmerk is de contrastwerking. Met uitzondering van Hollow Man verwerkt Paul  Verhoeven graag enkele kleurrijke tegenstellingen of grapjes in zijn films. In Starship Troopers is er daarnaast sprake van een meer narratief contrast. Verhoeven zet in die film het eerste deel, waar  Johnny Rico en zijn vrienden nog ‘high school’ studenten zijn, scherp tegenover het tweede deel waar ze zich moeten weten te redden in een oorlogssituatie.

 

            Comic book stijl & gelaagdheid

Verder zijn er nog stijlkenmerken die maar in enkele films te zien zijn. De zogenaamde ‘comic book’ stijl is zo enkel maar te zien in RoboCop en Starship Troopers. Het gaat erom effecten op te blazen tot op het randje van het geloofwaardige, zonder daarbij in te boeten aan het ‘Verhoeviaans’ realisme. Hiervan zijn ook enkele voorbeelden terug te vinden in Total Recall, zoals op het einde als Quaid de reactor heeft gestart. Hij wordt door de onderdruk naar buiten gezogen, samen met Melina, en hun hoofden zwellen op omdat ze zich nog in een vacuüm bevinden. Hun hoofden dreigen te ontploffen als ballonnen, die te hard zijn opgeblazen.

            Basic Instinct en Total Recall hebben dan weer die stijl van misleiding en gelaagdheid gemeen. In beide films wordt de kijker voortdurend op het verkeerde been gezet. In Total Recall is de twijfel of het nu droom of werkelijkheid is, nooit ver weg. Elementen als videoboodschappen van Hauser en een man van Rekall Inc. die opeens doodleuk komt vertellen dat Quaid maar droomt, voeden alleen maar die twijfel. In Basic Instinct verandert de moordverdachte een aantal keer van naam. De kijker neemt de twijfel van Nick over tussen Catherine en Beth gewoon over. Het einde geeft hier evenwel uitsluitsel.

 

            Subversiviteit

Een laatste overeenkomstig stijlelement is het subversieve. In Basic Instinct verbreekt Verhoeven de ongeschreven regels van Hollywood door de kijker zich te laten identificeren met een agent die al een aantal misstappen heeft begaan en die ook nu nog niet erg sympathiek overkomt. Wat meer is, de film wordt beheerst en gecontroleerd door een diabolische vrouw. Niemand lijkt macht over haar te hebben en zeker geen mannen. Een machtige vrouw dus, en dat is vrij ongewoon in Hollywood. Niet iedereen is het met Verhoeven eens als hij Basic Instinct tot zijn subversieve films rekent. Jan Verheyen, Belgisch cineast van onder meer Alles Moet Weg (1996) en Team Spirit (2000) en notoir Verhoeven-kenner, vindt dat Basic Instinct niet meer is dan een genreoefening. Het argument van de sterke vrouw in de film veegt hij van tafel door te verwijzen naar de films van Joan Crawford in de jaren vijftig[170].Ook Hollow Man is erg subversief. Verhoeven speelt daar zelfs met de voeten van de kijker. Eerst laat hij de kijker zich identificeren met de hoofdrolspeler en als dat gebeurd is wordt die opeens een verkrachter en een moordenaar. Ook dit is not done in Hollywood. Een laatste ‘subversieve’ film is Starship Troopers,  niet omwille van de personages maar omdat de film zich doodleuk afspeelt in een totalitaire, fascistische wereld. Wat erger is de personages spreken geen Duits, zoals dat gewoonlijk het geval is, maar Engels. Daarnaast is Starship Troopers net als RoboCop en in mindere mate Total Recall subversief omwille van de soms scherpe satire op de Amerikaanse samenleving en politiek. Daarmee past ook Verhoevens ruimteoorlogsfilm in het geschetste postmodern kader van intertekstualiteit en ironie.

 

5.1.2 Vergelijking met de Nederlandse periode

 

Na het vorige hoofdstuk wordt al min of meer duidelijk welke verschillen en overeenkomsten er zijn tussen de Amerikaanse en Nederlandse films van Verhoeven.

 

Er zijn duidelijke verschillen aan te wijzen. Die zijn zowel van structurele, thematische, stilistische als persoonlijke aard.

            Dat bijvoorbeeld Verhoeven in de VS veel grotere budgetten voorhanden had dan in Nederland is zo’n structureel verschil. Een ander ligt in de manier van film maken. Terwijl hij in Nederland naar een politiek gekleurd en dogmatisch Productiefonds moest gaan om geld te bedelen voor zijn film, was dat in de VS niet het geval[171]. Zijn film werd nog wel gewikt en gewogen bij de MPAA, met de nodige verplichte aanpassingen soms, maar dan was de film al gemaakt.

            Op persoonlijk vlak is het een verschil van leeftijd, wijsheid en vooral ervaring. Het is duidelijk dat de regisseur door de jaren heen gegroeid is, in die zin dat hij beter en beter met zijn acteurs om kon gaan. Terwijl hij ze in Holland geregeld de huid volschold, pakte hij ze in de VS meer psychologisch aan, door met hen te praten. De rol van zijn vrouw Martine, die psychologe is, mag in dat aspect zeker niet miskend worden.

            Op thematisch vlak valt op dat Verhoeven in de VS graag maatschappijkritiek geeft in de vorm van satire. Sociale schetsen, en vooral religie zijn dan weer voornamelijk Nederlandse thema’s. Daarenboven draaide Verhoeven in Nederland voornamelijk films gebaseerd op de realiteit, zoals de autobiografische romans van Neel Doff, Erik Hazelhoff Roelfzema, Jan Wolkers en Gerard Reve (Shea & Jennings, 1993, p. 11). In Hollywood waren het altijd verhalen van scripts zoals die van Eszterhas  en Neumeier of boeken over een fictief onderwerp zoals die van Philip K. Dick en Robert Heinlein.

            Ten slotte zijn er stilistische verschillen. Hierbij valt vooral op hoe Verhoeven in de VS zijn Nederlandse symboliek en metaforen inruilt voor special effects. Daarbij is ook de ‘comic book’ stijl van Starship Troopers en RoboCop een exclusieve Amerikaanse aangelegenheid. Een laatste verschil in stijl is dat het fragmentarisme, dat heel wat van zijn Nederlandse films kenmerkt, meer en meer verandert in een coherent narratief. Een evolutie die vooral na Flesh+Blood begint zichtbaar te worden. Het is niet duidelijk of dit verschil iets te maken heeft met de regisseur zelf of met het studiosysteem.

 

            Thema’s

Toch overtreffen de overeenkomsten de verschillen. De thema’s alleen al maken dat duidelijk Dood, fascisme en andere duistere kanten van de mens, opportunisme en egocentrisme en niet te vergeten seksualiteit komen in heel wat films voor, zowel in Nederland als in de VS.

            De dood, en de angst ervoor, komt als thema achtereenvolgens voor in Turks Fruit, Soldaat van Oranje, Spetters, De Vierde Man, Flesh+Blood en Basic Instinct. Fascisme zelf kwam slechts voor in Soldaat van Oranje en Starship Troopers. Maar mensen met fascistische trekken en andere duistere eigenschappen zaten in heel wat meer films: de pestende Erik in Turks Fruit, Eef die mensen berooft in Spetters, zowat alle personages in Flesh+Blood, de corrupte Vilos Cohaagen in Total Recall, de alcoholicus  en druggebruiker Nick Curran in Basic Instinct, de ongemeen ambitieuze Nomi in Showgirls en ten slotte de duivelfiguur Sebastian in Hollow Man. Opportunisme en egocentrisme zijn ook zowat aanwezig in elke film. Wat betreft opportunisme is Fientje uit Spetters het beste voorbeeld en het meest egocentrische karakter is opnieuw Sebastian van Hollow Man. Over seksualiteit hoeft nauwelijks gesproken te worden. In zowat elke film komt dit aan bod. Hierbij zijn er voor Verhoeven geen taboes. Hij laat in de scènes graag alles zien en behandelt zowel homo- als heteroseksualiteit, meestal zelfs in één film. Denk maar aan Basic Instinct en De Vierde Man. Tenslotte is er nog het thema vrijheid. Dat was van bij het begin in Wat Zien ik erbij tot aan Spetters. In Total Recall (de vrijheidsstrijd van de rebellen) en Starship Troopers (de bugs strijden wel degelijk voor vrijheid) was het thema er opnieuw.

 

            Stijl

Ook wat betreft stijl zijn er heel wat overeenkomsten. Het meest opvallend is de snelle montage die ongeveer elke film van Verhoeven kenmerkt. Enkel Basic Instinct valt hier niet onder. Verhoeven en de Bont kozen voor een trage montage als hommage aan de klassieke grootmeesters Welles en vooral Hitchcock. Ook De Vierde Man is naar de normen van Verhoeven wat aan de trage kant. Bij de bespreking  van Keetje Tippel werd ook gesproken van een trager tempo maar dat was in vergelijking met Wat Zien ik en Turks Fruit. De overige elf films zijn wel degelijk a tempo. Dat geeft de film enerzijds zijn dynamiek en anderzijds gebruikte Verhoeven het montagetempo, vooral dan in Nederland, om de wat fragmentarische opbouw te verdoezelen.

            Naast het snelle montagewerk is ook het realisme in Verhoevens oeuvre een constante geworden. In het tonen van seksualiteit en geweld wilde Verhoeven de kijker niets onthouden. Zoals al aangegeven slaat dat volgens Verhoeven terug op het realisme van de 16de eeuwse  schilderkunst. Enkel Verhoevens eerste film, een komedie, ontbeert dat realisme.

            Verhoeven is daarnaast graag met humoristische contrasten blijven werken, zijn voorlopig laatste film, Hollow Man, uitgezonderd. Die contrasten  hebben de functie het verhaal wat te verlichten. Het is daarnaast ook een aanduiding van het relativeringsvermogen van de regisseur ten aanzien van zijn eigen werk.

 

Buiten de stijl en de thematiek is er nog een rode draad doorheen de carrière van Verhoeven. Namelijk de provocatiedrang van de regisseur. Dat uitte zich vooral in de specifieke manier waarop hij zijn thema’s als dood, seksualiteit en religie behandelde en in de stijl waarin hij ze toonde. De controverse die hij teweegbracht was daarentegen niet bewust maar is ontegensprekelijk ten dele toe te schrijven aan zijn provocatiedrang. Ook onbegrip bij een deel van de pers zowel in Amerika als in Nederland droeg bij tot diezelfde controverse.

 

Tot slot is er merkwaardig genoeg één stijlkenmerk en één thema aan te duiden dat telkens precies in één Nederlandse en één Amerikaanse  productie te zien is. Het stijlkenmerk waarvan sprake, is de manier van opbouwen van de films Basic Instinct en De Vierde Man. Die films zijn als een spinnenweb van naar elkaar verwijzende elementen opgebouwd waardoor de structuur tegelijk kristalhelder wordt als verblindend werkt.

            Het thema in kwestie is ‘volwassen worden’. Dat kwam voor het eerst op de proppen in Spetters en keerde later terug in Starship Troopers. De manier waarop het volwassen worden gebeurt, is in beide films identiek: hard en plots.

 

 

5.2 Paul Verhoeven, een auteur, herbekeken

 

Net als in Nederland maakt ook Verhoeven aan de andere kant van de Atlantische oceaan zijn films niet alleen. Integendeel, de grote studio’s in Hollywood beschouwen de regisseur uiteindelijk ook maar als een deeltje van het raderwerk.

            Bewijs hiervan is dat Verhoeven bij de Amerikaanse films er meestal pas bij gehaald werd nadat het script al volledig af was en door de studio goedgekeurd. Er moet wel aan toegevoegd worden dat hij bijna altijd nog zijn zeg mocht doen over het script en er zelfs wijzigingen in aanbrengen. Hollow Man vormt hier echter een uitzondering op omdat Verhoeven pas erg laat in het project werd betrokken, zodat er geen tijd meer was om het script nog veel aan te passen: “Ik heb dus dat scenario van Marlowe gewoon verfilmd.Ik heb eigenlijk niets veranderd of omgebogen”[172].

            Daarbij komt nog dat Verhoeven enkele grote science fiction films heeft gemaakt.Hierbij ligt de nadruk op de special effects. Mensen zoals Phil Tippett, Rob Bottin en  Scott Anderson hebben met hun visuele effecten mee bepaald hoe Total Recall, RoboCop en Starship Troopers er zouden uitzien. Verder is er in Hollywood niet één producer zoals in Nederland maar is er een heel team van producers. Zo zijn er bij Starship Troopers maar liefst zes producers aan het werk. Het gaat om vier co-producers (Edward Neumeier, Phil Tippett, Frances Doel en Stacy Lumbrezer) en twee producers (Jon Davison en Alan Marshall)[173]. Ook zij hebben hun invloed op de film gehad, meestal zelfs vooraleer de regisseur erbij werd gehaald. Tot slot gaat er, zoals in de tekst el enkele keren is aangegeven, redelijk wat invloed uit van de cameraman. Buiten Basic Instinct was dat altijd Jost Vacano. De vergelijking met Basic Instinct, waar Jan de Bont het camerawerk deed, maakt enkele visuele verschillen duidelijk. Bovendien is in de tekst ook verteld dat Verhoeven veel met zijn cameraman overlegt.

           Het is duidelijk dat ook hier de  definitie van auteurschap volgens Bordwell en Thompson, waarvan sprake in punt 3.2, niet van toepassing is. Die luidt immers als volgt: The presumed or actual “author” of a film, usually identified as the director  (Bordwell & Thompson, 2001, p. 429). Van dit soort auteurschap is het onderwijl duidelijk dat het niet meer van deze tijd is. Dat was al langer zo in Hollywood maar ook in Nederland is de regisseur al lang niet meer het ‘manusje van alles’.

 

Om uit deze impasse te geraken wordt best teruggegrepen naar het al eerder besproken artikel van Stephen Crofts (zie 3.2). Die had het over  ‘auteur-structuralist’, waarbij de criticus onder de ‘oppervlakte’ moet woelen tot de kern van de film om er daar in de stijl en de thematiek motieven terug te vinden die op hun beurt terugkerende patronen vormen (Crofts, p. 89).

 

Meteen wordt evident dat die definitie bruikbaar is bij Verhoeven. Want zoals al in punt 5.1 duidelijk werd is er net als in zijn Nederlandse periode heel wat consistentie terug te vinden, zowel op thematisch als op stilistisch vlak.

            Op thematisch vlak kwam het opportunisme en andere duistere menselijke kantjes naast seksualiteit en maatschappijkritiek erg veel voor. Ook de dood was vaak een thema. Als men de Nederlandse periode erbij haalt, wordt duidelijk dat Verhoeven regelmatig teruggreep naar zijn bekende thema’s. Naast dood, seksualiteit, en opportunisme moet daar eigenlijk nog religie en vrijheid bijkomen. Dat is in Amerika dan wel geen overheersend thema, maar er zijn nog wel voldoende aanwijzingen om het erbij te voegen. Religieuze verwijzingen zaten zowel in Flesh+Blood (de kardinaal en het St. Maartensbeeld), RoboCop (de verrijzenis van Murphy als RoboCop), Basic Instinct (kerk als discotheek) als in Showgirls (het neonbord “Jesus is coming”). Voor vrijheid gelden er verwijzingen naar Total Recall en Starship Troopers.

            Verhoevens Amerikaanse visuele stijl wordt als vanouds gedomineerd door de uiterst vlotte montage. Hij laat net als vroeger een shot nooit langer duren dan narratief nodig is. Daarnaast vormen de humoristische contrasten ook een stilistische rode draad. Ten slotte  is ook het realisme van ‘vertellen is tonen’ vrij algemeen aanwezig. De net opgesomde stilistische kenmerken gelden evenzeer voor de Nederlandse periode. Eén groot verschil evenwel, in de VS gebruikte Verhoeven minder symboliek en metaforen. De imposante en complexe Amerikaanse special effects vullen dat verlies ruimschoots op.

 

Wat ook bijdraagt tot het auteurschap van Verhoeven is de manier waarop hij altijd persoonlijke ervaringen in zijn films weet te verwerken. Daarmee worden gebeurtenissen bedoeld die Verhoeven erg lang heeft meegedragen. Een voorbeeld hiervan zijn zijn ervaringen in de Tweede Wereldoorlog die hij verwerkt heeft in de thema’s oorlog en fascisme en die onder andere in de films Soldaat van Oranje en  Starship Troopers te zien zijn.

            Verder is er zijn persoonlijke interesse in de figuur van Jezus: “Ik pak liever een boek over Jezus dan dat ik naar de film ga” zei Verhoeven nog niet zo lang geleden[174]. Dat gaat terug naar zijn ervaringen met de Pinkstergemeente, in een periode dat hij het heel moeilijk had. Zijn fascinatie voor Jezus vertaalde hij niet alleen op het witte doek in enkele films met religieuze thema’s (Spetters, De Vierde Man en Flesh+Blood) maar ook in het bijwonen van het ‘Jesus Seminar’. Dat ‘Jesus Seminar’ bestaat veelal  uit mensen die iets te maken hebben met religie en die enkele keren per jaar samenkomen om te debatteren over de historische Jezus[175]. Onder hen ook Paul Verhoeven. Zijn vrouw Martine vertelde aan Jan Pieter Hagens in het programma Hoge Bomen, dat Paul Verhoeven  al zestien jaar lang elke morgen anderhalf uur leest over Jezus[176].

            Een laatste voorbeeld van persoonlijke elementen die Verhoeven in zijn films verwerkt is zijn obsessie, zelfs angst, voor de dood. Verhoeven zelf zegt: “Die angst is gebaseerd op vreselijke nachtmerries die ik altijd heb. Die heb ik al mijn leven lang. Ik weet precies wanneer ik die droom voor de eerste keer had. Dat was in het huis van mijn ouders, ik was toen een jaar of achttien”[177].

 

Al deze elementen maken dat Verhoeven volgens Crofts definitie een auteur kan worden genoemd. In Europa zijn ze het met dit standpunt ondertussen eens. In België looft Erik Stockman van Humo de manier waarop Verhoeven zeer persoonlijke films maakt “wat van hem een onversneden auteur maakt, misschien wel de enige die we hebben”[178]. Hans Beerekamp van het Nederlandse NRC Handelsblad noemt Verhoeven “een van de weinige consequente filmauteurs, en de enige die ook een breed publiek weet aan te spreken”[179]. Ook Jan Verheyen die in verband met deze thesis werd geïnterviewd merkt “duidelijk een lijn” in Verhoevens carrière en stipt bovendien aan dat de regisseur “zijn identiteit en persoonlijke inslag altijd heeft weten te bewaren”[180]. De provocateur werd een auteur.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[169] Paul Verhoeven tegen David Ansen, in Newsweek, 20 juli 1987, p. 47.

[170] Jan Verheyen tegen Rob Testelmans, op  27 maart.

[171] Dogmatisch omdat de films die het Productiefonds wilde subsidiëren, sociaal relevant moesten zijn,  entertainment was geen voorwaarde (Shea & Jennings, 1993, p. 7).

[172] Paul Verhoeven tegen Jan Temmerman, in De Morgen, 10 september 2000.

[173] Bron: www.imdb.com

[174] Paul Verhoeven tegen Thijs Broer, in Vrij Nederland, 6 juli 2002, p. 29.

[175] Bron: http://religion.rutgers.edu/jseminar/jsem_b.html, geopend op 2 mei 2003.

[176] Hoge Bomen over Paul Verhoeven, gemaakt door Jan Pieter Hagens voor de AVRO, uitgezonden op 10 maart 2003.

[177] Paul Verhoeven tegen Elizabeth Lockhorn, in Vrij Nederland, 20 juni 1998, p. 37.

[178] Citaat Erik Stockman via e-mail. Zie bijlage

[179] Citaat Hans Beerekamp via e-mail. Zie bijlage

[180] Jan Verheyen tegen Rob Testelmans, op 27 maart 2003.