‘Voltooid verleden tijd?’

De evocatie van het verleden
in het postmodern theater
in België en Nederland, vanaf 1980 tot heden.

 

Ciska Vandendriessche

 

Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte,
voor het behalen van de graad van
Licentiaat in de Geschiedenis.

Academiejaar: 2002-2003

Katholieke Universiteit Leuven

Promotor: Prof. Dr. J. Tollebeek

 

home lijst scripties inhoud volgende  

 

Dankwoord

Proloog

Hoofdstuk 1. Decor en kostuums als metaforen

Hoofdstuk 2. Afstandelijk spel

Hoofdstuk 3. De tekst, tussen eenvoud en hedendaagsheid

Hoofdstuk 4. Een groot abstractie vermogen

Hoofdstuk 5. Ironie, cynisme en humor

Hoofdstuk 6. Universele psychologische elementen

Epiloog: Voltooid verleden tijd? Het postmodern historisch besef als verklaringsmechanisme

Bibliografie

 

 

 

Samenvatting

 

In deze studie stellen we ons de vraag naar de manier waarop het verleden opgevoerd wordt in het postmodern theater dat opgang maakte vanaf de jaren 1980. Met de zogenaamde tachtigersgeneratie, een groep jonge, vernieuwende theatermakers, ontstond een soort theater dat in alle opzichten een breuk betekende met de traditie en alle kenmerken van de postmoderniteit in zich droeg. Over deze beweging in het theater, die zich tot vandaag verder zet, werd al veel gereflecteerd en geschreven. Bij het bestuderen van literatuur over dit postmodern theater drong de vraag naar de plaats van het historisch theater zich op. We vertrokken van de stelling dat het historisch theater problematisch wordt in de postmoderne tijd. Dit uit zich in de eerste plaats door het feit dat minder historische stukken opgevoerd worden. Wanneer die stukken een zeldzame keer toch gespeeld worden, verschilt de enscenering ervan met de opvoering van historische stukken in het traditioneel theater en het met de enscenering van niet-historische stukken in het postmodern theater.

Deze twee indicatoren voor het problematisch karakter van historische stukken in de postmoderne tijd werden naderbij onderzocht. Voor dit onderzoek werden een aantal historische stukken geselecteerd. Het is bij deze selectie dat we merkten dat er weinig historische stukken gespeeld werden. Daarom was het nodig in de loop van deze studie de term ‘historisch’ te nuanceren.

De nadruk werd in deze studie vooral gelegd op de enscenering van die historische stukken. Aan de hand van krantenknipsels en recensies in tijdschriften over de vijf uiteindelijk geselecteerde stukken werden eerst de verschillende elementen van het theater bestudeerd. Hoe zien de kostuums en de decors eruit, hoe acteert men in het postmodern historisch theater en wat gebeurt er met de oorspronkelijke tekst? Bij deze stukken werden enkele gemeenschappelijke uiterlijke kenmerken ontdekt die specifiek voor het historisch theater gelden. Vervolgens werden een drietal gemeenschappelijke, meer intrinsieke kenmerken op en rijtje gezet: het abstracte karakter dat in elk van deze stukken opvalt, de ironie en het benadrukken in die historische stukken van universele psychologische elementen. Deze kenmerken zijn bepalend voor de beschreven uiterlijke kenmerken van het postmodern historisch theater en blijken een mogelijkheidsvoorwaarde te zijn voor het postmodern historisch theater.

Daarop volgt de vraag waarom mechanismen als abstraheren, ironiseren en vooral het universeel maken van de diepere problematiek in deze stukken, nodig zijn in het postmodern theater. Een verklaring hiervoor werd gezocht in het postmodern historisch besef. Immers wanneer het verleden zelf onmogelijk wordt, is het niet vreemd dat verschillende mechanismen nodig zijn om pogingen te ondernemen de brug tussen dat vreemde verleden en het heden op te blazen.

 

home lijst scripties inhoud volgende