Een Standaard in Vlaanderen? Vlaams-Katholieke krant op zoek naar kwaliteit en politieke invloed 1947-1976. (Karel Van Nieuwenhuyse)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

HOOFDSTUK VII

 

MEI 1965 - MAART 1968:

EVOLUTIE NAAR EEN BREED INFORMATIE- EN KWALITEITSBLAD

 

F. DE STANDAARD TEGENOVER EEN AANTAL SOCIAAL-ECONOMISCHE EN MAATSCHAPPELIJKE GROEPEN

 

1. De middenstand en de boeren [122]

 

Tot einde 1967 bleef de Tribune van de middenstand, die in de loop van 1966 eventjes zelfs NCMV-tribune werd gedoopt, verschijnen. Dirk Baeskens, hoofd van de studiedienst van het NCMV, verzorgde de bijdragen. In november - december 1967 verdween de Tribune. Volgens Lode Bostoen mag dit niet worden gezien als een doelbewuste actie van de krant om zuilgebonden verenigingen minder aan bod te laten komen, in het kader van meer pluralisme. Hij geeft er volgende verklaring aan: “Het is niet zo dat wij zelf de Tribune hebben stopgezet. Wij waren weliswaar niet erg opgezet meer met de Tribune - we vonden dat tijdloze dode kopij niet langer paste in het concept dat wij aan de krant wilden geven - maar de stopzetting kwam vanuit het NCMV zelf. Waarschijnlijk was het Dirk Baeskens die om één of andere reden geen Tribunes meer kon schrijven, en niemand zocht of vond om hem op te volgen.”[123] Fons Margot, nationaal secretaris van het NCMV in die periode, kon zich de reden voor het verdwijnen niet herinneren[124].

De contacten met het NCMV, de enige middenstandsorganisatie die in de krant aan bod kwam, bleven uitstekend. Fons Margot getuigt: “Met de krant onderhield het NCMV uitstekende contacten. In De Standaard kwamen wij tenminste aan bod, wat van Het Volk bvb. niet kan gezegd worden. Wanneer die krant over het sociaal overleg schreef, was dat altijd in zwart-wit termen: patronaat tegen vakbonden. Guido Despiegelaere van De Standaard daarentegen had ook oog voor de middenstand die evenzeer op het sociaal overleg aanwezig was. Hij was de enige die dat deed. Pas later werd hij nagevolgd door De Nieuwe Gids en Het Laatste Nieuws.”[125]

Net als die van de middenstand verdween einde 1967 ook de Tribune van de landbouw, die tot dan werd verzorgd door Swinnen en Donceel van de Boerenbond. Lode Bostoen herinnert zich: “Die Tribune verdween door het feit dat de auteurs ervan het niet langer zagen zitten tweewekelijks een Tribune te schrijven. Zij waren hier omwille van hun fysieke gesteldheid niet langer toe in staat. Opnieuw waren wij evenwel blij dat deze kopij verdween.”[126] De rubriek ‘Fruitkweek in Haspengouw’ bleef vooralsnog wel bestaan.

Het verdwijnen van de landbouwtribune had niet tot gevolg dat het contact tussen De Standaard en de Boerenbond verslapte. Integendeel: de Boerenbond was de enige boerenorganisatie die in de berichtgeving werd vermeld (zij het niet zoveel), en met Jan Hinnekens en voorzitter Constant Boon werden goede betrekkingen onderhouden.

 

2. De arbeiders: ACW, ACV en ABVV [127]

 

Na het vertrek van Delafortrie vingen vooral Guido Despiegelaere en Hugo De Ridder de contacten op met de syndicaten. Despiegelaere stelt in dit verband: “Het terrein van de syndicaten met hun onderscheiden terreinen was enorm uitgestrekt. Vanaf 1967 begon ik mij daarin in te werken, maar het duurde wel eventjes vooraleer ik vertrouwensbanden kon leggen. Ik legde mij vooral toe op het sociaal overleg, terwijl Hugo De Ridder, die o.m. met Gust Cool contacten had, eerder de ziekte- en invaliditeitsverzekering en de mutualiteiten volgde.”[128] Een aantal vertegenwoordigers van ACW en ACV, zoals bvb. Gust Cool, werden sporadisch uitgenodigd op een politieke lunch in de Standaard-gebouwen.

De krant bleef op haar standpunt dat stakingen en agitatie beter niet werden georganiseerd. Ze toonde zich integendeel gewonnen voor een constructieve samenwerking tussen regering en vakbonden. De vakbonden moesten de regering een kans geven[129]. Voor de vrouwenstaking in de FN-fabrieken te Herstal bracht de krant nochtans wel sympathie op. Hieraan lagen echter andere redenen ten grondslag: De Standaard, en meer bepaald redactrice Tilly Stuckens (gesteund door de directie), sympathiseerde met de vrouwen die streden voor gelijk loon voor gelijk werk[130].

In de berichtgeving kreeg de bediendenvakbond van het ACV, de LBC, in 1966 kortstondig een eigen LBC-Tribune, die werd ingevuld door de adjunct-secretaris-generaal van de organisatie Staf Van Hecke. Daarnaast verschenen diverse bijdragen van ACV’ers en LBC’ers in de Vrije Tribune. Op 30 oktober 1967 kreeg het ACV in een artikel lof toegezwaaid vanwege De Standaard, die zich positief toonde over de rustige toon die op het voorbije ACV-congres werd aangeslagen. Blijkbaar was het ACV ‘volwassen’ geworden, stelde de krant, die het ACV verkoos boven de contestatievakbond die het ABVV nog steeds was.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[123] Interview Lode Bostoen 7/6/99.

[124] Interview Fons Margot 4/9/99.

[125] Interview Fons Margot 4/9/99. Over het sociaal overleg in de periode 1961-65, zie Luyten, Sociaal-economisch overleg, 181-184.

[126] Interview Lode Bostoen 7/6/99.

[127] Voor het ACW, zie Pasture, “In de welvaartstaat”, 312 e.v.

[128] Interview Guido Despiegelaere 23/11/99.

[129] De Standaard (31 maart en 5 april 1966 en 8 maart 1967).

[130] Op 16 februari 1966 legden de vrouwen, werkzaam in de FN-fabrieken van Herstal het werk neer. Zij namen het niet langer dat ze voor hetzelfde werk gemiddeld 30 % minder loon ontvingen dan hun mannelijke collega’s. Die ongelijke behandeling was nochtans in strijd met het verdrag van Rome door België ondertekend, dat loondiscriminatie verbood. De staking werd voor De Standaard gevolgd door Tilly Stuckens. Zij schreef in positieve zin over de stakingsbeweging, die 79 dagen aanhield, alvorens begin mei 1966 de vrouwen het pleit wonnen. Nadien bleef Tilly Stuckens het inmiddels opgerichte actiecomité ‘gelijk loon voor gelijk werk’ aanmoedigen. De Standaard (o.m. 3 juni 1966). Zie in het algemeen voor Herstal o.m. Van Molle en Gubin, Vrouw en politiek, 47 e.v.