Receptiegeschiedenis van dr. Spock in Vlaanderen (jaren ’50 en ’60). (Anne-Greet Denolf)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

II. Corpus

 

6. Discussiepunten: mythe en permissiviteit

 

6.1. De mythe

 

Creëert de geschiedenis nieuwe mythen? Wordt, door aan dr. Spock het pioniersstatuut toe te kennen, niet de mythe “dr. Spock” gecreëerd?

Als we gelauwerd worden met wetenschappelijke prijzen of onderscheidingen en opgenomen worden in prestigieuze tijdschriften als standaard nemen, komt Spock daar maar bedroevend uit: hij schrijft voor populaire vrouwenblaadjes, werkt mee aan TV-programma’s en krijgt weinig of geen erkenning van zijn collega-wetenschappers, in hoofdzaak door zijn gebrek aan wetenschappelijk ondersteunde methodiek en door zijn gebrek aan academische publicaties. Daaruit kunnen we volgens mij afleiden dat hij veeleer een populistische modegril is, een symbool dat inspeelt op de veranderende behoefte van de nieuwe tijden. Toch is hij ook meer dan dat: ouders gebruiken zijn boek omdat het echt goed is. Het boek begeleidt de ouders immers op een gemakkelijke en relatief goedkope wijze in het nieuwe lossere opvoedingsconcept en lost daarenboven alle mogelijke medische vragen op. Ouders weten zich daarbij sterk gesteund in hun zoektocht naar het contesteren van de rigiditeitssystemen (van de invloedrijke Daels).

Zeker is dat door de enorme hype een mythe ontstaat. Ze wordt in het bijzonder gedragen door de mensen zelf, in hun gesprekken met anderen. Naar mijn mening is de mythe van dr. Spock later geconstrueerd: in het discours van de tijdschriften van de jaren ’50 en ’60, vind ik immers geen sloganeske taal terug. De ouders daarentegen hanteren wel sloganesk jargon: van goeroe tot de Bijbel. Hoogstwaarschijnlijk echter namen zij dat discours precies over van de latere persberichten over Spock en zijn boek (vanaf jaren ’70). Het verdient nader onderzoek, maar mijns inziens draagt aanvankelijk de mondelinge en later de schriftelijke overlevering via de media in grote mate bij tot de “heroïsering” van Spock.

 

Mythes laten zich moeilijk uitroeien, zeker deze. Want vele Vlaamse ouders beschouwen hem als een echte steun, ze geloven echt in hem. Als dat geloof bruusk ontnomen wordt na “bekentenissen” van de kinderen Spock over de minder fraaie kanten van hun vader, veroorzaakt dit een schok. Het artikel in Het Nieuwsblad kan niet duidelijker zijn[376]:

“Alweer een mythe naar de vergeethoek. Dr. Benjamin Spock, dé opvoedingsgoeroe van deze eeuw –zijn boeken over hoe je je kinderen moet opvoeden zijn even beroemd als ‘Ons Kookboek’ van de Boerinnenbond– behandelde zijn eigen kinderen niet volgens de aanbevelingen die hij aan miljoenen lezers deed. … Met hun uitspraken maken de twee kinderen Spock een einde aan de mythe van het volmaakte huishouden van de arts die vijftig jaar geleden zijn opvoedkundige “Bijbel” schreef. …”

Dat veel ouders geschokt waren door de openbaring dat Spock zijn eigen kinderen emotioneel “verwaarloosde”, bewijst volgens mij dat de grote man niet met zijn mythe samenviel. De ontgoocheling was groot toen bleek dat Spock niet opkon tegen zijn mythe, de kwaliteiten die mensen hem toeschreven. Van hem werd verlangd dat hij zich naar een bepaald ideaalbeeld zou gedragen.

Toch praat men over Spock nog steeds in termen van goeroe, pater familias, etc. Voor velen is Spock nog altijd de redder in nood. Het bewijs dat de mythe nog (lang?) niet is uitgeroeid, is het commercieel succes van de laatste druk (2001) en ook de actuele uitleencijfers van bibliotheken. Veel ouders zien nog altijd de positieve aspecten van zijn boek en nemen er graag de turbulenties van Spock’s persoonlijk leven bij.

 

6.2. Vermeende permissiviteit

 

Van Dale[377]:

 

Permissief: (uit gemakzucht) (te) veel vrijheden toestaand

Permissive society: maatschappij, samenleving waarin (al te) veel getolereerd wordt (vooral in seksueel opzicht)

Permissiviteit: het uit gemakzucht toestaan van (al te) veel vrijheden.

 

Een andere hardnekkige mythe, die ook moeilijk te weerleggen is, is het eventuele feit dat hij zijn permissieve theorie zou herroepen hebben op het eind van de jaren ‘70. Er is een hele discussie aan de gang in verband met permissiviteit. Is zijn theorie nu wel of niet permissief?

In zijn boek van 1989 legt hij uit dat hij misbegrepen is[378]: zijn fundamentele overtuiging is nooit veranderd, hij paste alleen maar aan de tijd aan. Zijn idee achter de opvoeding (en dus zijn wereldbeeld) blijft een democratisch leiderschap dat sociale vaardigheden en zelfdiscipline cultiveert. Deze visie accepteert geen laissez faire-houding. Sinds 1968 is Spock belaagd door mensen die zeggen dat hij een tolerante, toegeeflijke manier van opvoeden verkondigt. Anderen hebben op het eind van de jaren ‘70 gezegd dat hij die permissiviteit heeft ingetrokken en streng is geworden. Op het eind van de jaren ‘70 verscheen er immers een rapport waaruit, ten onrechte, werd afgeleid dat Spock zijn theorie had herroepen[379]. Het rapport, dat niet nader bepaald wordt, citeert een tekst die Spock had geschreven (evenmin niet nader bepaald), waarin hij zes verschillende redenen noemt waarom sommige ouders ervoor terugdeinzen hun kinderen stevig aan te pakken. In dat rapport wordt slechts één reden aangehaald: deskundigen (waaronder Spock zelf) die advies aan ouders geven, wekken bij ouders met weinig zelfvertrouwen de indruk dat alleen de deskundige weet hoe kinderen goed moeten worden opgevoed. De kop van het persbericht over het rapport luidde: “Waarom zijn er zoveel ondeugende kinderen? Dr. Spock geeft de deskundigen de schuld.” Iedereen die ervan overtuigd was dat Spock toegeeflijk was, interpreteerde het persbericht als zou Spock zijn toegeeflijke filosofie de rug toegekeerd hebben, omdat die verwende kinderen voortbracht. Dit persbericht was dus manifest fout. Maar het is bijzonder moeilijk om een onjuist bericht te ontzenuwen.

Wanneer “toegeeflijk” betekent dat je kinderen toestaat om te zeggen en te doen wat ze willen, heeft Spock er nooit zo’n ideeën op nagehouden. Kinderen moeten geleid worden, firm but gentle. Het boek verkondigt geen toegeeflijke houding, integendeel, ouders moeten hun kinderen met sterke hand leiden en van hun kinderen verwachten dat ze behulpzaam en beleefd zijn.

 

De Swaan[380] merkt op dat er in de afgelopen honderd jaar in de gevoelshouding binnen mensen en in de omgangshouding tussen mensen een verschuiving is opgetreden van een bevelshuishouding naar een onderhandelingshuishouding. Kernwoorden zijn “onderling overleg” en “wederzijdse toestemming”. Voor kinderen betekent dit concreet dat het geweld op hen is afgenomen, dat ze minder worden uitgescholden, dat er meer naar hen wordt geluisterd, dat de lichaamshygiëne is toegenomen, dat de orale lustbeleving is verminderd (bijvoorbeeld snoepen) en de slaaptijden meer geregeld én dat er meer ruimte is voor kinderlijke seksualiteit. Spock past dus zeker in deze evolutie.

 

Het staat vast dat dr. Spock veel meer ‘permissief’ is dan de behavioristen die voor hem kwamen[381]. Hij bevrijdt de moeders van de vaste voedings- en slaapschema’s. Hij adviseert dat liefdevolle affectie de plaats moet innemen van de Watsoniaanse handdruk[382]. Hij gelooft dat moeders het kind moeten laten doen in plaats van van hen een volwassen houding te verwachten. Maar dit is gewoon een weergave van een evolutie in de maatschappij:

Met Grant[383] ga ik akkoord dat het enigszins fout is, zijn theorie ‘permissief’ te noemen. Dr. Spock is immers altijd een voorstander van vastberaden en consistente discipline geweest. Wel kan zijn visie child-centered worden genoemd: de ouders moeten hun opvoedingsmethode aanpassen aan de natuur en aard van het kind. Als moeders dit onder de knie hebben, zegt dr. Spock, dan zullen ze hun doel bereiken door middel van coöperatie en manipulatie, veeleer dan door traditionele autoritaire discipline. Precies om die reden legt hij zo de nadruk op de specifieke ontwikkelingsfasen bij het kind. Evenzeer ligt een grote druk op de moeder, die ongelooflijk veel tijd moet besteden aan haar kind en er intensief moet mee bezig zijn.

 

Spock zegt zelf dat hij niet de oorzaak was van de veranderingen in de opvoeding[384]: in de 20ste eeuw kwam gewoon het besef dat kinderen een sterke innerlijke drijfveer hebben om zich volledig te ontwikkelen en dat het mogelijk is hen op te voeden met de nadruk op wederzijds respect in plaats van op correctie en straf. Dit heeft bij de ouders drie verschillende reacties teweeggebracht:

Sommige ouders aanvaarden deze filosofie en behandelen hun kinderen vriendelijker en met meer vertrouwen, gebaseerd op wederzijds respect. Deze benadering vormt kinderen die behulpzaam, soepel, beleefd en hartelijk zijn.

De tweede groep ouders, vol schuldgevoelens, verheffen hun kinderen boven zichzelf. Zij zijn er zich van bewust dat hun deskundigheid tekort schiet en trekken het zich aan dat kinderen in het verleden werden mishandeld. Deze ouders nemen een te toegeeflijke houding aan: ze hebben de neiging om heel wat van hun kinderen te incasseren, ook grofheid en gebrek aan medewerking. Deze kinderen kunnen heel goed redetwisten en eisen stellen, maar zijn allesbehalve beleefd en behulpzaam.

Een derde groep ouders steigert bij de gedachte dat je een kind met liefde en vertrouwen moet opvoeden. Kinderen worden volgens hen lui, vernielzuchtig en slecht als ze niet voortdurend op het rechte spoor worden gehouden door waarschuwingen en straffen. Deze benadering vormt kinderen die ofwel agressief, ofwel te bescheiden zijn. Ze zijn ook minder hartelijk en soepel dan het gemiddelde kind.

Spock zelf is vóór de eerste houding, een houding van wederzijds respect. Kinderen hebben heel veel toezicht en duidelijke leiding nodig. Beleefd zijn, speelgoed opruimen, zijn kamer opruimen: het kind moet deze verplichtingen nakomen om deel uit te maken van het gezin. Van de ouders wordt hierbij heel veel geduld verwacht en er moet rekening worden gehouden met de leeftijd en de vaardigheden van het kind.

 

In de eerste uitgaven van Baby- en kleuterverzorging vermijdt Spock om zijn afkeuring over lijfstraffen uit te spreken[385]. Hij zegt enkel dat hij ze niet nodig vindt. Ten eerste omdat hij het vervelend voor ouders vindt, wanneer een deskundige lijkt te pretenderen dat hij het beter weet dan zij. Vreemd, want zijn boek staat toch bol met zo’n tips?! Ten tweede leren lijfstraffen dat de macht het gelijk aan zijn kant heeft. Spock baseert zich zoveel mogelijk op liefde en op praten met kinderen. Straffen kan enkel op een manier dat het kind meer verantwoordelijkheid krijgt. Kort samengevat, Spock denkt dat straffen, dreigementen en consequentheid, kwesties waarover veel ouders zich zorgen maken, allemaal punten van secundair belang zijn. Zolang ouders en kinderen van elkaar houden en elkaar respecteren, komt de rest grotendeels vanzelf[386].

Het is begrijpelijk dat deze idee overkomt als zijnde permissief en zeker zo kan worden gecultiveerd in handen van reeds losse en onzekere ouders. De vage tips bevorderen de onzekerheid bij ouders. Hoe je het concreet moet aanpakken, weet je niet. Daarom gebruiken ook een meerderheid van ouders hun eigen opvoedingsprincipes en niet die uit het boek, reden: die zijn te los (zeker, want: te vaag).

 

De geïnterviewde kinderartsen zeggen dat zij Spock niet aanbevolen, omdat zijn opvoedingstips veel te laks en permissief waren. Dit moeten we kritisch analyseren, zie bijvoorbeeld dr. Van Heule[387]: hij las het boek nadat een collega had gezegd dat het een slecht boek was: de opvoedingstips waren veel te los. Waarschijnlijk aanvaarde dr. Van Heule deze visie en vormde hij zo zijn opinie over Spock. Bovendien is hem de discussie van de jaren ’70 ter ore gekomen en onthield hij wat hij wilde onthouden (wishful thinking): Spock is permissief! Hier treedt dus een complex probleem op in verband met de werking van het geheugen: veel gaat verloren (na vijftig jaar) en het collectief geheugen wordt gevormd door overlevering via de media.

Anderzijds merken wij bij de ouders van die periode (voornamelijk jaren ‘60), de expliciete boodschap: Spock is niet permissief. Velen waren bereid mee te werken aan mijn onderzoek, precies om wat tegenwicht te geven aan de kritische geluiden tegen Spock de jongste jaren.

 

Blijkbaar krijgt permissiviteit en lakse opvoeding bij iedereen een andere invulling, afhankelijk van persoonlijke morele oordelen.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[376] “Aparte kantjes van bekende wereldburgers: opvoedingsgoeroe dr. Spock slechte vader”, Het Nieuwsblad, 9 juni 1997.

[377]Van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse taal, Antwerpen, Van Dale lexicografie, 1995, p. 2263.

[378] SPOCK (B.), Dr. Spock over ouderschap. Ouderschap als inspirerende opgave, Ede, Z&K, 1989, pp. 135-140.

[379] SPOCK (B.), Op. Cit., p. 136.

[380] DE SWAAN (A.), “Kinderen in de verschuiving van bevelshuishouding naar onderhandelingshuishouding”, Tijdschrift voor orthopedagogiek, 1980, 19, 3, pp. 153-165.

[381] HAYS (S.), Op. Cit., p. 49.

[382] Ut supra.

[383] GRANT (J.), Op. Cit., p. 222.

[384] SPOCK (B.), Op. Cit., pp. 137-138.

[385] SPOCK (B.), Op. Cit., p. 141.

[386] SPOCK (B.), Op. Cit., p. 143.

[387] Interview dr. Van Heule, 5/12/2001.