Voedselconsumptie te Brugge in de Middeleeuwen (1280-1470): casestudy van het Sint-Janshospitaal en het hospitaal van de Potterie. (Sigrid Dehaeck)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

DEEL IV: KWALITATIEVE VERGELIJKING VAN VOEDSELCONSUMPTIE IN HOSPITAALINSTELLINGEN EN KRIJGSTOCHTEN

 

I.   KREGEN ZIEKEN EN PERSONEEL VAN HOSPITAALINSTELLINGEN DEZELFDE VOEDINGSMIDDELEN?

 

Welke voeding kregen de zieken en welke voeding kreeg het personeel ? Deze vraag kan enkel voor het Sint-Janshospitaal beantwoord worden.

       Het reglement van het Sint-Janshospitaal van het jaar 1188 bepaalde dat armen en zieken dezelfde maaltijden moesten krijgen als de broeders en zusters. De zwaar zieken moesten in die mate van het mogelijke krijgen waaraan ze behoefte hadden of waarin ze zin hadden[1].

       Uit de rekeningen bleek dat deze regel niet werd genegeerd[2]. Vanaf 1332 stonden er sporadisch vermeldingen over de consumenten van de aangekochte voedingsmiddelen en uit deze vermeldingen bleek dat zowel de zieken als de kloosterlingen wijn, mede, eieren, melk, vis, vlees, enz. kregen. Geen enkel voedingsmiddel bleek uitsluitend bestemd te zijn voor één van beide partijen.

       Hoewel uit de rekeningen bleek dat de zieken en het personeel dezelfde voedingsmiddelen kregen, kon het zijn dat de bereiding van deze voedingsmiddelen en de hoeveelheden die werden uitgedeeld verschillend waren bij de zieken en het personeel. Het is echter onmogelijk dergelijke verschillen op basis van het bestudeerde bronnenmateriaal te achterhalen.

 

II   ONDERZOEK NAAR VOEDING IN KRIJGSTOCHTEN: SOLDATEN EN SCHEPENEN

Om het onderzoek naar voedselconsumptie in de Middeleeuwen nog enigszins uit te breiden, werden de rekeningen van Brugge onderzocht. Dit onderzoek leverde interessant materiaal op over de voedselconsumptie in krijgstochten. De stad betaalde namelijk de uitgaven aan voedsel gedurende deze krijgstochten.

We hebben twee interessante krijgstochten geselecteerd. Er waren er meer, maar aangezien de voedselconsumptie in de meeste krijgstochten zeer gelijkend was, heb ik er naar mijn mening de twee meest dankbare uitgenomen.

 

II.1.   Krijgstocht van 1310-1311

 

De eerste krijgstocht werd als volgt in de rekeningen beschreven: ‘huutygheven ter herevaerd als men voer up Henegauwen tot Tiripond’. Deze krijgstocht vond plaats in het jaar 1310-1311. Het is opvallend dat alle voedingsmiddelen die aangekocht werden voor deze krijgstocht, bestemd waren voor de schepenen ‘int here’. Het feit dat over de voedselbevoorrading van de soldaten geen sprake was, wijst erop dat de uitgaven voor de krijgstocht niet volledig waren opgenomen in de rekeningen van Brugge. Mogelijk werden deze uitgaven in aparte rekeningen genoteerd die vandaag de dag niet meer bestaan.

Het gemiddeld hoofdelijk verbruik kan onmogelijk berekend worden omdat noch de duur van de krijgstocht, nog het aantal schepenen dat in de ‘here’ verbleef gekend is. We weten dus enkel welke soorten voedingsmiddelen door de schepen geconsumeerd werden in 1310-1311 en hoeveel geld daaraan gespendeerd werd. Bij sommige voedingsmiddelen werden ook hoeveelheden vermeld. In de volgende tabel worden de gegevens systematisch voorgesteld.

 

TABEL: Krijgstocht van 1310-1311: ‘huutygheven ter herevaerd als men voer up Henegauwen tot Tiripond’. Alle voedingsmiddelen zijn bestemd voor de schepenen die ‘int here’ zijn.

 

Voedselsoort

aantal

eenheid

Totale prijs in Gr.Vl.

Azijn

20

stoop

33

Azijn

10

stoop

17

Bier

2

ton

43

Brood

 

 

120

Brood

 

 

116

Brood

 

 

292

Brood

 

 

116

Erwten

1

viert

30

gevogelte: ganzen

10

 

54

gevogelte: kippen

20

 

44

Kaas

4

bollen ?

51

Kaas

0,5

wagen

85

Kruiden

 

 

251

Look+ui

 

 

8

Mosterd

14

stoop

28

runderen: vlecken

8

 

303

runderen: vlecken

12

 

455

Schapen

2

 

77

Schotse zalm

25

 

520

Schotse zalm

20

 

360

Twee vaten witte wijn en één vat rode wijn

3

Vat

1967

Wijn van Gascogne

1

Vat

487

Zout

1

Viert

10

 

Welke kwalitatieve gelijkenissen  en verschillen waren er tussen de voedselconsumptie van de schepenen en de voedselconsumptie in de hospitaalinstellingen? De schepenen aten net zoals de gasten van Sint-Jan en de Potterie brood, dronken bier en wijn, aten vis, erwten, look, ui , kruiden, azijn en zout. Op het onderstaande cirkeldiagram worden de verhoudingen tussen uitgaven aan de verschillende voedingmiddelen grafisch voorgesteld. Er werd duidelijk meer uitgegeven aan kruiden en wijn dan in het Sint-Janshospitaal. De uitgaven aan graan daarentegen waren in verhouding tot de andere producten minder dan in Sint-Jan. Verder kan vastgesteld worden dat de uitgaven aan wijn, vlees en vis in deze krijgstocht 77 % van de totale uitgaven in beslag namen. Aan bier, kaas, azijn en groenten daarentegen werd zeer weinig uitgegeven.

Wanneer rekening gehouden wordt met de eenheidsprijs van wijn (487 à 500 groten Vlaams/vat) en vis (18 à 21 groten Vlaams/ zalm) kunnen de grote uitgaven aan deze producten gerelativeerd worden. De schepenen konden zich blijkbaar dure wijn en vis permitteren. Juist om de hoge prijs van de vis en de wijn te verantwoorden, werd de herkomst van de vis en de wijn – en daarbij ook de kwaliteit - in de stadsrekeningen vermeld. Het bier daarentegen was niet zo duur (21 groten Vlaams/ton). Waarschijnlijk was het lokaal gebrouwen bier.

Verder is het opvallend dat veel kippen en ganzen geconsumeerd werden door de schepenen. Gevogelte werd in Sint-Jan en de Potterie daarentegen zeer weinig geconsumeerd.

Aan kruiden werd ook zeer veel uitgegeven. Waarschijnlijk gaat het hier om uitheemse specerijen. De kruiden werden niet bij naam genoemd en eenheidsprijzen werden ook niet vermeld.

Ik denk dat op basis van deze gegevens kan besloten worden dat de schepenen van de stad Brugge duurder voedsel consumeerden dan de gasten van de onderzochte hospitaalinstellingen. Vooral gevogelte, Schotse zalm, dure wijn en kruiden kunnen als elitaire voedingsmiddelen beschouwd worden.

 

GRAFIEK: Verhoudingen van uitgaven aan verschillende voedselproducten, bestemd voor de schepenen van de stad Brugge tijdens de krijgstocht van 1316-1317 in groten Vlaams

 

 

 

II.2.   Krijgstocht van 1316-1317

 

In het hoofdstuk over de beschrijving van de bronnen werd de rekening van deze krijgstocht reeds beschreven. Twee uittreksel uit deze rekening zullen nu behandeld worden. Het eerste uittreksel bevat de uitgaven aan graan en brood voor de ‘achterste vlote’. De uitgaven aan het bakken van brood werden niet in de tabel opgenomen. Het brood werd gebakken door verschillende bakkers voor ongeveer 5 groten Vlaams per 1.5 hoet meel.

 

Tabel: Krijgstocht van 1316-1317: ‘Dit es huut ghegheven vanden achterste vlote te ghereedene ende hute te lecghene ter zee jeghen de viande. Hute ghegheven van corne ende van mele bi Wouter Danwilde ende Meuse den Graven waen of zi ons over hebben ghegheven in enen brief de percheelen die hier naer bescreven staen.’

 

Voedselsoort

aangekochte hoeveelheid

Totale prijs in Gr. Vl,

witbrood en tarwebrood

3 hoet

260

meel

11 zakken

911

meel

9 zakken

860

meel

4 hoet en 4 vaten

436

meel

4 hoet en 1vat

328

meel

5 hoet en 2 vaten

336

meel

5 hoet en 1 vat

325

meel

1,4 hoet

99

rogge

58 hoet

3315

rogge

25 hoet

1417

roggemeel

1,5 hoet

85

roggemeel

2 hoet

107

roggemeel

2 hoet

111

roggemeel

0,3 hoet

20

roggemeel

0,3 hoet

20

roggemeel

1,4 hoet

122

roggemeel

6 hoet

521

roggemeel

1 hoet

83

roggemeel

1,5 hoet

122

tarwe+rogge

22 en 3 zakken

2839

 

Zoals eerder geschreven in het hoofdstuk ‘Granen’, valt het op dat vooral roggemeel en rogge voor de soldaten werden aangekocht. Tarwe was echter niet uitgesloten: er werden 22 zakken tarwe gekocht en 3 hoet meel voor tarwebrood en witbrood. ‘Meel’ kan zowel roggemeel als tarwemeel zijn.

Het tweede uittreksel uit de rekening van de krijgsvloot van 1316-1317 zijn de uitgaven van de stad Brugge aan voedingsmiddelen die serjanten van het vleeshouwersambacht tijdens de krijgstocht hadden geconsumeerd. Zij hadden blijkbaar geen voedsel ontvangen van de stad tijdens de krijgstocht en hadden dus zelf hun eten moeten bekostigen. Achteraf heeft de stad deze uitgaven van de serjanten terugbetaald.

 

TABEL:‘huut ghegheven ten vlote vors bi Willem Poitevine ende Janne Vanden Dike ter seriante vitaelge boef vanden ambochte vander vleeschhouwers omme dat zi ne gheene hadden vander stede waen of dat zi ons over gaven in een briefke de parcheelen die hier na bescreven staen’

 

Voedselsoort

Aangekochte hoeveelheid

Totale prijs in Gr.Vl.

bier

12 ton

240

graan

3 hoet

220

1 rund en 1schaap

 

133

zalm

14 stuks

60

kaas

 

60

boter

 

30

erwten

1 hoet

53

zout

1 ton

33

mosterd+azijn+kruiden

 

47

 

Het meeste geld werd uitgegeven aan graan en bier. Er werd blijkbaar geen wijn geconsumeerd door deze serjanten. Verder werd zoals gewoonlijk in de Middeleeuwen geld uitgegeven aan kaas, boter, azijn, mosterd, kruiden, zout, erwten, rundvlees en schaapsvlees. Er werd echter geen haring, maar zalm geconsumeerd. 

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 


 


[1] Maréchal G., Het hospitaalwezen te Brugge in de Middeleeuwen, een institutionele en sociale studie, Doctoraatsverhandeling R.U.Gent, 1974-1975, p 11083.

[2] Zie: XI. Bijlagen: Voeding zieken versus voeding personeel, p 29.