Tussen twee werelden: hotsende, botsende, trillende jeugd. Rock’n’roll, Vlaanderen en de jaren vijftig. (Kasper Demeulemeester) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
De betekenis van Rock’n’Roll
We weten onderhand wat R’n’R was, wie de grote namen en momenten waren, in de wereld zowel als in Vlaanderen. We hebben een idee wat het moet geweest zijn om jong te zijn in de jaren vijftig.
De tijd is dus gekomen om die verschillende aspecten tegenover elkaar te stellen en ons af te vragen wat het verband is en, vooral, wat dit alles betekend heeft op het toneel van de menselijke geschiedenis.
Meer nog dan op muzikaal vlak heeft R’n’R invloed gehad als symbool van iets nieuws, iets onbekends dat als een A-bom insloeg in de rustig ingedommelde samenleving van het midden van de jaren vijftig. We kunnen immers met vrij grote zekerheid veronderstellen dat als de jaren vijftig niet dat aura van rust, conformisme en welvarende saaiheid had gehad, er nooit sprake zou geweest zijn van de R’n’R-revolutie. Het systeem leek perfect te draaien, iedereen een mooie toekomst te bieden, maar er ontbrak één grote factor: individuele vrijheid. Hoe ironisch is het menselijk bestaan toch: aan de andere kant van de Behringstraat en het IJzeren Gordijn werd onverbiddelijk collectivisme en gehoorzaamheid gepredikt, en wij, wij die verwacht werden de individuele vrijheid te incorporeren, waren achter alle maskers even onvrij. Want ons Westers systeem, hoe mooi en evenwichtig het in theorie ook was, vereiste een gelijkaardige gehoorzaamheid: wie niet meedraaide in het systeem, was een gevaarlijk en egoïstisch element en dus waarschijnlijk een communist. Vrijheid was slechts mogelijk indien ze vertrok van een kritiekloos inpassen in het systeem, dat nog nooit in alle lagen zo volledig georganiseerd was geweest.
De schok moet groot geweest zijn toen er opeens een niet onbelangrijk deel van de bevolking, net dat deel waar iedereen op rekende om de toekomst waar te maken, zich afkeerde van het systeem. Zij pasten nergens in, waren niet te grijpen, want niet te begrijpen, want al is het voor ons mogelijk dit alles plaatsen in een mooi, coherent geheel, het moet de gemiddelde volwassene van het begin van de jaren vijftig stevige hoofdbrekens bezorgd hebben te zien dat er mensen waren die ogenschijnlijk niet vonden dat de wereld waar zij zo voor gevochten hadden, de perfecte wereld was. Tegen alle conventies in luisterden blanke, allesbehalve marginale jongeren naar zwarte arbeidersmuziek, terwijl de grens tussen blank en zwart en die tussen kapitaal en arbeid basisprincipes waren waar het glorieuze Amerikaanse-Westerse systeem op gebaseerd was. En er was nog meer. Diezelfde jongeren wezen resoluut het gezellige gezinsleven in hun met nieuwe, moderne wegwerpmeubelen gevulde suburb-woning af en in plaats van met mama, papa, broer en zus de zaterdagavond knus door te brengen voor de Perry Como- of Ed Sullivan-show gingen ze liever de hort op de met de auto van hun ouders, naar de drive-in bioscoop of naar de coffee-bar, hun lover-van-de-week zo dicht mogelijk tegen zich aangetrokken. Of, wat nog veel erger was, ze gingen dansen. Maar hun dans was geen stijldans, geen ik-hou-mijn-partner-minstens-vertig-centimeter-van-mij-af-dans, de handjes zedig rond de heup en de schouders (nooit lager!). Hoe dichter ze dat warme lijf in hun armen bij zich trokken, hoe liever, terwijl de handjes rondzwierven langs het lichaam van de ander en al eens op een plaats terechtkwamen voorbehouden aan gehuwde koppels. En toen was er nog niet eens sprake van R’n’R, al zou het wel die jeugd zijn die Haley, Presley en alle andere jonge goden door de grote poort binnen zouden leiden. Een sfeer van rebellie en revolutie maakte zich van de Amerikaanse jeugd meester. R’n’R droeg een boodschap in zich van jeugd, seks, dansen en gewoon ongecompliceerde fun. Laten we even ingaan op die verschillende elementen, die allemaal op elkaar inwerkten en onlosmakelijk verbonden waren.
a. Jeugd
Een element dat R’n’R scherp onderscheidde van andere genres in de muziekgeschiedenis was het jeugdig karakter van het genre. Niet alleen de sterren waren jong, hun publiek was dat ook. Dit creëerde een band die de rest van de wereld buitensloot. Het was de eerste maal dat publiek en artiesten zo dicht bij elkaar lagen: beide waren jong, kwamen niet noodzakelijk uit de gegoede maatschappelijke milieus en keerden zich af van de saaie wereld van de volwassenen. De jeugd, die door de naoorlogse volwassenen reeds op een voetstuk was geplaatst, werd door R’n’R verheerlijkt en vond daar de maatschappelijke ruimte die ze nodig hadden om een eigen identiteit als teenager te vormen. Vanaf dan zou het platenkopend publiek niet meer zozeer onderverdeeld zijn door klasse, nationaliteit of opleiding, maar door leeftijd. Het tijdperk van de jeugd brak aan.
Voor de muziek- en entertainment-industrie, die al een tijdje in een doodlopend straatje zat, was dit de uitgelezen kans. Door het ontstaan van de teenager als een afgelijnde identiteit en een zelfstandig consumerende, koopkrachtige maatschappelijke groep was er een nieuwe vraag naar producten die toegespitst waren op deze specifieke doelgroep. Hoe groter en gediversifieerder het aanbod werd, hoe meer jongeren zich aangesproken voelden. Zo groeide de vraag weer, in een economisch proces dat begon als een kleine sneeuwbal, maar evolueerde tot de reusachtige lawine van de tiener- en kindermarkt van het begin van de eenentwintigste eeuw. Jeugd werd het ideaal waar naar moest gestreefd worden en het is in die wereld dat wij nu leven. De jeugd staat boven alles: de reclame gebruikt jeugd als ideaal, de hele cosmetica-industrie is er op gebaseerd om mensen zo lang mogelijk jong te laten lijken, alles wat te koop is, is om de zoveel tijd aan een verjongingskuur toe, het schoonheidideaal van het jonge meisje wordt steeds extremer met alle sociale en maatschappelijke gevolgen van dien,…
Men is niet meer bang voor de dood, want hel noch hemel bestonden nog. Men vreest enkel nog de ouderdom, het langzaam verdwijnen van de jeugd en het aftakelen, de eeuwige eenzaamheid van hen die niet meer aantrekkelijk zijn. De tijden waren voor eens voor altijd veranderd. Waar vroeger met ouderdom respect en wijsheid kwamen, werden hoon, seniliteit en armoede het loon van hen die heel hun leven niets anders gedaan hebben dan voor de toekomst zorgen. En ze konden zelfs geen aanspraak meer maken op waardigheid en respect, want ze hadden zelf in hun jeugd geproclameerd dat de jeugd de toekomst had en aanspraak kon maken op de onaantastbare troon van de maatschappij.
Om het cru te stellen –maar daarom niet minder juist- de tweede helft van de twintigste eeuw bracht ons de tirannie van de jeugd.
b. Seks
Twee elementen verontrustten de ouders het meest van al: het gemak waarmee in R’n’R de rassenscheiding werd overbrugd –als de zangers al niet zwart waren, klonken ze zwart, om over de muziek maar te zwijgen- en het broeierig seksuele dat meestal net onder de oppervlakte aanwezig was, maar soms choquerend expliciet gebruikt werd.
Het element seks was natuurlijk ook afkomstig uit de zwarte cultuur en was zelfs, zoals in het geval van Bill Haley, serieus opgekuist om door een blanke zanger gebracht en door een groot blank publiek geaccepteerd te kunnen worden. En toch kwam het voor de zedige, brave blanke jaren-vijftigers nog als een hormonale klap in hun gezicht. Natuurlijk hadden zij nog nooit zwarte Rhytm & Blues gehoord, zodat het op hen overkwam alsof daar opeens een hoop ziekelijke zangers met een neiging naar het perverse stond die als enig doel hadden hun mooie samenleving overhoop te gooien en te vernietigen.
Gevolg: censuur in de teksten, Elvis die enkel boven het midden op TV mocht verschijnen en de lieve zwarte zanger Frankie Lymon die van American Bandstand verbannen werd omdat hij een danspasje met een blank meisje had gewaagd.
Elvis wás seks. Hij kon bij wijze van spreken Ik heb mijn wagen volgeladen zingen, zijn donkere, sensuele blik, zijn dreigende lichaamstaal en de suggestieve heupbewegingen met zijn gitaar brachten sowieso het publiek in een extatische opwinding. Het ging - echt - zelfs zo ver dat na Elvis’ concerten vele stoelen nat achterbleven, terwijl het meisje dat op desbetreffende stoel had gezeten in een staat van uiterste verwarring en vertwijfeling naar huis keerde, zonder volledig te beseffen wat er nu eigenlijk gebeurd was. Net als The Beatles, Mick Jagger en Take That na hem, had Elvis een fysieke impact die rationeel niet te verklaren was. Maar R’n’R had dan ook niets te maken met de rede, met intellectueel genieten zoals dat bij klassieke muziek of serieuze jazz gebruikelijk was. R’n’R was een uitbundig feest voor het irrationele, onderdrukte deel van de mens en was om die reden dan ook voor velen verdacht. Het irrationele heeft immers steeds een dreigend karakter voor diegenen die angstvallig hun systeem, gebaseerd op de menselijke rede, in stand willen houden.
Plato had de kern van de mens buiten het lichaam geplaatst, in de wereld van de Ideeën, en sindsdien was die kern steeds gedaald, dichter en dichter bij de oerstaat: eenheid van mens en aarde. Voor Aristoteles was het de rede geweest, voor Jezus het hart en het geweten, Marx had de mens herschapen als het wezen dat wezenlijk een arbeidend wezen was en waren de handen dus de kern van de mens. De muziekcriticus Max zei het al eerder in dit werk: R’n’R is muziek voor de ingewanden, en het zou mij verbazen als hij daarmee op onze alvleesklier doelde. Freud had immers al in het begin van de eeuw het wezen van de mens in de geslachtsorganen en de onderbuik gesitueerd, maar het zou Elvis zijn die onze heupen losmaakte en ons verloste van de kettingen die de seksuele mens van het Westen al zovele eeuwen bonden.
Ook voor vrouwen betekende R’n’R een grote stap in de richting van seksuele revolutie, want voor het eerste mocht en kon een vrouw openlijk genieten van een expliciet mannelijk geseksualiseerd object: de jonge, mooie R’n’R-god op het podium was er om begeerd te worden, om van te dromen, over te fantaseren. Men kon zonder schuldgevoelens wegdromen bij het gedacht aan die onbereikbare god die toch zo ongelooflijk dichtbij en toegankelijk leek, een jonge, weifelende tiener net als zij.
c. Dans
Sinds de vroegste tijden van de menselijke beschavingsgeschiedenis heeft de dans steeds een belangrijke rol gespeeld. Als zuiverend ritueel, als Dionysisch tegengewicht voor de Apollinische rede, als gestileerde seksuele daad, zelfs in de dierenwereld kennen we de dans als ontmoetingsplaats voor toekomstige voortplantingspartners. In de dynamische wisselwerking tussen de muziek, de dans en de dansenden ontstaat een soort bevrijdende energie, een roes die de mens terugbrengt naar een zijnstoestand los van het aardse bestaan, een bevrijdend bewegen waarin men kan ontsnappen aan de wereld en aan zichzelf. Dit was de grote kracht van R’n’R. Hierin lag de bevrijding, meer nog dan in de teksten of het timbre.
Deze angst voor dansen was echter niets nieuws, zoals we kunnen merken aan het volgende citaat van een Nederlandse priester uit 1950.
Onder de dans heeft de hartstocht vrij spel. De oneerbare delen van het lichaam worden zo dicht mogelijk bij elkaar gebracht. Straks om 11 of 12 uur als jullie naar huis gaan speelt de duivel zijn hoogste troef. Heel de hel juicht en jubelt. Vrijwillige verlangens, vrijwillige begeerten om de oneerbare delen van het lichaam –die altijd bedekt moeten blijven volgens Gods gebod – bij elkander te bezien en aan te raken weersta je niet, maar koester je. Daarna volgt de daad. Je kijkt, bekijkt, beziet, raakt aan bij een ander en laat een ander het bij jezelf doen. Een vlieg kan eerst een poos cirkelen rondom de brandende lamp, maar het einde is, dat ze zich tegen het gloeiende glas dood schroeit, de aantrekking is haar te machtig. Zo gaat het met iedere meisjes-gek (jongens-gek). Vandaag of morgen komt de zonde[199].
Al lijkt het ons dat deze brave man net iets te veel op studentenfuiven heeft rondgehangen dan goed voor hem was –om even een anachronisme toe te laten-, toch is het niet te verwonderen dat R’n’R in zo’n wereld als een zware schok kwam. Sommige zullen dus heus wel in Elvis een gezant van de duivel gezien hebben, op de brave Westerse jongeren afgezonden om hen te verleiden met de zonde van des vlezes.
Na een tijd zag men wel in dat er achter deze danswoede meer school dan enkel een behoefte aan beweging of ontspanning. Het was een uiting van angst, van onrust, niet zoals in het verleden ontstaan uit slavernij of angst voor het eigen leven, maar als een reactie op de overcivilisatie, de overdreven regulering van het leven, de steeds verder doordringende intellectualisering, mechanisatie, automatisering en complicering van het dagelijkse leven[200]. Aangezien zo’n maatschappij de jongeren niet meer op een traditionele manier kon bevredigen, zochten zij hun bevrediging in de celebratie van het nu-moment die men beleeft in de dans. Het was dus niet de teksten of de attitude van R’n’R waar het meest maatschappijkritiek in zat, maar in de muziek, meer bepaald in het ritme dat de jongeren de kans gaf zich te uiten op een manier die loodrecht stond op hetgeen de maatschappij van hen verlangde. Met deze luide en voor die tijd agressieve muziek bakenden de tieners hun territorium af voor de ouderen.
d. Fun
Ondanks het nauwelijks verholen anti-maatschappelijk karakter van R’n’R was het geen oproep om te strijde te trekken, zoals punk dat zou zijn, maar om jezelf te zijn zoals je dat wilde en je gewoon te amuseren. Zoals rock-ster Ian Dury het schreef: Rock’n’Roll music wasn’t a war-cry, it was a celebration[201]. De tieners wilden zoveel mogelijk plezier halen uit die korte tijd die hen gegeven was tussen hun kindertijd en het moment dat ze zouden moeten trouwen, studeren, in het leger gaan of een serieuze job zoeken. Zij wilden voor 200% voelen wat het was om geleefd te hebben voor ze aan het lange wachten op de dood begonnen, dat de volwassen wereld voor velen was.
Deze fun-filosofie is de synthese van de drie andere kenmerken: R’n’R leerde dat er in het leven ook nog wat anders was dan zware plichten: je kon alle miserie van de week goedmaken door die ene avond in de week op te gaan in een explosie van seks (seks was meer dan een plicht die je moest vervullen om aan je plicht van het verwekken van een nageslacht te voldoen, seks was fun!), uitbundige, wilde dansen en volop genieten van je eigen jeugd en van die van alle anderen rond je heen die net hetzelfde deden.
e. Paradox en compromis: Rebellie en Commercie
R’n’R was een fenomeen vol paradoxen en tegenstellingen, wat een van de hoofdredenen was dat het zo lang geduurd heeft voor de machthebbers van de muziekindustrie er vat op kregen.
Of: R’n’R is een compromis, dan van in den beginne geen overlevingskansen had gehad als het zich niet had ingepast in het systeem waar het zich tegen afzette.
Dit zijn de twee grote gezichtpunten waaruit men R’n’R kan bekijken en misschien is dat net de grote paradox ervan: dat men hetzelfde fenomeen tegelijkertijd kan beschouwen als iets dat een tijd lang bestaan heeft ondanks commercie en nooit bestaan had zonder commercie.
Misschien wordt het allemaal iets duidelijker als we het probleem van iets dichterbij onderzoeken.
Velen beschouwen R’n’R enkel als authentiek zolang het niet op de majors in de States uitgebracht werd. We kunnen zo’n definiëring wel aanvaarden, maar dan moet men ook wel aanvaarden dat men spreekt over een vrij onbekend muziekgenre dat enkel in de USA bij een bepaalde fractie van het publiek enig succes had. Vanaf het moment dat het duidelijk werd dat Elvis een grote zou worden, zwichtte hij immers voor het geld en ging hij voor een recordbedrag over naar major RCA. Het zou echter kunnen dat we daar al de sleutel voor de pradox in handen hebben. Toen Elvis immers van het kleine onafhankelijke Sun naar RCA overging, zette hij een proces in gang dat R’n’R zou doen uitstijgen boven zichzelf en van het muziekgenre een fenomeen zou maken. Het was dit fenomeen dat in wezen commercieel was, in tegenstelling tot wat Elvis de maanden daarvoor had geproduceerd in de kleine Sun-studio. De volgende stappen in de commercialisering zouden elkaar snel opvolgen, met als keerpunt de film Rock around the Clock, die er een wereldwijd fenomeen van zou maken. Zo werd R’n’R de eerste cultuuruiting die lokaal begon, en als commercieel product onophoudelijk groeide: van regionaal naar nationaal, van internationaal naar mondiaal. De vergelijkingen met epidemieën waren dan ook niet van de lucht.
Zo zien we ook meteen hoe R’n’R tegelijkertijd een compromis werd: het muziekgenre, dat zo brutaal en agressief alle regels en logica wat betreft rassenscheiding, zedelijkheid en cultuur had overtreden en verbroken, werd het meest succesvolle product van de muziekindustrie. Natuurlijk zou het fenomeen nooit meer het niveau bereiken van het genre R’n’R: om te verkopen moesten er compromissen gesloten worden. Natuurlijk betekenden deze compromissen mettertijd –met het uiteindelijke supercompromis dat Highschoolpop was- het einde van het fenomeen R’n’R, maar wat moest gebeuren was toen al gebeurd: de tieners waren een gevestigde macht in de wereld geworden, en die klok kon men nooit meer terugdraaien.
En dan waren nog al die andere schijnbare tegenstellingen die zo moeiteloos door R’n’R verenigd werden: onbereikbaarheid en toegankelijkheid; de mannelijke kracht en de vrouwelijke sensualiteit van de popster; het afwijzen van het materialistisch systeem door een van de meest commerciële uitingen van datzelfde systeem te omarmen; agressie, liefde en seks; het authentieke en het kunstmatige; de vrijheid en het eenzame verlangen; de individualitiet binnen het collectieve fenomeen, de tijdelijkheid en het eeuwige nu; de plattelandsmuziek die in de stad was groot geworden, de arbeiderscultuur die overgenomen werd door de hogere cultuur… Rock’n’Roll draaide de verhoudingen volledig om en deed hetgeen iedereen onmogelijk achtte: het systeem, dat mastodontische en schijnbaar onbetwijfelbare gevaarte dat ondanks alle veranderingen en revoluties in wezen al eeuwen grotendeels hetzelfde was, aan het wankelen brengen.
2. De betekenis van Rock’n’Roll in Vlaanderen
Natuurlijk is de betekenis van R’n’R in Vlaanderen in grote lijnen dezelfde als in de rest van de wereld, iets anders veronderstellen zou getuigen van chauvinistische arrogantie. Maar we hebben van in het begin van dit werk aangenomen dat er kleine verschillen zouden zijn, zoals die er overal ter wereld zijn, die de situatie in Vlaanderen onderscheidden van die in de rest van de wereld.
En inderdaad, hoe meer we te weten kwamen over R’n’R en hoe dieper we ingingen op de situatie van de jeugd, hoe duidelijker het werd dat er toch een aantal karakteristieken waren die we hier vonden en nergens anders. We vernoemden ze al geregeld: de R’n’R- en jeugdcultuur in Vlaanderen kreeg geen eigen gezicht, de jeugdcultuur ontwikkelde ook een stuk trager dan elders, enkel Elvis en Bill Haley waren hier de echte sterren, R’n’R-relletjes waren er helemaal niet. Om samen te vatten - we hebben het immers allemaal al eerder gezegd - Vlaanderen deed haar naam van braaf en rustig landje alle eer aan. Om dit afdoend te verklaren zou men een onderzoek moeten doen doorheen heel de geschiedenis van het Vlaamse volk (als daar al sprake van kan zijn) en proberen uit te vinden waar en wanneer deze brave en rustige cultuur ontstond, uit een volk dat zoveel maal in opstand kwam tegen buitenlandse overheersers en steeds zo sterk opkwam voor haar eigenheid. Zouden we murw geslagen zijn door alle oorlogen op ons grondgebied uitgevochten of is er dan toch geen sprake van een soort Vlaamse volksgeschiedenis waar we ons mee kunnen identificeren? Deze prangende vragen even terzijde gelaten, kunnen we toch al zeker één element onderscheiden waarin Vlaanderen uitzonderlijk is en verschilt van onze naaste buren in taal en geschiedenis, de Nederlanders: de reusachtige invloed van de katholieke Kerk.
In de jaren vijftig was de macht van de Kerk in België nog absoluut. We zagen al in het verhaal van België in de Fifties dat ook in wereldse kwesties de Kerk zich regelmatig roerde en dat dit nog als vanzelfsprekend werd ervaren. Het verzuilde maatschappelijk landschap zou zich in België, in tegenstelling tot in Nederland, niet aanpassen aan de nieuwe naoorlogse tijden. In Nederland zou men in de jaren na de oorlog de zuilen, net als de rest van de maatschappij, veel strenger beginnen organiseren, wat tot gevolg zou hebben dat de zuilen daar standhielden, zij het onder een andere, vernieuwde vorm. In België bleef de situatie van voor de oorlog nog een hele tijd intact, maar hun onvermogen om zich aan te passen aan de veranderde wereld zou uiteindelijk resulteren in de desintegratie van de zuilen en vooral een sterke ontkerkelijking vanaf het einde van de jaren vijftig. In de jaren vijftig had de katholieke moraal echter nog stevig de controle over de geesten en harten van de Vlamingen en dus ook die van de jeugd. R’n’R werd scherp veroordeeld door de Kerk als het werk van de duivel en kon dus ook in de ogen van de publieke opinie op niet veel krediet rekenen. Het merendeel van de jeugd zelf stond ook afkerig tegenover R’n’R, al was wel duidelijk dat naarmate de R’n’R braver werd, het ook meer geaccepteerd werd. Het was dus niet zo dat alle vormen van massa-entertainment op voorhand tot falen in Vlaanderen gedoemd waren. R’n’R had echter een gevoelige snaar geraakte in het oerconservatieve katholieke denken van de jaren vijftig, namelijk de seksualiteit. Dat was taboe en zou dat best ook nog zo lang mogelijk blijven, want, dat zou men aan de lijve ondervinden, seksualiteit buiten de context van huwelijk en gezin was traditieondermijnend.
Maar zo op het eerste gezicht was al die ongerustheid toch nergens voor nodig: als er één land was in de Westerse wereld waar R’n’R voorbijkwam zonder ergens anders dan in de hitparade impact te hebben, leek het België wel. Het was echter op een ander, dieper, niveau dat R’n’R wel degelijk zijn uitwerking zou hebben, al zou daar in de jaren vijftig zelf nog maar weinig van te merken zijn.
R’n’R tastte de vaststaande machtsverhoudingen aan. In de geschiedenis was het steeds zo geweest dat een cultuuruiting die op de hele maatschappij invloed had, vertrok van de hoogste lagen van de bevolking en zo langzaam doorwerkte naar de lagere klassen, tot heel de maatschappij bereikt was. R’n’R was de allereerste cultuuruiting die ontstond in de arbeidersklasse (in de Verenigde Staten) daar de hele maatschappij doordrong en dan overwoei naar de arbeiders in Europa, om zo uiteindelijk de hele Westerse beschaving te bereiken. Het doorbrak de geijkte verhoudingen en zou ervoor zorgen dat deze in de toeksomt even gemakkelijk omgekeerd als gerespecteerd zouden worden, zodat er van vaste verhoudingen eigenlijk geen sprake meer was. Of dit in Vlaanderen ook zo was, is moeilijk te zeggen, al kunnen we met vrij grote zekerheid zeggen dat, omdat R’n’R hier pas
voet aan de grond kreeg, toen bijna zijn venijnige weerhaken kwijt was, het makkelijker te accepteren was voor een groter deel van de bevolking dan alleen de arbeiders. Net als het overige waren hier ook de grenzen tussen de verschillende klassen minder scherp, en van een soort klassenstrijd onder de jongeren zoals bijvoorbeeld in Engeland en in Nederland was hier dan ook geen sprake.
En toch…
Toch waren die paar jaar ook voor België een cruciale fase in de geschiedenis van de twintigste eeuw. Want, zonder dat iemand dat toen echt doorhad, versnelde het leven, kwam het op kruissnelheid op weg naar de eenentwintigste eeuw, het derde millenium.
Zonder dat iemand het merkte veranderde toen de manier waarop mensen met elkaar omgingen, de verhouding die ze met de wereld hadden.
Het oude continent dat, gehavend door wereldoorlogen, genocides en ideologische tegenstellingen, haar leidnggevende plaats had moeten afstaan aan de Verenigde Staten, die zo lang vrij waren gebleven van binnenlandse twisten, nam haar nieuwe plaats in in de wereld, in het systeem dat daar aan de andere kant van de Atlantische Oceaan gegroeid was. Maar niet enkel wij zouden daardoor veranderen, ook voor de USA betekende dit het einde van een periode van rust en stabiliteit.
R’n’R was deel van een proces dat het einde betekende van de Westerse wereld zoals we die gekend hadden, een proces dat begonnen was met WOI en haar besluit vond in de jaren zestig. R’n’R was een katalysator, die de krachten die aanwezig waren kanaliseerde naar de bevolkingsgroep die de volgende machthebbers van de wereld zouden worden: de jongeren, die in de jaren zestig, wanneer ze eindelijk binnen de vaste structuren van het systeem volwassen waren geworden en hadden ontdekt waar de hendels en handgrepen zaten die beroerd moesten worden, de oude wereld het nekschot zouden toedienen.
En net als in de States was R’n’R in Vlaanderen een katalysator, die de jongeren de kans gaf voor zichzelf een plaats op te eisen, waar er tevoren niets was. Die invloed was, wat had u gedacht, hier kleiner dan in de USA, kleiner dan in Nederland, kleiner dan in Engeland, maar ze was er. In vergelijking met al die andere landen waren de jaren vijftig voor de Belgen bewogener, tumultueuzer, waardoor het allemaal misschien minder opviel wat er gebeurde, maar de veranderingen waren gebeurd en omdat ze zo ongemerkt plaats hadden gevonden, zou de verrassing veel harder aankomen als de tieners van de jaren vijftig de volwassenen en de studenten van de jaren zestig zouden worden.
Een transformatiefase wordt in het jargon ook wel crisis genoemd. En dus zou ik die kleine drie jaar, tussen 1955 en 1958, ook een crisis willen noemen. De hele westerse wereld maakte toen een crisis door, niet op economisch vlak, niet op politiek vlak, niet op institutioneel vlak, zelfs niet zozeer op sociaal vlak. De crisis was cultureel van aard, maar zou in de jaren die volgden de economie, de politiek, de instellingen en het sociale leven van de wereld zo ingrijpend veranderen dat nog steeds niemand u zal kunnen vertellen in wat voor tijd we nu eigenlijk leven.
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
[199] SLOOTWEG, Ach ja, de jaren vijftig…, geciteerd in: LABREE, op.cit. p.78.
[200] Brabo, 12/1956, p2.
[201] DURY, Razors out at Rock Riot, p.16.