De berichtgeving over de Poolse crisis van 1980-1981 in Le Monde en The Times. Een comparatief onderzoek. (Tineke Van Vooren) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
5.
BEHANDELING VAN DE CASUSSEN
5.3.1. Inleiding
De derde
casus omvat de periode van 3 augustus tot en met 14 augustus. De reden van deze
keuze is dat we uit de literatuur hebben geleerd dat op 3 augustus de nationale
onderhandelingen tussen Solidarnosc en de regring instorten en op 12 augustus
Solidarnosc een oproep doet aan haar leden en aan de hele maatschappij om de
stakingen te stoppen.
Omdat er echter heel wat tijd is tussen de tweede casus en de drie laatste casussen willen we de periode ertussen kort bespreken. Deze informatie komt niet uit Le Monde, noch uit The Times. We doen voor deze bespreking een beroep op de literatuur.
Onze tweede casus
beschouwt men in de literatuur als de eerste crisis na de akkoorden[1]. Een tweede crisis situeert men tussen 20 en 28 november
1980. Ze wordt de Narozniak-affaire genoemd. Deze naam is niet toevallig
gekozen. De crisis ontstond immers na de arrestatie van Jan Narozniak. Hij was
een onbekende drukker die Solidarnosc in Warschau hielp met kopiëren. De reden
voor de arrestatie was het feit dat deze man een document van het Openbaar
Ministerie had gekopieerd en aan Solidarnosc had overgedragen[2]. Het document bevatte gedetailleerde instructies over de
manier waarop de dissidenten in Polen moesten worden aangepakt.
Deze
arrestatie had vooral een symbolische betekenis, de eerste activist van
Solidarnosc was gearresteerd. De leider van Solidarnosc in Warschau, Z. Bujak,
kondigde een algemene staking aan. De vakbond eiste uiteindelijk niet enkel de
vrijlating van J. Narozniak, maar ook een besparing op het politiebudget en een
bestraffing van de verantwoordelijken van het gebruikte geweld tegen de stakers
in 1970 en 1976. Narozniak werd uiteindelijk nog vóór de staking vrijgelaten in
ruil voor enkele garanties die de overheid eiste van Stefan Bratkowski, de
voorzitter van de Poolse Journalistenbond.
Op 5
december was er een bijeenkomst van het Warschaupact in Moskou. Op 8 december
verklaart de NATO-woordvoerder dat de Warschaupactkrachten volledig zijn
verzameld aan de Poolse grenzen. Op 2 januari is er het Vrije-Zaterdag-dispuut
met als gevolg een staking in Rzeszow. Op 24 januari neemt de meerderheid van de
arbeiders vrij op zaterdag. Op 28 januari zijn er stakingen in meerdere regio’s.
Op 6 februari is er een algemene staking in Bielsko-Biala.
Op 9 februari is er een
algemene staking in Jelonia Gora. Op 10 februari wordt generaal Jaruzelski
eerste minister. Op 18 februari ontstaat het Rzesowakkoord en komt er een einde
aan de stakingen. Op 4 maart tekenen Poolse en Sovjet partijleiders een
joint-communiqué in Moskou. Op 19 maart is er een nieuwe crisis m.n. de
Bydgoszcz-crisis. De reden hiervoor was het in elkaar slaan in Bydgoszcz van
drie Solidarnosc-activisten door de politie. Het ging hier duidelijk om een
listige provocatie. De woedende reactie van de vakbonden was het resultaat. De
Nationale Commissie zond een delegatie naar Warschau om te onderhandelen met de
regering. Op hetzelfde moment werd er een algemene staking uitgeroepen. De
onderhandelaars van Solidarnosc, onder wie L. Walesa, vertrokken niet enkel naar
Warschau om de Bydgoszcz-zaak te bespreken, maar heel wat oude eisen en nieuwe
klachten van de vakbonden kwamen tot uiting[3]. De situatie was erg gespannen omdat sommige
vakbondsleiders een erg radicale toon hanteerden. Solidarnosc stond op dat
moment op het toppunt van zijn populariteit maar er was een reëel gevaar dat nog
meer stakingen de vakbonden zouden verzwakken.
In de
literatuur verwijzen sommige auteurs op een eventuele Russische interventie. De
uiteindelijke wending van deze crisis was eerder onverwacht. Ze eindigde met een
‘papieren compromis’, enkele uren voordat de algemene staking zou beginnen. Een
belofte die de regering deed, was het instellen van een onderzoek naar de daders
van de Bydgoszcz-affaire. Dit werd echter nooit in de praktijk omgezet en de
verdere beloftes verwaterden ook na enkele tijd.
Op 27 maart volgde er een
vier-uren waarschuwingsstaking in het hele land. Op 31 maart wordt het
Warschau-akkoord gesloten. Op 12 mei registreert het Hooggerechtshof Solidarnosc
van het platteland. Op 28 mei wordt de dood van kardinaal Wyszynski
aangekondigd. Op 28 mei worden de gebeurtenissen van 1956 herdacht. Op 7 juli
wordt de naam van de nieuwe primaat bekend, Jozef Glemp. Op 24 juli starten de
juli-debatten van Solidarnosc. Op 31 juli behandelt de Sejm het censuurpact[4].
Onze derde
casus begint op 3 augustus. We zien dat de periode voor onze derde casus niet
zonder problemen is verlopen. Het land verkeert nog steeds in spanning, de
autoriteiten en Solidarnosc leven in concurrentie en de vijandige houding tussen
beiden is nog altijd niet verdwenen. In deze sfeer moet onze derde casus worden
gesitueerd.
5.3.2. Voorstellen
van de onderzoekselementen
We zullen,
net als bij de vorige onderzochte casussen, aanvangen met een algemeen overzicht
van de gebeurtenissen aan de hand van Le Monde. De reden voor deze keuze werd
geëxpliciteerd in onze eerste casus.
Ons tweede
onderzoekselement is de houding van de regering volgens de artikels in Le Monde.
Op een gelijkaardige manier onderzoeken we The Times.
Vervolgens
onderzoeken we de houding van de stakers/Solidarnosc aan de hand van de artikels
in Le Monde en op een zelfde wijze wordt de Times onder de loep genomen.
Tenslotte
zullen we, net als in de vorige casussen, de visies van de beide kranten
vergelijken wat betreft de gekozen onderzoekselementen. De aandachtsscore zal
ons opnieuw een beeld geven van de aandacht die elk van beide kranten schenkt
aan de gebeurtenissen in Polen in die periode.
5.3.3. Eerste
onderzoekselement:een algemeen overzicht van de gebeurtenissen
We zullen eerst onze
casus kort situeren voor we de onderzoekselementen behandelen. Omdat de regering
nog steeds geen economische maatregelen had genomen, heerste er voedselschaarste
in Polen[5].
Le Monde
spreekt over ‘Le spectre de la faim.’
Deze economische crisis
gaat nog steeds samen met een politieke crisis. Rakowski is belast met de
onderhandelingen met de directieleden van Solidarnosc[6].
De reden voor
deze onderhandelingen is ‘l’aggravation de la situation politique dans le pays.’
Er breken meerdere protestacties uit tegen de
rantsoeneringmaatregels van de regering[7]. De regering publiceert een artikel in Tribuna Ludu
waarin ze meldt dat de verdeling van het voedsel, net als in alle grote steden,
dringend moet worden verbeterd. De regering wijst op het feit dat
straatdemonstraties hier niets aan kunnen veranderen. Het parlement heeft een
reorganisatie van de regering en het regeringsprogramma, om de crisis te
overbruggen, goedgekeurd. De ministeriële reorganisatie houdt onder meer het
vertrek van Jagielski in, die zal worden vervangen door J. Obodowski[8]. De redactie van Le Monde vermeldt dat er opnieuw twee
militairen in de centrale regering zijn bijgekomen. Er bevinden zich nu al vier
militairen in de regering[9]. Er is ook een nieuwe wet op censuur goedgekeurd, de
censuur wordt vanaf nu onder de controle van de staatsraad geplaatst en
‘geviseerde’ redacties kunnen vanaf nu een beroep doen op de administratieve
rechtbank. De wetenschappelijke publicaties zullen niet langer aan censuur
worden onderworpen.
Vanaf 4 augustus verschijnt er in Le Monde dat de stakingen nu de vorm aannemen van ‘marches de faim.’ Het nieuwe politbureau heeft aangekondigd dat er een beroep zal worden gedaan op het leger om tegen sociaaldestructieve fenomenen te strijden. Op 5 augustus vermeldt Le Monde dat de militairen al vele arrestaties hebben verricht tijdens meerdere manifestaties. Vanaf 6 augustus lezen we dat er ‘une aide alimentaire’ wordt geschonken aan Polen vanuit meerdere Westerse landen (o.a. van Frankrijk). We lezen ook dat generaal Jaruzelski een ‘état-major anti-crise’ heeft opgesteld. Deze moet waken over het goed functioneren van de infrastructuur van de economie, en over de nationale defensie, om de sociale spanning weg te nemen. We lezen verder dat het gaat over een buitengewone commissie die opgericht is om allerlei speculaties, die een ware plaag zijn geworden, te bestrijden. In deze context moet het parlement heel snel een wetsvoorstel goedkeuren om diegenen die valse geruchten omtrent voedselschaarste verkondigen en om de hamsteraars van voedsel te sanctioneren. Op 7 augustus meldt de redactie dat de onderhandelingen tussen Solidarnosc en de autoriteiten zijn hervat. De vakbonden eisen het recht op om een zicht te krijgen op de voedselbevoorrading, omdat de overheid nog geen serieuze economische maatregelen heeft genomen. De autoriteiten vinden de eisen van de vakbond onrechtvaardig en ze blijven de manifestaties bekritiseren.
Op 8
augustus meldt de redactie dat de onderhandelingen tussen beide partijen zijn
verbroken. De onderhandelingen, die nog tot 6 augustus hebben geduurd, hebben
tot niets geleid; ‘chacun est resté sur ses positions.’ De vakbondsleiders
hebben hun coördinatiecommissie bijeengroepen in Gdansk op maandag 10 augustus.
Ze hebben de overheid uitgenodigd om een waarnemer te sturen. Op 8 augustus laat
de redactie weten dat de regering de schuld van het mislukken van de
onderhandelingen op de schouders van Solidarnosc schuift.
Op 9/10
augustus doet Le Monde melding van de ziekte van de eerste secretaris van de
Partij, Kania, en dat dit gebeuren de politieke situatie in Polen bemoeilijkt.
Dezelfde dag worden er belangrijke militaire manoeuvres van de Sovjet-Unie
gemeld aan de Baltische Zee. Op 11 augustus vermeldt Le Monde dat de commandant
van de Warschaupactkrachten een onderhoud heeft met generaal Jaruzelski. Volgens
het Amerikaanse tv-kanaal NBC zijn de Sovjettroepen in Oost-Duitsland en
Tsjechoslowakije in staat van alertheid geplaatst rond Polen. Dezelfde dag
vermeldt de redactie dat Walesa om zendtijd heeft gevraagd op de nationale
zender. De reden hiervoor is dat hij de positie van Solidarnosc wil
verduidelijken in een debat met Rakowski, die de houding van de vakbond fel had
bekritiseerd in een interview met het Poolse persagentschap PAP. De Poolse
autoriteiten stonden dit toe op 10 augustus, de dag dat in Gdansk de bijeenkomst
was voorzien van de coördinatiecommissie van Solidarnosc.
Solidarnosc lanceert een oproep aan de vakbondsleiders om de stakingen uit te
stellen, tot na deze bijeenkomst. Het Sovjetpersagentschap TASS wijst op de
onverantwoordelijke houding van Solidarnosc.
Op 12 augustus vraagt
Kania aan het Centrale Comité dat de straten weer kalm zouden worden, omdat er
anders een tragedie zou kunnen plaatsvinden.
Kania
heeft het plenum geopend terwijl hij de nadruk legde op de reden van de
bijeenkomst, namelijk ‘Dans une situation
difficile et particulièrement tendue dans le pays, nous devons mobiliser toutes
les forces afin de freiner d’urgence le processus de l’aggravation de la
situation.’
Op 14 augustus lezen we dat Solidarnosc op 12 augustus een oproep heeft gelanceerd aan de bevolking om zich van elke vorm van manifestatie te onthouden.
5.3.4. Tweede
onderzoekselement: de regering
5.3.4.1. Artikels uit Le
Monde
Na
voldoende inzicht in de achtergrond van de situatie in Polen, kunnen we kijken
hoe Le Monde in zijn berichtgeving de regering behandelt. Een eerste
vaststelling van Le Mondeis dat, niettegenstaande er een economische
crisissituatie in het land heerst, de regering nog steeds geen plannen of
wetsvoorstellen heeft ontworpen, laat staan daadwerkelijk uitgevoerd, om deze
crisis op te lossen. Ze heeft wel een maatregel genomen die de vleesrantsoenen
per maand kleiner maakt. Het gevolg is dat er vele straatmanifestaties ontstaan.
De Trybuna Ludu, het orgaan van de Partij, publiceert in een artikel dat de
overheid de ontevredenheid van de bevolking erkent, maar dat de situatie in
Polen niet zo veel verschilt met andere landen (zeker wat betreft de
grootsteden). De correspondent ziet in deze erkenning een ongerustheid van de
overheid over (de mogelijke gevolgen van) deze volksontevredenheid. Ze vermeldt
dat het in deze sfeer is dat het parlement zijn tweedaagse sessie heeft
beëindigd en een oproep heeft gedaan tot de bevolking om de kalmte te bewaren.
Op hetzelfde ogenblik vermeldt ze ook dat er een regeringsprogramma is
goedgekeurd om de crisis te overbruggen, en dat er een reorganisatie van de
regering komt. Een laatste maatregel die de kalmte moet doen terugkeren, ziet de
correspondent in de versoepeling van de censuurwetgeving. De redactie wijst
vanaf 2/3 augustus ook op de militairen die in de regering worden opgenomen. Op
4 augustus meldt de redactie de deelname van het leger om de speculaties en
andere sociaaldestructieve fenomenen te bestrijden. Volgens de Poolse tv wil de
overheid de storende fenomenen verwijderen die de productie en de bevoorrading
van de markt desorganiseren en het land in chaos willen brengen. De
correspondent heeft het over ‘uitzonderingsmaatregelen’. Dit houdt in dat de
politie en de soldaten een harde strijd zullen aangaan tegen ‘diegenen die
speculaties rondstrooien’ en ‘zij die voedsel hamsteren’. Op 5 augustus maakt Le
Monde melding van de eerste operatie door het leger. Na een straatdemonstratie
in Warschau heeft het leger meerdere arrestaties uitgevoerd.
We zien ook dat de regering kritiek levert op Solidarnosc. Diezou
de omstandigheden in zijn voordeel uitbuiten en de speculaties van een dreigende
hongersnood rondstrooien. De vakbond zou ook de inhoud van het economische
regeringsprogramma afbreken, en een gebrek aan goede wil en realiteitszin
tentoon spreiden. De Sovjetpers, net als de regering, richt ook beschuldigingen
aan het adres van Solisarnosc. Solidarnosc zou volgens hen de oorzaak zijn van
de vele demonstraties en straatmanifestaties.
Na het hervatten van de onderhandelingen tussen de autoriteiten en Solidarnosc,
ziet de redactie dat de regering haar standpunt nog verhardt t.o.v. de vakbond.
De onderhandelingen worden verbroken en de autoriteiten schuiven de schuld
uitdrukkelijk op Solidarnosc. De woordvoerder van de regering verwijt de vakbond
dat hij de onderhandelingen unilateraal heeft verbroken en dus de volledige
verantwoordelijkheid draagt voor de gevolgen. Er worden nog beschuldigingen
gericht van ‘mauvaise volonté’, ‘d’agressivité’ en ‘d’arrogance’ tegenover de
regering. De regering drukt tenslotte haar bezorgdheid uit over de
straatmanifestaties en andere sabotageacties van Solidarnosc die de
staatsveiligheid zouden aantasten. We komen wel te weten dat er, ongeacht de
slechte wil van Solidarnosc, toch een zekere vooruitgang is geboekt omtrent
‘problèmes majeurs’. Hier wordt in het communiqué van de regering niet verder op
ingegaan. De regering heeft haar goede wil getoond maar er zijn grenzen.
Het persagentschap Tass van de Sovjet-Unie meldt, volgens Le Monde, het
volgende: ‘Aujourd’hui on voit plus
nettement que dans le passé que Solidarité recherche une position privilegée qui
lui permettrait d’être au-dessus de la loi. Une orientation irresponsable
prévaut dans la direction de Solidarité, qui met en danger l’indépendence de la
Pologne. L’origine des foyers de troubles remonte aux centres dirigeants de ce
syndicat (…) Il est bon de rappeler qu’il ne peut exister qu’une Pologne
socialiste et que, le cas échéant, toutes les forces et tous les moyens seront
employés pour la défendre (…)’[10].
De redactie ziet hierin duidelijk een poging van de autoriteiten om van
Solidarnosc de zondebok van de crisis te maken.
Op 9/10 augustus besteedt Le Monde extra aandacht aan de ziekte van Kania. De correspondente stelt de vraag of de ziekte van de eerste secretaris wel ‘echt’ is. Ze ziet in de officiële aankondiging van een ziekte van een leider in een communistisch land altijd enige twijfel over de werkelijke situatie. Ze nuanceert dit door te wijzen op de gebeurtenissen in het land die een leider wel ziek kan maken. Een tweede vraag die ze zich stelt is of het niet om een diplomatieke ziekte gaat. Hiermee bedoelt ze een bezoek aan de Sovjet-Unie om de laatste gebeurtenissen te bespreken. Een derde mogelijkheid ziet ze in een ziekte bestemd om een ontslag te vergemakkelijken, iets wat ook niet vreemd is aan een communistisch land. In dezelfde periode vermeldt Le Monde de militaire manoeuvres van de Sovjetvloot in de Baltische Zee. De redactie zegt erbij dat dit zeer ongewoon is. Op 11 augustus vermeldt Le Monde de verklaring van het Amerikaanse station NBC, over de staat van alertheid van de Sovjettroepen.
De toon van de regering verbetert niet naar het einde van onze
derde casus. De regering blijft in haar oproepen tot kalmte verwijzen naar de
verantwoordelijkheid die Solidarnosc heeft voor de straatmanifestaties en de
oproer. De eerste secretaris verklaart dat indien eenzelfde koers wordt gevolgd,
het wel eens tot een bloedige confrontatie zou kunnen komen. Hij benadrukt
nogmaals dat de autoriteiten alles doen wat in hun mogelijkheden ligt om dit
laatste te vermijden. Tot en met de laatste dag, die we voor deze casus hebben
bestudeerd, maakt Le Monde melding van de Sovjetvloot in de Baltische Zee.
5.3.4.2.
Artikels uit The Times
Dezelfde trend vinden we grotendeels terug in The Times. De
regering wordt beschreven als koppig (‘There is no hunger in Poland). De
regering dreigt ermee dat het wel eens tot een nationaal conflict zou kunnen
komen indien de stakingen niet gestopt worden (artikel van 3 augustus).
Solidarnosc zorgt ervoor dat Warschau volledig geblokkeerd wordt gedurende
meerdere dagen (d.m.v. blokkades met bussen ). Op 6 augustus lezen we in The
Times dat de regering Solidarnosc er dan ook van beschuldigt op pure demagogie
uit te zijn. De communistische krant Rude Pravo heeft het zelfs over een vakbond
die uiteindelijk louter politieke macht nastreeft (zo wordt het in The Times
vermeld).
Op 7 augustus, na gesprekken tussen regering en stakers, klinkt
de regering erg negatief. Blijkbaar is het bijna onmogelijk om tot een akkoord
te komen. De regering wenst geen toegevingen te doen, de verantwoordelijke
inzake voedselvoorziening was zelfs niet aanwezig op de bijeenkomst.
Ten gevolge van dit alles, wordt op 8 augustus vier uur lang
gestaakt. De regering neemt immers geen enkel initiatief om het probleem van de
voedseltekorten op te lossen. Er brak ook protest uit omdat de regering de
contacten liet verwateren met de arbeiders. De regering beschuldigde Solidarnosc
zelfs van arrogantie en intimiderend gedrag. Ze gaat zelfs zover door te stellen
dat Solidarnosc op bewuste wijze de onderhandelingen zou saboteren!
De regering was er echter wel op gebrandom te onderhandelen met
Solidarnosc om de crisis op te lossen. Dit wordt door twee persberichten
verduidelijkt op 11 augustus, de regering gaat in op een uitnodiging van
Solidarnosc om te onderhandelen.
Op 14 augustus vermeldt de redactie in The Times dat er
grootschalige Sovjetrussische militaire manoeuvres worden uitgevoerd vlakbij de
Poolse grens. Buitenlandse waarnemers wijzen erop dat de kans reëel is dat de
Sovjet-Unie eventueel zou kunnen tussenbeide komen. De ‘oefeningen’ worden
immers gesuperviseerd door niemand minder dan de Sovjetrussische minister van
landsverdediging Dmitri Ustinov (wat zeer uitzonderlijk is).
Ook op 14 augustus lazen we dat de
communistische Partij van Polen een oproep van Solidarnosc verwelkomde. De
oproep van Solidarnosc is immers niets minder dan een belofte dat men gedurende
twee maanden niet zal staken, omdat die stakingen aanleiding waren tot heel wat
spanningen.
Het Partijdagblad ‘Trybuna Luda’ heeft het over ‘a partial return to realistic
thinking.’
5.3.5.
Derde onderzoekselement: de houding van de stakers
5.3.5.1. Artikels uit Le
Monde
In onze
derde casus krijgen we minder informatie over de stakers in Le Monde dan in onze
vorige casussen. De houding van de regering en de Sovjet-Unie werd in deze casus
wel meer in het licht gezet.
Er wordt benadrukt dat er een grote ontevredenheid heerst onder de bevolking,
maar we mogen de manifestanten uit deze casus niet over dezelfde kam scheren als
de stakers van de zomer van 1980. Er heerst immers een algemene ontevredenheid
onder de bevolking, dit zien we onder meer bij de vrouwen die ook massaal
beginnen te manifesteren. Het gaat deze keer ook over straatdemonstraties, dus
niet over bezettingsstakingen. De overheid schuift de schuld echter op
Solidarnosc, een vakbond.
‘Quand, par exemple, vous vous surprenez
soudain a haïr votre prochain qui ne vous a rien fait, pour la seule raison
qu’il vous précède dans la file et que vous craignez qu’il soit le dernier
servi, juste avant vous[11].’
Le Monde schrijft dat er bij velen wel nog het geloof heerst dat
de regering de situatie zal oplossen.
De rol van Solidarnosc bestaat er volgens de krant vooral in de manifestanten op
te roepen om kalm en rustig te blijven. Le Monde vermeldt dat Walesa in een
artikel van Dziennik Baltyckide overheid beschuldigt misbruik te maken van het
geduld van de vakbonden[12].
Hij wijst
op het feit dat er aleen jaar is verstreken sinds de akkoorden en dat de eis
naar de regering toe, om een programma op te stellen dat de economische crisis
zou verbeteren, nog steeds niet is ingewilligd. Hij eindigt met de stelling dat
de druk op de overheid moet vergroten.
Na het afbreken van de onderhandelingen, gaf één van de
vakbondsleiders, Rulewski, als commentaar: ‘Solidarité
parle de viande et de pain alors que le gouvernement parle d’idéologie.’
De president van Solidarnosc voor de regio Warschau heeft na de
onderhandelingen verklaard dat de nationale commissie van Solidarnosc eerst een
sterk programma moet voorbereiden en daarna pas kon de confrontatie beginnen.
Ondanks deze harde reactie lezen we bijna dagelijks berichten in Le Monde over
Solidarnosc die zijn leden vraagt te stoppen met staken, waarnaar al dan niet
wordt geluisterd.
Op 11 augustus vermeldt men een oproep van Solidarnosc aan alle vakbondsleiders om de stakingen op te schorten tot na de bijeenkomst van de nationale commissie. Nadat de overheid Solidarnosc gevraagd heeft de hongermarsen een halt toe te roepen, antwoordt Lech Walesa droog: ‘Respectez les accords de Gdansk et vous n’aurez pas a vous préoccuper de telles marches (…) Nous ne voulons pas prendre le pouvoir, nous ne voulons que le controler(…) Le syndicat est parfaitement conscient de sa responsabilité pour les affaires du pays, mais il entend interpreter cette responsabilité a sa manière. Ce n’est pas nous qui organisons les grèves, ce sont les travailleurs qui en décident.’
Op 14 augustus lanceert Solidarnosc een oproep aan de leden van
de vakbond en aan de rest van de bevolking, om zich te onthouden van elke vorm
van staking, manifestatie of hongermars. De commissie heeft ook gevraagd aan
alle arbeiders om gedurende acht vrije zaterdagen aan het werk te gaan om zo de
buitengewone en dramatische situatie op te lossen.
5.3.5.2. Artikels uit The Times
Ook in The
Times maakt men melding van de ontevredenheid van de gehele bevolking. Het
voedseltekort treft immers alle Polen. Van 4 tot en met 6 augustus wordt de stad
Warchau verlamd door stakingen en blokkades. Demonstraties tegen het
voedseltekort legden de stad plat, men was met een zeventigtal bussen op weg
naar het communistische centrale Partijgebouw toen het konvooi door de politie
werd gestopt. Nadat een vijf-uur durend gesprek tussen
Solidarnosc-afgevaardigden en de regering gestaakt werd omwille van een gebrek
aan vooruitgang, zegt Walesa dat hij niet snapt waarom het konvooi gestopt is.
Solidarnosc was immers niet van plan om de spanning te doen toenemen. Walesa
ziet de toekomst erg somber in. Indien men er niet in slaagt om het probleem van
de voedseltekorten op te lossen, ziet hij niet in hoe men grondige,
grootschaligere problemen ooit kan oplossen met een dergelijke regering. Ook op
5 augustus wordt er gestaakt (de stakingen verspreiden zich over andere Poolse
steden). Men is de houding van de regering beu en men is gedetermineerd om zich
vreedzaam te blijven verzetten, ook al gebruikt de overheid geweld om de
stakingen te onderdrukken.
The Times
schetst op 7 augustus een beeld van de gesprekken tussen Solidarnosc en de
regering. De titel spreekt voor zich: ‘Gloom over Solidarity talks with
government.’ Een top-lid van Solidarnosc claimde dat de regering geen enkele
toegeving wenst te doen voor het onderzoek naar de voedselvoorziening.
Solidarnosc wenst immers zelf controlecommissies op te richten om de
voedselvoorziening te controleren en te garanderen. De regering ging niet
akkoord omdat ze vreest dat Solidarnosc hierdoor over een monopoliepositie zou
beschikken. Hierna werd dan ook weer gestaakt.
Op 8
augustus wordt in Polen de industrie tijdens een waarschuwingsstaking volledig
lamgelegd. Men neemt het immers niet dat de regering geen enkel initiatief neemt
om de problemen op te lossen. Solidarnosc reageerde vrij mild op de reacties van
de regering over de staking. Solidarnosc beseft dat prijsstijgingen
onvermijdelijk zullen zijn in een integraal hervormingsplan.
Op 10
augustus meldt The Times dat de leiders van Solidarnosc een ‘women’s hunger
march’ annuleerden, vanwege de toegenomen spanningen van de laatste dagen. Ze
kwamen dan ook samen in Gdansk om hun geschilpunten met de regering te
bespreken, om zo uiteindelijk tot een oplossing te komen. Op 11 augustus lezen
we dat de spanningen nog verder worden opgevoerd als Walesa verkondigt dat de
regering er stalinistische methodes op na houdt om zo de onafhankelijke
vakbonden de mond te snoeren. De dag daaropwordt de regering, tijdens een
tweedaagse Solidarnosc-bijeenkomst, er zelfs van beschuldigd de
onderhandelingsgesprekken bewust te doen spaaklopen, om zo interne verdeeldheid
te zaaien onder de stakers. Binnen Solidarnosc waren er ledendie vonden dat de
communicatie intern beter gestroomlijnd diende te worden om zo beter het hoofd
te kunnen bieden aan de officiële propaganda. Deze mensen waren ook van mening
dat Solidarnosc de regering moest blijven bestoken met eisen, zodat deze laatste
niets anders kon doen dan in te gaan op een aantal ervan. De druk moet volgens
deze groep m.a.w. nog worden verhoogd.
Op 14
augustus ten slotte, meldt The Times dat Solidarnosc een oproep heeft gedaan om
gedurende twee maand niet te staken om de situatie niet nog explosiever te
maken.
5.3.6.
Vergelijking tussen Le Monde en The Times
We hanteren in onze derde casus dezelfde verwachtingen die we hadden in de eerste casus.
5.3.6.1.
Inhoudelijke vergelijking
We merken
ook in deze casus dat Le Monde en The Times qua berichtgeving eenzelfde lijn
volgen. Opnieuw valt de eerder neutrale behandeling van de nieuwsberichtgeving
ons op. De kwaliteitskranten bevestigen hun streefdoel,met nameberichtgeving die
zo accuraat mogelijk de feiten weergeeft. Maar hoewel beiden dezelfde waarden
nastreven merken we in deze casus ook weer enkele verschilpunten.
Uitgaande
van ons eerste onderzoekselement, namelijk de houding van de regering, vallen
ons enkele verschillen op tussen beide kranten. Beide kranten vermelden het
gemis aan initiatief dat de regering tentoonspreidt wat betreft het nemen van
maatregelen om de voedselcrisis op te lossen. Dit doen ze op een gelijkaardige
manier. Als we nu nagaan hoe beide kranten de houding van de autoriteiten
hiertegenover bespreken merken we wel een kleine nuance. The Times spreekt van
‘koppigheid’, omdat de regering de voedselcrisis niet wil erkennen, Le Monde
beweert dat de regering de voedselcrisis wel erkent maar relativeert (‘Het komt
in alle landen voor’). Le Monde verklaart ook dat de regering enkele maatregelen
heeft genomen om de bevolking te sussen bv. een versoepeling van de censuur. The
Times vermeldt hierover niets.
Een ander treffend verschil zien we in Le Monde die melding maakt van de ‘uitzonderingsmaatregelen’ die de regering instelt terwijl we hierover niets in The Times terugvinden. Beiden vermelden de militaire ‘oefeningen’, maar Le Monde schenkt hier meer aandacht aan en relativeert de gevolgen meer dan The Times. The Times vermeldt dat er een reële kans bestaat dat er een militaire interventie volgt. Le Monde meldt enkel dat de militaire ‘oefeningen’ in de Baltische Zee erg ongewoon zijn.
The Times
bericht niet over de ziekte van de eerste secretaris, Kania, terwijl Le Monde
daar extra aandacht aan geeft. De redactie van le Monde focust hierop omdat ze
denkt dat deze ziekte wel eens minder toevallig zou kunnen zijn dan men op het
op het eerste zicht zou denken. Beide kranten wijzen nadrukkelijk op de vele
beschuldigingen van de autoriteiten aan het adres van Solidarnosc.
Ons tweede
onderzoekselement was de houding van de stakers/bevolking/Solidarnosc. Deze
wordt bij beide kranten op een gelijkaardige manier bekeken. Beiden benadrukken
de rol van Solidarnosc om de bevolking tot rust en kalmte aan te manen. De
houding van de bevolking wordt door beide kranten gezien als het gevolg van een
grote ontevredenheid bij de basis. Ook de frustratie van de vakbonden ten
aanzien van de regering wordt duidelijk naar voor gebracht. The Times legt
hierop een grotere nadruk en toont duidelijkbegrip voor de bevolking. De krant
wijst op het feit van de gedetermineerdheid om zich vreedzaam te blijven
verzetten tegen de overheid, ook al gebruikt de overheid geweld om de stakingen
te onderdrukken. Op dat moment is geweld nog een groot woord, want het is nog
niet tot een bloedige confrontatie gekomen.
In deze
casus zien we opnieuw (eerste casus) dat The Times het verloop van de
gebeurtenissen minder positief inschat dan Le Monde. Uit de vorige casus bleek
dat de krant toen nog hoop koesterde over het verloop van de gebeurtenissen. Nu
wordt deze hoop overschaduwd door de dreiging van interventie. Le Monde kaart
veelal dezelfde zaken aan, maar spreekt zich niet uit over de opportuniteit van
een interventie. Le Monde benadrukt wel de militaire ontwikkelingen meer dan The
Times, maar voegt er geen commentaar aan toe.
5.3.6.2.
Vormelijke
vergelijking
In deze
casus valt het op dat er, niettegenstaande het aantal artikels voor beide
kranten gelijk is, bij Le Monde opnieuw een hogere aandachtsscore wordt behaald
dan bij The Times. Als we de scores in deze vormelijke vergelijking van naderbij
beschouwen, merken we een aantal zaken op.
Op het criterium ‘correspondent’ wordt gelijk gescoord door beide kranten. Enkel op het criterium ‘boven de vouw’ scoort The Times hoger dan Le Monde; op de overige criteria scoort Le Monde hoger (waaronder twee criteria met een wegingsfactor +2).
De
aandachtsscore voor The Times is 2,15 en van Le Monde 3,69. Het verschil is niet
zo groot als in de tweede casus, maar is wel groter dan in de eerste casus. De
trend die we opgemerkt hebben in de eerste en tweede casus, geldt dus ook voor
de derde casus. De gegevenstabellen zien er als volgt uit:
LE MONDE 3e CASUS: 3 augustus 1981 – 14 augustus
1981 |
||
AANTAL RECORDS: 13
|
||
KENMERK:
|
FREQUENTIE:
|
PROPORTIE:
|
Voorpagina |
8 |
61,54% |
>75% kolom |
3 |
23,08% |
Boven de vouw |
10 |
76,92% |
Kop > 1/3e < 1/2e pagina |
7 |
53,85% |
Kop > 1/2e pagina |
5 |
38,46% |
Correspondent |
1 |
7,69% |
DE GEMIDDELDE TOTAALSCORE: |
||
3,69 |
THE TIMES 3e CASUS: 3 augustus 1981 – 14
augustus 1981 |
||
AANTAL RECORDS: 13
|
||
KENMERK:
|
FREQUENTIE:
|
PROPORTIE:
|
Voorpagina |
6 |
46,15% |
>75% kolom |
1 |
7,69% |
Boven de vouw |
12 |
92,31% |
Kop > 1/3e < 1/2e pagina |
1 |
7,69% |
Kop > 1/2e pagina |
0 |
0% |
Correspondent |
1 |
7,69% |
DE GEMIDDELDE TOTAALSCORE: |
||
2,15 |
5.4.1. Inleiding
Onze vierde casus laten we aanvangen op 25 oktober en eindigen we op 23 november. Die keuze hangt samen met onze laatste casus, de Staat van Beleg. Steeds meer treedt nu het leger op de voorgrond. Een ander belangrijk feit in deze casus is de ontmoeting van Lech Walesa, Jozef Glemp en generaal Jaruzelski. Deze gebeurtenis gaf iedereen even de hoop op een compromis tussen de drie sterke krachten van Polen, met name Solidarnosc, de Kerk en de overheid. Deze casus brengt een meer genuanceerd beeld op de gebeurtenissen die voorafgaan op de aankondiging van de Staat van Beleg.
5.4.2. Afbakening van de
onderzoekselementen
Vooreerst zullen we opnieuw een overzicht
geven van de gebeurtenissen aan de hand van de artikels van Le Monde. Daarna
focussen weop de houding van de regering vanuit de artikels Le Monde en The
Times.
In een derde luik zullen we nagaan welke de houding van de
regering was vanuit de artikels van Le Monde en The Times.
Als vierde punt bespreken we in deze casus ook de houding van de
Kerk aan de hand van de verslaggeving in Le Monde en The Times.
Tenslotte zullen we beide kranten vergelijken aan de hand van de
door ons gekozen onderzoekselementen en de aandachtsscore bespreken die beide
kranten hebben behaald wat betreft de Poolse kwestie.
5.4.3. Eerste
onderzoekselement: een overzicht van de gebeurtenissen volgens Le Monde
Op 25/26 oktober meldt Le Monde dat de woordvoerder van de Poolse regering,
Urban, op vrijdagavond (23 augustus) heeft aangekondigd dat er meerdere secties
van het leger over het land zullen verspreid worden. Dit omdat het leger de
regering onmiddellijk de negatieve gebeurtenissen kan melden en ze vervolgens
ook onmiddellijk kan bestrijden. Op die manier kan het leger ook direct de
nodige hulp bieden aan de bevolking en de lokale autoriteiten. Het leger krijgt
van de eerste minister, generaal Jaruzelski[13],
de volmachten om te handelen. We lezen ook dat de nationale commissie van
Solidarnosc beslist heeft een algemene werkonderbreking van een uur te lanceren
voor woensdag 28 oktober in heel het land. Ze doet ook een oproep aan alle
vakbondsleden om tot 28 oktober geen protestacties meer te ondernemen. Tenslotte
lanceert ze ook een oproep aan de regering om voor 30 oktober de sociale
conflicten op te lossen.
Op 29 oktober lezen we in Le Monde dat er een militaire
quadrillage in Polen is. Hun missie werd reeds geëxpliciteerd op 25/26 oktober.
Op 30 oktober vernemen we dat de werkonderbreking een groot succes was. Tijdens
de plenaire vergadering van het centrale comité zijn er belangrijke
veranderingen aangekondigd door de nieuwe eerste secretaris. Eerst en vooral
behoudt generaal Jaruzelski zijn drie posities nl. die van eerste
partijsecretaris, eerste minister en minister van defensie. Generaal Jaruzelski
benadrukt zijn wil om de sociale basis van de macht van de staat te vergroten.
Er wordt voorgesteld om een front van nationale eenheid op te richten. Hij wil
de regering verder nog uitrusten met een raad van experts van alle
representatieve denkrichtingen. Le Monde stelt dat men ondanks de stijgende
spanning veel verder van een confrontatie is dan ooit tevoren.
Op 1/2 november meldt Le Monde dat Solidarnosc zijn controle over
de sociale situatie verliest. Dit leidt de redactie af uit het feit dat de
ontevredenheid niet gekanaliseerd kan worden ondanks het succes van de
één-uur-staking. De ‘grèves sauvages’ blijven zich verspreiden in het land. Le
Monde ziet het nijpend gebrek aan voedingsstoffen als de hoofdoorzaak. Een
andere oorzaak zien ze in het feit dat een akkoord tussen de regering en de
vakbonden te lang uitblijft.
Op 5 november wordt er aangekondigd dat er een ontmoeting zal
plaatsvinden tussen de primaat J.Glemp, generaal Jaruzelski en Lech Walesa.
We krijgen hierover meer informatie op 6 november. De bijeenkomst
tussen de primaat, de eerste secretaris en de vakbondsverantwoordelijke heeft
plaats gehad op 4 november in Warschau. Deze bijeenkomst zal gevolgd worden door
andere vergaderingen om de praktische modaliteiten verder uit te werken van de
coöperatie tussen de drie instanties. In Gdansk heeft de nationale commissie van
Solidarnosc een resolutie aangenomen over het stopzetten van de stakingen.
Menbesliste dit vol te houden tot het einde van januari 1982 om op die manier
een sociaal akkoord te bereiken of ten minste te onderzoeken.
Op 18 november lezen we dat de Poolse machthebbers en Solidarnosc op dinsdag 17
november hun meest belangrijke onderhandelingen, sinds de akkoorden van Gdansk,
zullen aanvangen. Hiermee samengaand vermeldt de redactie dat na 14 maanden
uitputtingsoorlog, de drie instanties, trachten om tot een ‘modus vivendi’ te
komen. Er zal ook beraadslaagd worden over de oprichting van een ‘Nationale
Entente’. Le Monde denkt datdeze onderhandeling zullen slagen. De correspondent
verduidelijkt de intenties. Alle partijen van het land, waaronder dus ook de
Kerk en Solidarnosc, zullen in teken van ‘een national entente’ belast worden
met het uitwerken van een programma voor een front met dezelfde naam. Dit nieuwe
organisme zal het Front van Nationale Eenheid vervangen[14].
In het politieke systeem zal dit Front de structuur van de verkiezingslijsten
bepalen. Dit kan een invloed hebben om tot een minder vervalste, karikaturale
representatie van de bevolking te komen.
Op 19 november lezen we in Le Monde dat na tien uren heen en weer
gepraat, de autoriteiten en Solidarnosc een procedure hebben opgesteld om verder
te onderhandelen over het tot stand komen van een Nationale Entente.
Op 21 november bericht Le Monde over een oproep van Solidarnosc
aan de arbeiders en vakbonden in het westen om hulp te verlenen om de
voedselcrisis te verminderen.
Op 22/23 november lezen we dat de speciale missie van het leger
afgelopen is.
Op 24 november tenslotte meldtLe Monde dat de politie een inval
heeft gedaan in het huis van J.Kuron om een illegale bijeenkomst te verhinderen.
Het doel was, volgens een communiqué van de regering, om een organisatie op te
richten met een politiek karakter onder de naam ‘club de la République autonome
liberté-justice-indépendence.’
5.4.4.
Tweede onderzoekselement: de houding van de autoriteiten
5.4.4.1. Artikels uit Le
Monde
De redactie van Le Monde maakt melding vande maatregelen, die de autoriteiten genomen hebben i.v.m. de missie van het leger. De woordvoerder van het leger spreekt van ‘une situation extraordinnaire exige des moyens extraordinnaires.’ De redactie vermeldt erbij dat er ondanks deze maatregel nog steeds geen ‘staat van oorlog’ of ‘staat van nood’ is uitgeroepen. Le Monde gaat hier dieper op in op 29 oktober. De redactie schrijft dat het leger een missie is opgedragen die buiten zijn competentie ligt,het wordt namelijk gemobiliseerd voor de verdediging van het vaderland in eigen vaderland. De redactie tracht een verklaring te zoeken voor deze ‘ongebruikelijke’ maatregel. Het regime krijgt normaliter haar macht enkel van de Partij en wordt bij de uitoefening van die macht sterk gecontroleerd door datzelfde orgaan. Een mogelijke verklaring wordt gezien in de nauwe banden met de eerste minister en het leger[15]. Maar de redactie vindt deze uitlegniet sluitend. Generaal Jaruzelski is immers niet aan de macht gekomen als gevolg van een militaire staatsgreep. Hij is door het hoofd van de Partij voorgedragen, alhoewel hij niet voorbereid was op die taak. De redactie ziet ook kansen voor Jaruzelski omdat de bevolking zich nooit kan aanpassen aan de situatie waar ze nu in leeft.
Tot dan kon de crisis in de schoenen geschoven worden van incompetente
bestuurders. Het enige dat Jaruzelski dus moet aantonen is dat de Partij, in
haar nieuwe vorm, efficient is. Indien dus de situatie verbetert, kan de nieuwe
chef in alle rust en kalmte de nieuwe politiek leiden. Als de situatie niet
verbetert zullen de autoriteiten proberen aantonen dat Solidarnosc de chaos
veroorzaakt. Merkwaardig is echter dat men de resultaten van de militaire
quadrillage niet afwacht en de campagne tegen de onafhankelijke vakbond reeds
heeft aangevat. In het succes van de een-uur-staking ziet Le Monde opnieuw het
bewijs voor de verlamming van de Partij terwijl de vakbonden hun capaciteit om
te mobiliseren tentoon spreiden. Generaal Jaruzelski reageert met een
beschuldiging aan het adres van ‘les ennemis du socialisme’. Maar Jaruzelski
blijft streven naar een Nationale Entente en het feit dat men in het parlement
unaniem pro heeft gestemd toont aan, volgens de correspondent, dat het
onmogelijk is voor de Partij om het land alleen te blijven besturen. We komen
ook te weten dat het centrale comitee oorspronkelijk beslist had het
stakingsrecht op te schorten. Le Monde meldt dat de Partij in theorie zonder
moeite haar wil zou kunnen doordrijven door de meerderheid die ze heeft in het
parlement, maar in de praktijk zou dit grote conflicten met Solidarnosc, met
eigen allianties met de boerenpartij en de democratische partij en de officiële
katholieke bewegingen te weeg brengen. Op die manier zou de Partij in een
volledig isolement terechtkomen, wat ze ten alle koste wil vermijden. De
correspondent wijst op het feit dat Jaruzelski geen enkele beslissing zal nemen
die tot geweld leidt. Om die reden deed hij een oproep aan de parlementsleden om
hen te wijzen op de vergaande gevolgen die deze voorzorgsmaatregel zou kunnen
hebben. Le Monde heeft het ondanks dit klein succesjeten voordele van Jaruzelski
(en de vakbonden) over de eerder kleine manoeuvreerruimte van de eerste
minister. De ‘opening’ naar een compromis met de vakbonden in de vorm van een
Nationale Entente wordt, volgens de correspondent, met weinig enthousiasme en
een eerder gereserveerde houding ontvangen bij de rest van de Partij.
De reactie van Barcikowski, lid van het politbureau was: ’Les
idées de création d’une coalition de forces opposées, c’est a dire, une alliance
réunissant des forces contradictoires, relèvent pour nous du malentendu.’
Na het onderhoud tussen Jaruzelski,
Walesa en Glemp verklaart de correspondent van Le Monde dat Jaruzelski op deze
manier symbolisch toegeeft dat het niet meer mogelijk is de macht uit te oefenen
zonder Solidarnosc en de Kerk. Na deze eerste onderhandelingen doet Jaruzelski
een toegeving tegenover de vakbond, met name het verschaffen van toegang tot de
massamedia. De correspondent meldt dat er na deze onderhandeling een samenkomst
doorgingmet Jaruzelski en de oude vakbondsleiders. Hierinziet de correspondent
een teken dat de Kerk en de onafhankelijke vakbond niet de enige onderhandelaars
zijn, en dat Jaruzelski nog niet van plan is de macht te delen met hen alleen.
Op 15/16 november verslaat Le Monde de reactie van Pravda op de gebeurtenissen
in Polen. De Sovjetpers heeft zware kritiek op Solidarnosc die ze de ‘hooligans
van Solidarnosc’ noemen. Er is een directe vraag aan de Partij om terug te gaan
naar haar pure ideologie. De correspondent ziet dit als een duidelijke
mise-en-garde van Moskou tegen de Nationale Entente[16].
Generaal Jaruzelski beseft echter, volgens de correspondent[17],
dat hij geen toegevingen kan verkrijgen en dat hij ook niet de politieke
radicalisatie kon afremmen, zonder overeen te komen met de directie van de
vakbonden en de Kerk. Hij beseft echter even goeddat als zijn politiek niet de
gewenste vruchten zal opleveren, dit de oren van ‘les têtes dures[18]’
snel zal bereiken.
Le Monde wijst tenslotte op het feit dat de officiële propaganda
moeite zal doen om de Nationale Entente voor te stellen als enig mogelijke spoor
naar nationaal welzijn en zal het feit benadrukken dat de Kerk ook haar akkoord
gaf. De correspondent wijst er vervolgens op dat de druk op Solidarnosc op die
manier groter wordt.
5.4.4.2.Artikels
uit The Times
De
toegenomen spanningen zorgen ervoor dat de houding van de regering niet gunstig
is voor Solidarnosc. De redactie van The Times meldt op maandag 26 oktober:
‘Poles warned off striking.’ De regering beschuldigt Solidarnosc ervan een
economische oorlog te voeren, door de productie te saboteren en door de
arbeiders op te hitsen tegen de regering. De regering verklaart dan ook: ‘No
state can tolerate anarchy.’
De
correspondente Dessa Trevisan brengt verslag uit van het feit dat de eerste
minister Jaruzelski besloot om het leger actiever in te zetten tegen de talloze
stakingsgolven. Het leger zou ingezet worden om lokale geschillen op te lossen
en om het volk te helpen waar nodig. Het leger zou ook toezicht moeten houden op
de voedselvoorziening. De regering meldt nogmaals dat geen subversieve of
anti-Russische daden getolereerd kunnen worden[19].
Op 27 oktober lezen we op de voorpagina dat een bijeenkomst van het Politbureau wellicht de voorbode is van verdere veranderingen aan de Poolse top. Ondertussen namen troepen hun posities in verschillende steden en dorpen in, met de bedoeling ‘to maintain law and order.’
De
correspondente levert in haar artikel ‘Poles wait for further changes at top’
meer informatie over de hervomingen. Jaruzelski heeft het Poolse volk beloofd
dat er veranderingen doorgevoerd zullen worden in het Politbureau, maar hij
wijst erop dat deze zaak voorzichtig dient te worden aangepakt omdat de
veranderingen gelieerd zijn aan een regeringshervorming. Het centrale Comité zal
gevraagd worden om advies te geven over de vooropgestelde hervormingen. Omwille
van een aangekondigde staking van Solidarnosc lijkt de kans niet groot dat het
Comité dan ook spoedig bijeenkomt.
Op 29
oktober werd Polen verlamd door een één-uur durende staking. Jaruzelski vroeg
Solidarnosc om voortaan ‘realistic forces’ te hanteren in plaats van stakingen
om zo ‘constructive talks’ te kunnen houden. Opvallend is dat de gealarmeerde
soldaten niets hebben gedaan om de staking te voorkomen of af te breken.
Jaruzelski beschuldigde Solidarnosc ervan dat het alle pogingen om het sociale
en economische klimaat te verbeteren, gewoonweg blokkeerde. Opbouwende
gesprekken zijn volgens hem dan ook erg dringend.
Op 30
oktober schrijft Dessa Trevisan dat er na de vorige staking, lange en lokale
stakingen zijn uitgebroken (op velerlei plaatsen in Polen). De overheid geeft
tal van waarschuwingen, de regering dreigde ermee een wet te laten goedkeuren in
het parlement waardoor stakingen verboden zouden worden. Jaruzelski ging niet zo
ver, maar hij had het over hardere maatregelen tegen Solidarnosc indien deze
zijn beleid niet in gunstige zin zou veranderen.
De dag erna echter lezen we dat Jaruzelski bekend maakt dat -indien Solidarnosc niets aan zijn houding verandert (Warsaw threat to ban strikes)- de regering daadwerkelijk het wetsontwerp zal laten goedkeuren.
De
correspondente schrijft op 2 november dat de stakingen voortduren,
niettegenstaande het goedkeuren van het wetsontwerp door het parlement. De dag
erna lezen we dat een topman van Solidarnosc op legale wijze door de regering
zal worden vervolgd omdat hij de staat en de natie had beledigd. Bij een
mogelijke veroordeling wacht hem een celstraf van acht jaar. De regering hoopt
verder dat de hervormingen die Jaruzelski zal doorvoeren, namelijk het oprichten
van een raad om tot een nationale oplossing te komen, een meer solide basis zal
vormen voor een akkoord.
Op 4
november schrijft Dessa Trevisan dat er zich een nieuwe stakingsvorm aandient,
namelijk het actief staken, waarbij de controle over de fabrieken door de
stakers overgenomen wordt, zonder ze lam te leggen. De regering en Solidarnosc
komen opnieuw tot dialoog.
Op
donderdag 5 november meldt ze dat de Kerk, Solidarnosc en de communistische
Partij samenkomen omeen akkoord te sluiten. Het resultaat van de gesprekken zien
we op 6 november in de krant: ‘Warsaw given three months to settle issues.’ De
regering krijgt drie maanden om de problemen op te lossen. Jaruzelski verklaart
dat hij de eisen van Solidarnosc zoveel mogelijk tegemoet wil komen, maar dat
Solidarnosc ook toegevingen zal moeten doen.
Het
persagentschap Reuter deelt op 10 november mee dat de regering en Solidarnosc
opnieuw gesprekken zullen voeren betreffende een zestal punten: het oprichten
van een sociale raad ter controle van de economie, vakbondstoegang tot de
massamedia, economische hervormingen, zelfbeheer en democratische verkiezingen
voor lokale raden, het gelden van de wet en prijshervormingen.
Correspondent Richard Boyes brengt op 18 november verslag over de gesprekken
tussen de regering en Solidarnosc. De regering vestigt zijn hoop op het vormen
van een ‘Front of National Understanding.’ Dit front zou gevormd worden door de
communistische Partij, de Boerenpartij en de kleine democratische Partij.
Solidarnosc zou in dit ideaaltype een raadplegende functie hebben. De dag erna
lezen we dat de regering en Solidarnosc het eens zijn geworden over het
oprichten van een viertal werkgroepen om zo enkele probleempunten op te lossen
(controle van de economie, de toegang van Solidarnosc tot de door de staat
gecontroleerde televisie, mogelijkheden om lokale industriële geschillen op te
lossen en om een winter crisisprogramma op te stellen).
5.4.5. Derde onderzoekselement: de houding van de stakers/Solidarnosc
5.4.5.1. Artikels uit Le
Monde
Le Monde geeft pas meer informatie over de stakers na het succes van de één-uur-staking op 30 oktober. De redactie heeft het over de capaciteit van Solidarnosc om de stakers te mobiliseren. De redactie heeft het over een symbolische staking, een staking die de golf van spontane protestacties tracht af te remmen. Op 3 oktober vermeldt Le Monde de oproep van Solidarnosc aan de bevolking en de regering. De oproep aan de bevolking heeft betrekking tot de ‘grèves sauvages’ die het land overspoelen. De vakbond vraagt de stakers zich te schikken naar de disciplines van de vakbond en onmiddellijk elke vorm van protest te stoppen. De redactie noemt het een oproep voor dovemansoren. De vakbond drukt zijn angst uit voor de acties die in het nadeel van het algemeen welzijn zijn. Ze wijzen op de mogelijke maatregel van de regering om het stakingsrecht op te schorten en dus op die manier het bestaan van de vakbonden bedreigen. De autoriteiten roepen op om zo vlug mogelijk de legitieme eisen van de stakers te beantwoorden. In dezelfde oproep hernemen ze nog eens alle eisen, o.m. de eis tot een economische hervorming, de eis voor een sociale controle op de economie en de toegang tot de massamedia.
Op 1/2 november meldt de redactie dat de directie van Solidarnosc
de controle aan het verliezen is op de bevolking. Het land wordt immers nog
steeds bedreigd door de vele ‘grèves sauvages’.
De correspondent bericht dat de toon hoog opliep in de vergadering van de nationale commissie toen men hoorde over het onderhoud tussen Walesa, Glemp en Jaruzelski. Hij benadrukt het feit dat de vakbondsleiders niet vijandig stonden tegenover een politiek akkoord met de autoriteiten maar dat ze zich eerder verbitterd voelden omdat ze zich uitgesloten voelden. Walesa doet vervolgens de provocerende uitspraak: ‘Eh bien, d’accord, votons que nous ne voulons pas de pourparlers avec le primat et le premier ministre, et allez ensuite expliquer votre vote au pays.’ Walesa behaalt hier een overwinning en verlaat woedend de vakbondsleiders.
Tijdens de gesprekken meldt Le Monde dat de beide (eigenlijk
drie) kanten hun goede wil tonen. Walesa verklaart dat hij niet vijandig is
t.o.v. het voorstel van een Nationaal Front maar dat hij eerst meer
duidelijkheid wil over het concept. Hij benadrukt ook zijn wil tot een reëele
democratisering van het land.
Na dit eerste gesprek draaien de vakbondsleiders bij. Volgens de
correspondent zien ze nu ook de voordelen van de onderhandelingen. Er wordt zelf
een resolutie gestemd om drie maanden het staken op te schorten. Ze benadrukken
wel het feit dat indien de onderhandelingen worden verbroken, men kan terugkomen
op deze beslissing. Op die manier kunnen ze dan met actie misschien bereiken wat
niet is gelukt door discussie.
De correspondent verklaart dat er een wil is om tot een akkoord
te komen maar dat de voorwaarden voor derealisatie nog vaag zijn. Walesa en
Glemp kunnen onmogelijk een voorstel van een Nationaal Front aannemen als ze
niet overtuigd zijn van het feit dathun vertegenwoordigers niet zullen
gedwongenworden tot machteloosheid door de grote meerderheid van de
vertegenwoordigers die worden gecontroleerd door de Partij. Hier ziet de
correspondent een dubbelzinnigheid, enerzijds wil de vakbond niets beslissen
voor hij weet wat er bereikt kan worden overeen zekere democratisering (wat
betreft verkiezingen en het gerecht), anderzijds wil de overheid op haarbeurt
hier niet over beslissen, zonder de vakbond eerst gebonden te hebben aan een
apparaat waarop ze hopen een grote invloeduit te oefenen.
Maar net als Jaruzelski heeft Walesa ook niet veel
manoeuvreerruimte, enerzijds door de radikalen in de vakbond zelf en de slechte
verhoudingen met de nationale commissie en anderzijds door de ‘greves sauvages’,
die nietmeer te controleren zijn en de bevolking uitputten. Het Poolse volk kan
zich onmogelijk blijven voeden met enkel enthousiasme.
5.4.5.2. Artikels uit The
Times
In het
begin van de periode lezen we dat de stakingen van Solidarnosc verlammend werken
op Polen (de regering neemt dan ook een hard standpunt in, cf. supra). We lezen
zelfs dat zeven vakbondsleden werden beschuldigd wegens anti-statelijke
activiteiten.
Op
woensdag 28 oktober beslist Solidarnosc toch te staken (niettegenstaande de
regering beloftes deed om de crisis op te lossen). Ook op plaatsen waar soldaten
gestationeerd zijn zal gestaakt worden. Dessa Trevisan schrijft dat de stakingen
zich in hoog tempo opvolgen en dat Solidarnosc veel moeite heeft om alle
stakingen onder controle te houden. Het voedseltekort, gekoppeld aan het
onvermogen van de regering, ligt hiervan aan de basis ('Poland fails to avert
strike called for today).
Op 29 oktober brengt de correspondente verslag uit over een staking waarbij enkele miljoenen Polen het werk neerlegden gedurende één uur. Polen werd hierdoor geheel verlamd. Men had drie eisen: ten eerste wil men meer voedsel, ten tweede wenst men meer goederen in de winkels en tenslotte eist men participatie in de economie van het land. De staking was ook een protest tegen de repressie vanvakbondsleden door de communistische overheid. Kort na de staking werd het werk hervat. Walesa deelt de regering mee dat een dergelijke vorm van actie voeren in de toekomst voortaan zal worden vermeden (omdat dit het land en de bevolking niet vooruit helpt). Hij zei dat men in de toekomst op zoek zou gaan naar andere effectieve protestmiddelen. Niettegenstaande deze verklaring van Walesa, braken er de dag daarna langere stakingen uit over heel het land. In de koolmijn van Sosnowiec (Silesië) weigeren de arbeiders opnieuw aan het werk te gaan voordat ze een bevredigend politierapport krijgen over het incident dat zich vorige dinsdag voordeed (een gasgranaat, die uit een voorbijrijdende auto gesmeten werd in een koolput, zorgde ervoor dat zestig arbeiders in het ziekenhuis dienden te worden opgenomen).
Aangezien
de regering harde maatregelen wenst te nemen tegenover de stakingsgolf, onder de
vorm van het goedkeuren van een wet die stakingen verbiedt (cf. supra), legt
Solidarnosc enkele voorstellen voor met betrekking tot een zelfregulerend
stakingsrecht. Dit bestaat uit maatregelen die gericht zijn tegen activiteiten
die de slagkracht van de vakbond verzwakken. Ondanks de goedgekeurde wet gaan de
stakingen toch verder.
Op dinsdag
3 oktober schrijft Dessa Trevisan een
merkwaardig artikel over een door de regering aangeklaagde vakbondsleider
('Solidarity leader faces charges for criticizing state'). Op de vooravond van
de bijeenkomst van de nationale commissie van Solidarnosc, heeft een topleider
(Marian Jurczyk), door het uiten van bepaalde opmerkingen, ervoor gezorgd dat de
autoriteiten hem op legale wijze zullen vervolgen. Jurzyck zei dat het
parlement, de regering en het centrale comité niet konden rekenen op respect en
vertrouwen van de bevolking en dat ze zelfs aanzien werden als verraders, die
zich naar het gezag uit Moskou stelden. Hij zou ook gezegd hebben dat de
overheid niet bekommerd is om het lot van het volk, maar dat ze enkel
geïnteresseerd zou zijn in eigen belang. Een andere (merkwaardige!) opmerking
ging over het feit dat de meeste mensen die topposities bekleedden, Joden zouden
zijn. De Sovjet-Unie werd verder bestempeld als een artificiële vriend en hij
voorspelde dat het niet lang zou duren vooraleer alle partijorganisaties in
Poolse fabrieken opgeheven zouden worden. Partijleider Jaruzelski was volgens
hem immers ongeschikt 'to cement the party'.
Een groep
Solidarnosc-arbeiders riep de vakbonden vandaag toe om actief te staken waarbij
de fabrieken gecontroleerd zouden worden i.p.v. ze stil te leggen. Deze nieuwe
vorm van protest diende ervoor te zorgen dat de kloof tussen vakbonden en
regering niet vergroot zou worden. Solidanosc en Jaruzelski komen dan ook
opnieuw tot dialoog. Na de hoogoplopende spanningen van vorige week,
isSolidarnosc immers gekant tegen de wet om stakingen te verbieden.
Walesa
zei: 'Democracy demands that the minority bows to the view of the majority.'
Op 5
oktober lezen we dat Solidarnosc samen met de Kerk en de communistische Partij
rond de gesprekstafel gaat zitten. Dit is een ultieme poging om een oplossing te
vinden voor het conflict vooraleer de winter begint. Walesa verklaart aan de
pers dat hij slechts één essentiële vraag zou stellen: 'Wheter Jaruzelski wants
to follow the people or go against them.' Walesa begaf zich echter ook op glad
ijs door te stellen dat men meer vertrouwen diende op te brengen voor de goede
intenties van de regering. Hij duidde op het belang en de urgentie van de
gesprekken en vroeg dan ook om meer discipline in de rangen van Solidarnosc.
Walesa probeert dus zijn eigen gedachtegoed op te leggen aan de vakbond, iets
way bij de leden op gemengde gevoelens stuitte. Er werd dan ook een stemming
gehouden om uit te maken of men het nog langer eens was met de standpunten van
Walesa. Hij haalde het net niet (op één stem). Dit is dus een indicator voor het
feit dat hij aan geloofwaardigheid inboette.
Op vrijdag 6 oktober schrijft Dessa Trevisan dat Solidarnosc de regering een periode van drie maand heeft gegeven om met een bevredigende oplossing voor de dag te komen. Vooraleer Walesa terug was van de gesprekken in Warchau, heeft men tijdens de bijeenkomst van Solidarnosc twee resoluties gestemd (betreffende het stoppen van de stakingen). Opvallend is dat men hiervoor niet heeft gewacht op de aanwezigheid van Walesa (opnieuw een indicator voor zijn zwakke positie). Solidarnosc waarschuwde de regering voor een nieuwe algemene staking indien de periode van drie maand geen oplossing zou leveren.
De titel van het artikel
dat op zaterdag 7 oktober verscheen luidt: 'Dissension grows in ranks of
Solidarity'.
De titel
dekt de lading in grote mate. De geloofwaardigheid van Walesa wordt op de proef
gesteld, o.a. door Rulewski die het volgende stelde: 'If you are going with the
intention of giving the Premier the gift of ending strikes, you should at least
tell the national commission what programme you are taking along'.
Walesa verloor zijn zelfbeheersing en beschuldigde
Rulewski ervan chaos en verdeeldheid te zaaien in Solidarnosc. Er gingen zelfs
radicale stemmen op om Walesa te vervangen.
In de
dagen die volgden wordt vooral verslag uitgebracht over de gesprekken die er
werden gehouden tussen Solidarnosc en de regering, niettegenstaande het feit dat
de stakingen niet gestopt werden (wat de geloofwaardigheid van Solidarnosc
ondermijnde).
Op 18 en 19 november
wordt verslag gegeven over het inhoudelijke van de gesprekken.
Titels zijn respectievelijk 'Cautious first round in
Polish crisis' en 'Solidarity access to news media discussed'.
Solidarnosc streeft geheel andere ideeën na dan de
regering (cf. supra). Solidarnosc wil deelnemen aan een sociaal-economische raad
en wil toegang krijgen tot televisie en radio. Solidarnosc streeft ook een
onafhankelijke rechterlijke macht na en wenst vrije, lokale verkiezingen. Na
vele uren discussiëren, kwam men tot het oprichten van een viertal werkgroepen,
waarin werd nagedacht over de controle van de economie, de toegang van
Solidarnosc tot de televisie en radio, de mogelijkheden om lokale industriële
geschillen op te lossen en om een winter-crisisprogramma samen te stellen (cf.
supra). Het meest cruciale punt van Solidarnosc, namelijk het oprichten van
vrije lokale verkiezingen en het vormen van een nationale alliantie waar
Solidarnosc een belangrijke rol in zou spelen, komen pas ten vroegste volgende
week aan bod. Solidarnosc roept zijn leden op om terughoudendheid te vertonen
ten gevolge van regeringswaarschuwingen.
Op
zaterdag 21 november lezen we op de voorpagina dat Walesa een oproep deed aan
alle arbeiders wereldwijd om voedsel te sturen naar Polen, om zo 'dangereous
social tensions and spontaneous outbursts of popular anger' te vermijden
gedurende de winterperiode.
Op dinsdag
24 november wordt door een correspondent geschreven dat er heel wat problemen
zijn in de rangen van Solidarnosc. In Gdansk hebben Gwiazda en veertien andere
leden immers hun ontslag ingediend uit protest tegen de verzoenende houding van
Walesa. Ondertussen hebben in Warshau gefrustreerde, dissidente intellectuelen
besloten om een nieuwe sociaal-democratische partij op te richten, met als doel
het monopolie van de communistische Partij te verbreken en nationale autonomie
inzake het Warshaupact te vergroten. Op deze manier hoopt deze groep een
politiek vacuüm te vullen. Deze groep is tevens van mening dat Solidarnosc te
traag vooruitgang boekt.
5.4.6.
Vierde onderzoekselement: de houding van de Kerk
5.4.6.1. Artikels uit Le
Monde
Le Monde vermeldt de Kerk pas in zijn berichtgeving vanaf het voorstel van
Jaruzelski van een Nationale Entente. We lezen een eerste reactie van Zablocki,
de president van de Poolse katholieke associatie op het voorstel. Hij neemt het
de regering kwalijk dat ze geen dialoog aangaat met de hele maatschappij en dat
ze Solidarnosc op die manier in een oppositiepositie duwt.
Hij geeft ook een reactie op het idee van een Nationaal Front: “Les catholiques se demandent pourquoi cette proposition vient seulement
maintenant et s’il ne s’aggit pas la d’une décission purement tactique.’Hij
wijst op het feit dat de Kerk enkel
zal deelnemen indien ze een katholieke partij mag vormen, zoals er tot 1950
altijd een katholieke partij is geweest.
Deze eerder negatieve reactie wordt genuanceerd op 18 november
als de redactie de positie van de Kerk bespreekt. Zij verklaren dat de primaat,
trouw aan de erfenis van Wyszynski, er alles voor over heeft om de spanning in
het land te verminderen en de positie van de kerk te versterken. De
correspondent wijst op het feit dat de Kerk geen absolute politieke autoriteit
meer geniet. Dit wordt door de vakbonden bevestigd, zelfs Walesa heeft de
oproepen van de bisschoppen reeds genegeerd omdat ze te veel naar matiging
streefden. De vakbonden zijn niet bereid om zich de les te laten spellen wat hun
politiek betreft met als gevolg dat het episcopaat nog nooit een staking in gang
heeft gezet noch de macht gehad heeft ze te laten stoppen. De correspondent
concludeert hieruit dat de Kerk sneller beslist en minder voorzichtig moet zijn
in deze onderhandeling, wil ze haar positie versterken.
De correspondent beweert dat de Kerk een beslissende rol speelt
in deze onderhandelingen. Hij wijst enerzijds op de samenwerking met de
vakbonden maar anderzijds lijkt het dat tijdens de onderhandelingen de Kerk meer
en meer aansluit bij het standpunt van de eerste partijsecretaris.
5.4.6.2. Artikels uit The
Times
In The Times lezen we voor de eerste maal iets over de rol van de
Kerk op donderdag 5 november.
De titel
van het artikel luidt: ‘Church, Party and Solidarity meet to settle fate of
5.4.7.
Vergelijking tussen Le Monde en The Times
In onze
vierde casus hanteren we dezelfde verwachtingen als in de vorige casussen
uitgelegd bij onze eerste casus. (cfr.supra)
5.4.7.1. Inhoudelijke vergelijking
In de
vierde casus merken we op dat de berichtgeving in beide kranten eerder
verschillend is. Er zijn nog steeds enkele zaken die gelijklopend zijn, vooral
feitelijke gegevens, maar op een aantal fundamentele punten leggen beide kranten
andere accenten. Dit zienwe zeer goed in onze onderzoekselementen. Ons eerste
onderzoekselement behandelt de houding van de regering in de door ons gekozen
periode. Een eerste belangrijk verschilpunt is dat The Times pas in deze casus
melding maakt van de inzet van het leger om de orde te bewaren. Ze wijzen er
vervolgens op dat deze soldaten niet hebben geageerd tijdens de één-uurstaking.
Le Monde deed dit reeds in onze derde casus. Le Monde vermeldt wel nog steeds de
missie van het leger maar wijst op het feit dat er nog steeds geen ‘staat van
oorlog’ is uitgeroepen. Le Monde geeft ook twee verklaringen die de
‘ongebruikelijke’ maatregel verduidelijken. Een tweede verschilpunt zien we inde
nadruk die The Times legt op mogelijke veranderingen in de Partij, terwijl Le
Monde dit niet vermeldt. Le Monde aan de andere kant benadrukt dat de regering
onmogelijk alleen het land kan blijven besturen, en de akkoorden metde Kerk en
Solidarnosc als een inzicht in deze stelling beschouwt. Le Monde heeft het over
de verlamming van de Partij. The Times vermeldt dit niet.
Beiden
brengen ook op verschillende wijze verslag uit over de eventuele opschorting van
het stakingsrecht. Le Monde wijst op het gevolg van deze maatregel voor de
Partij indien deze maatregel zou worden doorgevoerd, o.m. een totaal isolement
van de autoriteiten. Op die manier duidt de redactie Jaruzelski’s oproep aan het
parlement om de voorzorgsmaatregel te wijzigen. The Times vermeldt de mogelijke
opschorting van het stakingsrecht ook, maar brengt terzelfdertijd het beeld van
een regering die deze maatregel als dreigement blijft gebruiken. In Le Monde
heeft men het over de kleine manoeuvreerruimte van Jaruzelski in de Partij,
omwille van de aanwezigheid van ‘les têtes dures’. Ze wijst op het voorstel voor
een Nationale Entente die slechts met weinig enthousiasme wordt onthaald bij de
rest van de partijleden. In The Times krijgen we eerder de indruk dat de
regering de hoop juist vestigt op deze Entente.
Le Monde
benadrukt ook de druk die de Sovjet-Unie uitoefent op de situatie. Niet alleen
de regering, maar ook de Partij krijgt kritiek. Men moet terugkeren naar de
zuivere ideologie. Le Monde ziet hierin een directe waarschuwing aan de
autoriteiten in geval van een eventuele versoepeling van de doctrine omwille van
de Nationale Entente.
Ons tweede
onderzoekselement behelst de houding van de stakers/bevolking/Solidarnosc. Ook
hier merken we enkele treffende verschilpunten op tussen beide kranten.
Een eerste
verschil stellen we vast in Le Monde, die het heeft over de potentiële kracht
van Solidarnosc om de stakers te mobiliseren, terwijl The Times het verlammende
effect van de stakingen benadrukt. Beiden vermelden echter het wegvallen van een
zekere controle van Solidarnosc op de stakingsbewegingen. The Times wijt dit aan
de onkunde die de regering tentoonspreidt en een diepe frustratie bij de
bevolking teweegbrengt.
Beide kranten geven ook de verdeeldheid weer die zich nestelt in de organisatie van de vakbondsbeweging. Deze evolutie wordt echter ook op een verschillende wijze bekeken. Le Monde wijst op de verbittering van de vakbondsleiders ten gevolge van de onderhandelingen tussen Walesa en Jaruzelski. Ze voelen zich buitengesloten. Wanneer de eerste onderhandelingenechter goed zijn verlopen, verandert hun houding, en zien ze nu ook de voordelen die deze onderhandelingen in zich houden. The Times analyseert dit conflict veel dieper. De redactie heeft het over een poging van Walesa om de vakbond zijn mening op te leggen, wat hem niet in dank wordt afgenomen. The Times benadrukt ook dat de geloofwaardigheid van Walesa in kringen van Solidarnosc begint te tanen.
We merken
op dat The Times enkele zaken vermeldt die we niet terugvinden in Le Monde. Een
voorbeeld hiervan is de melding van de arrestatie van de topleider, Marian
Jurczyk. Een ander voorbeeld is het verslag in The Times dat een groep
Solidarnosc-arbeiders een nieuwe vorm van staking aanwenden waarbij de fabrieken
niet moeten stilvallen. The Times ziet in deze vorm van staken de goede wil van
de arbeiders om de kloof met de regering niet te vergroten.
Ons derde
onderzoekselement schetst de kleinere aandacht die beide kranten schenken aan de
derde partner in de akkoorden met name de Kerk. Le Monde geeft heel wat meer
informatie dan The Times, die enkel de Kerk vermeldt als een van de drie
partners. Le Monde beschouwt de positie van de Kerk als een zeer beslissende
factor in de onderhandelingen en wijst op het voordeel dat deze onderhandelingen
kunnen betekenen voor het versterken van haar eigen positie.
We hebben bij devergelijking van de kranten vastgesteld dat voor wat betreft onze vierde casus de verschillen tussen beide kranten groot zijn in vergelijking met de vorige drie casussen.
Naarmate
despanning oploopt stijgt het engagement van beide kranten. Dit merken we vooral
in The Times. We vermoeden een iets hardere positie tegenover de stakers. Men
benadrukt wel heel sterk de verdeeldheid binnen de vakbond. Le Monde blijft
neutraler in zijn berichtgeving.
5.4.7.1.
Vormelijke
vergelijking
In de
vormelijke vergelijkingen van de voorgaande casussen bemerkten we dat Le Monde
steeds een hogere aandachtsscore behaalde. Dit is opnieuw het geval in de vierde
casus, ook al zien de gegevenstabellen er op het eerste gezicht tamelijk
merkwaardig uit.
The Times
schreef 27 artikels, Le Monde slechts 17. Hierdoor zou men kunnen concluderen
dat The Times meer aandacht gaf aan de Poolse kwestie, doch dit is een verkeerde
conclusie. Indien we de andere criteria in de vergelijking betrekken, komen we
uiteindelijk tot een hogere score bij Le Monde. De volgende berekeningen
illustreren dit:
Aandachtsscore voor The Times:
((9*2) + 1
+ 25 + 2 + (0*2) + (18*2))/27 = 3,04
Aandachtsscore voor Le Monde:
((5*2) + 6
+ 11 + 5 + (7*2) + (9*2)/17 = 3,76
De berekeningen tonen dus duidelijk een verschil tussen beide kranten, ook al is het verschil niet
zo groot.
Ons besluit i.v.m. de vorige drie casussen geldt hier dus opnieuw. De
gegevenstabellen zien er als volgt uit:
LE MONDE 4e CASUS: 25 oktober 1981 – 24 november 1981 |
||
AANTAL RECORDS: 17
|
||
KENMERK:
|
FREQUENTIE:
|
PROPORTIE:
|
Voorpagina
|
5 |
29,41% |
>75% kolom |
6 |
35,29% |
Boven de vouw |
11 |
64,71% |
Kop > 1/3e < 1/2e pagina |
5 |
29,41% |
Kop > 1/2e pagina |
7 |
41,18% |
Correspondent |
9 |
52,94% |
DE
GEMIDDELDE TOTAALSCORE:
3,76 |
THE TIMES 4e CASUS: 25 oktober 1981 –
|
||
AANTAL RECORDS: 27
|
||
KENMERK:
|
FREQUENTIE:
|
PROPORTIE:
|
Voorpagina |
9 |
33,33% |
>75% kolom |
1 |
3,70% |
Boven de vouw |
25 |
92,59% |
Kop > 1/3e < 1/2e pagina |
2 |
7,40% |
Kop > 1/2e pagina |
0 |
0% |
Correspondent |
18 |
66,67% |
DE GEMIDDELDE TOTAALSCORE: |
||
3,04 |
5.5.1.
Inleiding
Onze laatste casus behandelt de periode van 10 tot 15 december, de aanloop en het uiteindelijk uitroepen van de Staat van Beleg door generaal Jaruzelski. We bespreken hier ook kort de gebeurtenissen tijdens de dagen die we niet onderzoeken.
De Partij heeft op haar zesde plenaire vergadering beslist om
beperkingen op te leggen aan het stakingsrecht. Een andere maatregel betrof de
nieuwe competenties van de militaire rechtbank die normaal aan een civiele
rechtbank toebehoren. Er komt ook een verbod op bijeenkomsten van andere dan van
religieuze aard. Het uitzicht op een Nationale Entente wordt steeds onzekerder.
De onderhandelingen zijn in theorie wel nog steeds aan de gang. Solidarnosc
dreigt met een algemene staking. De Kerk vraagt de regering om op zijn
beslissing terug te komen.
Dit is heel kort samengevat wat er tussen 25 november en 10
december heeft plaatsgevonden.
We starten onze laatste casus op 10 december omdat deze dagen voorafgaan aan de Staat van Beleg. De Staat van Beleg is ons eindpunt omdat dit het einde betekent van de legaliteit van Solidarnosc. Na 17 maanden van onderhandelingen en stakingen zal deze beweging zijn taken ondergronds moeten verderzetten. Hiermee is de strijd voor een zekere vorm van ‘democratisering’ niet ten einde. Hij zal zich verder ontwikkelen buiten de officialiteit. Deze gebeurtenissen vallen niet meer binnen de afbakening van ons onderzoek. We verwijzen hiervoor naar een waaier van boeiende literatuur ter zake[20].
5.5.2. Afbakening van de onderzoekselementen
We beginnen opnieuw met een algemeen overzicht van de
gebeurtenissen aan de hand van de artikels uit Le Monde (cf. supra).
Ons tweede onderzoekselement focust op de houding van de
autoriteiten volgens Le Monde en volgens The Times.
Ons derde onderzoekselement betreft de houding van de stakers/de
bevolking/ Solidarnosc volgens Le Monde en volgens The Times.
Ten vierde onderzoeken we de houding/rol van de Kerk in de beide
kranten.
Tenslotte zullen we een vergelijking maken tussen de beide kranten aan de hand van de onderzoekselementen. We hebben daarbij aandacht voor zowel de inhoudelijke vergelijking als voor de aandachtsscore van beide kranten voor de Poolse kwestie.
5.5.3. Eerste onderzoekselement: een
algemeen overzicht van de gebeurtenissen aan de hand van Le Monde
Op 10 december lezen we in Le Monde dat de primaat probeert om de
spanning te doen afnemen. Dit doet hij aan de hand van vier brieven. De eerste
twee zijn gericht aan de overheid, een derde is gericht aan de vakbonden en de
vierde is gericht aan de stakende studenten. We lezen ook dat het parlement het
onderzoek over de wet van ‘pouvoirs extraordinnaires’ heeft uitgesteld ‘sine
die’.
Op 12 December schrijft de redactie van Le Monde dat het
persagentschap TASS Solidarnosc beschuldigt een machtsgreep te willen plegen in
Polen. We lezen verder dat er een bijeenkomst van de communistische landen zal
plaatsvinden op 19 december in Moskou. Als reden geeft men aan de
vijfenzeventigste verjaardag van Brejnev.
We lezen ook dat Solidarnosc een bijeenkomst heeft gepland voor
haar nationale commissie in Gdansk.
Op 13/14 december meldt men dat de directeur van het marxistisch-leninistisch
instituut van het centrale comité sensatie heeft veroorzaakt door te verklaren
in een artikel dat de macht afstand moet doen van haar machtsmonopolie[21].
Op 15 december lezen we in Le Monde dat generaal Jaruzelski de nacht van 12 op
13 december de Staat van Beleg heeft uitgeroepen[22].
We vernemen dat de primaat oproept tot redelijkheid en dat een
clandestien comité een oproep heeft gedaan tot staken. De kalmte is teruggekeerd
in Polen. Er zijn meerdere arrestaties verricht, waaronder de meeste leiders van
Solidarnosc. Le Monde wijst erop dat het erg moeilijk is informatie uit Polen te
verzamelen en dat er geen contact is met de correspondent.
De informatie komt dus hoofdzakelijk van persbureaus[23].
Men bericht dat bepaalde oud-leiders zijn gearresteerd, waaronder E. Gierek.
5.5.4.
Tweede onderzoekselement: de houding van de regering
5.5.4.1. Artikels uit Le
Monde
Le Monde schrijft dat de stemming hoog oploopt in de partij. De correspondent
verklaart dat Jaruzelski zich in een benarde positie bevindt. Hij moet snel
bewijzen dat hij tot een ‘modus vivendi’ kan komen met Solidarnosc. Hij heeft
echter weinig manoeuvreerruimte om toegevingen te doen, die noodzakelijk zijn
voor de constructie van een Nationale Entente. Le Monde wijst op de druk van
‘les durs’ die een bijna niet te overbruggen obstakel betekent. Le monde wijst
wel op het feit dat dit ook een troef is voor Jaruzelski die hem toestaat om de
directie van Solidarnosc te verplichten hun eisen te matigen, wat ten koste zou
kunnen gaan van de relatie met haar basis. We zien ook dat de Sovjetpers zijn
toon ook opnieuw verhardt tegen Solidarnosc. Moskou wijst reeds enkele dagen op
de noodzaak voor een radikalisatie van de Partij. De kranten vallen Solidarnosc
aan en viseren uitdrukkelijk Walesa. Ze beweren dat een samenwerking tussen de
regering en Solidarnosc de tegenstanders van Polen de kans zou geven het
socialisme omver te werpen. Ze beweren verder dat secties van Solidarnosc in de
fabrieken een burgeroorlog aan het voorbereiden zijn. Het uiteindelijke doel van
Solidarnosc, is volgens hen, om Polen los te maken van het Warschaupact en de
Comecon. De correspondent wijst erop dat generaal Jaruzelski zelf niet wordt
aangevallen in de tekst maar dat hij wel een steun wil zijn voor de repressieve
maatregelen[24].
Een merkwaardige wending lezen we in Le Monde van 13/14 december met het artikel van Jerzy Wiatr. Hij ziet vier scenario’s voor de afloop van de Poolse crisis. Het minst waarschijnlijke is een terugkeer naar de situatie voor augustus 1980. Hiervoor is ondertussen een te grote politieke mobilisatie van de samenleving op gang gekomen. Een tweede mogelijkheid die even onwaarschijnlijk is, is dat de tegenstanders van Polen de macht in handen zullen nemen. Dit is onhaalbaar omwille van de allianties en zou dus een terugkeer naar een zeer orthodox communisme betekenen. Een derde mogelijkheid ziet hij in het aanstellen van een militaire regering, wat door een groot aantal Polen zou aanvaard worden. Dit zou wel als gevolg kunnen hebben dat heel wat politieke vrijheden zouden opgeschort worden. Op deze manier zou men ook tot een diepgaande economische hervorming kunnen komen. Deze militaire regering zou echter minstens een aantal jaren moeten regeren, wat volgens Wiatr niet mogelijk is. De vierde en laatste mogelijkheid, volgens hem de beste, is dat de macht afziet van haar machtsmonopolie. Op die manier kan de Partij na een tiental jaar vrije verkiezingen houden en ze winnen. Hij is dus voor een politiek van Entente maar enkel wanneer geen enkele partij de mogelijkheid heeft een andere te vernietigen.
Een dag later lezen we dat de derde hypothese is uitgekomen.
Trybuna Ludu schrijft: ‘Une décision
difficile a été pris, mais c’était la seule décision possible dans la situation
présente(…) Plus que jamais nous avons
besoin de l’ordre , de calme, de discipline sociale et d’une opposition radicale
a l’irresponsabilité, a la malhonneteté, a la démogagie et a l’illegalité.’
De redactie heeft het over een staatsgreep. Er wordt gewezen op
het feit dat Jaruzelski geen ongelijk had toen hij beweerde dat het land op de
rand van de afgrond stond, maar hij is minder overtuigend als hij de schuld voor
deze catastrofe in de schoenen van Solidarnosc schuift. Nog minder overtuigend
klinkt de uitspraak van de autoriteiten dat geen enkele buitenlandse macht een
invloed had bij het nemen van deze maatregel.
De redactie wijst ook op het feit dat de officiële diensten tot
augustus 1980 hebben herhaald dat de staat in handen was van de arbeiders. Deze
stelling is volgens de redactie ontkracht na de ontluiking van Solidarnosc. Een
ander punt dat ze aanhaalt is de doctrine die vereist dat het leger het
instrument is van de partij. De redactie heeft het over de dienaar die de plaats
inneemt van de falende meester. De redactie twijfelt eraan dat na normalisatie
Solidarnosc opnieuw zal gelegaliseerd worden. Evenmin gelooft ze in het feit dat
het stakingsrecht weer zal verworven worden of de Entente ooit tot stand zal
komen. Hoe is het mogelijk om te onderhandelen als je je mede-onderhandelaars
als tegenstanders beschouwt?
Volgens de redactie tracht de regeringstakingen te vermijden. Hiervoor doet de
regering beroep op twee belangrijke instanties binnen de maatschappij, namelijk
de Kerk en Walesa. De homilie van Glemp wordt voortdurend uitgezonden op de tv
en Walesa wordt constant onder druk gezet om een oproep te lanceren op tv om de
bevolking tot matiging te bewegen[25].
De reactie van Moskouwas eerder mager, in de pers wordt benadrukt
dat het om een binnenlandse kwestie gaat, ze maken wel voldoende duidelijk dat
ze de maatregelen van Jaruzelski goedkeuren. De correspondent in Moskou beweert
dat Moskou zeker op de hoogte was van deze maatregelen en heeft meebeslist, hij
wijst op de recente bijeenkomst van de ministers van defensie van het
Warschaupact.
5.5.4.2.Artikels
uit The Times
Tijdens
deze korte periode (slechts vijf dagen) verschijnen heel wat artikels die te
maken hadden met de houding van de regering in The Times. Vooral vanaf 14
december, bij het invoeren van de 'martial law', valt het op hoe vaak de houding
van de regering aan bod komt.
Op
donderdag 10 december lezen we in The Times dat de regering op vrij gewelddadige
manier een studentenbetoging heeft neergeslagen. De dag daarop wonen twee
communistische partijleden een tweedaagse bijeenkomst van Solidarnosc bij, om de
akkoorden inzake machtsverdeling tussen de Partij en Solidarnosc in het oog te
houden.
De
redactie meldt dat Moskou ondertussen hevige kritiek uit op Solidarnosc, men
claimt dat Solidarnosc het bestaan van de Warschau-regering in ernstige mate
bedreigt.
Op 14
december gebeurt dan het onvermijdelijke: 'Poland shuts door on democracy with
martial law'. Correspondent Roger Boyes brengt verslag uit over deze feiten. De
Poolse leiders maken abrupt een einde aan het geëxperimenteer met democratie,
door het uitvaardigen van de krijgswet en door het oppakken van heel wat
Solidarnosc-leden. De proclamatie van de regering zorgde voor het inkrimping van
heel wat burgerlijke vrijheden. Vakbondsactiviteiten, buitenlandse reizen en
publieke bijeenkomsten werden hierdoor verboden (behalve religieuze
bijeenkomsten). Men voerde de avondklok in en iedereen ouder dan twaalf jaar
diende op elk moment een identificatiekaart bij zich te hebben. Poolse soldaten
kregen de opdracht om desnoods geweld te gebruiken om de rust te verzekeren.
Alle contact met de buitenwereld werd verbroken, waardoor er heel wat verwarring
ontstond over het lot van Solidarnosc en de niet-gouvernementele leiders. Al
deze maatregelen werden, na een week vol spanningen, door Jaruzelski
uitgevaardigd. Volgens hem was het land immers 'on the edge of the abyss',
vandaar de harde en ondemocratische maatregelen. Hij verduidelijkte dat de
acties niet waren gericht op een militaire staatsgreep, maar dat acties
noodzakelijk waren voor het voortbestaan van Polen. Een 'Council of Salvation'
werd opgericht om het land te redden. Deze Raad vaardigde een duizendtal
arresten uit, vooral gericht tegen leden van Solidarnosc en voormalige
regeringsleden. In Warschau werd het leger ingezet om het dagdagelijkse leven
opnieuw mogelijk te maken. Het verkeer werd door soldaten geregeld, enkelen
onder hen bestuurden zelfs bussen en trams. Officiële gebouwen werden
gebarricadeerd om zo eventuele protestacties af te weren. Er werden ook tanks
gesignaleerd op de weg tussen Gdansk en Warschau.
'How
army has filled vacuum left by party', deze titel wordt door de redactie
verduidelijkt: het leger heeft een politiek vacuum ingevuld dat door de
communistische Partij werd veroorzaakt. Daarom is er voorlopig voor de Partij
geen rol weggelegd in de machtsovername. Het optreden van het leger is zelfs
gewettigd door een wet van 21 november 1967, waarin wordt vermeld dat het leger
een machtsovername mag plegen als de staatsveiligheid een directe bedreiging
kent.
The Times
publiceert een artikel met de titel: 'Will the general's gamble keep the
Russians out?' Het
artikel behandelt het feit of Jaruzelski de Russische dreiging kan weren door
zijn maatregelen. De Sovjetpers had immers meermaals gewaarschuwd voor het feit
dat Polen in de greep was van contrarevolutionaire groepen. Indien Jaruzelski
geen maatregelen zou hebben getroffen, zou het communisme een flinke knauw
hebben gekregen, iets wat de Russen niet zomaar konden laten gebeuren. De
kwestie in Polen plaatste de Sovjet-Unie dus voor een bijzonder moeilijk
dilemma. Een invasie kon immers wel eens vrij suïcidaal zijn, afgaande op de
buitenlandse reacties. Een mogelijke invasie is eigenlijk afhankelijk van het
Poolse volk. Indien er opnieuw gestaakt wordt, lijkt de kans groot volgens de
redactie, dat een invasie zal plaatsvinden.
Het artikel 'Soviet leadership
backs Martial Law Council' geeft een officiële Tass-verklaring. Deze verklaring
ziet er als volgt uit: 'Tass is authorized
to state that the Soviet leadership and all the Soviet people closely follow the
events in
5.5.5. Derde onderzoekselement: de houding van de stakers/bevolking/Solidarnosc
5.5.5.1. Artikels uit Le
Monde
In deze casus verdwijnen de stakers/bevolking/Solidarnosc een
beetje uit de kijker. We krijgen pas de eerste maal nieuws op 15 december. De
redactie meldt dat er een clandestien nationaal comité is opgesteld door vijf
leiders van Solidarnosc die aan de arrestatie konden ontsnappen. Dit comité
heeft een algemene staking uitgeroepen via vlugschriften. De redactie wijst op
het risico dat ze nemen omdat er een groot aantal militairen door de straten
lopen. Ze stelt in diezelfde krant de vraag naar wat het Poolse volk kan doen in
de huidige situatie. Ze beantwoordt devraag met te wijzen op de ‘mooie woorden’
van de buitenwereld terwijl er uiteindelijk weinig efficiënte hulp komt. Ze
benadrukten het feit dat enkel gehoorzaamheid tegenover Moskou deuren zal
openen. Er zal volgens de redactie hoe dan ookwel een actief en passief
invloedrijk verzet ontstaan.
5.5.5.2.
Artikels
uit The Times
The Times
vermeldt dat Solidarnosc geagiteerd reageert op de regering omdat deze een
studentenopstand heeft neergeslagen. Op vrijdag 11 december
schrijftcorrespondent Roger Boyes dat de regionale leiders van Solidarnosc
samenkomen in Gdansk om de problemen die zich in de loop van de vorige weken
stelden, te bespreken en om een gemeenschappelijk beleid uit te stippelen
tegenover de regering. Op zaterdag 12 december schrijft de correspondent dat
Solidarnosc het volk heeft opgeroepen om een referendum te houden om uit te
maken wie over de meeste geloofwaardigheid beschikt inzake het oplossen van de
Poolse problemen. Solidarnosc nam deze beslissing omwille van de toenemende
spanningen met de regering. De uitslag van het referendum was positief voor de
vakbond, waardoor er wel een machtsverdeling moest getroffen worden. Walesa
verklaarde,volgens de correspondent, dat er hardere maatregelen moesten komen,
aangezien een zachtere aanpak niets bleek uit te halen. Hij deelt m.a.w. het
standpunt van de radicale Solidarnosc-groep. De vakbond dreigt met een algemene
staking indien de regering het wetsontwerp inzake stakingsverbod zal doorvoeren.
Op 14
december brengt men verslag uitover het invoeren van de Staat Van Beleg. Heel
wat vakbondsleden worden gearresteerd. Oorspronkelijk was er weinig protest,
maar toch deden zich grotere acties voor aan het hoofdbureau van Solidarnosc,
waar men een oproep deed om een algemene staking in te zetten. De acties werden
echter met waterkanonnen door het leger geneutraliseerd. Opmerkelijk, volgens de
redactie, was dat alle vakbondsleden, behalve Walesa, gearresteerd werden.
Walesa ging immers gesprekken aan met de regering in Warschau. Er werd geëist
dat heel wat prominente leiders ten tijde van het Gierek-tijdperk gearresteerd
zouden worden. Jaruzelski liet zes voormalige Politbureauleden arresteren, wat
zijn geloofwaardigheid verhoogde.
Een persbericht van Reuters
luidt: 'Seven areas of
5.5.6.
Vierde
onderzoekselement: de houding van de Kerk
5.5.6.1. Artikels uit Le
Monde
De Kerk krijgt in deze casus opnieuw meer aandacht. Op 10
december maakt de correspondent melding van vier brieven die de primaat heeft
verzonden om de gemoederen te bedaren. De correspondent vindt dit echter een
magere zet om de krachtmeting met de vakbond te beletten te evolueren tot een
confrontatie. De eerste brief van het episcopaat heeft nochtans invloed gehad op
het uitstel ‘sine die’ van het onderzoek over de wet die de regering ‘des
pouvoirs extraordinaires’ zou verschaffen. Hier heeft de correspondent het wel
over een spectaculair engagement van de Kerk.
De tweede brief van Glemp was gericht aan Jaruzelski en is niet
gepubliceerd. De correspondent veronderstelt dat de primaat heeft opgeroepen de
dialoog te hervatten met Solidarnosc en de Kerk. In een derde brief aan Walesa
is een oproep tot evenwicht en rede, waarbij de vakbond een tekortkoming van de
regering niet mag beantwoorden met een nieuwe tekortkoming, maar juist de wil om
verder te onderhandelen moet herbevestigen. Zijn vierde brief is gericht aan de
stakende studenten om hen te overtuigen om de lessen weer te hervatten. De
correspondent stelt dat de politieke spanning een hoogtepunt had breikt en dat
er slechts vier brieven nodig waren om ditradarwerk te doen stoppen.
Op 15 december verslaat de redactie, aan de hand van informatie van de persbureaus, de homilie van de primaat. Deze homilie wordt herhaald na elk nieuwsbulletin. We geven een deel van deze homilie weer : ‘Ce dimanche matin l’état de siège nous a trouvés stupéfaits. Ce soir nous nous habituons à ces mots(…) Nous comprenons que c’est quelque chose de grave et nous nous demandons ce qui va se passer demain. Comment agir? Le Christ nous a donné la reponse. Il dit: “ Bénis soient ceux qui désirent la justice, ceux qui font la misericorde, ceux qui clament la paix, et bénis soient ceux qui souffrent de persécution pour la justice.” Il y en a beaucoup que cette réponse ne satisfait pas. Ils diront que c’est pas réaliste, que c’est un recul par rapport aux acquis, que c’est reconnaitre notre défaite. On peut interpréter différemment ces paroles de Jesus-Christ, mais c’est comme ca qu’il les a dites, et pour quiconque aime Dieu de tout son corps et de toute son ame, ces paroles sont l’autorité suprème.’ Kardinaal Glemp heeft het in die homilie over de Staat van Beleg en de nieuwe, strenge wetten die de burgerlijke vrijheden afschaffen. Een Staat die vereist dat de burgers gehoorzaam zijn. De primaat benadrukt deze verplichting om gehoorzaamheid, omdat dit de enige manier is om bloedvergieten te vermijden. Het verzet zou weinig betekenis hebben volgens hem, omdat diegenen die de Staat van Beleg afkondigen geen mensenvande dialoog zijn. De primaat wijst ook op het feit dat hij het stoppen van de dialoog heel erg vindt, dat niet enkel de burgerrechten aangevallen worden maar ook de mensenrechten. Hij kaart ook de onrechtvaardige arrestaties aan en benadrukt dat de Kerk alles zal doen wat in haar mogelijkheid ligt om hun vrijlating te verkrijgen. Maar het belangrijkste blijft om een bloedvergietende confrontatie te vermijden. Hij eindigt dus met een oproep aan de bevolking om de kalmte te bewaren en geen geweld uit te lokken. Omwille van die oproep tot matiging wordtdeze homilie steeds opnieuwe uitgezonden op de Poolse tv. De regering is immers bang voor de reactie van het volk.
Le Monde meldt ook dat Johannes Paulus II oproept tot gebed voor
zijn vaderland. De paus drukt ook zijn bezorgdheid uit over een mogelijke
confrontatie. Hij onderstreept dat al het mogelijke moet ondernomen worden om
aan de toekomst van ‘ons’ vaderland te bouwen, deze laatste zin klonk in het
Pools en direct gericht aan zijn volk.
5.5.6.2.
Artikels
uit The Times
Wat in de
vijfde casus opviel is dat de rol van de Kerk in de Poolse kwestie ook door The
Times meer wordt belicht. Al op donderdag 10 december lezen we 'Primate talks
with Solidarity leaders to diffuse tension'. De aartsbisschop van de Rooms
Katholieke Kerk hield een aantal gesprekken met de leiders van Solidarnosc om
het dreigend treffen tussen regering en vakbond af te weren. De Poolse
aartsbisschop Glemp toonde heel wat bezorgdheid over de stakende studenten en
riep hen dan ook op om de staking te stoppen en de studies te hervatten. Hij
richtte zich ook tot het parlement en de regering met de vraag het wetsontwerp,
dat stakingen zou verbieden, niet door te voeren. Het effect van Glemps
ingrijpen is het verstevigen van Walesas positie, terwijl hij juist op dat
moment heel wat kritiek te verwerken kreeg vanuit radicale hoek. Glemp legde de
nadruk op het feit dat zowel zijn tussenkomst als die van de paus dienden te
worden opgevat als louter morele steun (i.p.v. politieke steun).
Op 14 december publiceert de The Times een artikel met als titel: 'Polish blood must not be shed, Pope says'. De paus riep op om het conflict zonder bloedvergieten op te lossen, er was immers al teveel bloed vergoten tijdens de Tweede Wereldoorlog[26].
Op dinsdag
15 december meldt men dat de Amerikaanse president Reagan met de paus gebeld
heeft om zijn bezorgdheid te uiten over het Poolse conflict.
Ook op 15
december lezen we dat de oproep van de aardbisschop Glemp, om zich niet te
verzetten tegen de overheid, wordt gesteund door het Vaticaan.
5.5.7.
Vergelijking tussen Le Monde en The Times
We
hanteren in onze laatste casus dezelfde verwachtingen als in de vorige casussen.
Onze verwachtingen werden geëxpliciteerd in onze eerste casus.
5.5.7.1.Inhoudelijke
vergelijking
In deze laatste casus zien we dat de berichtgeving weer iets meer
gelijklopend wordt. De verschillen zitten vooral in de nuances of de informatie
die in de ene krant naar voor wordt gebracht en in de andere weggelaten. We
geven hiervan enkele voorbeelden in de volgorde van onze onderzoekselementen.
Ons eerste onderzoekselement is opnieuw de houding van de autoriteiten. Le Monde benadrukt de positie waarin Jaruzelski zich bevindt. Enerzijds krijgt hij weinig manoeuvreerruimte om de noodzakelijke toegevingen te doen aan de vakbond, anderzijds is dat een voordeel omdat hij op die manier de vakbonden kan dwingen hun eisen te matigen. The Times vermeldt hier niets over. Le Monde wijst ook op de verharding van de houding van Moskou tegenover de Poolse kwestie. Er wordt zelfs gewezen op een mogelijk plan van Solidarnosc om een burgeroorlog te ontketenen. The Times heeft het enkel over de hevige kritiek die Moskou richt aan het adres van Solidarnosc, vooral met betrekking tot het bedreigen van het bestaan van de Warschauregering. Na de Staat van Beleg krijgen we in beide kranten heel wat informatie over de Poolse kwestie. De nieuwsberichtgeving is echter eerder bescheiden omdat de communicatie met Polen niet zo evident was. Le Monde heeft het over een staatsgreep, The Times benadrukt dat volgens Jaruzelski de acties niet gericht waren op een militaire staatsgreep.
Opvallend in Le Monde is inderdaad de beperkte
nieuwsberichtgeving. De redactie geeft echter heel wat kritisch commentaar. Deze
kritiek richt zich vooral tegen de Poolse autoriteiten. Men stelt de doctrine in
vraag:is de staat hier wel in de handen van de arbeiders? Een ander
commentatorstaat stil bij de doctrine dat het leger de dienaar moet zijn van de
staat en niet omgekeerd. Le Monde twijfelt ook aan het verder verloop van de
onderhandelingen. The Times richt zijn aandacht meer op de reden van deze
maatregel (de dreiging van de Sovjet-Unie). De krant ziet het als de laatste
hoop van Jaruzelski om een Sovjet-interventie te kunnen vermijden. Men wijst
echter op het feit dat deze dreiging zelf, na het uitroepen van de Staat van
Beleg, nog niet verdwenen is. Le Monde denkt ook niet dat de rol van de
Sovjet-Unie neutraal was, de correspondent van de Sovjet-Unie beweert dat de
Russen hebben meebeslist.
Ons tweede onderzoekselement behandelt de houding van
Solidarnosc/bevolking/stakers. Opvallend is het verschil in hoeveelheid
informatie over deze groep. In Le Monde krijgen we duidelijk minder aandacht
voor de vakbond en de bevolking dan in The Times. In The Times zienwe opnieuw de
grote aandacht die de krant schenkt aan Walesa.Hij zou opnieuw een radicalere
positie hebben ingenomen. The Times wijst op de situatie waarin hij geplaatst
werd gedurende de crisis en de onmogelijkheid om gematigd te blijven. Er wordt
in het algemeen een positief beeld geschetst van deze man. Le Monde spreekt heel
vaag over Solidarnosc en de bevolking maar benadrukt de opportuniteit van een
hevig actief en passief verzet. The Times heeft het over het reeds bestaan van
een ondergronds verzet van Solidarnosc. In The Times krijgen we meer de indruk
dat er protest komt van de bevolking uit, in Le Monde lezen we enkel over de
oproep tot een algemene staking van het clandestiene comité.
Ons derde onderzoekselement behandelt de houding van de Kerk in de berichtgeving van beide kranten. Hier valt de grote aandacht van Le Monde op tegenover de minder grote aandacht van The Times. Beide kranten vermelden de vier oproepen van de primaat voor het uitroepen van de Staat van Beleg, Le Monde werkt dit echter veel meer uit terwijl The Times dit enkel vermeldt. Na het uitroepen van de Staat van Beleg wordt er in Le Monde een uitgebreid verslag gegeven van de homilie van Glemp terwijl The Times dit niet eens vermeldt. In beide kranten wordt wel duidelijk dat de Kerk oproept tot een vreedzame oplossing van het conflict en het vermijden van bloedvergieten.
5.5.7.2.
Vormelijke
vergelijking
In de
vorige vormelijke vergelijkingen kwamen we tot de vaststelling dat Le Monde een
hogere aandacht besteedde aan de Poolse kwestie dan The Times. Ook in de laatste
casus is dit het geval.
Net zoals
de derde casus merken we in deze casus dat het aantal records gelijk is voor
beide kranten. Beiden hebben 25 artikels betreffende de kwestie gepubliceerd.
Hierdoor kunnen we de absolute scores met elkaar vergelijken.
LE MONDE 5e CASUS: 10 december 1981 – 15 december 1981 | ||
AANTAL RECORDS: 25
|
||
KENMERK:
|
FREQUENTIE:
|
PROPORTIE:
|
Voorpagina |
3 |
12% |
>75% kolom |
9 |
36% |
Boven de vouw |
22 |
88% |
Kop > 1/3e < 1/2e pagina |
8 |
32% |
Kop > 1/2e pagina |
17 |
68% |
Correspondent |
6 |
24% |
DE GEMIDDELDE TOTAALSCORE: |
||
3,64 |
Op slechts
twee criteria scoort The Times hoger dan Le Monde, namelijk op de criteria
‘correspondent’ en ‘kop > 1/3e < 1/2e pagina’. Op de
overige criteria scoort Le Monde dus hoger. Dit resulteert uiteindelijk in een
score van 3,64 voor Le Monde en 2,84 voor The Times. Onze bevinding inzake de
aandacht die Le Monde geeft inzake de Poolse kwestie, wordt in de laatste casus
dus opnieuw bevestigd. De gegevenstabellen zien er als volgt uit:
THE TIMES 5e CASUS:
|
||
AANTAL
RECORDS: 25
|
||
KENMERK:
|
FREQUENTIE:
|
PROPORTIE:
|
Voorpagina |
2 |
8% |
>75% kolom |
1 |
4% |
Boven de
vouw |
20 |
80% |
Kop > 1/3e
< 1/2e pagina |
10 |
40% |
Kop > 1/2e
pagina |
5 |
20% |
Correspondent |
13 |
52% |
DE
GEMIDDELDE TOTAALSCORE: |
||
2,84 |
|
[1]
Onder crisis moet verstaan worden, een gebeurtenis die een aanleiding vormde
voor stakingen die men als bedreigend aanzag voor de toekomst.
134 J. Narozniak was ook werknemer
bij de rechterlijke macht, op deze manier kon hij gemakkelijk in het bezit
komen van dit document.
[3]
Meerdere eisen van de akkoorden te Gdansk waren nog steeds niet uitgevoerd
o.a. de vrije toegang van Solidarnosc tot de massamedia en er was nog steeds
geen economisch programma om de economische crisis op te lossen.
[4] De Sejm is het Poolse
Parlement.
[5] Er was op 1 augustus een
maatregel genomen door de regering om de maandelijkse vleesrantsoenen te
minderen van 3,1 kg naar 3 kg.
[6] Rakowski is vice-premier.
[7] Op vrijdag 31 juli was er
al een optocht door een delegatie van de sectie van Solidarnosc van Warschau
(Mazowsze) voor het parlement in Warschau.
[8] J. Obodowski was tot dan
minister van arbeid, sociale zaken en salarissen.
141 De vier militairen in de regering zijn : generaal Czeslaw Piotrkowski,
generaal Milewski, generaal Czeslaw Kiszczak en generaal Tadeusz Kupalowski.
[10]
Dit is een parafrase die Le Monde geeft van een artikel in Zolnierz
Wolnosci, het blad van het leger van Polen.
[11] Een citaat van een vrouw
op een van de straatmanifestaties in Warschau, opgenomen in Le Monde, 5
augustus.
[12] Dziennik Baltyckiis een
lokale krant in de Baltische regio.
[13] Op 18 oktober vervangt
generaal Jaruzelski, Kania in zijn functie van eerste minister.
[14] Dit is het pluralistische
scherm waarachter de directie van de Partij over andere legale organisaties
en bewegingen de dominantie uitoefent.
[15] De eerste minister is tevens ook generaal.
[16] De correspondent van Le
Monde in Moskou is Thomas Ferenczi.
[17] De correspondent in
Polen, Bernard Guetta.
[18] Deze term komt regelmatig
voor in Le Monde, ze bedoelen hiermee de ‘harde kern’ in de Partij of beter
de moskovieten.
151 Een artikel van The Times op 26/10/1981 luidt: ‘Union members charged.’
Zeven leden van Solidarnosc werden beschuldigd van antistatelijke
activiteiten (Reuter).
[20]
G. BLAZUCA EN R. RAPACKI,
J. BATT, East
[21]
De directeur van het marxistisch-leninistisch instituut is J. Wiatr.
[22] In de poolse wetgeving is de Staat van Beleg een uitzonderingsstaat. Het wordt uitgeroepen door de Staatsraad. De genomen maatregelen kunnen van toepassing zijn op een deel of op het geheel van het territorium. Het omvat beperkingen op vrijheden en burgerlijke rechten, die gegarandeerd worden in de Grondwet. Het staat de autoriteiten toe om noodzakelijke maatregelen te treffen voor de verdediging en veiligheid van de staat. Het vergroot de competenties van de autoriteiten en de militaire rechtbanken.
[23] AFP en UPI
[24] De correspondent in
Moskou is Thomas Ferenczi.
[25] De homilie van Glemp
wordt in 5.5.6 besproken.
[26] In de Tweede Wereldoorlog
werden o.a. dokters, ingenieurs, leraars en andere intellectuelen door
SS-troepen én door Sovjetrussische troepen vermoord, om zo de slagkracht van
een Pools leiderschap te ondermijnen.