De berichtgeving over de Poolse crisis van 1980-1981 in Le Monde en The Times. Een comparatief onderzoek. (Tineke Van Vooren)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

BESLUIT

 

Wij namen ons bij het begin van deze verhandeling voor twee doelen na te streven: enerzijds een gedetailleerd beeld ophangen van de crisis in Polen vanaf augustus 1980 tot 13december 1981, anderzijds onderzoeken in welke mate kranten (Le Monde en The Times) als primaire bronnen kunnen gehanteerd worden.

We onderzochten de ruimere context waarin de gebeurtenissen van 1980 geplaatst kunnen worden. De stakingsgolf van 1980 kan niet los worden gezien vanvroegere stakingsbewegingen. In 1956 was de Poolse bevolking het geloof in het socialisme als systeem nog niet verloren. Gomulka kreeg manoeuvreerruimte om een nieuwe koers te volgen. Zijn vele beloftes werden echter weinig of niet ingelost en langzamerhand ontstond er een kloof tussen de bevolking en de Partij. Op de tweede stakingsgolf reageerden de machthebbers op dezelfde wijze als bij de eerste namelijk met de aanstelling van een nieuwe leider, Gierek. Ook nu weer werden allerlei beloftes gedaan door het beleid en men formuleerde opnieuw toekomstplannen. De derde grote stakingsgolf in 1976 leidde tot een belangrijke klimaatswisseling in Polen. De bevolking was zijn geloof kwijt in de Partij en er ontstonden meerdere oppositionele groeperingen. Het KOR was de bekendste en de meest invloedrijke oppositiebeweging van de tijd. Deze evolutie speelt een primordiale rol in de stakingen van 1980. Op het eerste gezicht lagen onschuldige feiten aan de basis. Een economische maatregel bracht een vloedgolf van stakingen op gang in het hele land. Deze stakingen hadden dit maal een duidelijk politiek karakter. De stakers stelden een lijst met eisen op waar ze nauwelijks van afweken. De standpunten van de regering stonden haaks op die van de bevolking en ondanks vele onderhandelingen moest deze uiteindelijk zwichten en verreikende toegevingen doen. De belangrijkste eis -het aanvaarden van een onafhankelijke vakbond- werd ingewilligd. Tijdens het volgende jaarmerken we dat Solidarnosc echter geen eindpunt betekende in de krachtsstrijd tussen de autoriteiten en de stakers, maar slechts het begin van een eindeloos conflict tussen beiden. De spanning bleef stijgen, de stakingen breidden zich uit en hadden vaak een ongecontroleerd karakter. Onderhandelingen liepen keer op keer uit op een fiasco. De druk vanuit de Sovjet-Unie was constant aanwezig.

De afkondiging van de Staat van Beleg confronteerde het Poolse volk met extreme maatregelen. Zoals gezegd mag de druk vanuit Moskou op dePartij bij het uitroepen van de Staat van Beleg niet onderschat worden. Maar, we onderkennen ook nog andere aanwijsbare oorzaken voor deze machtsgreep. De economische crisis had catastrofale proporties aangenomen en de stakingen maakten de economische situatie nog meer precair. Wemerken ook dat er vanuit de Partij door een ‘harde kern’ druk werd uitgeoefend op het beleid om in te grijpen.. De schaarseresultaten waarmee de onderhandelaars naar hun basis terugkeerden, ondersteunde die ‘harde kern’ in zijn ongenoegen en maakte deze groep nog invloedrijker.

De ontwikkelingen binnen Solidarnosc hadden onrechtstreeks ook hun invloed op het gebeuren. De basis van Solidarnosc werd alsmaar radicaler wat voor tweedracht zorgde binnen de beweging. De vakbond had ook de controle op de stakingen deels verloren, wat de situatie enkel meer bedreigend maakte. De kranten berichten over de Staat van Beleg als een vrij plotse ommekeer, na een periode, die wordt gekenmerkt door een zekere democratisering. Bij nader inzien was die ernstige maatregel geen onvoorspelbare ingreep van de overheid, maar was dit het onvermijdelijke resultaat van een aantal processen van uiteenlopende aard. Een extreme binnenlandse situatie, samen met de dreigende Sovjetrussische houding, leidde tot een extreme oplossing.

 

Als tweede doel stelden we na te gaan wat de waarde is van kranten als bronnen in een historisch onderzoek. Dit deden we door de Poolse crisis van 1980-1981 te bestuderen in twee kwaliteitskranten, namelijk Le Monde en The Times. Onze conclusie is dat de waarde van goede kranten, voor wat betreft de voorstelling van de feiten, bij het beoefenen van eigentijdse geschiedenis van onschatbare waarde is. We moeten echter ook nuanceren. In ons geval bleek het gebruik van de kranten als bron erg waardevol. Dit had vooral te maken met de kwaliteit en de objectiviteit van beide kranten. Zij beschikken over een grote staf van buitenlandse correspondenten en stellen objectiviteit als een belangrijk kwaliteitscriterium. Bovendien onderzochten wij slechts een periode van 17 maanden. Hierdoor was het mogelijk om beide kranten intensief te analyseren, zowel inhoudelijk als vormelijk. We wijzen verder op de noodzaak van een methodologie om kranten te onderzoeken ende visie van de krant ten opzichte van de objectieve feiten te kunnen onderscheiden. Kranten geven een goedzicht op het verloop van de feiten, maar hebben minder oog voor samenhang en context. Om niet enkel zicht te krijgen op de gebeurtenissen, maar ook ‘in’-zicht te verwerven, moet ook een beroep gedaan worden op de literatuur. Ze kanals leidraad dienen om de gebeurtenissen in een breder kader te kunnen plaatsen. Na een intensieve analyse van de twee kwaliteitskranten, ondersteund door vakliteratuur, krijgen we een vrij genuanceerd en accuraat beeld van de gebeurtenissen.

Door beide kranten met elkaar te vergelijken kwamen we op het spoor van de eigen visie. Want, alhoewel ze -zoals verwacht- beiden accuraat en objectief verslag uitbrengen, doen ze dit elk vanuit een particuliere visie. We konden die visie loskoppelen van de feitelijke informatie, die nagenoeg identiek bleef bij beide bronnen. Naast het feit dat beide kranten hun reputatie van neutrale en onafhankelijke verslaggeving meestal alle eer aandoen, valt het op dat er toch verschilpunten op de voorgrond treden. Een eerste punt van diversiteit tussen beide kranten is het feit dat The Times eerder geneigd is om bepaalde gebeurtenissen op een éénduidige wijze te verklaren, terwijl Le Monde een forum biedt aan meerdere hypothesen diebepaalde gebeurtenissen zouden kunnen verklaren. Le Monde heeft met andere woorden meer oog voor het probabilistische karakter van een verklaring, terwijl The Times er eerder een zekere determinerende verslaggeving op nahoudt. In deze optiek durven we stellen dat Le Monde zijn reputatie van neutraal onafhankelijke en toonaangevende krant iets meer eer aandoet dan The Times. Het tweede verschilpunt ligt eigenlijk in het verlengde van het voorgaande. Het valt op dat The Times, eerder dan Le Monde, zich laat verleiden tot het concreet innemen van bepaalde standpunten. Niettegenstaande het feit dat Le Monde veelal een standpunt inneemt, merken we dat deze krant op een meer gecontroleerde manier verslag geeft over de feiten dan The Times, die zich qua taalgebruik veelal erg bewogen laat blijken.

Naast deze twee globale verschilpunten, hebben we nog een aantal meer concrete verschillen opgemerkt. Zo geeft Le Monde duidelijk meer aandacht aan de rol van de Kerk en het KOR in de Poolse kwestie. Ook op vlak van het innemen van standpunten t.o.v. de Kerk is er een verschil merkbaar . The Times neemt een radicaler standpunt in dan Le Monde. De rol van de Sovjet-Unie wordt door Le Monde veel vroeger en veel uitgebreider behandeld dan door The Times. Deze laatste ziet dan weer een heel expliciete Sovjetrussische dreiging, terwijl Le Monde hier heel wat voorzichtiger mee omspringt. We vragen ons af of het feit dat er in die periode in Frankrijk een eerder socialistisch beleid werd gevoerd en in Engeland het concervatieve establishment aan het bewind was, de toon van de onderscheiden kranten mee heeft beïnvloed. Vanzelfsprekend zou dergelijkestelling via verder onderzoek getoetst moeten worden..

 

In elke casus kwam er ook een vormelijke vergelijking aan bod. Aangezien Le Monde voor die vergelijking telkens een beter resultaat boekte dan The Times, lijkt het ons evident te stellen dat Le Monde een grotere aandacht schonk aan de Poolse feiten dan The Times. Dit wordt concreet geïllustreerd in de aandachtsscores die voor Le Monde steeds hoger waren dan die van The Times.

Uit het onderzoek onthouden we ook dat een comparatief krantenonderzoek, aangevuld met een studie van de vakliteratuur, een goede strategie is om een diepgaand zicht te krijgen op een facet van de eigentijdse geschiedenis.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende