Alternatieve Olympiades in het interbellum. Een onderzoek naar de receptie in de Belgische dagbladpers (1919-1937). (Joep Vanderbeke)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Deel 2: Een onderzoek naar de receptie van de Alternatieve Olympiades

in de Belgische dagbladpers (1919-1937)

 

1 Sportjournalistiek in het interbellum

 

Na de Eerste Wereldoorlog ontwikkelde de sport zich in versneld tempo. De sportjournalistiek was genoodzaakt te volgen en deed dit ook. Tabel 8 illustreerde het aandeel dat sport in de kranten Vooruit en Het Laatste Nieuws procentueel innam in verhouding tot de algemene inhoud.

 

Jaar

Vooruit

Het Laatste Nieuws

1894

3

4

1899

1

1,3

1904

-

6,3

1909

5

2,2

1914

1,5

7,5

1919

1,1

6,3

1924

5,0

8,6

1929

5,2

12,5

1934

12,8

21,8

1939

14,4

21,5

1946

17,3

21,2

1951

26,1

25,8

1956

23,9

21,2

1961

26,2

24,8

1966

26,9

24,9

Tabel 8: aantal sportbladzijden in Vooruit en Het Laatste Nieuws ten opzichte
van de algemene inhoud  in de periode 1894 - 1966 (in procent).
[451]

 

Er was duidelijk een evolutie in de omvang van sportrubrieken ten opzichte van de totale inhoud. Globaal genomen konden drie grote blokken afgescheiden worden, met de twee oorlogen als cesuur. In het interbellum, de periode van ons onderzoek, kende de sportjournalistiek een steile opgang. Het verschil tussen de jaargangen 1919 en 1939 was enorm. Onmiddellijk na de oorlog onderging de sportjournalistiek kwantitatief weinig veranderingen ten opzichte van de vooroorlogse periode. Ook inhoudelijk veranderde er weinig. De redacteurs beperkten zich nog steeds tot een technisch verslag waarbij de wedstrijdfeiten chronologisch opgesomd werden.[452] Wielrennen was de uitzondering die de regel bevestigde. De koers werd op een meer beschouwende manier gevolgd omdat eindredacteuren meenden dat het voor het publiek moeilijker was om de evoluties in een wielerwedstrijd te volgen. Een voetbalwedstrijd kon men bijvoorbeeld wel volledig bijwonen.

 

In de jaren twintig zou als gevolg van het democratiseringsproces sport een belangrijkere plaats gaan innemen in het alledaagse leven van elke mens. Dit werd logischerwijs vertaald naar een groter aandeel van sport in de krantenkolommen. Sport werd populair en allerlei sportactiviteiten kwamen ongeacht hun waarde in de krant te staan.[453] Sportjournalisten bleven zich beperken tot een zo volledig mogelijke inlichting en vak-technische behandeling van de verschillende sporttakken.[454] De grootste ommekeer was dat Sportwereld vanaf 1926 dagelijks begon te verschijnen en ook algemene informatie begon te geven. Die ontwikkeling zette niet-sportkranten ertoe aan meer kolommen voor te behouden voor sportnieuws. Vooral Het Laatste Nieuws zag haar sportrubriek uitbreiden.

 

De jaren dertig luidden een verandering in de geschreven sportjournalistiek in. De sportkaternen kregen een diepere en meer levendige inhoud. De journalist probeerde een atmosfeer te scheppen, de menselijke kant van de atleten beter weer te geven, de reacties van de massa te beschrijven en een beschouwend oordeel over de wedstrijd te vellen.[455] Journalisten werden zelfs op buitenlandse reportage gestuurd, hoewel niet in overdreven mate. Op het wereldkampioenschap in 1930 te Montevideo (Uruguay) waren geen Belgische sportjournalisten aanwezig, behalve dan John Langenus, de scheidsrechter die de WK-finale floot en in zijn vrije tijd voor sportkranten schreef.[456] Dit zou langzaam beteren. Zo mocht Paul Jacquemyns, journalist bij Sportwereld, van zijn hoofdredacteur Karel van Wynendaele, naar het Wereldkampioenschap voetbal in 1934 te Italië. Hij kreeg hiervoor echter slechts een forfaitair bedrag waarmee hij zich de hele reis uit de slag zou moeten trekken.[457]

 

In het interbellum werd de sportrubriek niet alleen uitgebreid in de breedte, maar ook in de diepte. Sportredacties gingen zich steeds meer specialiseren of deden een beroep op deskundigen. Daarenboven kregen sportrubrieken steeds meer aandacht voor de psychologische en de sociologische facetten van de sport. Sporters werden niet langer als atleet an sich beschouwd.[458]

 

 

2 Het beroep van sportjournalist in het interbellum

 

In de 19e eeuw onstonden de eerste sportperiodieken. De Duivenliefhebber, opgericht in 1866, werd (indien de duivensport als een sport wordt gezien) algemeen aanvaard als het eerste sporttijdschrift. Le Vélocipède Belge met in zijn zog een hele reeks andere wielerbladen stonden eveneens aan de wieg van de sportpers. In de algemene dagbladen was het vaak met een vergrootglas zoeken naar sportnieuws. Francis Lauters was de eerste die een eigen sportrubriek van zijn hoofdredacteur kon afdingen. Vanaf juni 1891 verscheen een vaste wielerrubriek in het Brusselse dagblad La Chronique.[459] De eerste generatie Sportjournalisten waren vrijwilligers. Zij waren sporters of beleidsmensen die welstellend genoeg waren om hun hobby te beoefenen zonder er geld aan te moeten verdienen. Zij schreven vaak voor verschillende bladen. Bekende voorbeelden zijn de eerder genoemde scheidsrechter John Langenus en de waterpolospeler en schermer Victor Boin.[460]

 

De oprichting van Sportwereld op 13 september 1912 betekende in België de doorbraak van de professionele sportjournalistiek. Op de zesdaagse van Brussel in 1912 beslisten enkele sportjournalisten om zich te verenigen in een professionele nationale associatie. De bedoeling was hierbij om hun morele en materiële belangen te verdedigen. Op 16 juni 1913 werd in Brussel de ‘Association Professionelle Belge des Journalistes Sportifs’ gesticht. Fernand Francqué, journalist bij L’Indépendance Belge en algemeen correspondent voor België voor het Franse sportblad L’Auto, werd de eerste voorzitter. Kort na de Eerste Wereldoorlog werd zijn taak overgenomen door Victor Boin.[461] Deze laatste behoorde eigenlijk nog tot de eerste generatie journalisten: een succesvolle atleet die bijdrages leverde voor verschillende sportperiodieken.

 

2.1 Vier groepen sportjournalisten

 

De sportjournalisten uit het interbellum konden, naar intensiteit en manier van werken, in vier verschillende groepen worden opgedeeld: de medewerkers, de aangesloten leden, de effectieve leden en de beroepsjournalisten.

 

De grootste groep vormden de medewerkers. Over de omvang van deze groep was het speculeren. In 1933 zou hun aantal 175 bedragen hebben. Zij beschikten wel over de faciliteiten om hun job uit te oefenen, maar “sans aucun droit d’ordre professionelle.”[462] Binnen deze categorie sportjournalisten kon nog eens een onderverdeling worden gemaakt. Er waren de vaste medewerkers die samenwerkten met een krant of een redacteur. Elke krant had minstens één vaste correspondent in de grote steden. Op de diensten van losse medewerkers werd minder frequent een beroep gedaan, maar ook zij vormden een eigen categorie. Vaak beperkten losse medewerkers zich tot één sport waarin zij zich specialiseerden. Een laatste groep medewerkers waren de toevallige journalisten. Zij stuurden ongevraagd een stuk in, om hun krant te helpen of om een honorarium op te strijken.[463]

 

Een tweede groep sportjournalisten waren de aangesloten leden. In de statuten van het jaarboek van de sportpers lezen we op welke criteria bepaald werd wie tot de aangesloten leden behoorde: “Les membres adhérents sont ceux qui, tout en ne faisant pas du journalisme sportif leur profession principale, en retirent une ressource importante, soit un minimum de 400 francs par mois”.[464] In 1926 waren er vierentwintig aangesloten leden bij de Belgische persbond. In 1929 was hun aantal reeds opgelopen tot veertig. Vanaf 1933 bestond deze categorie nog steeds volgens de statuten, maar de namen van de aangesloten werden niet meer in de lijst opgenomen. Naar hun aantal was het vanaf toen raden.

 

De derde groep, de effectieve leden, bekleedden tot op het eind van de jaren 1930 de hoogste trap van de hiërarchie. Sportjournalisten waren effectief lid van de ‘Association Professionelle Belge des Journalistes Sportifs’ indien zij twee jaar voor de redactie van een dagblad schreven. Ook sportperslui die de sportjournalistiek als tweede beroep hadden, konden als effectief lid gecatalogeerd worden indien hun vergoeding als sportjournalist boven de duizend frank per maand lag.[465] Hun aantal steeg doorheen de jaren twintig en dertig. In 1926 waren ze met 95, in 1929 was het aantal effectieve leden opgelopen tot 136 en in 1933 waren er 239 effectieve leden. In 1937 was hun hoeveelheid sterk verminderd. Dit had alles te maken met een nieuwe categorie journalisten die zich afsplitste van de effectieve leden.

 

Die nieuwe categorie waren de beroepsjournalisten Dit zijn journalisten die twee jaar aan een dagblad verbonden waren en een vaste verdienste hadden. Sportredacteuren met een minimum honorarium van duizend frank per maand bleven in de groep van de effectieve leden. In 1937-38 hadden reeds 85 beroepsjournalisten sport als hun vakgebied. Pol Jacquemyns telde in 1938 ongeveer 500 aangesloten leden.[466] De ontwikkeling van de sportjournalistiek in het interbellum was nu voltooid. Van reporters die welgesteld genoeg waren om in hun vrije tijd sportbijdrages te schrijven evolueerde de sportjournalist via een groep waarbij de verdienste als belangrijkste criterium gold, naar beroepsjournalisten. Tabel 9 illustreerde die ontwikkeling.

 

jaar

Effectieve leden

Aangesloten leden

beroepsjournalisten

totaal

1926

95

24

/

119

1929-1930

136

40

/

176

1933

185 Franstalig + 54 Nederlandstalig

Aantal onbekend

/

239

1937-1938

53 Franstalig +16 Nederlandstalig = 69

Ca. 500

61 Franstalig + 24 Nederlandstalig= 85

154

Tabel 9: aantal aangesloten leden bij de ‘Association Professionelle Belge des Journalistes Sportifs’ in het interbellum.[467]

 

Uit deze tabel viel af te leiden dat de meerderheid van de sportjournalisten Franstalig was. Dit ondanks het feit dat sport in België vooral in Vlaanderen werd beoefend. In 1933 bedroeg het aantal Nederlandstaligen procentueel 23%, in 1937 was hun aantal vrij stabiel gebleven op 26%.

 

 

3 Onderzoek naar de belangstelling voor de alternatieve Olympiades in het interbellum in de Belgische dagbladpers

 

In het volgende hoofdstuk werd Olympiade per Olympiade onderzocht in hoeverre een krant aandacht besteedde aan dit sportevenement. Daarnaast werd ook gekeken op welke manier de journalisten over de alternatieve Olympiade berichtten, met andere woorden, er werd onderzocht welke soort artikels er werden geschreven. We onderscheidden daarin tien categorieën.

 

3.1 Aard van de verslaggeving

 

In dit hoofdstuk onderzochten we het journalistieke aspect van de Belgische dagbladpers. In plaats van te onderzoeken wat er in de artikels stond, gingen we na hoe deze geschreven werden. We onderscheidden tien categorieën. Hierbij moest worden opgemerkt dat niet elk artikel perfect in een categorie paste. Vaak werd in 1 artikel aan twee soorten berichtgeving gedaan. Toch werden deze in één categorie opgenomen. We kozen dan steeds voor de categorie waar de berichtgeving het best in paste.

 

3.1.1 Begripsverklaring

 

De eerste groep artikels waren deze waarin door de krant de uitslagen van de voorbije wedstrijden werden neergeschreven. Die uitslagen gaven enkel een overzicht van de behaalde resultaten zonder verslag van de evolutie in de wedstrijd. Daarnaast klasseerden we ook klassementen onder de noemer ‘uitslagen’.

 

Een tweede soort artikels werd geplaatst onder de rubriek ‘aankondigingen’. Deze konden zowel het programma van een wedstrijd zijn, als het meedelen van de namen van de deelnemers als de vertrekuren van een trein. 

 

Met ‘nieuwtjes’, de derde rubriek werden stukjes bedoeld die noch als artikel noch als verslag konden gecatalogeerd worden. Meestal ging het om mededelingen of allerlei weetjes. Vaak werden de nieuwtjes gebundeld in één rubriek, zoals bijvoorbeeld ‘Olympiadenieuws’ of ‘allerlei nieuwsjes’.

 

De vierde groep waren artikels over onderwerpen in de rand van de sport. In ons overzicht werden deze onder de noemer ‘randinfo’ gecatalogeerd. Met randinfo bedoelden we die artikels waarlangs de lezer onrechtstreeks in kennis werd gesteld van een alternatieve Olympiade. Bijvoorbeeld via een boekenrubriek of via politiek nieuws.

 

‘Beschouwende artikels’ gingen dan weer wel over sportonderwerpen. Meer nog, in deze stukjes viel geen enkel politiek woord. In  beschouwende artikels wierp de sportjournalist een blik vooruit naar de komende wedstrijden, waarbij hij de kansen van het team of van de sporter afwoog. Omgekeerd deed hij dit ook na een wedstrijd.

 

In ‘opinieartikels’ werd ook beschouwend geschreven, zij het dan dat er deze keer over het evenement in zijn geheel geschreven werd. Opinieartikels hadden vaak een politiek randje. De journalist overschouwde het gebeuren en gaf hierbij zijn persoonlijke mening op het evenement. Deze kon zowel positief als negatief zijn.

 

De volgende categorie artikels waren de wedstrijdverslagen. Hierin maakten we een onderscheid tussen de technische verslagen en de beschouwende verslagen. Bij ‘technische verslagen’ vertelde de reporter hoe de wedstrijd minuut per minuut verlopen is, zonder verder commentaar te geven. Een voorbeeld had kunnen zijn: “Twaalfde minuut. Kompany trapt de bal op doel. De keeper pakt. Vijftiende minuut. Aanval over links. De verdediger blokkeert.”

 

Bij een ‘beschouwend verslag’ werden meer dan enkel de feiten van de wedstrijd neergeschreven. De journalist interpreteerde de wedstrijd terwijl hij relaas deed van het verloop ervan. In een beschouwend wedstrijdverslag werden de gevoerde tactiek en de bepalende beslissingen ontleed.

 

Een voorlaatste soort artikels waren de ‘reisverslagen’. Hiermee werden die artikels bedoeld waarin de journalist verslag deed over wat hij die dag gezien en meegemaakt had. In deze impressies konden sportieve verhalen zitten, maar veelal vertelde de reporter verhalen over extrasportieve gebeurtenissen.

 

De laatste categorie waren ten slotte geen echte artikels. Het betrof zaken als foto’s of reclame die eerder onder de noemer ‘lay-out’ konden worden samengevat.

 

Het omzetten van woorden in cijfers was natuurlijk niet zonder gevaar. Het risico om citroenen en appelsienen onder dezelfde noemer te plaatsen omdat het beiden citrusvruchten waren, was reëel. De sportjournalistiek evolueerde doorheen de tijd en de manier waarop ‘nieuwtjes’ in het begin van het interbellum neergeschreven werden verschilde van hoe deze op het einde van het interbellum meegedeeld werden. Toch leek het ons dat cijfers woorden meer kracht konden bijzetten. We zetten de absolute cijfers in relatieve cijfers om zo het aandeel van elke rubriek ten opzicht van de gehele berichtgeving te kunnen meten.

 

3.2 De receptie van de Intergeallieerde Olympiade in 1919 te Parijs in de Belgische dagbladpers

 

 

Vooruit

Le Peuple

Het Laatste Nieuws

La Libre Belgique

Le Soir

De Schelde

Sportwereld

TOTAAL

Uitslagen

11

-

5

12

3

11

6

48 (74%)

Aankondigingen

-

1

2

1

1

-

-

5 (7,5%)

Nieuwtjes

-

-

4

-

2

1

-

7 (11%)

Randinfo

-

-

-

-

-

-

-

-

Beschouwende artikels

-

-

-

-

-

-

2

2 (3%)

Opinieartikels

-

-

-

-

-

-

-

 

Technische verslagen

1

 

1

-

-

-

-

2 (3%)

Beschouwende verslagen

1

-

-

-

-

-

-

1 (1,5 %)

Lay-out/Reclame

-

-

-

-

-

-

-

-

Reisverslagen

-

-

-

-

-

-

-

-

Totaal

13 (20%)

1 (1,5%)

12 (18,5%)

13 (20%)

6 (9%)

12 (18,5%)

8 (12,5%)

65 (100%)

Tabel 10: De receptie van de Intergeallieerde Spelen in 1919 te Parijs in de Belgische dagbladpers

 

Uit deze tabel viel meteen af te leiden dat elke krant verslaggeving over de Intergeallieerde Spelen in zijn kolommen opnam. Gemiddeld kregen de Belgische dagbladlezers (65 artikels : 7 kranten =) 9,3 artikels over de gebeurtenissen in Parijs te lezen. Ondanks deze goede verspreiding moet echter voorbehoud gemaakt worden bij de kwaliteit van de berichtgeving.

 

De overgrote meerderheid van de artikels (74%) waren berichten die niets meer meegaven dan de ‘uitslagen’ die door de atleten werden gehaald. Daarbovenop kregen de lezers ook nog eens aankondigingen (7,5%) met het programma van de volgende dagen. Kranten namen daarnaast vrij veel nieuwtjes in hun kolommen op (11%). Vooruit en Het Laatste Nieuws lieten zich verleiden om een technisch verslag (3%) te schrijven. De eerste krant maakte van de wedstrijd van de Belgen tegen de Tsjecho-Slowaken zelfs een beschouwend verslag (1,5%). Sportwereld ten slotte ging het diepste in op de wedstrijden in Parijs. Zij maakten een voor- en een nabeschouwing bij de behaalde resultaten van de Belgen.

 

Samenvattend konden we stellen dat de verslaggeving van de spelen in Parijs door het hele maatschappelijke spectrum van de Belgische bevolking kon gelezen worden. De berichtgeving was echter niet erg diepgaand. Er moest wel in rekening worden gebracht dat kort na de Eerste Wereldoorlog inhoudelijk weinig was veranderd ten opzichte van de periode ervoor. De redacteurs beperkten zich voornamelijk tot een technisch verslag waarbij de wedstrijdfeiten chronologisch opgesomd werden.[468]

 

3.3 De receptie van de Arbeidersolympiades in de Belgische dagbladpers

 

Bij de bespreking van de receptie van de arbeidersolympiades hebben we ervoor gekozen om haar drie edities te onderzoeken. Daarnaast analyseerden we ook de voorloper van de Arbeidersolympiades, het Arbeiderssportfeest te Praag in 1921 en de Spartakiade van Moskou in 1928, de communistische tegenhanger van de Arbeidersolympiade.

 

3.3.1 De receptie van het Arbeiderssportfeest in 1921 te Praag in de Belgische dagbladpers

 

 

Vooruit

Le Peuple

Het Laatste Nieuws

La Libre Belgique

Le Soir

De Schelde

Sportwereld

TOTAAL

Uitslagen

-

-

-

-

-

-

-

-

Aankondigingen

-

-

-

-

-

-

-

-

Nieuwtjes

3

1

-

-

-

-

-

4 (33,3%)

Randinfo

-

-

-

-

-

-

-

-

Beschouwende artikels

-

-

-

-

-

-

-

-

Opinieartikels

-

-

-

-

-

-

-

-

Technische verslagen

-

-

-

-

-

-

-

-

Beschouwende verslagen

-

-

-

-

-

-

-

-

Lay-out/Reclame

-

-

-

-

-

-

-

-

Reisverslagen

4

4

-

-

-

-

-

8 (66,6%)

Totaal

7 (58,5%)

5 (41,5%)

-

-

-

-

-

12 (100%)

Tabel 11: De receptie van het Arbeiderssportfeest in 1921 te Praag in de Belgische dagbladpers

 

Het Arbeiderssportfeest van Praag in 1921 werd enkel door de linkse kranten gecoverd. Zowel Le Peuple als Vooruit namen er berichten over op in hun krantenkolommen. Opvallend was dat het hier reeds om een totaal andere berichtgeving ging. De lezers kregen enkel nog nieuwtjes (33%) en reisverslagen (66%) te zien. De technische verslagen en de resultaten werden als apart artikel overboord gegooid. Men werd wel op de hoogte gehouden van de behaalde resultaten, maar deze werden opgenomen in de reisverslagen van Antoon Hoedemaeckers wiens impressies uit De Volksgazet in zowel in Le Peuple als Vooruit werden overgenomen.

 

3.3.2 De receptie van de eerste Arbeidersolympiade in 1925 te Frankfurt in de Belgische dagbladpers

 

 

Vooruit

Le Peuple

Het Laatste Nieuws

La Libre Belgique

Le Soir

De Schelde

Sportwereld

TOTAAL

Uitslagen

-

-

-

-

-

-

1

1 (4,5%)

Aankondigingen

1

3

-

-

-

-

-

4 (18%)

Nieuwtjes

1

-

-

-

-

-

-

1 (4,5%)

Randinfo

-

-

-

-

-

-

-

-

Beschouwende artikels

1

-

-

-

-

-

-

1 (4,5%)

Opinieartikels

3

-

-

-

-

-

-

3 (13,5%)

Technische verslagen

-

-

-

-

-

-

-

-

Beschouwende verslagen

-

-

-

-

-

-

-

-

Lay-out/Reclame

-

-

-

-

-

-

-

-

Reisverslagen

6

6

-

-

-

-

-

12 (55%)

Totaal

12 (54,5%)

9 (41%)

-

-

-

-

1 (4,5%)

22 (100%)

Tabel 12: De receptie van de eerste Arbeidersolympiade in 1925 te Frankfurt in de Belgische dagbladpers

 

Niet enkel de socialistische pers schreef over de eerste Arbeidersolympiade. Ook Sportwereld berichtte erover, zij het dan heel summier. Er werd slechts één artikel bericht over de resultaten die in Frankfurt behaald werden, gepubliceerd. In de linkse kranten werd de Arbeidersolympiade nog uitgebreider gecoverd dan het Eerste Arbeiderssportfeest. Oscar Foucaert voor Vooruit en Louis Lalemand voor Le Peuple reisden mee en vergastten hun lezers uitgebreid op de indrukken die de Arbeidersolympiade op hen maakte. Vooruit was overigens gevarieerder in haar berichtgeving. Naast de reisverhalen vonden we ook drie opinieartikels, een nieuwtje en een voorbeschouwing op de Arbeidersolympiade terug.

 

3.3.3 De receptie van de eerste Spartakiade in 1928 te Moskou in de Belgische dagbladpers

 

 

Vooruit

Le Peuple

Het Laatste Nieuws

La Libre Belgique

Le Soir

De Schelde

Sportwereld

TOTAAL

Uitslagen

-

-

-

-

-

-

-

-

Aankondigingen

-

-

-

-

-

-

-

-

Nieuwtjes

2

1

-

-

-

-

-

3 (100%)

Randinfo

-

-

-

-

-

-

-

-

Beschouwende artikels

-

-

-

-

-

-

-

-

Opinieartikels

-

-

-

-

-

-

-

-

Technische verslagen

-

-

-

-

-

-

-

-

Beschouwende verslagen

-

-

-

-

-

-

-

-

Lay-out/Reclame

-

-

-

-

-

-

-

-

Reisverslagen

-

-

-

-

-

-

-

-

Totaal

2 (66,6%)

1 (33,3%)

-

-

-

-

-

3 (100%)

Tabel 13: De receptie van de eerste Spartakiade in 1928 te Moskou in de Belgische dagbladpers

 

Over de receptie van de communistische Spartakiade konden we kort zijn. Er werd nagenoeg niet over bericht. De berichten die in de linkse kranten stonden waren overigens niet eens positief te noemen. Zowel Vooruit als Le Peuple berichtten over de slechte behandeling die een groep Engelse voetballers, die in Moskou waren ter ere van de Spartakiade, te verduren kregen.

 

3.3.4 De receptie van de tweede Arbeidersolympiade in 1931 te Wenen in de Belgische dagbladpers

 

 

Vooruit

Le Peuple

Het Laatste Nieuws

La Libre Belgique

Le Soir

De Schelde

Sportwereld

TOTAAL

Uitslagen

1

2

-

-

-

-

-

3 (7,5%)

Aankondigingen

1

1

-

-

-

-

-

2 (5%)

Nieuwtjes

5

3

-

-

-

-

-

8 (20%)

Randinfo

-

1

-

-

-

-

-

1 (2,5%)

Beschouwende artikels

3

4

-

-

-

-

-

7 (17,5%)

Opinie-artikels

1

3

-

-

-

-

-

4 (10%)

Technische verslagen

-

-

-

-

-

-

-

-

Beschouwende verslagen

4

-

-

-

-

-

-

4 (10%)

Lay-out/Reclame

-

2

-

-

-

-

-

2 (5%)

Reisverslagen

3

6

-

-

-

-

-

9 (22,5%)

Totaal

18 (45%)

22 (55%)

-

-

-

-

-

40 (100%)

Tabel 14: De receptie van de tweede Arbeidersolympiade in 1931 te Wenen in de Belgische dagbladpers

 

De verslaggeving van de tweede Arbeidersolympiade in de Belgische pers werd dit keer enkel door de socialistische pers gedaan. Waar Sportwereld tijdens de eerste Arbeidersolympiade nog de resultaten die in Frankfurt behaald werden in zijn kolommen opnam, verscheen er dit keer niets. Een tweede opvallend fenomeen was de veel bredere spreiding in berichtgeving over de tweede Arbeidersolympiade. Enkel technische resultaten werden niet meer op zich gepubliceerd, al mocht dit als een vooruitgang worden beschouwd. Nieuw was de aandacht voor de lay-out (5%). ­In Le Peuple vonden we voor de eerste keer foto’s terug die als artikel op zich  konden gekwalificeerd worden. Waar tijdens de eerste Arbeidersolympiade de opinieartikels en de reisverslagen de meerderheid van de artikels voor zich namen (samen 68,5%), behelsden zij deze keer een veel kleiner percentage van de berichtgeving (samen 32,5%). Verder werden er uitslagen gepubliceerd (7,5%), werd het programma voor de volgende dagen aangekondigd (5%) en stonden er nieuwtjes (20%) en randinfo (2,5%) in de krant. Er werd ook steeds meer aan echte sportverslaggeving gedaan. De beschouwende verslagen en beschouwende artikels vormden samen meer dan een vierde van de berichtgeving (27,5%).

 

3.3.5 De receptie van de derde Arbeidersolympiade in 1937 te Antwerpen in de Belgische dagbladpers

 

 

Vooruit

Le Peuple

Het Laatste Nieuws

La Libre Belgique

Le Soir

Volk en Staat

Sportwereld

TOTAAL

Uitslagen

5

6

6

-

6

-

4

27 (13%)

Aankondigingen

11

12

-

-

1

-

6

30 (14%)

Nieuwtjes

14

15

-

-

1

-

11

41 (19,5%)

Randinfo

1

3

-

-

-

-

4

8 (4%)

Beschouwende artikels

12

15

1

-

-

-

5

33 (15,5%)

Opinieartikels

7

13

-

-

-

1

9

30 (14%)

Technische verslagen

-

-

-

-

-

-

-

-

Beschouwende verslagen

3

10

-

-

-

-

-

13 (6%)

Lay-out/Reclame

11

3

-

-

-

-

-

14 (7%)

Reisverslagen

4

6

-

-

-

-

4

14 (7%)

Totaal

68 (32,5%)

83 (39,5%)

7  (3,5%)

-

8 (4%)

1 (0,5%)

43 (20,5%)

210 (100%)

Tabel 15: De receptie van de derde Arbeidersolympiade in 1937 te Antwerpen in de Belgische dagbladpers

 

De berichtgeving omtrent de Arbeidersolympiade van Antwerpen was veel groter dan deze omtrent de eerste en de tweede editie.  Er werd 9,5 keer meer bericht over de gebeurtenissen in Antwerpen dan over deze in Frankfurt en 5,25 keer meer dan ten opzichte van de arbeidersolympiade in Wenen. We stelden vast dat elke krant, behalve het katholieke La Libre Belgique in zijn sportberichtgeving publiceerde omtrent de derde Arbeidersolympiade. Deze spreiding valt wellicht te verklaren door het feit dat deze in eigen land, in Antwerpen doorging plaatsvond. Opnieuw waren het de socialistische kranten die het meeste artikels publiceerden. Opvallend was de  uitgebreide verslaggeving van het neutrale Sportwereld. Het liberale Het Laatste Nieuws en het neutrale Le Soir besteedden ook aandacht aan de gebeurtenissen in Antwerpen, zij het dan dat zij zich voornamelijk beperkten tot het publiceren van de uitslagen. Volk en Staat, het Vlaams-nationalistische dagblad besteedde, hoewel het blad haar zetel in Antwerpen had, slechts één keer aandacht aan de Arbeidersolympiade. In een opiniestuk werd de tegengestelde ideologische visie tussen de beide bewegingen duidelijk gesteld. 

 

De drie kranten die het meeste aandacht aan de Arbeidersolympiade schonken coverden deze wel zeer uitgebreid en op een zeer gediversifieerde manier. De lay-out nam een steeds grotere ruimte in (7%), maar ook door nieuwtjes, aankondigingen en randinfo kregen de lezers over de Arbeidersolympiade te horen. Niet alleen de kwantiteit, maar ook de kwaliteit van de sportverslaggeving was duidelijk vooruitgegaan, dankzij de het publiceren van beschouwende artikels (15,5%) en beschouwende verslagen (6%). Opvallend is ten slotte dat naast de socialistische pers ook het nochtans neutrale Sportwereld opinieartikels (14%) schreef waarin deze krant duidelijk haar bewondering voor het evenement uitdrukte.

 

 

3.3.6 De verslaggeving van de Arbeidersolympiades

 

De niet-socialistische pers besteedde erg weinig aandacht aan de Arbeidersolympiades. Enkel Sportwereld vertoonde een zekere interesse. De Arbeidersolympiade van Frankfurt werd 1 artikel toebedeeld, deze van Wenen zelfs niet één, maar de Arbeidersolympiade die in eigen land doorging, werd wel uitgebreid gecoverd.  De niet-socialistische kranten besteedden enkel aandacht aan de Arbeidersolympiade in Antwerpen, zij het niet zo uitgebreid.

 

In de socialistische pers was een evolutie merkbaar in de verslaggeving. Sporttechnisch stond deze in 1921 nog niet zo hoog, maar er werden wel al artikels met reisverhalen uit Praag gepubliceerd. De verslaggeving van de Arbeidersolympiade in 1925 lag in dezelfde lijn, zij het dan dat zij al wat uitgebreider was geworden. Over de communistische Spartakiade van Moskou in 1928 werd dan weer zo goed als niet bericht en dan nog enkel in negatieve zin. Wenen 1931 betekende een kantelpunt in de sportverslaggeving. Deze werd veel gevarieerder en stond ook inhoudelijk sterker dan voorheen. Tijdens de Arbeidersolympiade van Antwerpen stond de sportverslaggeving op haar toppunt. Er werden veel meer artikels gepubliceerd en ook de kwaliteit was nog beter geworden dan voorheen.

 

3.4 De receptie van de Volksolympiade in 1936 te Barcelona in de Belgische dagbladpers

 

 

Vooruit

Le Peuple

Het Laatste Nieuws

La Libre Belgique

Le Soir

De Schelde

Sportwereld

TOTAAL

Uitslagen

-

-

-

-

-

-

-

-

Aankondigingen

3

2

-

-

-

-

1

6 (12%)

Nieuwtjes

5

4

-

-

-

-

-

9 (18%)

Randinfo

3

1

-

3

1

-

-

8 (16%)

Beschouwende artikels

1

2

-

-

-

-

-

3 (6%)

Opinieartikels

8

5

-

-

-

-

-

13 (27%)

Technische verslagen

-

-

-

-

-

-

-

-

Beschouwende verslagen

-

-

-

-

-

-

-

-

Lay-out/Reclame

-

-

-

-

-

-

-

-

Reisverslagen

6

4

-

-

-

-

-

10 (20%)

Totaal

26 (53%)

18 (37%)

-

3 (6%)

1 (2%)

-

1 (2%)

49 (100%

Tabel 16: De receptie van de Volksolympiade in 1936 te Barcelona in de Belgische dagbladpers

 

Er werden geen uitslagen, technische verslagen of beschouwende verslagen in bovenstaande tabel teruggevonden. De oorzaak hiervoor was natuurlijk niet ver te zoeken: de Volksolympiade in Barcelona heeft nooit plaatsgevonden. Opnieuw was het de socialistische pers die het overgrote deel van de aandacht aan de Volksolympiade op haar naam schreef. Of de andere kranten resultaten zouden gepubliceerd hebben indien deze was doorgegaan, kunnen we nooit weten. Gezien de manier waarover nu bericht werd, vermoeden we dat enkel Sportwereld resultaten zou gepubliceerd hebben. Deze krant kondigde de Volksspelen aan en raadde haar lezers ook aan om via de radio naar de uitslagen te luisteren.[469]

In Le Soir en La Libre Belgique konden de lezers weliswaar ook te weten komen dat de Volksolympiade gepland was, zij het in het politieke nieuws na het uitbreken van de Spaanse Burgeroorlog. Lezers van Het Laatste Nieuws en De Schelde konden in hun krant in elk geval niet lezen dat er een protestolympiade tegen de Olympische Spelen in Berlijn gepland was.

 

In de socialistische kranten kon daarentegen wel veel over de gebeurtenissen omtrent de Volksolympiade van Barcelona gelezen worden. De berichtgeving was vrij gevarieerd. In aankondigingen (12%), randinfo (18%) en nieuwtjes (16%) konden lezers veel oppikken. Ook waren de eerste voorbeschouwingen (6%) waarin de prestaties van de Belgische atleten onder de loep werden genomen al geschreven. Opvallend is het grote percentage opinieartikels (27%) en reisverslagen (20%), die tot heel lang na de Spelen over de gebeurtenissen berichtten.

 

 

4 De receptie van de Alternatieve Olympiades bij de Belgische bevolking

 

Als we wilden onderzoeken in hoeverre de Belgische bevolking weet had van het bestaan van de alternatieve Olympiades konden we het beste de receptie in de pers naast de oplagecijfers van elke krant afzonderlijk leggen.

 

4.1 De receptie in de Belgische pers

 

Onderstaande tabel vatte de receptie in de Belgische dagbladpers samen. We merkten duidelijk dat de Intergeallieerde Spelen door media van elke politieke overtuiging werden opgepikt. De socialistische arbeidersolympiades werden overwegend in de socialistische kranten opgepikt. Sportwereld berichtte in beperkte, maar te verwaarlozen mate over de Arbeidersolympiade in Frankfurt. De uitzondering op de regel was de Arbeidersolympiade van Antwerpen, waar naast de socialistische kranten ook Sportwereld, Le Soir, Het Laatste Nieuws en Volk en Staat over berichtten. De katholieke krant La Libre Belgique daarentegen schreef niets. De berichtgeving over de Volksolympiade van Barcelona lag in dezelfde lijn als deze over de Arbeidersolympiades, zij het dan dat Sportwereld weinig of geen aandacht aan dit evenement besteedde.

 

 

1919

1921

1925

1928

1931

1936

1937

Vooruit

13

7

12

2

18

26

68

Le Peuple

1

5

9

1

22

18

83

Het Laatste Nieuws

12

-

-

-

-

-

7

La Libre Belqique

13

-

-

-

-

3

-

Le Soir

6

-

-

-

-

1

8

De Schelde/Volk en Staat

12

-

-

-

-

-

1

Sportwereld

8

-

1

-

-

1

43

TOTAAL

65

12

22

3

40

49

210

Tabel 17: Het aantal artikels dat een onderzochte krant aan een alternatieve  Olympiade besteedde.

 

4.2 Oplagecijfers van de Belgische dagbladpers

 

Door de afschaffing van de zegelbelasting konden de oplagecijfers van de kranten in het interbellum moeilijk worden nagegaan. Alleen de grote kranten lieten hun oplage controleren door experts.[470] Theo Luyckx verzamelde alle mogelijke gegevens en kwam tot volgend resultaat[471] (enkel de door ons gekozen kranten werden opgenomen):

 

 

Ca. 1920

Ca. 1930

Ca. 1935

Ca. 1939-1940

Vooruit

25492

43000

40000

45000

Le Peuple

48191

55000

65000

70000

Het Laatste Nieuws

76000

214054

261975

266151

La Libre Belgique

-

-

80000

100000

Le Soir

154005

266140

303465

300000

De Schelde (Volk en Staat)

-

-

-

-

Sportwereld

-

-

-

-

Tabel 18: oplagecijfers van de door ons onderzochte kranten in het interbellum

                                          

De oplagecijfers van De Schelde/Volk en Staat en Sportwereld werden niet door Luyckx onderzocht. Baudhuin schatte het gezamenlijke oplagecijfer van negen kranten uit het Antwerpse, waaronder Volk en Staat, op 30000. Dat deze schatting te laag lag was, is ondertussen aangetoond door Luyckx. Immers, De Volksgazet had op zichzelf al een lezerspubliek van meer dan 30000.[472] Bijgevolg konden we besluiten dat De Schelde/Volk en Staat slechts een beperkt oplagecijfer had. Uit de thesis van Greta Vandevenne konden we vervolgens enkele oplagecijfers van Sportwereld halen. Vandevenne becijferde dat Sportwereld in juli 1923 een oplage telde van 38278, een jaar later was de oplage in diezelfde maand reeds gestegen tot 36565. Vier jaar later was deze reeds meer dan verdubbeld tot 81660. In 1929 had Sportwereld een oplage van 101215, om het volgende jaar lichtjes te dalen tot 100609. In 1931 ten slotte kende Sportwereld haar hoogtepunt met 123710 lezers. Na 1931 kon zij geen cijfers meer publiceren daar Sportwereld deze niet meer publiceerde. Bij dit laatste cijfer werd trouwens een kanttekening geplaatst.[473] Sportwereld had dat jaar een crisisjaar gekend zoals het zelf in zijn kolommen toegaf. De verdere evolutie van de krant omschreef Vandevenne als was Sportwereld een monument op drijfzand.[474] De krant verloor steeds meer lezers en ging op 3 juni 1939 over in Het Nieuwsblad-Sportwereld.

 

4.3 Vergelijking van de oplagecijfers en de receptie van de alternatieve Olympiades in de Belgische dagbladpers

 

Wanneer we de oplagecijfers van de onderzochte kranten naast de receptie in de Belgische dagbladpers legden, begrepen we waarom de Alternatieve Olympiades niet zo bekend waren. Vooraleer hier dieper op in te gaan moesten we opmerken dat tit onderzoek op heel erg ruwe schattingen berustte. Het was de bedoeling om ons een beeld te vormen van het mogelijke lezersaantal, niet om een gedetailleerd onderzoek te voeren naar het precieze aantal lezers. Hierbij aansluitend wilden we ook opmerken dat het oplagecijfer niet noodzakelijk gelijk lag met het aantal lezers. Een krant kon ook door verschillende mensen gelezen worden.

 

4.3.1 De  Intergeallieerde Spelen 1919

 

Na ons onderzoek konden we vaststellen dat de receptie van Intergeallieerde Spelen in de Belgische dagbladpers vrij goed was. Elke onderzochte krant, van welke strekking dan ook, berichtte over het evenement in Parijs. Het journalistieke niveau lag echter nog niet heel erg hoog en ook de kwantiteit van de artikels lag niet erg hoog.

 

Wanneer we de oplagecijfers bekeken viel op dat deze kort na de Eerste Wereldoorlog veel lager lagen dan aan het einde van het interbellum. Precieze berekeningen konden we onmogelijk maken, gezien het feit dat we geen oplagecijfers hebben van 1919 en dat deze wellicht nog iets lager lagen dan in 1920 of 1923, de jaargangen waarvan de oplagecijfers ons wel bekend zijn.  We telden het oplagecijfer van Vooruit (ca. 25000) Le Peuple (ca. 45000), Het Laatste Nieuws (ca. 75000), La Libre Belgique (onbekend, wellicht lager dan de 80000 in 1930), Le Soir (ca. 150000), De Schelde (minder dan 30000) en Sportwereld (ca. 38000 in 1923) op. Rekening houdend met het feit da Le Peuple slechts 1 keer over de Intergallieerde Spelen schreef, schatten we dat het maximum aantal mogelijke kopers in de door ons onderzochte kranten rond de 350000 schommelde.

 

4.3.2 De Arbeidersolympiades

 

De receptie van de Arbeidersolympiades beperkte zich voornamelijk tot de socialistische kranten. Hierbij sloten we het ene artikel dat in 1925 in Sportwereld verscheen uit. We lieten de Arbeidersolympiade van Antwerpen voorlopig ook nog even buiten beschouwing omdat deze wel kranten van niet-socialistische gezindten aantrok om erover te berichten. We beperken ons nog even tot de periode 1921-1931.

 

Het oplagecijfer van Vooruit en Le Peuple lag gedurende het hele interbellum vrij laag in vergelijking met kranten van andere politieke strekking. Vooruit verscheen in het begin van het interbellum circa 25000 keer per dag, in 1930 was haar oplage weliswaar sterk gestegen, maar lag nog steeds niet hoger dan gemiddeld 43000 kranten per dag. Le Peuple werd iets meer gelezen. Haar oplagecijfer aan het begin van het interbellum schommelde rond de 45000 à 50000 lezers. In 1931 was het lezerspubliek nauwelijks gestegen tot 55000. Wanneer we deze getallen optellen komen we tot een maximum aantal krantenkopers van 70000 in het begin van het interbellum en 100000 in het begin van de jaren dertig.

 

4.3.3 De Arbeidersolympiade van Antwerpen 1937

 

De Arbeidersolympiade van Antwerpen nam een aparte plaats in. Deze vond plaats in eigen land en had daardoor meer aantrekkingskracht voor de Belgische kranten. Opnieuw konden we Vooruit (ca. 40000) en Le Peuple (65000) in rekening brengen, naast Sportwereld (onbekend, wellicht een stuk minder dan de 123710 van 1931), Het Laatste Nieuws (ca. 26500) en Le Soir (ca. 300000). Ook Volk en Staat durven we in onze berekening opnemen ondanks het feit dat deze krant haar slechts 1 artikel in haar kolommen opnam. Het ging echter over een opinieartikel waarbij zwaar werd uitgehaald naar de Arbeidersolympiade. Bovendien had deze krant haar zetel in Antwerpen, waardoor haar lezers onmogelijk naast dit evenement konden kijken. Deze cijfers samentellend komen we tot een totaal van 700000 mogelijke kopers, zonder hierbij Sportwereld mee te rekenen.

 

4.3.4 De Volksolympiade van Barcelona 1936

 

Doordat deze Olympiade niet is doorgegaan heeft zij ongetwijfeld een pak mogelijke lezers verloren. We zegden reeds eerder dat Sportwereld wellicht zou bericht hebben over de sportieve prestaties die in Barcelona zouden gehaald worden. Omdat Sportwereld niettemin haar kolommen slechts 1 keer met een artikel vulde waarin bericht werd over de komende Volksolympiade, leek dit ons te weinig om te worden meegerekend. Ook Le Soir en La Libre Belgique telden we niet mee. In deze kranten kon slechts in het politiek nieuws tussen de lijnen gelezen worden over de Volksolympiade. We achtten dit te weinig om mee in de berekening op te nemen.

 

Dan bleven enkel nog Vooruit en Le Peuple over. Deze kranten hadden een oplagecijfer van respectievelijk ca. 40000 (in 1935) en ca. 65000 (in 1935). Samengeteld komen we tot een maximaal koperspubliek van 105000.

 

 

5 De sportjournalisten uit de onderzochte kranten

 

Tot slot wilden we nog even hulde brengen aan de journalisten die ervoor gezorgd hebben dat de Alternatieve Olympiades van het interbellum tot bij haar lezers geraakten. In een zoektocht naar namen van Sportjournalisten verwachtte men die onder- of bovenaan een artikel te vinden. Uit de onderzochte artikels kon echter bij lang niet elk artikel de naam van de auteur afgeleid worden. In het interbellum, en zeker in het begin, hadden journalisten niet de gewoonte om hun naam of initialen onder de bijdrage te zetten. Door intensief de artikels te lezen kwamen we erachter dat de journalisten die zich bezighielden met het schrijven over de door ons gekozen alternatieve Olympiades, zeker niet alleen beroepssportjournalisten waren.

 

De eerste schrijver die met de atleten meeging, was Antoon Hoedemaeckers. Hoedemaeckers was niet aangesloten bij de Belgische vereniging van sportjournalisten. Toch schreef hij in 1921 voor de Volksgazet een reisverslag over het Arbeiderssportfeest van Praag 1921. Zijn impressies werden door Vooruit en Le Peuple overgenomen.[475] Dat Hoedemaeckers geen officiële journalist was, valt makkelijk te verklaren door het feit dat hij in Praag was als officiële afgevaardigde van de Belgische delegatie.[476]

 

Oscar Foucaert (Vooruit) was niet de enige beroepsjournalist die alternatieve Olympiades versloeg, hij was wel diegene die het meest frequent deze taak op zich nam. Hij was aanwezig op de Arbeidersolympiades van Frankfurt 1925 en Wenen 1931. Ook was hij meegereisd naar Barcelona in 1936. Hoewel hij zeker nog in leven was (hij was in 1938 nog ingeschreven bij de beroepsbond der sportjournalisten[477]) is ons niet geheel duidelijk waarom hij de Arbeidersolympiade van Antwerpen niet versloeg. Uit geen enkele bron konden wij opmaken dat hij lid zou geweest zijn van het Olympisch Comité.

 

Wat Oscar Foucaert deed voor Vooruit in 1925, 1931 en 1936 deed Louis Lalemand voor Le Peuple, zij het dan dat Lalemand niet aangesloten was bij de beroepsbond voor sportjournalisten. Meer nog, hij was niet erg voor hen ingenomen. Naar aanleiding van de derde Arbeidersolympiade van Antwerpen 1937 had hij een stevige sneer voor hen in huis. Hij verwachtte dat de linkse pers de enige zou zijn die over de Arbeidersolympiade zou berichten en dat de burgerlijke pers dezelfde houding zou aannemen als tijdens de vorige edities. “C’est ainsi que ces messieurs mettent en pratique le paragraphe A de l’article 1er de leurs statuts qui dit: ‘l’Association des journalistes sportifs a pour but de propager le sport en dehors de toute préoccupation mercantile’. Que ils disent…”[478] Lalemand schreef net zoals Foucaert geen artikels over de gebeurtenissen in Antwerpen 1937. Bij hem konden we echter wel achterhalen wat de reden daarvan was. Lalemand was lid van het Olympisch Comité en verantwoordelijk voor SERSANO (Service Sanitaire Ouvrière), het socialistische Rode Kruis.[479]

 

Jacques Simon die ook voor Le Peuple schreef, deed dit pas vanaf de Volksolympiade van Barcelona 1936. Zijn bijdrage beperkte zich echter tot twee beschouwende artikels vanop het thuisfront geschreven. Uit niets blijkt dat hij zou meegereisd zijn naar Barcelona. Dat hij geen eerdere stukken schreef viel wellicht te verklaren door het feit dat Simon voorheen nog geen sportjournalist was. Hij kwam in 1933 in elk geval niet voor op de lijsten van Belgische bond der beroepsjournalisten, terwijl hij zich in 1937-38 wel aangesloten had.[480] De Arbeidersolympiade van Antwerpen werd dan weer wel uitgebreid door hem verslagen.

 

Jean Nobels was een geval apart. Hij schreef vanaf 1936 een hele hoop artikels in Vooruit en Le Peuple. Toch was hij geen lid van de beroepsbond der sportjournalisten. Nobels was immers geen journalist, maar lid van de arbeiderssportbond ATSC waarvan hij in 1935 voorzitter werd. In die hoedanigheid schreef hij artikels en een reisverslag over de Arbeidersolympiade in Barcelona. Als voorzitter van het Olympisch Comité van de derde Arbeidersolympiade te Antwerpen schreef hij persoonlijk een groot deel van de artikels die in aanloop naar de Spelen in de pers verschenen.

 

De vernoemde journalisten drukten heel sterk hun stempel op de verslaggeving van de alternatieve Olympiades in het interbellum. Er waren er ook anderen die op een minder frequente basis hun steentje bijdroegen tot de verspreiding van de kennis over de alternatieve Olympiades. Hun bijdrage beperkte zich echter tot het verslaan van de derde Arbeidersolympiade van Antwerpen. In eigen land dus. Roger Cneut, als sportubriekleider, en Mar. De Rycke deden dit voor Vooruit, terwijl Achiel Vandenbroeck deze taak op zich nam in Het Laatste Nieuws.

 

Een laatste categorie schrijvers waren mannen als Emile Vandervelde, Arthur Wauters, Willy Schevenels, Henri Genesse en Louis Piérard. Zij hadden gemeen dat geen van allen een echte journalisten waren. Zij behoorden wel allevier tot dezelfde socialistische familie. Vandervelde als voorzitter van de BWP, Wauters als minister van volksgezondheid en directeur van de Presse socialiste en Piérard als volksvertegenwoordiger, al was deze laatste ook journalist en schrijver. Henri Genesse was een van de bestuurders van de arbeiderssportbond en secretaris van de Arbeidersolympiade in Antwerpen. Willy Schevenels ten slotte schreef als voorzitter van de socialistische vakvereniging.[481]

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[451] VAN PARIJS, G., Een onderzoek naar de functies van de pers op grond van inhoudsanalyse van twee Vlaamse dagbladen over de periode 1894-1966, 198.

[452] VAN OOSTENDE, Evolutie van de sportjournalistiek in Vlaanderen, 101.

[453] VAN OOSTENDE, Evolutie van de sportjournalistiek in Vlaanderen, 105.

[454] JACQUEMYNS, Wilt u sportjournalist worden?, 12.

[455] VAN OOSTENDE, Evolutie van de sportjournalistiek in Vlaanderen, 112.

[456] Langenus schreef voor Het Handelsblad d’Anvers en La Vie Sportive. Hij was eveneens correspondent voor België van De Rotterdamsche Courant, Prager Tagblatt, Idrottsbladet (Stockholm) en Der Kieker (Nuremberg). ASSOCIATION GENERALE DES JOURNALISTES PROFESSIONELS DE BELGIQUE, Annuaire officiel de la presse Belge, jg. 1929-1930, 141.

[457] JACQUEMYNS, Ik heb mensen gekend, 94.

[458] JACQUEMYNS, Wilt u sportjournalist worden?, 12.

[459] SELS, Bijdrage tot een studie van de sportbeoefening en sportbelangstelling te Antwerpen, 71-73.

[460] Boin schreef voor La Nation Belge, L’Eventail, La Conquête de l’Air, L’automobile Belge, Pourqoui Pas?, Englebert Magazine en The Gateway. Zijn sportieve prestaties worden verderop in deze thesis nog belicht. ASSOCIATION GENERALE DES JOURNALISTES PROFESSIONELS DE BELGIQUE, Annuaire officiel de la presse Belge, Brussel, jg. 1929-1930, 138.

[461] ASSOCIATION GENERALE DES JOURNALISTES PROFESSIONELS DE BELGIQUE, Annuaire officiel de la presse Belge, jg. 1933, 321.

[462] ASSOCIATION GENERALE DES JOURNALISTES PROFESSIONELS DE BELGIQUE, Annuaire officiel de la presse Belge, jg. 1933, 326.

[463] JACQUEMYNS, Wilt u sportjournalist worden?, 36-37.

[464] ASSOCIATION GENERALE DES JOURNALISTES PROFESSIONELS DE BELGIQUE, Annuaire officiel de la presse Belge, jg. 1929-1930, 133.

[465] ASSOCIATION GENERALE DES JOURNALISTES PROFESSIONELS DE BELGIQUE, Annuaire officiel de la presse Belge, jg. 1929-1930, 133.

[466] JACQUEMYNS, Wilt u sportjournalist worden?, 12.

[467] ASSOCIATION GENERALE DES JOURNALISTES PROFESSIONELS DE BELGIQUE, Annuaire officiel de la presse Belge, jg. 1926, 1929-1930, 1933 en 1937-1938.

[468] VAN OOSTENDE, Evolutie van de sportjournalistiek in Vlaanderen, 101.

[469] ‘De Volksolympiade van Barcelona’, Sportwereld (19 juli 1936), 6.

[470] DE BENS, De pers in België, 42.

[471] LUYCKX, Evolutie van de communicatiemedia, 509.

[472] DE BENS, De Pers in België, 43.

[473] VANDEVENNE, Karel van Wynendaele en Sportwereld, 58-59.

[474] VANDEVENNE, Karel van Wynendaele en Sportwereld, 75.

[475] Zie bijvoorbeeld: HOEDEMAEKERS, ‘De 1e Arbeidersolympiade’, Vooruit (3 juli 1921), 7. ; ‘L’Olympiade Ouvrière’, Le Peuple (2 juli 1921), 2.

[476] CELIS, Turners, vaandels en rood vuur, 82.

[477] ASSOCIATION GENERALE DES JOURNALISTES PROFESSIONELS DE BELGIQUE, Annuaire officiel de la presse Belge, jg. 1937-1938, 326.

[478] LALLEMAND, ‘L’Olympiade de Barcelone. Son aspect sportif’, Le Peuple (22 juli 1936), 6.

[479] LALEMAND, ‘Les Jeux Olympiques ouvriers d’Anvers ont été  inaugurés dans l’enthousiasme. Ce que sera le contrôle médical’, Le Peuple (27 juli 1937), 7.

[480] ASSOCIATION GENERALE DES JOURNALISTES PROFESSIONELS DE BELGIQUE, Annuaire officiel de la presse Belge, jg. 1937-1938, 323.

[481] BOX, De derde Arbeidersolympiade in 1937 te Antwerpen, 69-70.