Nieuw Rechts in Vlaanderen. Het gedachtegoed van het Nieuw Rechtse tijdschrift ‘Teksten, Kommentaren en Studies’ (Sofie Delporte)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

Besluit

 

            Ondanks de stelling van TeKoS dat het geen bepaalde ‘lijn’ volgt en daar ook geen behoefte aan heeft, kan men uit de talrijke “teksten, commentaren en studies” een ideologisch kader destilleren. De afwijzing van een congruent geheel als ideologie neemt dus niet weg dat er in TeKoS wel degelijk een Nieuw Rechts denkkader wordt uitgebouwd die de grondslagen van een rechtse maatschappijvisie bepaalt. De onderwerpen die in TeKoS worden behandeld, zijn zeer divers, maar de standpunten die in de artikels worden ingenomen, kunnen meestal geplaatst worden in het kader van het Nieuw Rechtse gedachtegoed. In het ideeëngoed dat door TeKoS wordt uitgedragen, is ook geen opmerkelijke evolutie merkbaar. De verschillende Nieuw Rechtse thema’s komen, weliswaar met wisselende klemtonen en frequentie, doorheen alle jaargangen van het tijdschrift aan bod. De thema’s zijn ook zeer sterk met elkaar verweven. Alles hangt met elkaar samen en staat met elkaar in verband.

 

Nieuw Rechts wordt fundamenteel gekenmerkt door een cultuurpessimistische wereldbeschouwing. De (gepercipieerde) crisis van de Europese beschaving is het uitgangspunt van haar gedachtegoed. Deze cultuurcrisis manifesteert zich niet alleen uiterlijk in tal van decadentieverschijnselen, maar is in de eerste plaats een innerlijke crisis, een crisis van de geest. Nieuw Rechts ziet de huidige crisis echter als een tussenfase. De decadentie kan worden tegengegaan door een ‘Europese culturele renaissance’. Nieuw Rechts formuleert daartoe een eigen tegenproject dat een uitweg moet bieden uit de heersende cultuurcrisis.

 

Het egalitarisme, dat door het joods-christendom geïntroduceerd is in Europa, is voor Nieuw Rechts de hoofdschuldige van de huidige malaise. Het egalitaire gedachtegoed werkt nivellering in de hand en streeft naar een gestroomlijnde samenleving waarbinnen mensen inwisselbaar zijn. De homogenisering van de samenleving leidt tot de desintegratie van de maatschappelijke structuren, het verdwijnen van het goede evenwicht tussen houvast en vernieuwing en het verlies van identiteit. Het egalitarisme is een totalitaire ideologie die streeft naar de uniformisering van gewoontes en opinies. Het ‘virus van het egalitarisme’ in al zijn metamorfoses -de monotheïstische godsdiensten, het liberalisme, het communisme en het multiculturalisme– wordt door Nieuw Rechts voorgesteld als vijand nummer één.

 

Nieuw Rechts hangt een zeer negatief beeld op van de monotheïstische godsdiensten. Het joods-christendom is egalitair, totalitair en onverdraagzaam. Het verdedigt een verlammend en negatief mensbeeld, staat afwijzend tegenover politiek en autoriteit, minacht de vrouw en veroorzaakt een solidariteitsbreuk tussen het individu en de gemeenschap. Bovendien is het vreemd aan de Europese geest. Nieuw Rechts gaat er van uit dat het christendom na 2000 jaar aanwezigheid in Europa geen fundamenteel onderdeel uitmaakt van de Europese cultuur. Men moet de joods-christelijke erfenis volledig uitbannen om tot een culturele heropstanding te komen… Aangezien de eerste bekommernis van Nieuw Rechts het bewerkstelligen van een Europese culturele renaissance is, gaat de aandacht vooral naar de (veronderstelde) desastreuze gevolgen van de invoering van het ‘vreemde’ christendom in Europa en heeft ze veel minder belangstelling voor de islam. Aan de islam, die ook wordt voorgesteld als egalitair, totalitair en onverdraagzaam, wordt enkel aandacht besteed als potentiële bedreiging voor de Europese cultuur.

 

Communisme en liberalisme worden beschouwd als gelaïciseerde vormen van het joods-christelijke egalitarisme. Ze worden verworpen omwille van hun egalitair karakter en de dominantie die ze toekennen aan de economie. Het communisme wordt beschouwd als de meest extreme en de meest terroristische van alle egalitaire doctrines. Zelfs na de val van de muur en de instorting van de USSR is de angst voor het communisme bij Nieuw Rechts niet verdwenen en wordt er in TeKoS gewaarschuwd voor deze ‘gevaarlijke’ ideologie. Samenhangend met het egalitaire en individualistische liberalisme wordt ook de ‘nefaste’ globalisering scherp bekritiseerd. Naast het economisch liberalisme, kan ook het liberale democratische bestel bij Nieuw Rechts op weinig sympathie rekenen. Nieuw Rechts verwerpt de parlementaire democratie als dusdanig niet. Ze is voorstander van een zogenaamde participatiedemocratie, met directe participatie van de burger via onder meer referenda. Tegelijk worden politici voorgesteld als geldgeil en corrupt en wordt de noodzaak aan ‘bekwame staatsmannen’ benadrukt. Er is nood aan een politieke elite die de verantwoordelijkheid draagt voor de gemeenschap in zijn geheel. Voor Nieuw Rechts moet het volk in zijn totaliteit centraal staan en niet het individu. Het liberalisme wordt volgens Nieuw Rechts vandaag de dag ondersteund door een uitbreidende staatsideologie die bepaalt wat er gedacht moet worden en wat er gedacht moet worden komt overeen met het egalitaire en liberale gedachtegoed.

 

Ook het multiculturalisme wordt door Nieuw Rechts afgewezen. Het multiculturele maatschappijmodel is een waanidee en komt in de realiteit neer op gettovorming. Etnische afkomst is immers een onmiskenbare en concrete belemmering voor de migranten om zich volledig te kunnen integreren in onze samenleving. Nieuw Rechts bepleit dan ook een terugkeerbeleid voor niet-Europese immigranten. Dit pleidooi wordt gelegitimeerd door te stellen dat het antimulticulturalisme ingegeven is door het respect voor de culturele identiteit van de Europese bevolking én de immigranten. De migrant zou immers zijn eigenheid verliezen in de Westerse wereld die niet de zijne is en deze ontworteling werkt criminaliteit in de hand. De multiraciale maatschappij vormt bovendien een groot gevaar voor de Europese beschaving omdat het de etnische en culturele homogeniteit van de inwoners van Europa zou vernietigen waarop de Europese identiteit en het samenhorigheidsgevoel berusten.

 

Nieuw Rechts beroept zich voor haar tegenproject op een nominalistische wereldbeschouwing. In het Nieuw Rechtse gedachtegoed duidt nominalisme op de erkenning van de fundamentele diversiteit in de wereld en de wens die bestendigd te zien. Het nominalisme lijkt als dusdanig vooral te moeten dienen als filosofische legitimatie van de Nieuw Rechtse ideologie waarin het anti-egalitarisme en het pleidooi voor ‘het recht op verschillend zijn’ centraal staan. Na de kritiek dat het nominalisme de basisontologie is van het individualisme dat door Nieuw Rechts wordt afgewezen, verdwijnt de referentie aan het nominalisme in de loop van de jaren ’80 uit de teksten van Nieuw Rechts. De hierop geënte anti-egalitaire levensbeschouwing blijft echter onveranderd.

 

De erkenning van ‘le droit à la différence’ of ‘het recht op verschillend zijn’ is het centrale element in het Nieuw Rechtse tegenproject. Nieuw Rechts werpt zich op als de grote verdediger van de diversiteit in de wereld en bindt de strijd aan tegen elke vorm van ‘totalitair egalitarisme’ die ‘het recht op verschillend zijn’ zou weigeren te aanvaarden. Dit ‘recht op verschillend zijn’ geldt op twee niveaus: op dat van het volk en dat van het individu. ‘Le droit à la différence’ van elk volk wordt gelijkgesteld aan de absolute noodzaak de eigenheid van elk volk te vrijwaren. Deze eigenheid wordt aanvankelijk nog sterk in termen van ras ingevuld, vanaf het einde van de jaren ’80 verschuift de klemtoon naar de verdediging van een radicaal cultureel pluralisme. De verabsolutering van raciale en later culturele verschillen leidt tot een zogenaamd ‘differentieel racisme’. Dergelijk racisme wordt gekenmerkt door de vaste wil om culturele verschillen en collectieve identiteiten tegen elke prijs te bewaren en de angst voor hun vernietiging door rassen- of culturele vermenging. ‘Le droit à la différence’ van elk individu wordt gekoppeld aan het behoud van differentiatie en hiërarchie binnen de maatschappij: elk individu heeft ‘recht’ op een verschillende, aangepaste functie in de maatschappij. ‘Het recht op verschillend’ zijn van het individu ondersteunt op die manier de hiërarchische maatschappijvisie van Nieuw Rechts.

 

Nieuw Rechts pleit voor een organische samenleving met aandacht voor traditie, verworteling en gemeenschapszin als alternatief voor de huidige decadente en individualistische samenleving. De organische samenleving moet in de eerste plaats steunen op de collectieve identiteit van een volk. De leiding van deze organische gemeenschap moet in handen zijn van een bekwame en aristocratische elite. Hoe de selectie van die nieuwe aristocratische elite moet gebeuren, blijft evenwel onduidelijk. Het primaatschap van de politiek moet opnieuw worden erkend en een sterke en rechtvaardige staat moet worden hersteld. Binnen deze organische maatschappij moet de economie terug ten dienste staan van het volk en niet omgekeerd.

 

Het herwaarderen van onze (veronderstelde) Indo-europese erfenis is een ander belangrijk thema. Nieuw Rechts benadrukt dat de mens niet gescheiden kan worden van zijn cultuur en zijn erfenis. Onze Indo-europese erfenis maakt een wezenlijk onderdeel uit van onze identiteit. We moeten terug aansluiten bij die erfenis en de Indo-europese wereldbeschouwing in ere herstellen om een antwoord te kunnen bieden op de cultuurcrisis en de ontworteling en vervreemding van de moderne mens. Een terugkeer naar deze oorspronkelijke en wezenlijk Europese identiteit is mogelijk omdat ze niet is vernietigd, maar enkel vertroebeld door de ‘infiltratie’ van het joods-christendom. Het beeld dat Nieuw Rechts uitdraagt van het Indo-europese verleden is nogal dweperig en wordt ver van de regels van de historische kritiek gehouden. De Indo-europese wereldbeschouwing die ons eigen zou zijn, komt overigens duidelijk overeen met het Nieuw Rechtse ideeëngoed. Nieuw Rechts projecteert met andere woorden de eigen idealen van een nominalistische levensbeschouwing, respect voor ‘le droit à la différence’ en de natuur, een organische samenleving met een dienende elite en een aristocratische levenshouding in het verleden en schrijft ze toe aan onze Indo-europese voorouders. Op die manier kan Nieuw Rechts beweren dat een dergelijk denken eigen is aan de Europese cultuur, in tegenstelling tot het egalitaire gedachtegoed. Het veronderstelde Indo-europese verleden dient dus als extra legitimatie en ondersteuning van de Nieuw Rechtse ideologie.

 

Vanuit de overtuiging dat de behoefte aan het sacrale voor de mens een levensnoodzakelijke behoefte is, pleit Nieuw Rechts voor een terugkeer naar het heidendom. De hedendaagse pagaanse of heidense beweging is zeer eclectisch en heterogeen en omvat onder meer heksen en het druïdisme. Een groeiende minderheidsgroep binnen het moderne paganisme zijn de Noordse tradities. Het gaat hierbij om religieuze groepen die zich baseren op de kosmologie en de vermeende gebruiken van de Germanen en de Vikingen. Deze heidense groepen leggen sterk de nadruk op de terugkeer naar de ‘traditie van het eigen volk’. Ze huldigen een conservatieve visie op de staat en de samenleving en leggen een sterke klemtoon op het ‘ras’. Ze benadrukken dat de Noordse traditie de eigen, natuurlijke religie van de volkeren van Teutoonse oorsprong is en dus niet geschikt is voor andere volkeren. Het is deze Noordse traditie die Nieuw Rechts ziet als een alternatief voor het egalitaire en niet-Europese christendom. Volgens Nieuw Rechts moeten we proberen om naar de essentie van de heidense traditie terug te keren en deze aan te passen aan de nieuwe situatie waarin we ons vandaag de dag bevinden. Het is dus niet de bedoeling om altaren voor Wotan te gaan oprichten. De waarden die het heidendom volgens Nieuw Rechts zou uitdragen, komen logischerwijs overeen met die van de heidense Indo-europese voorouders en dus met die van Nieuw Rechts. Ook hier geldt dus dat het heidendom een extra ondersteuning is voor de Nieuw Rechtse maatschappijvisie.

 

Het Nieuw Rechtse gedachtegoed wordt gekenmerkt door een Europese in plaats van een nationale focus. Europa wordt daarbij zowel op geopolitiek, historisch, cultureel en politiek vlak voorgesteld als het centrum van de wereld. De positieve referentie aan Europa manifesteert zich in twee discours. Het eerste draait rond de verering van de eigen identiteit van de Europese cultuur, gebaseerd op een ver verleden afkomst. Dit is met andere woorden de ophemeling van onze Indo-europese erfenis. Het tweede discours draait rond de Europese rijksgedachte. Nieuw Rechts verwerpt een eng nationalisme en verdedigt de rijksgedachte. Het rijk moet een antwoord bieden op de problemen waar de natiestaat vandaag de dag mee wordt geconfronteerd: regionalisme aan de ene kant, globalisering aan de andere kant. Het rijk zoals dat door Nieuw Rechts wordt voorgestaan, verwijst niet naar een territorium, maar is gebaseerd op een gedeeld ‘spiritueel principe’. Volgens Nieuw Rechts kan het rijk verschillende culturen omvatten zonder de diversiteit van de verschillende culturen en volkeren te willen onderdrukken. Het brengt ‘eenheid in verscheidenheid’. Het rijk respecteert ook de natuurlijke relaties van mensen. Iemand is lid van een rijk op een indirecte manier, via intermediaire structuren. Nieuw Rechts is een groot voorstander van Europese integratie. Er wordt wel benadrukt dat de Europese eenheid niet kan worden gebouwd op natiestaten, noch op een economische supranationale entiteit. Een sterk eengemaakt Europa kan enkel gecreëerd worden volgens een federaal model. Een federaal model dat gebaseerd is op een bepaald idee dat in essentie het model van een Europees rijk uitdrukt.

 

Aandacht voor ecologie is het laatste thema van het Nieuw Rechtse alternatief. De ecologische bewogenheid is volgens Nieuw Rechts een fundamenteel conservatieve houding. De natuurgerichte wereldvisie wordt geplaatst tegenover de huidige decadente samenleving waar overbevolking en vervuiling welig tieren en waar de natuurlijke diversiteit wordt uitgeroeid. Een enkele redacteur van TeKoS verdedigt een radicaal ecologisme en pleit voor het voeren van een bewust reactionaire politiek. Het na te streven ideaal zijn kleine, vrij besloten gemeenschappen met een laag technologiegehalte die dicht bij de natuur leven. Deze mening wordt echter niet gedeeld door de meerderheid van Nieuw Rechts. Er wordt wel gepleit voor een nauwere verbondenheid met de natuur en een groter bewustzijn van het feit dat wij deel uitmaken van de natuur, maar technologie en industrie als dusdanig worden niet afgewezen.

 

Om een Europese culturele renaissance te realiseren en de Nieuw Rechtse maatschappijvisie ingang te doen vinden, wil Nieuw Rechts een mentaliteitsverandering bewerkstelligen. De Europese geesten moeten ‘bevrijd’ worden van het hegemonische egalitaire denken. Nieuw Rechts legt dan ook sterk de nadruk op de nood aan een strijd op het culturele en intellectuele niveau in plaats van te opteren voor een strijd op politiek niveau. Deze klemtoon op de metapolitieke strijd is een centraal onderdeel van het Nieuw Rechtse gedachtegoed.

 

Wat de capita selecta betreft, kunnen we opmerken dat Nieuw Rechts geen enkele verplichting voor Europa ziet tot het verlenen van ontwikkelingshulp aan de derde wereld. Haar visie op opvoeding en gezin is conservatief, met de uitzondering van de aanvaarding van abortus. De houding van Nieuw Rechts tegenover de wetenschap wordt gekenmerkt door een zekere ambivalentie. Wetenschappelijke resultaten worden aangewend om het eigen gedachtegoed te ondersteunen, maar tegelijk wordt benadrukt dat wetenschap slechts één manier van kennen is die andere, niet-rationele bronnen van kennis niet uitsluit. Onwetenschappelijke argumentaties en speculaties worden gebruikt daar waar het uitkomt. Wat betreft de monarchie stelt Nieuw Rechts dat de waarden die het koningschap vertegenwoordigt terug in ere moeten worden hersteld. Plichtsbewustzijn, integriteit en bovenal de wens om de belangen van het land te behartigen, zouden de leidraad moeten zijn van elke politieke klasse. Leopold III en in zekere mate ook Boudewijn kunnen daarom op sympathie rekenen. Maar daarbij wordt benadrukt dat respect voor deze koningen niet overdraagbaar is op de instellingen en de staatsconstructie waarvan ze het symbool zijn.

 

Nieuw Rechts in Vlaanderen refereert zeer sterk aan de Franse Nouvelle Droite doctrine. De precieze situering van Nieuw Rechts ten opzichte van de Nouvelle Droite vormde geen onderdeel van de probleemstelling van deze thesis. Ik beperk mij hier dan ook tot de opmerking dat de overeenkomsten tussen beide stromingen zeer groot zijn, maar dat Tekos wel enkele eigen klemtonen legt. De meest evidente is natuurlijk de aandacht voor de Vlaamse beweging. Het pleidooi van de Nouvelle Droite voor een coalitie tussen Europa en de derde wereld tegenover de supermachten is in TeKoS niet echt terug te vinden. Alain de Benoist verdedigt ten slotte ook een veel genuanceerder antimulticulturalisme. Het pleidooi voor een terugkeerbeleid heb ik in zijn werken niet terug gevonden, noch in het boek van Taguieff over de Nouvelle Droite.

 

Er bestaat een duidelijk verwantschap tussen Nieuw Rechts en de conservatieve revolutie. Nieuw Rechts erkent zelf de gemeenschappelijke filosofische basis van beide denkstromingen, met name het afwijzen van de erfenis van de Franse Revolutie en de wil die erfenis ongedaan te maken. Nieuw Rechts wil dit doel echter verwezenlijken via een metapolitieke strategie en niet via een revolutie. Het revolutionaire aspect van de conservatieve revolutie wordt dus verworpen. Wat de inhoud van het gedachtegoed betreft, kan men stellen dat sommige Nieuw Rechtse thema’s ook leidmotieven waren binnen de conservatieve revolutie, terwijl andere slechts zijdelings aan bod kwamen of een andere invulling hadden en van nog andere gewoon nog geen sprake was. Omgekeerd zijn bepaalde thema’s uit de conservatieve revolutie niet aanwezig in het Nieuw Rechtse gedachtegoed. Men kan met andere woorden stellen dat Nieuw Rechts tot dezelfde radicale contrarevolutionaire traditie kan gerekend worden waartoe ook de conservatieve revolutie behoort, maar niet aan deze laatste kan worden gelijkgesteld.

 

Nieuw Rechts kan ingepast worden in de radicaalrechtse traditie binnen de Vlaamse beweging. Nieuw Rechts verdedigt een genuanceerd rechts-radicaal gedachtegoed dat uitgebreid wordt onderbouwd in talrijke artikels in TeKoS. Zowel de directe voorgeschiedenis als de Vlaamsgezinde achtergrond van verschillende redactieleden van TeKoS tonen de inbedding in de Vlaamse beweging aan. TeKoS besteedt ook relatief veel aandacht aan de Vlaamse beweging. Tot begin 2001 werden een vijftigtal artikels over de Vlaamse beweging en haar vertegenwoordigers gepubliceerd. Nieuw Rechts zelf erkent de band met de Vlaamse beweging, maar benadrukt dat het een eigen geluid wil laten horen: heelnederlands en volksgericht (in plaats van taalgericht). TeKoS heeft vooral belangstelling voor de rechts-radicale stroming in de Vlaamse beweging tijdens het interbellum en de tweede wereldoorlog. Deze stroming wordt ingepast in het kader van de conservatieve revolutie. De vertegenwoordigers ervan worden in TeKoS consequent aangeduid als conservatief-revolutionairen en het etiket fascisme wordt met klem afgewezen. In TeKoS komt ook een bewondering voor Joris van Severen naar voor. TeKoS beschouwt Van Severen als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de conservatieve revolutie in het interbellum in Vlaanderen. In een decadente en verloederde periode wees hij de erfenis van de Franse Revolutie van de hand en formuleerde hij een eigen alternatief. Er wordt daarbij benadrukt dat hij een volledig eigen conservatief-revolutionaire beweging uitbouwde en zeker geen kopie nastreefde van de bewegingen van Hitler en Mussolini. Ook zijn aristocratische stijl en zijn pleidooi voor een dienende elite kunnen bij Nieuw Rechts op veel goedkeuring rekenen. Ten slotte is er ook sprake van een vergoelijking van de collaboratie. Het antibelgicisme en de verdediging van de Vlaamse belangen die door de Belgische staat waren miskend, worden aangevoerd als de centrale verklaring voor de collaboratie. De visie van TeKoS op de evolutie van de Vlaamse beweging na 1945 wordt gekenmerkt door het aanklagen van de dominantie van het ‘katholiek traditionalisme’. Ook de federale staatsconstructie die de Vlaamse meerderheid heeft ‘opgesloten’ in een pariteit moet het ontgelden. Nieuw Rechts laat echter de moed niet zakken. Het bestaan van een dynamiek naar een onafhankelijk Vlaanderen is volgens haar onmiskenbaar.

 

Verder onderzoek kan de plaats van Nieuw Rechts binnen de radicaalrechtse traditie binnen en buiten de Vlaamse beweging verder afbakenen en de doorstroming en veranderende invulling van bepaalde denkbeelden in kaart brengen. Wat de invloed zal zijn van de nieuwe profilering van TeKoS als ‘conservatief tijdschrift’ vanaf het nummer 100 (2001) op het ideeëngoed dat door het tijdschrift wordt uitgedragen, zal ook nog moeten blijken.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende