De kracht van de middencategorie
in de WTO

Een analyse van de rol en het beleid van India
als opkomend ontwikkelingsland

 

Karoline Van den Brande

 

Scriptie aangeboden tot het verkrijgen van
 de graad van Licentiaat in de  Politieke Wetenschappen
 

Academiejaar: 2004-2005

KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN
FACULTEIT SOCIALE WETENSCHAPPEN
DEPARTEMENT POLITIEKE WETENSCHAPPEN
 

Promotor : Prof. Dr. B. KERREMANS
Verslaggever : Prof. Dr. P. DEVELTERE

home lijst scripties inhoud volgende  

 

“I am convinced that the 21st Century will be an Indian Century. The world will once again look at us with regard and respect, not just for the economic progress we make but for the democratic values we cherish and uphold and the principles of pluralism and inclusiveness we have come to represent which is India’s heritage.”

Dr. Manmohan Singh, 7 januari 2005.

Voorwoord

 

Inleiding

 

Deel 1: Algemene gegevens

    1. India als opkomend ontwikkelingsland

        1.1. Bevolking, geografie en staatsopbouw

        1.2. Economische gegevens

        1.3. Buitenlandse handel in cijfers: export- en import

        1.4. India en de wereldhandel

 

Deel 2: Theoretisch kader

    2. Analyse van de Indische economische ontwikkeling aan de hand van duale ontwikkelingsmodellen

        2.1. De sectorale opdeling van de Indische economie

        2.2. De Indische economie opgevat als een duale economie

        2.3. Het Lewis-Ranis-Fei model

        2.4. Het model van Eswaran en Kotwal

            2.4.1. Het model in een gesloten economie

            2.4.2. Het model in een context van internationale handel

            2.4.3. Een benauwde Indische industrie door een strak regelgevend regime

            2.4.4. Besluit

    3. Analyse van de distributie van de Indische preferenties aan de hand van de
                        “Second Image Reversed” benadering

        3.1. De “Second Image Reversed” benadering

            3.1.1. Centrale assumpties in de SIR

            3.1.2. Drie handelstheoretische perspectieven

                3.1.2.1. Het Heckscher-Ohlin theorema

                3.1.2.2. Het Ricardo-Viner perspectief

                3.1.2.3. Het “Economies of Scale” perspectief

            3.1.3. Besluit

        3.2. Distributie van de Indische preferenties

            3.2.1. Het macro-economisch niveau

            3.2.2. Het meso-economisch niveau

                3.2.2.1. De Indische textiel- en kledijsector

                3.2.2.2. De transportuitrusting- en onderdelensector

                3.2.2.3. De staalindustrie

                3.2.2.4. De landbouwsector

                3.2.2.5. De softwaresector of de IT

                3.2.2.6. Conclusie

            3.2.3. “Economies of scale” en de Indische industriële sector

                3.2.3.1. De Indische industrie opgedeeld volgens schaal

                3.2.3.2. Het Indisch beleid ter bevordering van de kleinschalige industriële sector

                3.2.3.3. Efficiëntie en schaaleconomieën

                3.2.3.4. Distributie van de Indische preferenties

        3.3. Conclusie

    4. De institutionele context als filter van de Indische preferenties?

        4.1. De rol van de instellingen: een theoretische benadering

        4.2. Onderzoek naar de invloed van maatschappelijke groepen op het beleid

            4.2.1. Socio-economische instellingen: de Indische trade unions

            4.2.2. Formele instellingen

                4.2.2.1. Het democratisch karakter van India

                4.2.2.2. Het Indisch kiessysteem

                4.2.2.3. Het aantal vetohouders

                4.2.2.4. De Indische bureaucratie

        4.3. Conclusie

    5. Conclusie: het economisch beleid van India tot 1991

 

Deel 3: India in de WTO

    6. Analyse van de rol van India als opkomend ontwikkelingsland in de WTO

        6.1. Een agenda voor India in de WTO

            6.1.1. Kleding en textiel

            6.1.2. Landbouw

            6.1.3. Antidumpingmaatregelen

            6.1.4. Opname van niet-handelskwesties in de WTO

            6.1.5. Intellectuele eigendomsrechten

            6.1.6. Vrij verkeer van natuurlijke personen

            6.1.7. Preferentiële en regionale handelsovereenkomsten

            6.1.8. Het geschillenregelingorgaan van de WTO

            6.1.9. De besluitvormingsprocedures in de WTO

            6.1.10. Singapore issues

            6.1.11. ‘Speciale en differentiële behandeling’ voor ontwikkelingslanden

        6.2. De kracht van India in de WTO

            6.2.1. De rol van India in de GATT

            6.2.2. De rol van India in de WTO

                6.2.2.1. Singapore

                6.2.2.2. Genève

                6.2.2.3. Seattle

                6.2.2.4. Doha

                6.2.2.5. Cancún 1

            6.2.3. Bepalende factoren voor de kracht van India in de WTO

                6.2.2.1. Een politieke factor: de vorming van coalities binnen de WTO

                6.2.2.2. Een economische factor: de sterkere economische positie van India

            6.2.4. India’s leiderschapsrol in de toekomstige onderhandelingen

        6.3. Conclusie

 

Besluit

 

Referenties

 

Lijst van afkortingen

 

Bijlagen

 

home lijst scripties inhoud volgende