Van de Dirección de Antropología tot het Instituto Indigenista Interamericano. Leven en werk van Manuel Gamio (1883-1960), de voorvechter van het 20e eeuwse indigenismo. (Wim Denorme)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

HOOFDSTUK III: GROEIENDE BELANGSTELLING VOOR DE SOCIALE PROBLEMATIEK VAN DE HEDENDAAGSE SAMENLEVING

 

Na wat wij kunnen aanduiden als Gamio’s archeologische periode (1908-1925), waarin zijn aandacht vooral gericht is op de studie van de continuïteit van de bevolking, gaat Gamio zich meer en meer toeleggen op de actuele sociale problematiek. Dit is onmiskenbaar gerelateerd aan de gebeurtenissen in zijn persoonlijke en professionele leven.

 

In dit korte hoofdstuk bespreken we enkele aspecten van Gamio’s leven en realisaties in de jaren 1924-1940, die relevant zijn voor de evolutie van zijn gedachtengoed. Deze periode kan enerzijds beschouwd worden als een overgangsperiode, gekenmerkt door een zekere onstabiliteit op professioneel vlak. Gamio heeft, na zijn ontgoochelende ervaring in de politiek en zijn vrijwillige ballingschap naar de Verenigde Staten, verschillende functies bij diverse instellingen en publiceert een aantal werken over de meest uiteenlopende onderwerpen, alle evenwel getuigend van zijn sociaal engagement. Het is trouwens in deze tijd dat zijn interesse voor de problemen van de marginale zelfkant van de bevolking vaste vorm krijgt. Anderzijds zien we een continuïteit in zijn denken. Veel van zijn ideeën zijn een voortzetting van zijn vroeger werk en zal hij later, in zijn functie van directeur van het Instituto Indigenista Interamericano (1942-1960), pogen te realiseren. In het volgende hoofdstuk komen we daar uitvoerig op terug.

 

 

1. DE KORTE POLITIEKE LOOPBAAN VAN GAMIO.

 

Van december 1924 tot zijn ontslag, in juni 1925, was Gamio werkzaam als onderminister op het Ministerie van Openbaar Onderwijs in de regering van president Plutarco Elías Calles (1924-1928). Zijn ontslag kwam er na het publiekelijk aanklagen van de corrupte aanwending van overheidsgelden binnen het ministerie, door het systematisch betalen van enorme toelagen bovenop de normale prijs bij de aanwerving van schoolmateriaal.[52]

 

We vermelden dit voorval hier nogmaals omdat Gamio’s korte ervaring met de Mexicaanse politiek op het hoogste niveau niet onbelangrijk was en een aantal consequenties had voor het verder verloop van zijn leven. Door het aanvaarden van deze functie moest Gamio immers afzien van de directie van het Departement voor Antropologie, een van zijn belangrijkste realisaties uit de postrevolutionaire fase. De Dirección de Antropología werd in datzelfde jaar afgeschaft en het zou nog verschillende jaren duren eer er een min of meer gelijkaardige instelling voor in de plaats kwam (het Departamento de Asuntos Indígenas, 1936, onder president Lázaro Cárdenas, zie later). Het incident is tevens een bewijs van Gamio’s grote gevoel voor rechtvaardigheid en van het vasthouden aan zijn morele principes, die hij boven persoonlijke verrijking en eigenbelang stelde. Verder ook kreeg Gamio’s hoop op een vernieuwde en rechtvaardige politiek in het belang van de gehele bevolking, en zijn ambitie om vanuit een machtsfunctie daar effectief iets aan te doen een flinke deuk.[53] Hij was een man van de actie en niet geschikt voor het bestaan van de politicus, die zijn ideeën moest zien door te drukken in een logge bureaucratie, getekend door corruptie, eigenbelang en fraude. Kortom, “Gamio was een groot theoreticus maar blonk nooit uit als administrateur”.[54] Maar dit afscheid van de actieve politiek had een voordeel: het stelde hem in staat zich van dan af aan opnieuw volledig toe te leggen op activiteiten van academische aard, en op het zoeken naar oplossingen voor de problemen van de Indiaanse bevolking in het bijzonder.

 

 

2. SOCIOLOGISCHE STUDIES EN PRAKTISCHE REALISATIES.

 

In de jaren 1925-1940 bekleedde Gamio verschillende functies en bleef hij actief artikels publiceren over diverse thema’s, kaderend in zijn visie op de integrale aanpak van de sociale problemen van de Mexicaanse samenleving. Daarbij valt vooral zijn praktische benadering van het probleem op en het telkenmale formuleren en suggereren van adekwate oplossingen en beleidsmaatregelen. Ook werd zijn sociaal engagement steeds meer uitgesproken. Sedert zijn vertrek naar de Verenigde Staten in 1925 richtten zijn activiteiten zich definitief op de sociale wetenschappen en gingen de problemen van de actuele bevolking en, in het bijzonder die van de Indiaanse gemeenschap, een centrale plaats innemen in zijn werk.[55] Vanuit de ervaringen die Gamio in deze periode opdeed, formuleerde hij een aantal ideeën die hij later in praktijk zou omzetten.

 

In wat volgt, bespreken we enkele van zijn belangrijkste sociologische en antropologische studies uit deze periode en de toepassing ervan.[56]

 

2.1. De studie van de Mexicaanse immigranten in de VS.

 

Gamio was, door zijn vele reizen naar de Verenigde Staten, op de hoogte van de gebrekkige levensomstandigheden van de residenten van Mexicaanse oorsprong en de zogenaamde “braceros” (illegale dagloners) en van de raciale discriminatie waarvan zij slachtoffer waren. Dit bracht hem ertoe, in zijn ijver om op een wetenschappelijke manier de oorzaken van de sociale problemen te onderzoeken en daaruit efficiënte maatregelen af te leiden, deze kwestie te gaan bestuderen. Hij slaagde erin de nodige fondsen te verwerven van de Social Science Research Council en voltooide de studie na verloop van twee jaar (1926-1928).[57] De resultaten van zijn onderzoek verschenen in twee werken gepubliceerd door de Universiteit van Chicago: The Mexican immigrant: his life-story (Chicago, University of Chicago Press, 1931, 288 p.) en Mexican immigration to the United States. A study of human migration and adjustment (University of Chicago Press, 1931, XVIII + 262 p.).

 

Voor deze studie werkte Gamio een nieuwe wetenschappelijke onderzoeksmethode uit, die hij in zijn werk nauwgezet uiteen zet. Als basis voor zijn studie verzamelde hij een aantal biografieën van in de VS residerende Mexicaanse migranten. Om de oorsprong van de migranten en de migratiestroom na te gaan, controleerde hij, bij gebrek aan betrouwbare statistieken en gegevens in die periode, de inkomende correspondentie vanuit de Verenigde staten en de jaarlijkse giro’s van Amerikaanse dollars op Mexicaanse rekeningen. Op die manier slaagde hij erin met grote precisie vast te stellen van welke staten de meeste migranten afkomstig waren alsook hoelang de migraties duurden. Dit stelde hem in staat een verband te zien tussen de Mexicaanse emigratie en de vraag naar goedkope handenarbeid vanuit de VS. Hij ontdekte dat er op een aantal plaatsen in de republiek aan actieve recrutering van Mexicaanse arbeiders werd gedaan. Hiermee ging hij in tegen de heersende stereotiepe visie als zou de Mexicaanse migratie te wijten zijn aan de wankele economische situatie in de republiek en een negatief effect zou hebben op de Amerikaanse economie en maatschappij. Volgens Gamio was de Mexicaanse migratie naar de VS het gevolg van de dringende vraag vanuit dat land naar goedkope arbeidskrachten, en had in die zin een positief effect, namelijk het uitbetalen van lagere lonen.

 

Volgens dr. Jorge Bustamente, specialist op het gebied van de Mexicaans-Amerikaanse grensstudies was Gamio’s belangrijkste verdienste op het vlak van dit soort studies, het introduceren van een nieuwe wetenschappelijke methode voor de identificatie van de socio-economische karakteristieken van de Mexicaanse immigranten in de VS.[58] Zijn grote bijdrage was het zoeken naar een wetenschappelijke methode die aangepast was aan de specifieke kenmerken van het fenomeen en niet andersom. Hij bestudeerde eerst grondig de sociale, culturele en economische kenmerken van het fenomeen en formuleerde dan vanuit zijn bevindingen een adekwate wetenschappelijke methodologie voor de aanpak van het probleem. Gamio zette zijn verontwaardiging om in wetenschappelijk onderzoek en bewees dat de Mexicaanse immigratie niet enkel te wijten was aan endogene factoren in Mexico, maar ook aan interactieprocessen tussen de economie van de VS en de economische situatie van Mexico. Op die manier, via zijn onderzoek van de correspondentie en banktransacties vond hij een manier om na te gaan welke het economische effect was van de migratie en tevens slaagde hij er voor de eerste keer in te weten welke de plaatsen van oorsprong en welke de wegen van de migratie waren in die periode. Hij ontdekte dat dit fenomeen het resultaat was van een recruteringsproces dat in de VS begon en dus niet louter en alleen te wijten was aan de Mexicaanse onderontwikkeling op economisch vlak. Het migratieprobleem beantwoordde aan een noodzaak, waarbij er economisch nut was voor de VS. Gamio bewees dit om een onomstotelijke manier die, vanuit wetenschappelijk oogpunt, tot op de dag van vandaag niet overtroffen werd.

 

2.2. De invoering van een aantal nieuwe producten en systemen.

 

In 1929 was Gamio de afgevaardigde van Latijns-Amerika op de derde conferentie van het Institute of Pacific Affairs, gehouden in Kyoto (Tokio), Japan. Van zijn verblijf aldaar maakte hij gebruik om de cultuur en de ontwikkeling van het Japanse volk te bestuderen. Dit land oefende op hem een grote aantrekkingskracht uit en in het bijzonder intrigeerde het hem te weten hoe een land met beperkte natuurlijke middelen erin slaagde een zo verrassende materiële vooruitgang te bereiken. Vanuit deze ervaring poogde hij een aantal nieuwe producten en teelten in Mexico te lanceren.

 

2.2.1. De soja.

 

Een van de centrale doelstellingen die Gamio gedurende de rest van zijn leven zou proberen te verwezenlijken, was de invoering van de sojaboon in het dieet van de Mexicaan. In het artikel “La alimentación del pueblo, el maíz y el frijol soya”, gepubliceerd in 1935, beschrijft Gamio zijn enthousiasme over de mogelijkheden van de invoering van de sojaplant en haar derivaten in het dieet van de Mexicaanse bevolking.[59] Hij stelt daarin dat:

 

“Van alle problemen die de bevolking van Mexico affecteren, is het eerste dat een dringende oplossing vereist, het biologische, gezien dit gerelateerd is aan de overdreven hoge sterftecijfers, de trage demografische groei en de fysieke deficiëntie die vaak worden geobserveerd bij de studies.”.[60]

 

Vervolgens zegt hij dat de idee om het populaire dieet te verbeteren door het aanmoedigen van het gebruik van voedingsmiddelen met een hoog proteïne gehalte, zoals vlees, eieren, melk, etc., getuigt van weinig realisme, gezien de prijs van deze producten veel te hoog is voor de massa, en dat bovendien hun organisme niet aangepast is aan de consumptie ervan. Daartoe stelt hij voor:

 

“Sedert jaren hebben we erop aangedrongen dat deze zo belangrijke kwestie zou opgelost worden door een maatregel die geen grote moeilijkheden inhoudt, en deze is het vervangen van het actuele dieet dat gebaseerd is op maïs, door (een dieet op basis van) “soja”, een voedzame peulvrucht die in Azië honderden miljoenen mensen en dieren in leven houdt en een primaire grondstof is voor talrijke industrieën.”[61]

 

In het artikel gaat Gamio verder in op de vele voordelen die het bevrijden van het volk van haar “verslaving aan maïs” te bieden heeft, zowel op biologisch als op economisch vlak. Hij specificeert, naast de scheikundige samenstelling van de soja, de vele kwaliteiten van de peulvrucht en haar derivaten, de voedingswaarde en de industriële toepassingen ervan. Zo kwalificeert hij de sojamelk als de beste bron van proteïnes voor het kinderdieet.

 

Kortom, Gamio was overtuigd van de vele voordelen van de sojaplant, maar besefte tegelijkertijd ook de noodzaak van het creëren van een gunstig klimaat onder de rurale bevolking, voor de incorporatie ervan in haar agrarische gebruiken en alimentaire gewoontes. Dit moest gebeuren door het voeren van propaganda op lange termijn, waaronder het geven van praktische demonstraties bij de rurale bevolking die haar moest overtuigen van het nut van de voorgestelde maatregel. Meteen startte Gamio met de verspreiding en popularisering van dit idee, op een persistente en onvermoeibare wijze, en zou dit de volgende 25 jaar blijven doen.[62]

 

Vanaf zijn aanstelling tot directeur van het Instituto Indigenista Interamericano, in 1942, intensifieerde Gamio zijn campagne op continentale schaal met theoretische argumenten en praktische pogingen om een herschikking van culturele en voedingsgebruiken te bekomen, ten einde de sojaboon en haar derivaten te introduceren als basiselementen van de Indiaanse voeding, als complement en zelfs deels als vervanging van maïs. Gamio kon in die tijd echter op weinig bijval en begrip rekenen en zijn argumenten werden nauwelijks aanhoord. Het interesseerde weinigen en niemand maakte zich zorgen over, noch erkende, de vitale importantie van de sojaplant voor de verrijking van het Indiaanse dieet. Zo bijvoorbeeld maakte dr. Alfredo Ramos Espinosa, specialist op het gebied van voeding en diëtetiek, in zijn werk La alimentación en México (1939) geen melding van soja als te introduceren element in het dieet van de Mexicaan. En geen enkele van de 71 resoluties aangenomen op het eerste Congreso Indigenista Interamericano (1940) vermeldde deze peulvrucht als mogelijk bestanddeel van het aan te bevelen dieet.[63]

 

Niettemin slaagde Gamio erin een aantal kleine projecten te realiseren. Op de tweede Internationale Conferentie van Landbouw (Mexico, juli 1942) werd de resolutie XXV aanvaard, op basis waarvan Gamio aan de Consejo Directivo van het Instituto Indigenista Interamericano voorstelde om een pilootproject op te starten voor de verbetering van de Indiaanse voeding, door het initiëren van de sojateelt in de vallei van el Mezquital.[64] In 1944 werd er in Tepoztlán een project gerealiseerd voor de verbetering van de Indiaanse voeding op basis van de sojaboon en haar derivaten en werd er in enkele scholen te Cuernavaca gestart met de teelt en de consumptie van soja. Verder steunde Gamio ieder project of poging ter stimulering van het gebruik van soja in de verschillende Latijns-Amerikaanse landen, en voerde hij propaganda in Argentinië, El Salvador, Guatemala, de Dominicaanse Republiek en Venezuela.[65]

 

Op basis van experimenten paste hij de recepten van het dagelijkse Indiaanse dieet aan om ze te kunnen bereiden op basis van soja, met, in de mate van het mogelijke, het behoud van hun normale smaak en textuur. Het resultaat daarvan was een reeks culinaire recepten van populaire gerechten op basis van soja (melk, koffie, kaas, malse sojascheuten, tortillas, semillas tostadas, pinole, atole, semillas infladas o reventadas). Deze werden uitgegeven in het Spaans en het Otomí en werden vooral verspreid onder de bevolking van de Valle del Mezquital, een van de meest verpauperde gebieden van Mexico, met de hoogste graad van ondervoeding.[66]

 

Gamio’s permanente campagne voor de introductie van de soja kende betrekkelijk weinig succes, temeer wegens het scepticisme van de Amerikaanse regeringen en het daar uit volgende gebrek aan steun, zodat hij zich in 1948 vertwijfeld afvroeg: “Welke zijn de oorzaken van het mislukken van de pogingen om de consumptie van soja te introduceren onder de Indianen?, hoe kan men daar in slagen?”[67] Niettemin gaf hij niet op en bleef hij elke gelegenheid aangrijpen om dit voorstel te promoten, meestal echter zonder veel succes.

 

Pas in de jaren ’70 zou het belang van de soja als onderdeel van de voeding van grote delen van de bevolking in Latijns-Amerika unaniem erkend worden en zouden er van overheidswege acties ondernomen worden om de teelt, de bereiding en de consumptie ervan te stimuleren. De campagne die Gamio eind jaren ’30 startte, kan dus met recht en reden beschouwd worden als pionierswerk op het vlak van de verbetering van de levensomstandigheden van de autochtone bevolking.

 

2.2.2. Stimulering van de huisnijverheid.

 

Van de andere uit Japan geïmporteerde ideeën werkte Gamio een reeks projecten uit die hij uiteenzette in een essay getiteld “Las industrias domésticas japonesas y sugestiones para mejorar y fomentar la producción de las mexicanas” (De Japanse huisnijverheden en suggesties voor de verbetering en ontwikkeling van de productie van de Mexicaanse).[68] Daarin stelt hij ondermeer het volgende voor: het opnieuw invoeren van de zijderupsteelt, die in de koloniale periode een grote bloei kende en de nijverheid van de fijne ceramiek. Verder benadrukt hij nog maar eens de idee, die hij reeds sedert zijn project in de vallei van Teotihuacán promootte, van de industrie van het handgeweven tapete (tapijt, (tafel)kleed). In Teotihuacán worden deze gemaakt van natuurlijke vezels zoals henequén (sisal) of maguey en zijn ze een commercieel succes. Gamio’s voorstel is nu dat deze weefsels zouden worden vervaardigd uit wol en volgens de Aziatische techniek, hetgeen economisch voordeliger en winstgevender zou zijn. Hierbij dienen evenwel de Mexicaanse artistieke motieven gerespecteerd te worden, anders zou de eigenheid, het particuliere karakter ervan verloren gaan. Dit project zou Gamio bij ontelbare gelegenheden promoten. Praktisch bij alle werken die hij vanaf dat moment aanvat, zoekt hij een manier om deze industrie op te starten. Zo realiseert hij, als lid van de Consejo Supremo de Defensa y Prevención Social (1930-1932), een pilootproject in het Reformatorio para Mujeres de Coyoacán (Opvoedingsgesticht voor Vrouwen van Coyoacán), en het is zijn ambitie dit project eveneens te introduceren in de Penitenciaría (gevangenis), als voorbeeld voor de hele natie. Zijn centrale bekommernis is evenwel het ontwikkelen van deze industrie in de Indiaanse zones waar men reeds vertrouwd is met dit soort werk, zoals het geval is in die zones waar men sarapes (veelkleurige dekens) en jorongos (poncho’s) fabriceert. In 1934, onder het presidentschap van Cárdenas, werkt hij mee aan een reeks opvoedingsprojecten van het ministerie van Onderwijs en proponeert hij de creatie van een aantal ateliers voor de fabricatie van tapetes, in het kader van de nieuwe Escuelas Industriales (Industriële Scholen). Uit de gegevens van zijn archief blijkt dat Gamio de initiatiefnemer is van deze industrie in Chiconcuac, een dorp in de staat Mexico dat nu bekend staat voor haar wollen weefsels; en in Temoaya, internationaal geapprecieerd voor haar tapetes.[69]

 

 

3. HACIA UN MÉXICO NUEVO (1935).

 

In december 1934 werd de generaal Lázaro Cárdenas aangesteld als president van de republiek.[70] Kort daarna richtte hij binnen het ministerie van Onderwijs het Instituto de Orientación Socialista op, dat een nieuw educatief project moet uitstippelen, gebaseerd op de nationale educatie van het socialistische type, waaraan Gamio zijn medewerking verleende.

 

Gamio schreef in deze periode een reeks artikels over diverse sociale problemen en publiceerde ze in 1935, in zijn boek Hacia un México nuevo (“Op weg naar een nieuw Mexico”). In de inleiding getuigt Gamio van zijn enthousiasme over het pas gestarte regeringsregime van Cárdenas. Hij voelt de hoop op een rechtvaardiger samenlevingsmodel, die hem er 20 jaar eerder toe gebracht had Forjando Patria te publiceren, herleven. Ook in dit werk werkt hij de idee van een sterke nationale unie uit. Dit “nationalisme” refereert aan de sociale, etnische, culturele en linguïstische structuren van de Mexicaanse maatschappij en beoogt het in evenwicht brengen van de economische situatie. Dit moet volgens Gamio gebeuren door “het economisch peil van de proletarische massa op te krikken; het intensifiëren van de mestizaje (de rassenvermenging) om te komen tot raciale homogeniteit; het substitueren van de deficiënte culturele kenmerken van deze massa door positieve elementen van de moderne, westerse beschaving; het onderwijzen van de Spaanse taal aan de Indiaanse bevolking, zodat er sprake kan zijn van een gemeenschappelijke nationale taal”.[71]

 

In dit werk worden, net als in Forjando Patria, verschillende thema’s behandeld: internationale relaties, het minimumloon en andere economische zaken, de sojaboon en het dieet van de Mexicaan, de criminaliteit en de strafwetgeving, de bevolking. In heel wat artikels geeft Gamio zijn visie op bepaalde aspecten van het complexe Indianenprobleem, waaraan het volgende hoofdstuk volledig gewijd is.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[52] A. GONZÁLEZ GAMIO, op. cit., pp. 79-82.

[53] Hierbij herinneren we aan Gamio’s opvattingen over en zijn kritiek op de Mexicaanse politiek, in zijn boek Forjando Patria, 1916, zie Hoofdstuk II.

[54] G. AGUIRRE BELTRÁN, in de inleiding van: A. CASO, La comunidad indígena, México, D. F., SEP/Setentas, 1971, p. 38.

[55] J. COMAS, “La vida y la obra de Manuel Gamio”, in: Estudios Antropológicos, México, D. F., UNAM-Sociedad Mexicana de Antropología, 1956, p. 10.

[56] Voor een volledig overzicht van Gamio’s functies en publicaties in de periode 1925-1942 verwijzen we naar de bijlagen 1 en 2.

[57] E. MATOS MOCTEZUMA, op. cit., p. 14.

[58] J. BUSTAMENTE, Conferencia de la ENEP Acatlán de la UNAM en la instauración de la Cátedra Extraordinaria “Manuel Gamio”, México, 1983, geciteerd in: A. GONZÁLEZ GAMIO, op. cit., pp. 90-91.

[59] M. GAMIO, Hacia un México nuevo, México, D. F., Problemas Sociales, 1935, pp. 87-96.

[60] “De todos los problemas que afectan a la población de México, el primero y de más urgente solución es el biológico ya que está relacionado con las exageradamente altas cifras de mortalidad, el lento desarrollo demográfico y la deficiencia física que frecuentemente se observa en material de trabajo.”

IBIDEM, p. 87.

[61] “Desde hace años hemos insistido en que tan trascendental cuestión se resuelva por un medio que no presenta grandes dificultades, y es el substituir la actual dieta que es a base de maíz, por la del “frijol soya”, rica leguminosa que sustenta en Asia a centenares de millones de seres humanos y animales y suministra materia prima para numerosas industrias.”

IBIDEM, p. 88.

[62] A. GONZÁLEZ GAMIO, op. cit., p. 94.

[63] J. COMAS, Manuel Gamio: Antología, México, D. F., UNAM, 1985, p. XXXIII.

[64] Boletín Indigenista, 1942, vol. 2, nr. 2, pp. 3-4, geciteerd in: IBIDEM, p. XXXIV.

[65] IBIDEM.

[66] A. GONZÁLEZ GAMIO, op. cit., pp. 94-95.

[67] “?Cuáles son las causas por las que han fracasado los intentos hechos para implantar el consumo de frijol-soya entre los indo-mestizos?, ?cómo alcanzar el éxito?”

M. GAMIO, “Reforma de la dieta de indios y mestizos”, in: Boletin Indigenista, 1948, vol. 8, pp. 186-194; opgenomen in: IDEM, Antología, pp. 63-72, citaat op p. 63.

[68] M. GAMIO, Hacia un México nuevo, México, D. F., Problemas Sociales, 1935, pp. 108-116.

[69] A. GONZÁLEZ GAMIO, op. cit., p. 96.

[70] Lázaro Cárdenas was net zoals Gamio een van de grote figuren binnen het Mexicaanse Indigenismo van de eerste helft van de 20e eeuw. Tijdens zijn bewind (1934-1940) realiseerde hij een aantal belangrijke projecten in het belang van de Indiaanse bevolking, waaronder een landhervormingsprogramma en de creatie van het Departamento de Asuntos Indígenas (Departement voor Indiaanse Zaken, 1936). Tijdens zijn bewind vond ook het eerste Congreso Indigenista Interamericano (1940) plaats.

[71] M. GAMIO, “Nuestra estructura social, el nacionalismo y la educación”, in: IDEM, Hacia un México nuevo, México, 1935, pp. 31-52.