Speelfilm als historische bron. Case studie: 'Evita'. (Roos Denorme)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

5 BESLUIT

 

5.1 De film Evita: historische bron?

 

Alan Parker verrichtte een grondige research voor deze film. Daarvóór hadden ook Tim Rice en Andrew Lloyd Webber onderzoek gepleegd naar Evita’s leven.

Maar nadat we de literatuur vergeleken hebben met de inhoud van de film, kunnen we besluiten dat Evita geen geschikte bron is voor informatie over het leven van Eva Perón, ondanks het feit dat we wel veel te weten komen over Eva Perón, bijvoorbeeld van waar ze kwam en wat ze verwezenlijkt heeft.

De film vertelt geen ‘slechte’ geschiedenisdoor gebeurtenissen uit te vinden. Maar het beeld dat ons getoond wordt van Eva Perón is echter te gekleurd. Zoals duidelijk werd uit de lectuur van de boeken, zijn ook de vele biografieën niet altijd even objectief. Er zijn verschillen en nuanceringen merkbaar tussen Argentijnse schrijvers en andere die over Evita schrijven, en tussen peronistische en anti-peronistische auteurs.

Eva Perón is een omstreden persoon, verheerlijkt door haar aanhangers, zwart gemaakt door haar vijanden. Daardoor is het moeilijk een objectieve weg te vinden tussen de subjectieve feiten. De auteurs zijn vaak niet onpartijdig.

Barnes bijvoorbeeld is geen Argentijnse auteur, dus zou je kunnen verwachten dat hij objectiever de geschiedenis van Eva Perón zou weergeven. Daar slaagt hij niet in want zijn biografie is één van de meest subjectieve. Hij verheerlijkt Eva Perón. Zelfs Main, die bekend staat als anti-peroniste, breekt Eva Perón niet zo af, zoals Barnes haar vergoddelijkt. Main schrijft niet alleen over Evita, maar geeft ook kritiek op de politiek van Perón en de politieke en economische situatie waarin hij het land bracht. Het is niet de bedoeling dat hier uitgeweid wordt over de verschillende boeken. Dit was enkel om duidelijk te maken dat de literatuur niet altijd gelijk loopt en dat het moeilijk is een objectief beeld te krijgen van Eva Perón.

 

Laat ons terugkeren naar de film.

De film is teveel geromantiseerd. Het beeld dat geschapen wordt van Eva Perón is te éénzijdig. Er zit kritiek in de film, Ché vertelt ons genoeg zaken die verkeerd gelopen zijn onder het regime van Perón en hij vertelt ons over de minder goede karaktertrekken van Evita, maar de kritiek is niet duidelijk voor de gewone kijker. Door de muziek en de snelle montage gaat die kritiek verloren. De mooie, vrolijke melodieën slokken de slechte woorden op.

Het publiek zal Evita beschouwen als een ‘vrouwelijke Robin Hood’. Want vele beelden tonen hoeveel goede zaken Juan en Eva voor hun descamisados gedaan hebben.

Bijvoorbeeld tijdens «And the money kept rolling in (and out)» wordt er gezegd dat er geld verdween, met andere woorden er wordt geïnsinueerd dat Eva geld in haar eigen zakken stak. Maar er worden beelden getoond van gelukkige mensen, die blij zijn met elektriciteit, water, het voedsel en de geschenken die ze krijgen. Deze beelden zorgen ervoor dat het publiek de negatieve kritiek negeert.

 

Het grootste minpunt aan deze film is dat er bijna geen woord gerept wordt over de politiek van Juan Perón. Nochtans kunnen we Perón en Evita niet los zien van die politiek. Vooral de nadruk op sociale rechtvaardigheid bepaalde grotendeels hun activiteiten.

Daarnaast komt er nog bij dat de figuur van Juan Perón zeer oppervlakkig naar voor komt in de film. Het is niet omdat de film over één historisch personage gaat dat andere historische personages slecht voorgesteld moeten worden. Zeker niet als ze zoveel invloed gehad hebben op de Argentijnse geschiedenis als Juan Perón. Zonder Perón zou Evita nooit geworden zijn, wie ze was.

 

Rond de figuur van Eva Perón zijn er mythes ontstaan die de film moeiteloos door elkaar weeft.

Evita de prostituee, Evita de Nazi, Evita de macht achter Perón, Santa Evita, Evita de guerillera, … Dit zijn enkele mythes die in het leven geroepen zijn door voor- en tegenstanders in de loop der jaren. De peronisten van het eerste uur zagen haar als ‘La Dama de Esperanza’, een mooie en gecultiveerde vrouw. De anti-peronisten omschreven haar als hoer en nazi, die de touwtjes in handen had. Voor een derde groep, de peronisten van de jaren 1970 was ze een revolutionair persoon, een guerillera.[227]

 

De film draait vooral rond de mythes van de prostituee, de macht achter Perón en Santa Evita. We kunnen niet stellen dat Evita positief voorgesteld wordt, want in het begin komt ze over als een harde vrouw die zich een weg naar de top slaapt. Het is pas wanneer ze macht begint te krijgen, als minnares van Perón en zeker als presidentsvrouw, dat ze zich begint in te zetten voor de arbeiders en de arme klasse.

 

Positieve punten, op historisch vlak gezien, zijn de decors en de kostuums. De sfeer van Argentinië in de jaren 1940-50 wordt goed opgewekt. Zowel door de kleren, als door de decors en de voorwerpen.

Daaruit blijkt nog eens de goede research die verricht is. Dit is ook te merken aan de zinnen die in de mond van Eva of Juan gelegd worden. Soms zitten er letterlijk zinnen tussen, die komen uit één van hun toespraken of boeken.

 

Maar de feiten die naar boven kwamen tijdens de research zijn gebruikt om Evita te romantiseren en te dramatiseren. Zoals eerder al gezegd werd in de film de meest romantische, dramatische, spectaculaire, spannende versie van een gebeurtenis getoond.

Zo kan de film toch belangstelling wekken bij het publiek voor de figuur van Eva Perón en voor de geschiedenis van Argentinië.

 

 

5.2 Historische speelfilms als bron voor het verleden

 

Evita is dus geen geschikte bron voor het verleden. Maar bestaan er speelfilms die wel een goede bron zijn? Zoals we zullen zien moeten ze daarom niet historisch correct zijn, dat is trouwens iets wat onmogelijk is. Een film zal nooit volledig historisch correct zijn.

 

Er zijn verschillende manieren voor een historische ‘Hollywood’ film om als bron te dienen voor het geschiedsonderzoek. Zoals geschiedeniswerken ook bestaan in verschillende vormen. Sommige roepen het verleden op, brengen het tot leven, andere historische werken verklaren zaken of veranderen de geschiedenis, nog andere hebben relevante betekenis en roepen discussies op.

Films zullen beter slagen in het verleden opwekken, terwijl boeken eerder zullen slagen in het verklaren. Maar toch kunnen speelfilms invloed hebben op het historisch onderzoek.

 

Ten eerste kan een speelfilm ons het verleden leren kennen. Dit wordt voornamelijk toegepast in lesverband. We zagen in hoofdstuk 1 dat films steeds meer in geschiedenislessen gebruikt worden. Enerzijds om de studenten kritisch en analytisch te leren werken, anderzijds om ze het verleden te leren kennen.

Het doel is dan voor de leerling/student (of de kijker) om de feiten van de fictie te kunnen onderscheiden.

Er zijn genoeg voorbeelden van speelfilms die door historici onderzocht werden. Antonia Fraser bijvoorbeeld schrijft dat in de film Anne of the Thousand Days (Charles Jarrot, 1969) de relatie tussen Hendrik VIII en zijn tweede vrouw Anne Boleyn verdraaid wordt, en ook dat de mentaliteit van de zestiende eeuw verkeerd voorgesteld wordt. Daarnaast mist de film politieke elementen, enkele opmerkingen over de ontbindingen van de kloosters moeten het gehele proces van de Reformatie voorstellen.[228]

In een ander essay lezen we dat Warner Brothers grote moeite gedaan heeft om authenticiteit te bereiken in All the president’s men (Alan J. Pakula, 1976). Het bedrijf spendeerde veel geld aan het namaken van de redactie van ‘The Washington Post’ in Californië. Er werden ongeveer 200 bureau’s besteld bij dezelfde firma die de krant voorzag van meubelen en de ruimte werd in dezelfde kleuren geschilderd: 6 ½ PA blue en 22 PE Green. Ze brachten zelfs afval uit de echte redactiekamer over om de vuilnisbakken op de set te vullen.[229] Op dit decor was dus niets aan te merken. Dit toont nogmaals aan dat een film accuraat kan zijn, zonder de waarheid te tonen. Er worden niet veel gebeurtenissen uitgevonden in de film, maar de gebeurtenissen die tot Nixon’s ontslag leidden worden verkeerd geïnterpreteerd. Uit de film kan opgemaakt worden dat het onderzoek van Woodward en Bernstein rechtstreeks tot Nixon’s ontslag leidde. Deze verkorte versie van de geschiedenis vereenvoudigt en herschikt de relatie tussen de politieke macht en de pers. De film geeft de aanklagers, de commissies, het gerechtshof en het Witte Huis een ondergeschikte rol. Hij negeert het feit dat gezamenlijke actie, en niet heroïsch individualisme, Nixon tot ontslag dreef.[230]

De film The Leopard (Luchino Visconti, 1963) speelt zich af in Sicilië in 1860, tegen de achtergrond van de ineenstorting van het Ancien Regime. De film slaagt erin om de grote sociale veranderingen van zijn tijd weer te geven en ondanks de verzonnen hoofdfiguren is dit een positief punt.[231]

Reds is een historische film die, onder andere volgens Robert Rosenstone en Christine Stansell, de geschiedenis betrekkelijk juist weergeeft.[232] De film vertelt het verhaal van John Reed, één van de stichters van de Amerikaanse Communistische Partij. Ondanks het feit dat de film teveel aandacht schenkt aan de romance tussen Reed en Louise Bryant, is het toch een goede historische film. De film begint met commentaren van ‘getuigen’. Oude mannen en vrouwen komen aan het woord en vertellen over Reed en over de jaren na de Eerste Wereldoorlog. De meesten hebben Reed of Bryant nooit gekend, maar alles wat ze vertellen is terug te vinden in werken over die periode of biografieën van Reed

Twee complexe levens worden gereduceerd tot een eenvoudige plot, geschiedenis wordt versmald tot een biografie. Maar toch behoudt de film historische complexiteit. Bijvoorbeeld door het conflict tussen de Communist Labor Party en de Communist Party aan bod te laten komen. De kijker ziet ook hoe de mensen in het verleden anders waren, bijvoorbeeld dat mensen in 1916 de idealen van vrije liefde, gelijkheid tussen man en vrouw en broederbanden omarmden. Daarnaast was het de eerste Amerikaanse film die het communisme niet negatief afschilderde. Reds is één van die zeldzame Hollywoodfilms die over Amerikaans radicalisme gaat.

 

Ten tweede kan een speelfilm bijdragen tot de herziening van de geschiedenis.

Als voorbeeld kan JFK (Oliver Stone, 1991) aangehaald worden. De film is niet volledig historisch correct, de film vervormt de geschiedenis en mengt fictie en feiten. Maar historische speelfilms zullen steeds fictie en uitvindingen gebruiken. Wat belangrijker is aan deze film is dat hij aan de vereisten van een geschiedeniswerk tegemoet komt. De film is een uitdaging voor gedachten over en interventie in het verleden. Het centrale thema van de film is een onderzoek van het verleden, daardoor heeft de film een zelf-reflecterend uitgangspunt. Een uitgangspunt dat veel suggereert over de moeilijkheid van een historisch onderzoek en de bijna onmogelijkheid om tot definitieve historische waarheden te komen. Daarnaast trekt de film de officiële waarheden van het verleden in twijfel, en dat op zo’n uitdagende manier dat we verplicht worden opnieuw naar dat verleden te kijken

Zoals een goede historicus begint Stone zijn film met een voorwoord dat een hypothese bevat. Hij gebruikt Dwight Eisenhower’s afscheidsspeech, waarin deze een waarschuwing uit over het mogelijke effect van het militair-industriële complex op de toekomst van het land, om een film te maken die de vooruitziendheid van Ike’s woorden zal aantonen.

Stone roept in zijn film de vraag op of er iets verkeerd gelopen is in de Verenigde Staten in de jaren zestig. Hij werd bekritiseerd omdat hij meende dat de vele veranderingen in de Verenigde Staten voortvloeiden uit de moord op één president. Maar de film weerklinkt ver achter de ideeën van zijn maker en spreekt tot degenen die Stone’s geloof in Kennedy niet delen. Wanneer JFK beoordeeld wordt, zou men zich moeten afvragen: wie anders in Amerika heeft gedurfd zo’n historische kwesties naar voor te brengen in een populair medium? Als het een deel is van het historisch onderzoek om ons te laten nadenken over hoe we gekomen zijn tot waar we zijn en over de waarden waarmee we leven, dan moet JFK, ondanks zijn gebreken, behoren tot de belangrijkste historische werken die ooit op het scherm verschenen zijn.[233]

 

Tenslotte kan een historische speelfilm impact hebben op huidige problemen en situaties en kan zo debatten openen. De film is dan eerder te gebruiken als bron voor de tijd waarin hij gemaakt is. Niet om wat er in verteld wordt, maar om welke invloed hij gehad heeft op de maatschappij.

Dit was het geval met In the name of the father (Jim Sheridan, 1994). Deze film gaat over de onschuldige opsluiting van «the Guildford Four», vier Noord-Ieren die in 1974 veroordeeld worden voor een bomaanslag op een pub in Guildford, Surrey. Na vijftien jaar worden de onschuldigen vrijgelaten (na in beroep te zijn gegaan), maar ze hadden toen al 15 jaar gevangen gezeten.

Bij het uitbrengen van de film werd gevreesd voor de politieke impact ervan. Het beeld dat naar voor gebracht wordt, is namelijk een vervorming van de werkelijkheid. Het IRA wordt in de film bevoordeeld.

De film wordt als authentiek, maar misleidend bestempeld. Hij is authentiek in die zin, dat hij een voornamelijk waar gebeurd verhaal vertelt over het lijden van een Noord-Ierse katholieke familie onder het Britse rechtssysteem. Het portret van de onderdrukking van een rel in katholiek gebied door Britse troepen is ook authentiek, net zoals de dialoog tussen de katholieken in Belfast. Maar toch kan dit authentiek materiaal niet doorgaan voor een aanvaardbaar beeld van het leven in Noord-Ierland onder Britse heerschappij.

De werkelijkheid wordt erin vervormd. Zo zijn er geen Noord-Ierse protestanten te zien in de film. Dit kan gedeeltelijk uitgelegd worden: de protestanten en katholieken leven grotendeels gescheiden in Noord-Ierland en Belfast. De film gaat over een katholieke familie, dus kan het zijn dat er geen protestanten in de film op de voorgrond treden.

Maar toch misleidt dit feit het publiek. Want de protestanten willen niet ingelijfd worden in een hoofdzakelijk katholiek Ierland en dat is één van de redenen voor de aanwezigheid van de Britse troepen in Noord-Ierland. Een andere reden is dat het IRA, sinds meer dan twintig jaar, probeert Noord-Ierland met geweld los te krijgen van het Verenigd Koninkrijk, tegen de wil van een groot deel van de inwoners.

Dit is de algemene politieke achtergrond van het conflict en ook de achtergrond van de film. De film verwijst echter nooit naar deze achtergrond. En daar zit het gevaar. De publieke opinie zou kunnen redeneren dat de oplossing voor het probleem de terugtrekking van de Britten uit Noord-Ierland is. Maar deze terugtrekking kan tot een burgeroorlog leiden. En dat wordt niet duidelijk uit In the name of the father. De vervorming van de politike situatie (of het uitblijven van een achtergrond) leidt tot sympathieke gevoelens tegenover het IRA en negatieve gevoelens tegenover de Britse bezetting.

Ook de uitvindingen in de film helpen daartoe. Zo worden de Britten nog negatiever getoond wanneer een IRA-man in dezelfde gevangenis als Conlon komt en hem bekent de echte dader van de bomaanslag te zijn. Wanneer hij daarna zegt dat hij dit ook aan de politie gezegd heeft, kan geen enkele kijker nog begrip hebben voor de Britse kant in het conflict. Nochtans is dit nooit voorgevallen en is de IRA-man een fictief personage. Ook het achterhouden van bewijsmateriaal (een transcript van de ondervraging van een dakloze die Conlon de bewuste avond gezien zou hebben) is in werkelijkheid niet gebeurd. Het is wel zo dat bewijsmateriaal vervalst werd. Notities van ondervragingen waren achteraf geschreven, door deze fout werden de vier uiteindelijk vrijgesproken zijn.[234] Dit is een voorbeeld van hoe een historische film invloed kan hebben op huidige situaties.

 

Daarnaast kan een historische film ook debatten openen. Dit gebeurde onder andere in 1998 met de release van Saving Private Ryan (Steven Spielberg, 1998). Deze film deed de debatten over oorlog en herinneringen eraan terug opleven. Na de Tweede Wereldoorlog waren er debatten over het geweld dat door de oorlog losgekomen was in de maatschappij en over het wilde karakter van de Amerikaanse maatschappij zelf. Deze debatten verdwenen in de Koude Oorlog en faalden in het bewust maken van de impact van WO II en het naar boven brengen van de herinneringen en het trauma van geweld. Maar de angst voor geweld, zowel in oorlogs- als in vredestijd, werd uitgedrukt in de cinema en de literatuur. Als we de naoorlogse Amerikaanse oorlogsfilms bekijken, onder andere Saving Private Ryan, dan zien we een interactie, een versterking en een conflict tussen de behoefte om te vergeten en het verlangen om te confronteren. In de openingsscène van de film, de landing op Normandië, wordt het publiek geconfronteerd met de gruwel van de oorlog. Later wanneer een groep soldaten erop uittrekt om één soldaat te redden, wordt de actie heroïscher. Hierbij wordt de patriottische opoffering getoond, niet het trauma.[235]

 

Zoals de meeste historische bronnen is de mainstream speelfilm een dubieus document dat eerst grondig aan historische kritiek onderworpen dient te worden, en nadien een schat aan geschiedkundige informatie kan opleveren.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[227] TAYLOR Julie, op.cit., passim.

[228] FRASER Antonia, Anne of the thousand days, in: CARNES Mark, Past Imperfect: History According to the Movies, New York: Henry Holt and company, 1995, pp 66-69.

[229] LEUCHTENBURG William E., All the president’s men, in CARNES Mark, Past Imperfect: History According to the Movies, New York: Henry Holt and company, 1995, pp 292-295.

[230] TOPLIN R.B., History by Hollywood: The use and abuse of the American past, Urbana-Chicago: University of Illinois Press, 1996, pp 20-21

[231] SEARLES Baird, op.cit., pp 219 – 220.

[232] ROSENSTONE Robert, Visions of the past. The challenge of film to our idea of history, pp 83-108, STANSELL Christine, “Reds”, in: CARNES Mark, Past Imperfect: …, pp 192-195.

[233] ROSENSTONE Robert A., JFK: Historical Fact/Historical Film, in: ROSENTHAL Alan, Docudrama pp 331-339. LIPKIN Steve, Defining Docudrama: In the name of the father, Schindler’s List and JFK, in: ROSENTHAL Alan, op.cit., pp 370-383.

[234] O’BRIEN Conor Cruise, Patriot Games, in: ROSENTHAL Alan, op.cit., pp 311-315. GRENIER Richard, In the name of the IRA, in: ROSENTHAL Alan, op.cit., pp 316-323. LIPKIN Steve, art.cit., in: ROSENTHAL Alan, op.cit., pp 270-383.

[235] BODNAR John, Saving Private Ryan and Postwar Memory in America, American Historical Review, CVI, 2001, 6, pp 805-818.