Hoe een tanende wereldmacht moeizaam EU-lidstaat werd/wordt. Een analyse van de commentaren in drie voorname Britse kranten op de Europese integratie tussen 1950 en 1997. (Philip Maelfait)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

4 TOEPASSING: BRITSE KRANTEN

 

4.3  GROOT-BRITTANNIË STELT ZICH KANDIDAAT VOOR EUROPEES LIDMAATSCHAP (31 juli 1961)

 

4.3.1 De aanloop naar de bekendmaking van de kandidatuur (juli 1961)

 

Rond dit feit zal veel meer verschijnen dan rond de ondertekening van de verdragen van Rome, zowel in de dagen en weken ervoor als de eerste dagen erna.

Reeds op 4 juli vinden we een artikel in The Times. De titel is “New Zealand stand on the Six” en gaat over onderhandelingen tussen Groot-Brittannië en Nieuw-Zeeland over een eventuele Britse toetreding tot de EEG Er wordt gezegd dat de belangrijkste moeilijkheid ligt bij de invoer van vlees en zuivelproducten uit Nieuw-Zeeland in Groot-Brittannië[96]. Die invoer verliep zonder reglementering maar als het Verenigd Koninkrijk zich aansluit bij Europa zal het zich aan de Europese regels moeten aanpassen. Dit artikel zet meteen de toon voor wat vooral zal volgen. De dagen en weken voor de officiële aanvraag voerde de Britse regering namelijk heel wat gesprekken met regeringen van landen van de Commonwealth, en de Britse kranten berichtten hier nauwgezet over. Er verschenen heel wat artikels rond deze kwestie maar we hebben hier alleen de belangrijkste weerhouden.

Over dezelfde periode werd ook The Guardian bekeken. In deze krant verscheen op het vlak van informatie ongeveer even veel als in The Times maar er werden wel wat minder artikels gevonden die een duidelijk beeld geven van de opinie of het standpunt van de krant tegenover de kwestie van de eventuele Britse toetreding tot de EEG.

Op 3 juli wordt er in een artikel weergegeven wat de Britse premier gezegd heeft niet te doen als Groot-Brittannië zou toetreden tot de Gemeenschap. De titel van het artikel vat dit al goed samen: “Premier’s Assurances on Common Market – What Government Will Not Do”. Net als in The Times wordt ook hier vooral de aandacht gevestigd op de banden met de Commonwealth en met de EFTA-landen. Premier Macmillan zou beloofd hebben om de Commonwealth-banden niet te verbreken. Hij zou ook de EFTA een vereniging van grote waarde genoemd hebben, niet alleen op economisch maar ook op moreel en politiek vlak. En ook beloofd hebben aan de verplichtingen, die Groot-Brittannië ten opzichte van deze organisatie heeft, niet te verzaken. Een opvallend element is dat The Guardian ook stelt dat Macmillan gezegd zou hebben dat hij de Britse boeren niet zal laten vallen[97]. Dergelijke verwijzing naar het probleem van de landbouw, dat tijdens de onderhandelingen zwaar zal doorwegen, komt in die periode nergens voor in The Times.

Tot slot werd ook de berichtgeving van de Daily Mail rond de Britse aanvraag tot lidmaatschap bestudeerd. Het eerste opmerkelijke artikel van deze krant vinden we op 3 juli. Net als de twee andere kranten in dezelfde dagen, verwijst ook de Daily Mail naar de moeilijkheden die zouden kunnen rijzen voor de landen van de Commonwealth, indien Groot-Brittannië zou toetreden tot de EEG. Deze laatste doet dit wel in iets sterkere bewoordingen, zoals al blijkt uit de titel, “Common Market Crisis for Mac”, die nogal sloganesk aandoet. Zoals blijkt uit wat hoger werd gezegd, spreken noch The Guardian, noch The Times van een crisis; ze zeggen gewoon dat er gesprekken op til zijn tussen de Britse regering en die van de Gemenebest-landen. Ook het feit dat men de Britse premier Macmillan omschrijft als ‘Mac’ wijst eerder op een aandachttrekkende functie van de kop dan op een poging om de inhoud van het artikel verkort weer te geven. In het artikel zelf wordt zelfs gesteld dat eventuele tegenwerking van de Commonwealth-landen de toetreding in gevaar kan brengen[98]. In dezelfde zin zit trouwens ook de implicatie dat de toetredingsaanvraag een persoonlijk idee is van Macmillan, een nogal vereenvoudigde weergave van de feiten.

Op 6 juli wordt in de Daily Mail gemeld dat de Britse regering bepaalde garanties gegeven heeft ten overstaan van de landen van de Commonwealth. Dit wordt door de krant aanzien als de belangrijkste stap tot dan toe in de strijd om de Commonwealth gerust te stellen[99].

Op dezelfde dag (6 juli) wordt in The Times, Duncan Sandys, de Britse Minister voor de Commonwealth geciteerd in een vrij groot artikel met als titel “Assurance on Joining Common Market – Commonwealth Interests to be Secured – All Members to be Consulted before Negotiations Open”. Sandys zegt erin dat Groot-Brittannië niet zal toetreden als er geen regeling kan komen om de belangen van de landen van het Gemenebest te vrijwaren en zolang niet alle regeringen van die landen geconsulteerd zijn[100].

Van groot belang bij The Times is een zesdelige reeks die verschijnt van 10 tot en met 14 juli en die nagaat wat de belangrijkste economische problemen zullen zijn indien Groot-Brittannië zou toetreden. Het eerste deel handelt over het mogelijk verlies aan soevereiniteit. Gesteld wordt dat het niet zou gaan om een eenzijdig opgeven van soevereiniteit door Groot-Brittannië maar dat het land alleen zou moeten doen wat de andere landen reeds hadden gedaan[101]. Een ander element dat in dit stuk naar voor komt is dat de krant de Europese verdragen gaat vergelijken met een soort van grondwet, hetgeen deel is van een Europese traditie maar volledig vreemd is aan Britse gewoontes en temperament[102]. Er wordt ook de vrees uitgesproken dat er sterke druk zal zijn om naar een economische politiek te streven, hoewel er nu heel wat discussie is rond diverse deelproblemen, die op een andere manier behandeld worden in de verschillende landen[103].

De volgende dag wordt in dezelfde reeks dieper ingegaan op de problemen rond de Commonwealth en de EFTA. De krant zegt dat elk land, wanneer het een nieuwe verbintenis aangaat, beperkt is door haar bestaande banden. Maar de internationale verplichtingen van Groot-Brittannië worden groter en complexer genoemd dan die van elk van de zes oorspronkelijke leden bij de stichting van de E.E.G[104]. Er zijn voor elk land wel bepaalde protocols en uitzonderingen op regels toegevoegd aan de verdragen van Rome dus zou Groot-Brittannië die ook moeten krijgen[105]. Anderzijds is het Britse probleem moeilijker omdat de andere landen geen kolonies of partners hadden die grondstoffen of afgewerkte producten verkochten in concurrentie met belangen van de Zes[106]. Over welke rol Groot-Brittannië nu moet gaan spelen, worden twee dingen gezegd. Ten overstaan van de Commonwealth moet het ervoor zorgen dat die landen nieuwe markten worden geboden om de gepriviligeerde positie die ze ten opzichte van het Verenigd Koninkrijk bekleedden, te vervangen[107]. Met betrekking tot de belangen van de EFTA heeft Groot-Brittannië minder verantwoordelijkheid. Een oplossing hangt mede af van beslissingen van de andere landen van deze organisatie en van onderhandelingen die deze landen zelf met de Zes voeren[108].

In het derde deel van de reeds aangehaalde reeks, dat op 12 juli in The Times verschijnt, wordt aandacht besteed aan het probleem van de landbouw. Er wordt gezegd dat Groot-Brittannië in grote lijnen de bestaande Europese landbouwpolitiek, die een belangrijk deel uitmaakt van de verdragen, zal moeten overnemen[109], hoewel deze politiek fundamenteel verschilt van het Britse systeem. Het Britse systeem heeft steeds zo laag mogelijke prijzen voor de consumenten nagestreefd maar door het aanpassen aan het Europese systeem, zullen de prijzen van bepaalde landbouwproducten waarschijnlijk stijgen[110].

Een interessant stukje tussendoor, vinden we in The Times van 13 juli op pagina 8. De titel is “WEU Invitation to Talks on Common Market” en het gaat over een vergadering met deelname van Groot-Brittannië en de zes leden van de EEG. Deze besprekingen vonden plaats binnen de structuur van de West-Europese Unie, waartoe het Verenigd Koninkrijk wel behoort. Een interessante zin in dit artikel is die waarin verwezen wordt naar de onzekerheid van de positie van de Franse premier, de Gaulle tegenover een eventuele Britse toetreding. Men haalt een speech aan waarin hij zei dat indien Groot-Brittannië wenst toe te treden, het daar geen enkele voorwaarde mag aan verbinden. Maar daar wordt aan toegevoegd dat vertegenwoordigers van de EEG ervan overtuigd zijn dat hij van mening kan veranderen[111].

Om terug te keren naar de reeks in The Times over de economische gevolgen van een eventuele Britse toetreding, kijken we naar het vierde deel, dat ook op 13 juli verscheen. Dit deel bespreekt de gevolgen voor de Britse industrie. Ook hier eerst aandacht voor het verlies van voorkeursrelaties met de landen van het Gemenebest. Er wordt gezegd dat de invoer van grondstoffen uit deze landen duurder zal worden[112]. De voordelen van een grotere markt worden vooral gezien in het werken op grotere schaal en in verscherpte concurrentie[113], die aanmoedigend moet werken voor de Britse industrie.

Het volgende (vijfde) deel van de serie van The Times, dat verschijnt op 14 juli, gaat in op de problematiek van lonen, werkuren en dergelijke, met andere woorden het sociale luik. De krant haalt de Europese plannen voor een zo hoog mogelijke werkgelegenheid en een gelijkschakeling van werk- en leefomstandigheden op een Europese schaal (naar boven toe) aan maar zegt dat die allemaal zeer vaag blijven[114]. Er wordt wel nog voorspeld dat Groot-Brittannië haar sociaal stelsel zal moeten aanpassen aan de Europese regelgeving en ook de lonen zullen omhoog moeten. Opvallend is hier dat The Times dit niet positief maar negatief evalueert, door te stellen dat hierdoor de arbeidskosten in de industrie zullen stijgen[115].

Op 15 juli verschijnt dan het laatste deel van deze serie. Deze afsluiter behandelt de toekomst van een vrije markt en haar invloed op de handel. Opnieuw komt de Commonwealth ter sprake. Er wordt gezegd dat Groot-Brittannië traditioneel verbonden is met landen van haar Gemenebest op het vlak van handel. Toetreden tot de eenheidsmarkt zou een definitieve breuk betekenen met het imperialistische idee van zelfvoorziening binnen de Commonwealth en een aanvaarden van de uitdaging om te concurreren op gelijke basis met de landbouw en de industrie van continentaal Europa[116].

De zojuist uitgebreid behandelde reeks leek ons vooral interessant omdat ze ingaat op de mogelijke gevolgen van toetreding tot Europa in bepaalde, specifieke sectoren. Door de thematische benadering door The Times wordt een vrij gedetailleerd en praktisch gericht beeld geschetst van de problematiek. De aanpak is zakelijk en realistisch. Er is geen overdreven euforie maar ook geen doemdenken.

Een volgend interessant artikel in The Times is er een dat op 18 juli verschijnt. Het is een opiniestuk met als titel “Not Negotiable”. De titel slaat op het feit dat de politieke gevolgen voor de Commonwealth-landen van een eventuele Britse toetreding niet te voorspellen zijn. Deze kunnen dan ook niet in de onderhandelingen worden besproken, in tegenstelling tot de economische[117].

In de Daily Mail werd een belangrijk opiniestuk gevonden op 18 juli. Hierin houdt de Daily Mail een pleidooi  voor toetreding. De aanleiding is de vraag die de krant gekregen heeft van een parlementslid, of ze haar vaste ondertitel “For Queen and Commonwealth” zal laten vallen nu ze openlijk steun betuigt aan een eventuele Britse toetreding tot Europa. De krant zegt dit niet te zullen doen omdat een Brits lidmaatschap van de EEG zeker niet nadelig is voor de landen van de Commonwealth. Groot-Brittannië zou van veel groter nut zijn voor deze landen, indien het deel zou uitmaken van de Europese familie dan dat het er buiten zou blijven[118]. Daarna wordt verwezen naar de visie van Winston Churchill, die Groot-Brittannië in de deelverzameling zag van drie overlappende cirkels op internationaal vlak: Europa, Britse Gemenebest en Anglo-Amerikaanse alliantie. De krant voegt hieraan toe dat toetreding tot Europa deze positie alleen maar kan versterken[119]. De Daily Mail ziet de toetreding tot Europa dus in de eerste plaats als een middel om de internationale positie van Groot-Brittannië te behouden en te versterken, en niet als een doel op zich. Een ander opvallend element dat uit dit opiniestuk naar voor komt is het anti-communisme. De vraag wordt gesteld of de opposanten (van Britse toetreding) wel beseffen dat ze in hetzelfde kamp van de communisten zitten[120]. De reden waarom de communisten tegen een Britse toetreding zijn, wordt gezocht in het feit dat het voor Chroetsjov makkelijker is om de wereld te winnen voor het communisme, zolang het Westen verdeeld blijft[121]. Tot het Westen worden niet alleen Groot-Brittannië en Europa gerekend maar ook dus de Commonwealth, de Verenigde Staten en andere bevriende staten. Als deze landen samenwerken, kunnen ze een barrière opwerpen (tegen het communisme)[122]. Afgesloten wordt met een zeer sloganeske zin: ‘United we stand, divided we fall’.

Op 20 juli verschijnt, nog steeds in de Daily Mail, een artikel met als titel “De Gaulle splits the Market – His ‘keep Britain out’ Moves bring Rap from Belgium”. Het gaat over een aanval van de Belgische premier, Lefèvre tegen president de Gaulle, omdat die geen duidelijk standpunt wilde innemen ten overstaan van eventuele Britse toetreding tot Europa[123]. Hieruit blijkt duidelijk dat, zelfs nog voor Groot-Brittannië een officiële aanvraag tot toetreding doet, men het meest bezorgd is om de Franse mening in deze kwestie.

De volgende dag, op 21 juli, weet dezelfde krant al te melden dat Groot-Brittannië wel degelijk spoedig onderhandelingen met de Zes zal beginnen. De eerste minister, Macmillan zal zijn regering aanbevelen de sprong te wagen, ondanks de gevaren en de tegenstand vanuit de Commonwealth. Er wordt zelfs al een einddatum vooropgesteld voor de onderhandelingen: het doel is voor Groot-Brittannië om eind volgend jaar toe te treden[124]. De titel van dit artikel is er opnieuw op gericht om in de eerste plaats de aandacht te trekken van de lezer en is dus bewust zeer kort gehouden: “Mac will urge: Join the Six”.

Britain Ready to join Market – Cabinet decides and Mac’s News will start a Tory Explosion” is de kop van een artikel dat op 28 juli in de Daily Mail verschijnt. In dit stuk wordt gezegd dat de regering beslist heeft dat Groot-Brittannië met onderhandelingen zal beginnen en dat premier Macmillan op maandag (dit is 31 juli) een statement zal afleggen in het Lagerhuis[125]. Zoals ook al uit de titel blijkt, voorspelt de Daily Mail heel wat commotie, en zelfs een ‘explosieve situatie’ in het Parlement, vooral uit de hoek van parlementairen die voor het behoud van de Commonwealth zijn[126].

In The Guardian wordt in de maand juli in feite weinig ruimte besteed aan de eventuele toetredingsaanvraag. Na het eerder aangehaalde artikel van 3 juli, vinden we een volgend interessant artikel in feite pas op 20 juli. Het is ook een opiniestuk met als titel “European Summit” en gaat over een vergadering van de staatshoofden en regeringsleiders van de zes leden van de Europese Gemeenschap. Binnen deze vereniging onderscheidt The Guardian twee meningen. Het idee van een Europese federatie dat vooral in West-Duitsland steun krijgt, aan de ene kant. De visie van de Gaulle aan de andere kant, die staat voor een vereniging waarvan de landen onderling overleg plegen over politieke problemen maar geen politieke eenheid vormen[127]. Aangaande de eventuele toetreding van Groot-Brittannië wordt er gezegd dat er geen officieel standpunt kan komen vooraleer de Britse regering officieel de Britse kandidatuur indient en zich volledig bereid verklaart om zich ten volle te engageren binnen de Gemeenschap. Deze houding wordt gezien door The Guardian als ‘te begrijpen’[128].

Toch ook op 25 juli een artikel in The Guardian, met de titel “Efta Talks on the Six – UK Concedes Veto”. Een opvallend aspect hierin is dat er gemeld wordt dat Groot-Brittannië aan elk EFTA-land het recht geeft om zijn/haar veto te stellen tegen de wijze van onderhandelen of tegen het resultaat van de onderhandelingen[129]. Deze weergave staat volledig in tegenstelling tot wat The Times in dit verband zegt. We verwijzen hiervoor naar het artikel van 1 augustus op pagina 11, dat reeds behandeld werd (cfr. supra), waarin gezegd wordt dat het onmogelijk is om aan elk land dat lid is van de EFTA een dergelijk vetorecht toe te kennen. Het gaat hier niet om een echt essentieel punt maar het is toch een voorbeeld van volledig verschillende, zelfs tegengestelde informatie die door twee kranten gegeven wordt.

Er verschijnen in The Times nog wel verschillende artikels met betrekking tot de eventuele toetreding, maar ze geven alleen feiten weer. Op 20 juli wordt zo gezegd dat een beslissing tot het al dan niet toetreden nu vlug verwacht wordt. Op andere dagen wordt een vergadering van de EFTA-landen aangekondigd of een bezoek van P.H. Spaak aan Groot-Brittannië gemeld.

Op 31 juli is er in The Times een artikel met als titel “France’s Mixed Feelings About Britain and the Six – Opposition to Any Special Concessions”. Zoals de titel al verraadt, gaat het over de Franse mening over een eventuele Britse toetreding. De krant zegt dat de Fransen alleen een toetreding zullen steunen als Groot-Brittannië het Verdrag van Rome volledig aanvaardt en dus geen tegemoetkomingen vraagt[130].

In een opiniestuk op dezelfde dag zegt men dat de beslissing over het al dan niet indienen van een kandidatuur tot toetreding vandaag valt. De eerste minister zal zijn langverwachte verklaring afleggen. De krant stelt dat de inhoud van die verklaring onmogelijk te voorspellen is. Er worden slechts twee zekerheden erkend, namelijk dat Groot-Brittannië, ongeacht haar beslissing, rekening zal houden met de belangen van de Commonwealth en de EFTA. En dat niemand, behalve misschien Generaal de Gaulle de afloop kent van het hele verhaal[131]. Op dit moment wordt dus al rekening gehouden met een mogelijke cruciale rol die de Gaulle zou kunnen spelen. Op 13 juli werd al verwezen naar de heersende onzekerheid die bestaat over hoe de Gaulle zich zal uitspreken over een Britse toetreding. Dit alles houdt trouwens ook wel in, dat, ondanks het feit dat gezegd wordt dat alles nog mogelijk is, The Times er toch ongeveer vanuit gaat dat de Britse regering wel degelijk om toetreding zal verzoeken. Er wordt wel aan toegevoegd dat er nog helemaal geen consensus bestaat in politieke middens. Zowel Labour als de Conservatives zijn onderling verdeeld over deze kwestie[132]. Dit wordt als normaal gezien, omdat het hier niet om een eenvoudig te nemen beslissing gaat. Het zou niet gaan om een morele kwestie maar om het tegen elkaar afwegen van alle mogelijke voor- en nadelen[133]. Daarna stelt de auteur van het artikel dat Groot-Brittannië een compromis zal moeten zoeken bij eventuele onderhandelingen. Hierin zou een groot gevaar schuilen omdat elk land zijn eigen nationale belangen zal verdedigen wat voor harde onderhandelingen garant staat[134]. Om de onderhandelingen succesvol te laten verlopen, is het volgens The Times noodzakelijk dat het hele land zich als één man achter de toetreding schaart, nog voor de onderhandelingen zouden beginnen. Indien dit niet gebeurt zullen de gevolgen achteraf rampzalig zijn[135]. In dit hele artikel wordt geen rekening gehouden met de mogelijkheid die bestaat dat Groot-Brittannië alsnog zal afzien van het indienen van een toetredingsaanvraag. De mogelijkheid wordt wel vermeld maar er wordt niets gezegd over wat in dat geval zal of moet gebeuren. Hieruit kan men afleiden dat The Times er toch duidelijk vanuit gaat dat de Britse regering wel degelijk om toetreding zal verzoeken.

 

4.3.2 De dag na de aankondiging van de Britse kandidatuur tot toetreding van Europa (1 augustus 1961)

 

Op 1 augustus wordt dan uiteraard verslag gedaan van de uiteindelijke beslissing van de Britse regering om zich wel degelijk kandidaat te stellen om tot de EEG toe te treden. De titel van een artikel in The Times dat hierover gaat is “Britain to Open Talks – No Entry Unless Special Interests Are Met”. Er wordt gezegd dat de officiële kandidatuur is gesteld. Opvallend is dat hier onmiddellijk wordt aan toegevoegd dat met dit verzoek om onderhandelingen te beginnen, er geen definitieve verbintenis is aangegaan[136]. Het lijkt wel of The Times zich geroepen voelt om de sceptici gerust te stellen.

Op dezelfde dag is er op pagina 11 ook nog een opiniestukje, met de veelzeggende titel “Application Form”. Opnieuw wordt hier gezegd dat de uitkomst van de onderhandelingen onvoorspelbaar is. Het is niet zeker dat Groot-Brittannië en de Zes tot een akkoord zullen komen, maar, wordt er aan toegevoegd, men is nu toch een stap verder gegaan en men gaat de kwestie nu concreet aanpakken[137]. The Times vindt het goed dat premier Macmillan direct voor een volledig lidmaatschap gaat, en niet voor een of andere associatieregeling. Het wordt namelijk onwaarschijnlijk geacht dat de Zes Groot-Brittannië zouden verwelkomen als slechts een ‘halve partner’. The Times vindt ook dat het Verenigd Koninkrijk zich volledig moet engageren, wil het een stem hebben binnen de Gemeenschap, evenwaardig aan die van de andere leden, en wil het mee controle uitoefenen over het bestuur[138]. Verder in het artikel wordt voorspeld dat de onderhandelingen waarschijnlijk lang zullen aanslepen door de moeilijkheden die verwacht worden bij discussies over speciale voorwaarden voor landen van de Commonwealth of van de EFTA[139]. De krant zegt te vinden dat Groot-Brittannië trouw moet blijven aan het verbond dat het is aangegaan met die landen maar tegelijk dat geen van die landen eenzijdig een veto zal mogen stellen tegen een mogelijk akkoord[140]. Ook nog interessant is dat The Times zich akkoord verklaart met de premier wanneer die zegt dat het debat in het parlement dient gevoerd en niet op straat. Er wordt wel onmiddellijk aan toegevoegd dat het Parlement doordachter en met meer vertrouwen zal handelen wanneer de bevolking voldoende geïnformeerd is[141].

Wat The Guardian betreft, is er allereerst het hoofdartikel op de frontpagina, met als titel “Britain Will Ask to Join EEC – Mr. Macmillan ‘not Confident but Hopeful’ of Entry – Our Duty to Europe”. Deze titel zegt in feite al heel veel; er wordt meegegeven dat de aanvraag gedaan is en ook al iets over de verwachtingen van de Britse premier over de afloop van de onderhandelingen: hij is niet zeker van zijn stuk maar wel hoopvol. Het laatste deel verwijst naar het feit dat toetreding niet alleen in het belang is van Groot-Brittannië, maar ook gezien wordt als een plicht tegenover het continent[142]. Op inhoudelijk vlak wordt hier verder in het artikel in feite weinig of niets aan toegevoegd. In een kleiner artikel wordt gezegd dat de aanvraag enthousiast onthaald werd door de zes regeringen, al wordt er aan toegevoegd dat de Franse houding eerder aarzelend was[143].

Op dezelfde dag verschijnt op pagina 4 echter ook nog een opiniestuk, dat weinig of niets aan de verbeelding overlaat en waaruit heel duidelijk het standpunt van The Guardian blijkt. Zo al in de titel, “Right Decision; Wrong Route”, waaruit blijkt dat de krant voor de kandidatuur is maar niet voor de manier waarop ze werd voorgesteld. Er wordt toegegeven dat alles wat Macmillan in zijn speech gezegd heeft waar is, maar zijn aanpak zou zo weifelend zijn dat ze de kans op succesvolle onderhandelingen fel vermindert. De speech wordt een slechte start genoemd[144]. Daarna wordt de mening van ‘de Europeanen’ besproken. Er wordt gezegd dat het merendeel, zélfs de Gaulle, vóór een toetreding van Groot-Brittannië is, maar dan moet het, van het Verenigd Koninkrijk uit, van ganser harte zijn[145]. De Zes zullen niet bereid zijn om iets fundamenteels te veranderen aan hetgeen wat ze al opgebouwd hebben. Er wordt aan toegevoegd dat er over zaken als quota’s of speciale uitzonderingsmaatregelen wel onderhandeld zal kunnen worden maar de nadruk wordt gelegd op het feit dat de Britten moeten tonen dat ze geloven in een politieke, Europese eenmaking[146]. Volgens de auteur van dit artikel is dit nu net wat Macmillan NIET heeft gedaan in zijn speech; na een jaar van aarzelen zou hij nog steeds een té afwachtende houding aannemen[147]. The Guardian breekt hier in feite de hele aanpak van de regering van deze kwestie af maar, wordt er ook aan toegevoegd, Labour brengt het er als oppositiepartij zeker niet beter van af. Labour-leider Gaitskell wordt verweten dat hij geen enkel initiatief neemt en aan de zijlijn staat toe te kijken. Enig krediet wordt zo ook aan de conservatieve premier Macmillan gegeven, omdat die tenminste het initiatief nam om om toetreding te verzoeken[148]. Het besluit van het artikel kunnen we bijna volledig citeren. De auteur zegt dat dit een vrolijke en geen sombere dag zou moeten zijn. Er wordt erkend dat er harde onderhandelingen wachten. En natuurlijk zullen de Britse industrie en de bevolking voor schokkende veranderingen komen te staan. De belangen van de Commonwealth moeten uiteraard worden beschermd. Maar, wordt er aan toegevoegd, wij (de Britten) hebben veel meer te winnen bij een toetreding dan indien we apart zouden blijven. Er zal een veel grotere afzetmarkt voor Britse producten ontstaan en de industrie zal gestimuleerd worden door de toegenomen concurrentie. Bovendien zal Groot-Brittannië in een veel betere positie verkeren om de landen van het Britse Gemenebest te helpen nieuwe markten te vinden. ‘We’ (de Britten) zullen kunnen helpen om oude Europese ruzies op te lossen en de speciale relatie tussen Groot-Brittannië en de Verenigde Staten zal niet verdwijnen[149]. Het artikel wordt besloten met de zin: “En daarom moeten we het Verdrag van Rome snel en met enthousiasme ondertekenen[150].”

Uiteraard is er op 1 augustus heel wat aandacht voor de officiële aanvraag tot toetreding in de Daily Mail. De krant wijdt er zelfs haar hoofdartikel op de eerste pagina aan. De titel is: “Mac to talk tough – Premier flying to Paris with Market-or-Troops Bargain – Meet us half way, de Gaulle will be asked”. Het eerste element dat in het artikel aan bod komt, is het eerste deel van de titel. Er wordt gezegd dat premier Macmillan een harde lijn zal volgen tijdens de onderhandelingen en de Zes zal waarschuwen dat, indien de Britse kandidatuur niet ernstig genomen wordt, hij de Britse deelname in de verdediging van Europa zal herbekijken[151]. Over deze waarschuwing is in geen van beide andere kranten overigens iets te vinden. Er wordt aan toegevoegd dat eventueel succes van de onderhandelingen volledig afhankelijk is van de reactie van president de Gaulle, die de ‘grootste tegenstander’ van Britse toetreding tot de Gemeenschappelijke Markt wordt genoemd[152]. Daarna wordt voorspeld dat het binnen enkele weken duidelijk zal worden of de lidstaten de Britse speciale problemen ernstig nemen. Indien ze dit zouden doen, moet het hele project afgelast worden. De nadruk wordt gelegd op de noodzaak dat de Zes toegevingen doen tegenover Groot-Brittannië[153]. Dit lijkt een nogal hautaine houding te zijn: Groot-Brittannië wil toetreden maar het zijn de landen die nu al lid zijn, die moeten tegemoet komen aan de wensen van de Britten. De belangrijkste problemen voor Groot-Brittannië worden dan ook opgesomd. Het zou gaan om de belangen van de Britse landbouw, de banden met de Commonwealth en handelsakkoorden met landen van de EFTA en met andere landen over de hele wereld[154].

Dezelfde dag is er, op dezelfde pagina, ook nog een opiniestuk, met als titel “Into the Rubicon”. De titel wordt uitgelegd in de eerste zin van het artikel: Groot-Brittannië heeft de Rubicon nog niet overgestoken maar enkel de teen in het water gestoken om te zien hoe het water is (nog geen vast engagement aangegaan)[155]. Er wordt voorspeld dat de onderhandelingen lang en moeilijk zullen zijn maar, volgens de Daily Mail, dient hulde gebracht aan Macmillan omdat hij de moed had de stap te zetten. Want het is noodzakelijk om West-Europa te verenigen tegen het monolithisch blok van communistische landen[156]. Opvallend toch dat de Daily Mail, als enige van de drie bestudeerde Britse kranten, de bedreiging van het communisme als een van de belangrijkste redenen ziet om Europese integratie na te streven. De krant zegt ook dat men de eerste minister moet geloven als hij zegt dat hij niets zal beslissen dat in het nadeel is van de Commonwealth, de Britse landbouw of van de partners van de EFTA. Geloven critici werkelijk dat gelijk welke Britse regering iets zou doen dat schade kan toebrengen aan Groot-Brittannië, het Gemenebest of bevriende staten[157]? De krant geeft dan wel toe dat er geen garantie op succes bestaat. De grote vraag blijft Frankrijk. President de Gaulle zou gezegd hebben dat Groot-Brittannië welkom is, maar zonder enige toegevingen. De Daily Mail zegt dat dit onmogelijk is en dat de Gaulle dit zou moeten beseffen[158]. Er wordt, zoals vaak in deze opiniestukken, nogal pathetisch afgesloten. Er wordt gezegd dat de Britten voor zware beslissingen staan. Dat er, als de toetreding er komt, belangrijke veranderingen zullen zijn in het dagelijkse leven, maar dat de krant er van overtuigd is dat deze veranderingen ten goede zullen zijn en dat ze voor een grotere veiligheid en welvaart voor Groot-Brittannië zullen zorgen[159].

 

4.3.3 De eerste dagen nadien (augustus 1961)

 

In de volgende dagen verschijnen nog heel wat artikels rond de aanvraag tot lidmaatschap maar het merendeel ervan gaat over de hevige discussies die rond de kwestie in het Parlement worden gevoerd. Zo wordt het probleem er een van interne Britse politiek, wat niet langer tot het onderzoeksveld van deze studie behoort. Daarom werden uit The Times rond dit feit geen verdere artikels weerhouden.

Ook in The Guardian verschijnen nog heel wat artikels, ondermeer over de reacties die in buitenlandse kranten verschenen naar aanleiding van de officiële Britse kandidatuursstelling. Ze vormen echter zelden of nooit een inhoudelijke aanvulling op het beeld van het standpunt van de krant tegenover deze kwestie en worden daarom dan ook niet verder behandeld.

Een uitzondering hierop is een opiniestuk dat verschijnt op 3 augustus, naar aanleiding van een toespraak van premier Macmillan in ‘the House of Commons’ waarin hij de Britse toetredingsaanvraag toelicht. In tegenstelling tot zijn speech, gericht tot de Zes, wordt deze veel beter gesmaakt door The Guardian. In het artikel wordt deze veel warmer genoemd[160]. Er wordt iets verder ingegaan op de uitspraak van Macmillan waarin hij zich voorstander verklaarde van het ‘Europe des Patries’ van de Gaulle in plaats van zich voor zeer verregaande integratie uit te spreken. Er wordt aan toegevoegd dat toegewijde voorstanders van ‘meer Europa’ misschien wel teleurgesteld zullen zijn in deze compromishouding, maar dat er toch moet erkend worden dat de eerste minister met deze speech bewezen heeft over een sterke visie en heel wat politieke moed te beschikken[161]. Het centrale argument om toe te treden ziet The Guardian in het dynamische en expansionistische van de economie binnen de Gemeenschap, en dit los gezien van de precieze berekening van economische winst of verlies voor Groot-Brittannië[162]. Bovendien zou Groot-Brittannië meer invloed kunnen hebben op Europa en op de wereld als het zou toetreden. Volgens de krant zou door de tegenstanders van Brits lidmaatschap geen rekening gehouden worden met dit element en is het goed dat Macmillan er de aandacht op gevestigd heeft[163]. The Guardian zegt dat men moet aanvaarden dat, relatief gezien, de macht van Groot-Brittannië zal afnemen ten opzichte van de vereniging van machten dat Europa zal worden en dat het land van weinig waarde zal zijn voor de Commonwealth of voor wie dan ook[164]. Niemand heeft nog langer belang bij een volledig onafhankelijk Groot-Brittannië, wordt in feite gezegd. De krant erkent wel dat het moeilijk en pijnlijk is voor een volk met een lange traditie van onafhankelijkheid om toe te geven dat de stem van haar land verzwakt op het internationale toneel. Nochtans is het een feit en, zegt The Guardian, is er veel moed nodig voor een conservatieve premier om dit toe te geven[165]. De implicatie dat het voor een conservatieve Eerste Minister moeilijker is, verwijst naar de profilering van de Conservative Party als de ‘nationale partij’, in tegenstelling tot het internationale karakter van de socialistische ideeën van Labour. Een laatste interessant element in dit artikel is het feit dat de krant wel erkent dat op economisch vlak Groot-Brittannië wel zwakker staat dan de Zes maar dat het belang van het land op politiek en militair vlak wel groot is en dat de Zes dit beter zouden inzien[166]. Dit lijkt wel een nauwelijks verholen vraag om meer respect voor Groot-Brittannië van de leden van de Gemeenschap.

In de Daily Mail wordt op 2 augustus, op pagina 2 gezegd dat, op een samenkomst van de West-Europese Unie (waartoe ook Groot-Brittannië behoort), de Zes de Britse kandidatuur verwelkomd hebben[167]. Maar anderzijds was er ook de waarschuwing dat Europese landen die willen toetreden tot de Eenheidsmarkt, bepaalde verantwoordelijkheden moeten opnemen en moeten voldoen aan bepaalde verplichtingen[168].

Op 3 augustus maakt de Daily Mail in een opiniestuk een vergelijking tussen de houdingen van de Conservative Party en die van Labour. The Guardian doet dit ook maar de Daily Mail gebruikt toch wel sterkere bewoordingen. De Daily Mail doet het aan de hand van een speech van de conservatieve premier Macmillan en één van Labour-leider Gaitskell. De vergelijking wordt pijnlijk genoemd. De speech van Macmillan wordt beschreven als een verheven voorstelling van deze fantastische stap, met al de implicaties. Terwijl die van Gaitskell wordt afgedaan als een opeenvolging van bekrompen en afgezaagde opmerkingen die nergens op sloegen[169]. De Labour partij wordt verweten dat ze een veel te afwachtende houding aanneemt, zonder positie te kiezen. Ze wordt gezegd op een hek te zitten wachten, om te kijken in welke richting de kat springt; een beschamende situatie voor zij die beweren dat ze in staat zijn om het land te leiden[170].

De volgende dagen verschijnen nog wel enkele artikels in de Daily Mail, maar ook hier werden alleen de belangrijkste en degene die het duidelijkst het standpunt van de krant ten aanzien van deze problematiek schetsen, weerhouden.

 

4.3.4 Samengevat

 

Globaal genomen kunnen we zeggen dat alle drie de kranten voor Britse toetreding zijn. Het onderscheid zit hem vooral in de manier waarop het standpunt vertolkt wordt. The Times is gematigd en zeer voorzichtig in haar bewoordingen. The Guardian is eigenlijk de enige krant die erkent dat er geen andere weg mogelijk is omdat Groot-Brittannië niet langer de wereldmacht is die ze eens was. De Daily Mail tenslotte, is ook voor toetreding maar blijft geloven in een unieke positie op het internationale toneel voor het Verenigd Koninkrijk. Ze ziet Europese integratie in een samenwerking met de Verenigde Staten, als een strijd tegen de communistische wereld.

 

home

lijst scripties

inhoud

vorige

volgende

 

 


 


[96] TT, 4.7.1961, p.9: “…concerns in New Zealand are mainly about unrestricted entry of her meat and diary produce into Britain.”

[97] TG, 3.7.1961, p.3: “Mr. Macmillan…said what the Government intended not to do…It would not let down the British farmers…will respect the Commonwealth interests and the obligations towards the Efta countries…He called Efta an association of great value, not only economically but also morally and politically.”

[98] DM, 3.7.1961, p.2: “M. Macmillan got a series of danger signals from the Commonwealth, threatening a big rebuff to his plans to link Britain to the European Common Market.”

[99] DM, 6.7.1961, p.2: “The pledge-and-proviso result is probably the most important move so far in Britain’s fight to ease the Commonwealth into Europe’s Market.”

[100] TT, 6.7.1961, p.14: “Mr. Sandys: ‘Britain will not join the Common Market unless special arrangements can be secured to protect the vital interests of the Commonwealth. No decision on opening negotiations will be made until all Commonwealth countries have been fully consulted.’ ”

[101] TT, 10.7.1961, p.9: “If Britain were to join, she would not be involved in a one-sided ‘surrender’ of some national sovereignty. She would merely do what all existing members have allready done.”

[102] TT, 10.7.1961, p.9: “The treaty gives some some of the security, as well as no doubt some of the inflexibility of a written constitution – so foreign to British practice and temperament.”

[103] TT, 10.7.1961, p.9: “A Common Market is likely to extent strong pressures towards uniform economic policies even when the choice is free…there is still plenty of dispute about different aspects of economic policy…which are handled very differently by different members.”

[104] TT, 11.7.1961, p.11: “Any country when considering taking up new treaty obligations is limited by its existing commitments. Britain’s international commitments (Commonwealth and Efta) are larger and more complex than the obligations of any of the Six before the Treaty of Rome was signed.”

[105] TT, 11.7.1961, p.11: “…but they all had their own problems for which they sought special treatment…protocols were appended to the treaty…”

[106] TT, 11.7.1961, p.11: “…but none of associated countries or territories produce either raw materials or manufactured products which compete with important interests within the Six.”

[107] TT, 11.7.1961, p.11: “Britain’s Commonwealth task…is to secure for the Commonwealth new market opportunities which will counterbalance the loss of existing Commonwealth tariff and pre-entry privileges.”

[108] TT, 11.7.1961, p.11: “…what the United Kingdom can do to help other members of Efta depends partly on decisions to be taken in these countries, and on negotiations undertaken between them and the Six.”

[109] TT, 12.7.1961, p.11: “For economic and political reasons the special arrangements for agriculture in the Treaty of Rome…are a keystone of the community arch. If Britain therefore seeks membership, she will be expected to accept in large measure these arrangements.”

[110] TT, 12.7.1961, p.11: “If Britain enters, prices for consumers will probably rise for some products.”

[111] TT, 13.7.1961, p.8: “In all this General de Gaulle’s position remains the great enigma. In a recent speech he said that Britain, if she joined the Common Market, must do so without conditions of any sort. But Common Market representatives do not believe that that is the final French position.”

[112] TT, 13.7.1961, p.11: “…import of raw materials out of Commonwealth countries would become more expensive.”

[113] TT, 13.7.1961, p.11: “The attractions of a wider market are familiar: a greater scope for large scale methods and a sharpened competition.”

[114] TT, 14.7.1961, p.11: “The social policies remain very vague…The Community aims at a high level of employment and ‘equalization of working and living conditions of labour in an upward direction’…”

[115] TT, 14.7.1961, p.11: “…Equal pay would have to be accepted by Britain and this will add to the labour costs in industry.”

[116] TT, 15.7.1961, p.9: “Traditionally Britain has subordinated its trade with other countries within the Commonwealth…Joining the Common Market would mean for Britain a final break from the old Imperialist idea of sheltered Commonwealth self-sufficiency and an acceptance of the challenge of competing on equal terms with the industry and agriculture of Continental Europe.”

[117] TT, 18.7.1961, p.11: “…At least the economic dangers, which worry the Commonwealth countries are matters which can be the subject of negotiations. The profound political worries…are, however, in an entirely different category. The political implications of the Treaty of Rome are vague.”

[118] DM, 18.7.1961, p.1: “Britain in Europe could contribute more to the Commonwealth than Britain outside Europe. That is what we believe.”

[119] DM, 18.7.1961, p.1: “Sir W. Churchill talked…about 3 intersecting circles of Europe, Commonwealth and Anglo-American alliance and the unique position of Britain because she linked them all. To enter the European Community would be to underpin and reinforce the whole structure.”

[120] DM, 18.7.1961, p.1: “Do opponents observe they are keeping company to communists?”

[121] DM, 18.7.1961, p.1: “So long as the West is divided…as it is now, so much easier will it be for Kruschev to conquer the world for Communism.”

[122] DM, 18.7.1961, p.1: “If the free countries band together, they can impose a barrier. The West means not only Britain and Europe but also Commonwealth, US and friends.”

[123] DM, 20.7.1961, p.2: “…that the reason for this attack is that President de Gaulle evaded making a clear statement on France’s attitude towards Britain joining the Six.”

[124] DM, 21.7.1961, p.1: “Britain is to open negotiations soon to join the Common Market. Mr. Macmillan will recommend the Cabinet next week to take the plunge despite the dangers and the Commonwealth-objections. The target is for Britain to join the Common Market late next year.”

[125] DM, 28.7.1961, p.2: “Britain is to start negotiations, the Cabinet decided yesterday. Mr. Macmillan will make a statement in the Commons on Monday.”

[126] DM, 28.7.1961, p.2: “But even the idea of joining is causing enough to make dozens of pro-Commonwealth MP’s revolt. The Conservative Party faces an explosive situation.”

[127] TG, 20.7.1961, p.6: “The Heads of Government of the Six meet…to sort out their differences over political unity of the Six…There are two main ideas: de Gaulle who wants a confederation in which the member countries consult and act together on political matters of common interest but without a merging of political identities and those who want a federation, an idea with the most eloquent advocates in West-Germany.”

[128] TG, 20.7.1961, p.6: “…the attitudes of the Six are perfectly understandable; before they can negotiate on Britain’s entry, Britain must state her clear and genuine intent to play a full part in the Community.”

[129] TG, 25.7.1961, p.9: “…Britain has conceded a veto to every Efta member on both the type of negotiations and the outcome of such negotiations.”

[130] TT, 31.7.1961, p.7: “So far the official French line has been that Britain’s entry must be subject of acceptance of all the engagements of the Treaty of Rome.”

[131] TT, 31.7.1961, p.11: “Today the Prime Minister will make his long-expected statement on the Common Market. There is no point in predicting its nature…Only two things are certain: Britain has undertaken in whatever she does to be mindful of Commonwealth and Efta interests and no one, except perhaps General de Gaulle, knows the final outcome.”

[132] TT, 31.7.1961, p.11: “Both Conservative and Labour members can be found on both sides.”

[133] TT, 31.7.1961, p.11: “It is not a moral issue. It is a matter of making up a complex account of advantages and disadvantages.”

[134] TT, 31.7.1961, p.11: “If Britain joins, she will have to strike a bargain. This is where a warning is appropriate. All nations act from self-interest. The bargaining will be hard.”

[135] TT, 31.7.1961, p.11: “The building of national strength must start now. To delay the effort until Britain is in the Six would be to invite more than one kind of disaster.”

[136] TT, 1.8.1961, p.10: “An announcement of the formal application has been made in the Commons…It involves no final commitment.”

[137] TT, 1.8.1961, p.11: “…No one can tell whether an agreement between Britain and the Six…will be possible or not. But at last the matter has come to the test.”

[138] TT, 1.8.1961, p.11: “In his contention that it was better to make an application for full memebership rather than to seek ‘an association’ the Prime Minister was on good ground…as it would be unlikely that the Six would welcome Britain as a half-partner…if Britain is to be closely geared into the Community she must have an equal say with others in its control.”

[139] TT, 1.8.1961, p.11: “The difficulties of reaching agreement are likely to be great, due to the obligations Britain has towards Commonwealth and Efta…”

[140] TT, 1.8.1961, p.11: “Clearly Britain’s pledges will have to be honoured…Equally clearly no single other nation (Commonwealth or Efta) can have the power of absolute veto.”

[141] TT, 1.8.1961, p.11: “The Prime Minister was right to stress…that his duty was to Parliament. But Parliament will act more wisely and more confidently if there is the widest possible informed public opinion.”

[142] TG, 1.8.1961, p.1: “…and said it was both our duty and our interest to join…”

[143] TG, 1.8.1961, p.1: “Macmillan’s announcing Britain’s intention to apply for membership was welcomed in each of the six EEC capitals. Only France took a more hesitant attitude…”

[144] TG, 1.8.1961, p.4: “Strictly speaking, all that Macmillan said is correct. But his approach is so half-hearted that it must diminish the chances of success in the negotiations. He has made a depressing start.”

[145] TG, 1.8.1961, p.4: “Most Europeans -even President de Gaulle- want us to join the Common Market…But they want us to come in wholeheartedly.”

[146] TG, 1.8.1961, p.4: “They want us with them, but not at the price of dismantling what they have built…although we can discuss such matters as quotas or special arrangements…Above all…we must show that we believe in the ambition of a politically united Europe.”

[147] TG, 1.8.1961, p.4: “This is just what Mr. Macmillan has not done…After more than a year’s hesitation, he still hesitates.”

[148] TG, 1.8.1961, p.4: “Not that Mr. Gaitskell did any better…His performance was as depressing as the Prime Minister’s…It may be recalled that Mr. Macmillan at least took the decision to start negotiations while the Labour leader stood on the sidelines…”

[149] TG, 1.8.1961, p.4: “Yesterday should have been a glad day not a gloomy one. Of course there is hard bargaining ahead. Of course industries and individuals in Britain will be jolted if we go into the Common Market. Of course the interests of…Commonwealth countries have to be protected. But we have far more to gain by partnership in Europe than by standing aside…We shall have access to a large market and the stimulus of competition…And we shall be better placed to help the Commonwealth find new markets…we shall be helping to do away with Europe’s old quarrels. We shall still enjoy close relations with America…”

[150] TG, 1.8.1961, p.4: “That is why we should embrace the Rome Treaty.”

[151] DM, 1.8.1961, p.1: “He will adopt a tough line and will warn: Either the Common Market talks are given a fair chance of success or the whole of Britain’s defence contribution in Western Europe will be reconsidered.”

[152] DM, 1.8.1961, p.1: “Everything depends on the reaction of president de Gaulle, being the leading opponent of Britain joining the Common Market.”

[153] DM, 1.8.1961, p.1: “Within a few weeks it should be clear whether the European countries are taking Britain’s special problems seriously. If not, the attempt must be called off as a disaster. The need now is for the 6 to make concessions.”

[154] DM, 1.8.1961, p.1: “At stake for Britain are her agricultural interests, Commonwealth links and trade pacts with the Efta and other countries throughout the world.”

[155] DM, 1.8.1961, p.1: “Britain has not yet crossed it but has put a toe in it to see what the water is like.”

[156] DM, 1.8.1961, p.1: “…negotiations will be long and complicated…Let us pay tribute to the courage of Mr. Macmillan for leading his Government into it at all…Mr. Macmillan rightly bases his case on the need for the unity of Western Europe facing the ‘enormous monolithic strength of the Soviet Union’.”

[157] DM, 1.8.1961, p.1: “He (Macmillan) will not seek success at the expense of the Commonwealth, British agriculture, or our partners in Efta. Such promises…must surely be accepted. Do the critics really believe that any British Government would deliberately damage Britain, alienate the Commonwealth , and let down our friends?”

[158] DM, 1.8.1961, p.1: “There is, of course, no guarantee of success. Most of the Six are anxious to see us in but France is still the big question mark. President de Gaulle has said he would welcome Britain into the Common Market but only without conditions. He must realise that, for us, this would be impossible.”

[159] DM, 1.8.1961, p.1: “The British people are approaching grave decisions. If we enter we must expect changes in some aspects of our national life. But we believe these changes will be for the better and will enable us to look forward to a greater security and prosperity than we enjoy now.”

[160] TG, 3.8.1961, p.8: “Mr. Macmillan’s speech…was refreshingly warmer in tone than his statement on Monday.”

[161] TG, 3.8.1961, p.8: “…and he announced himself in favour of a ‘Europe des Patries’,…But although convinced ‘Europeans’ might have been better pleased by a more uncompromising speech, they should not fail to acknowledge the vision and political courage which the Prime Minister showed.”

[162] TG, 3.8.1961, p.8: “The central argument for joining the Common Market, above and beyond the precise computation of economic gains and losses,…is that the European Community is a going concern; that it is dynamic and expansionist in its economic behaviour…”

[163] TG, 3.8.1961, p.8: “…and that Britain can hope for more influence in Europe and in the world if she joins than if she stays outside. It is this dynamic aspect that is forgotten by the opponents of British membership; and it was to this that the Prime Minister rightly paid attention.”

[164] TG, 3.8.1961, p.8: “…an isolated Britain, whose power is necessarily bound to decline relatively to that of the ‘massive grouping’ growing up in Europe, would be of little value to the Commonwealth or to anyone else.”

[165] TG, 3.8.1961, p.8: “It is, of course, painful for a people with a long and proud tradition of independence to admit that their country’s voice is growing feebler. Nevertheless it is a fact; and it must have taken some courage for a Conservative Prime Minister to admit it.”

[166] TG, 3.8.1961, p.8: “…but although our economic cards are weak, our political and military cards are strong…The countries with whom we are to negotiate would be wise to recognise this.”

[167] DM, 2.8.1961, p.1, titel: “Market Six give Britain a Warm Welcome”.

[168] DM, 2.8.1961, p.1: “But there was a warning reminding Britain that European countries wanting to join the Common Market must be ready ‘to assume some responsibilities and the same obligations in all fields’.”

[169] DM, 3.8.1961, p.1: “The comparison between yesterday’s speeches of Mr. Macmillan and Mr. Gaitskell was painful. Mr. Macmillan’s was a soaring exposition of this tremendous move with all its implications. The one of Mr. Gaitskell was formed by a series of petty threadbare remarks which did not amount to anything.”

[170] DM, 3.8.1961, p.1: “The Labour Party is sitting on the fence, waiting to see which way the cat jumps. What a situation for those who affect to be competent to lead the country.”