August De Block (1893-1979): socialistisch politicus. Een biografie. (Joris De Coninck)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

EPILOOG : LEVEN NA WERELDOORLOG II IN VOGELVUCHT

 

August De Block nam na de aankomst van de “Civil Affairs”-missie in Brussel dadelijk zijn taak als raadgever-officier op. De opdracht van De Block bestond, ook na de installatie van de Belgische regering in de bevrijde hoofdstad, in het verzorgen van de contacten tussen de geallieerde troepenmacht en de Belgische burgerbevolking. De Block was benoemd tot hoofd van de dienst “Arbeid” van de “Civil Affairs”-missie. Als zodanig stond hij in voor het vastleggen van de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de Belgische arbeiders die door de geallieerden waren tewerkgesteld.

 

Het betrof daarbij een zeer breed gamma van verschillende beroepsklassen : van havenarbeiders die het materiaal dat door de geallieerden werd aangevoerd losten, over arbeiders die in opdracht van de geallieerden bomen kapten tot de obers, koks en keukenhulpjes, die in de door de bevrijders opgeëiste horecazaken waren tewerkgesteld. De geallieerden schenen de Belgen vrij hoge lonen uit te betalen, wat niet naar de zin was van de Belgische minister van Arbeid en Sociale Voorzorg en de patroonsorganisaties die kloegen over de steeds hogere looneisen van hun personeel.

 

De Block ontving vele klachtenbrieven in die zin. Hij ontkende niet dat de opgeëiste arbeiders goed werden betaald, maar hij zag in de hoge salarissen vooral een middel om stakingen en oproer te voorkomen. Sociale onrust kon immers de bevoorrading van de geallieerde legers in het gedrang brengen.

 

Het wezenskenmerk van De Blocks opdracht als “Civil Affairs Officer” bestond er net in er voor te zorgen dat het niet zo ver kwam.[573]

 

De Block bleef in militaire dienst tot hij op 31 mei 1946 werd gedemobiliseerd. Op dat moment was hij al negen maanden met verlof zonder wedde en was hij tewerkgesteld als kabinetsmedewerker van Achille Van Acker. De Block stond in voor de rekrutering van Duitse en Italiaanse krijgsgevangenen die als kompel moesten worden tewerkgesteld in de Belgische mijnen. Op die manier trachtte men het hoofd te bieden aan de chronische onderproductie waarmee de mijnen in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog kampten.[574]

 

Op 2 maart werd De Block, nadat hij zich op aan dringen van enkele “très bons amis”[575] kandidaat had

gesteld, verkozen tot provinciaal senator voor Oost-Vlaanderen. Sedert 19 juli 1949 werd hij via coöp tatie verkozen. Lang tevoren had De Block vele aan geboden partijfuncties afgeslagen. Zo kreeg hij in november 1944 het verzoek om de functie van algemeen secretaris van de BSP op zich te nemen. De Block weigerde omdat hij zijn taak als “Civil Affairs Officer” voornamer achtte.[576]

 

Twee jaar later verzocht Alfons Pincé uit Sint-Niklaas aan de Block om naar zijn geboortestad terug te keren. Pincé bekloeg zich met name over het gedrag van Jozef Vercauteren die bezig was “al hetgeen gij [= A. De Block] na jaren harden strijd hebt opgebouwd [...] verloren [te laten] gaan”[577].

 

August De Block behield zijn senaatszetel tot 1965. Tijdens zijn loopbaan als senator diende De Block diverse wetsontwerpen in, was hij lid van de Senaats commissie voor Verkeerswezen en voorzitter van de Senaatscommissie voor Economische Zaken. Hij nam het in de Senaat ook op voor de meer dan dertigduizend gevluchte Belgische soldaten die, net als hij, in 1914 het bolwerk Antwerpen waren ontvlucht en vier jaar lang in Nederlandse interneringskampen waren opgesloten.[578]

 

Kort na het einde van de Tweede Wereldoorlog kampte het gezin De Block met financiële moeilijkheden. August De Block moest het geld dat hij tijdens zijn verblijf in Vichy-Frankrijk vanuit Zwitserland had ontvangen om in zijn levensonderhoud te voorzien volledig terugbetalen. De vergoeding die de Block als senator ontving bleek lang niet voldoende. Mede daarom was de directeursfunctie bij de socialistische partijkrant “Vooruit” zeer welgekomen.

 

De Block nam vanaf september 1947 de directeurs   functie van de krant en de eraan verbonden drukkerij “Het Licht” op zich, op een moment dat “Vooruit”    in crisis verkeerde.

 

Vanaf 1950 kon De Block de eerste positieve resultaten voorleggen. Hij verliet de krant in 1956 na een conflict met Anseele jr. De Block was ook in andere geledingen van de communicatiemedia actief. Sinds 1952 was hij lid van het directiecomité van de Belgische dagbladfederatie en sinds 1954 was hij bestuurder van het persagentschap “Belga”. Ondanks zijn terugtreden als directeur van “Vooruit” bleef hij tot 1968 wekelijks stukjes publiceren in het dagblad. In 1959 trad De Block terug als lid van de Gemeenschappelijke Vergadering van de EGKS, een mandaat dat hij sinds 1955 bekleedde, en in 1965 trok hij zich terug uit de Europese Raad, waar hij sinds 1958 zetelde.[579]

 

De periode van 1946 tot 1965 was zeer druk voor August De Block. Hij cumuleerde verschillende functies zodat het voor hem onmogelijk was op alle zittingen van de Senaat aanwezig te zijn. Meestal vertrok De Block, die ondertussen van Jette naar Sint-Lambrechts-Woluwe was verhuisd, op maandag   ochtend naar de “Vooruit”-redactie te Gent. Op dinsdagmiddag keerde hij meestal terug om er die dag en op woensdag enkele zittingen van de Senaat bij te wonen. Op donderdag vertrok De Block dan terug naar Gent om op zaterdag terug te keren en het weekend thuis door te brengen.[580]

 

Rachel bleef haar man al die jaren bijstaan op de vele vergaderingen, meetings en politieke bijeen komsten. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werden zij echter voor lange tijd van elkaar ge scheiden. Rachel had zich in Londen, net als haar man vrijwillig aangemeld bij UNRA, een organisatie die instond voor de opvang van burgers die het door de geallieerden veroverde gebied. Rachel kwam in Duits land terecht in een sector die gecontroleerd werd door Franse troepen. De Franse soldaten gingen zich echter te buiten aan tal van wandaden, onder meer diefstal, waarover Rachel haar beklag deed bij de hogere militaire overheden. Dat zinde de Fransen allerminst zodat Rachels leven in Duitsland steeds moeilijker werd. Zij schreef daarover een brief aan haar echtgenoot die, in het gezelschap van een Amerikaanse kolonel, dadelijk naar Duitsland vertrok om zijn vrouw er weg te halen. Na haar terugkeer uit Duitsland nam Rachel onmiddellijk ontslag uit UNRA. Naderhand bleef zij, zoals gemeld, haar echtgenoot steunen bij diens politieke bezigheden, al ver minderde dat wel gestaag naarmate zij ouder werd en haar echtgenoot zich geleidelijk aan uit het openbare leven terugtrok. Na een slepende ziekte (Rachel leed aan aderverkalking) overleed zij op 11 december 1969.[581]

 

August De Block vulde zijn laatste levensjaren ondermeer met reizen. Hij ging meermaals naar het Zuid-Franse Arthez-de-Béarn waar hij de vrienden ontmoette die het gezin in 1940 hadden opgevagen. Daarnaast reisde hij, als lid van een Belgisch-Chinese vereniging, geleid door Marthe Huysmans, twee maal naar communistisch China.

 

De Block bleef ook nog lang politiek actief in de BSP-afdeling van zijn woonplaats Sint-Lambrechts-Woluwe. Het is daar dat August De Block op 25 april 1979 overleed aan een hartaanval en enkele dagen later ter aarde werd besteld.[582]

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[573] AMSAB, August De Block, nr. 211, doos 1, bundel 9, nota 2 augustus 1945, brief van de secretaris-generaal van het Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg aan A. De Block, 24 juli 1945; doos 1, bundel 10, volledige briefwisseling.

[574] CHDK, Persoonlijk Dossier August De Block, nr. 32129, Steekaart; brief van J.R. Leconte, hoofdconservator van het Koninklijk Museum van het Leger en van Krijgsgeschiedenis aan het minis-terie van Landsverdediging, Algemeen Bestuur van het Personeel, Sectie Classering en Individuele Dossiers, 2 augustus 1962.

P. SUNOU, Les prisonniers de guerre allemands en Belgique et la bataille du charbon, 1945-1947, Brussel, 1980, blz. 3-10.

[575] AMSAB, August De Block, nr. 211, doos 2, bundel 2, brief van A. De Block aan A. Merlin, 16 september 1946.

[576] AMSAB, August De Block, nr. 211, doos 1, bundel 7, brief van Tielemans aan A. De Block, 8 november 1944.

[577] AMSAB, August De Block, nr. 211, doos 2, bundel 2, brief van A. Pincé aan A. De Block, 17 september 1946.

[578] AMSAB, S.M. Het Licht, nr. 17, doos 153 bundel 3 en doos 154 bundel 8, c.v. van August De Block.

EVD, Interview met Paul De Block op 10 februari 1998.

[579] AMSAB, Los Archief, nr. 100/16: August Domien De Block; S.M. Het Licht, nr. 17, doos 153, bundel 3 en doos 154 bundel 8, c.v. van August De Block.

August De Block est mort, in : Le Peuple, 27 april 1979.

H. BALTHAZAR, In Memoriam. August De Block, een politicus van betekenis, in : Vooruit, 3 mei 1979.

P. VAN MOLLE, o.c., blz. 63.

[580] EVD, Interview met Paul De Block op 10 februari 1998.

[581] EVD, Interview met Paul De Block op 10 februari 1998.

[582] August De Block est mort, in : Le Peuple, 27 april 1979.

H. BALTHAZAR, art.cit.

EVD, Interview met Paul De Block op 10 februari 1998.