Municipale curatores in Italie en de westelijke provincies tijdens het principaat. (Véronique Bonkoffsky)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

HOOFDSTUK  VI: PROFIEL PER CATEGORIE VAN DE MUNICIPALE CURATORES

 

6.5. TEMPELS

 

In Italië waren 25 curatores verantwoordelijk voor een cura templi (fani[816]) of een cura aedium sacrarum[817].  Ook de curator apud Iovem Statorem rekenen we tot deze categorie.[818]  Dit is 18,25 %.  Ongeveer de helft van deze curatores zijn curatores fani Herculis Victoris (48,00%) uit Tibur.[819]   Gemakshalve zullen we al deze curatores aanduiden met ‘templi’, dus ook de curatores ‘aedium sacrarum’.

 

6.5.1. Chronologische spreiding

 

We zijn erin geslaagd 15 van de 25 curatores te dateren in één bepaalde eeuw.  Nog één kon worden gedateerd aan het einde van de 1e of het begin van de 2e eeuw[820], terwijl nog een andere kon worden gedateerd aan het einde van de 2e of het begin van de 3e eeuw[821].

 

Onderstaande tabel en diagram geven de spreiding in de 1e, 2e of 3e eeuw weer:

 

 

Curatores

Italië

Tempels

 

Totaal

 

 

Aantal

%

Aantal

%

1e eeuw

2

13.33

27

31.03

2e eeuw

11

73.33

46

52.87

3e eeuw

2

13.33

14

16.09

 

15

100.00

87

100.00

 

 

In de 1e eeuw blijft het percentage curatores behoorlijk wat onder het percentage van de referentiestandaard hangen.  Wat de 2e eeuw betreft, stellen we het omgekeerde vast.  Onder de 11 curatores die in de 2e eeuw konden worden gedateerd bevinden zich 7 curatores fani Herculis Victoris.  Een plausibele verklaring voor het hoge aantal curatores fani Herculis Victoris in deze eeuw zou kunnen zijn dat men het tempelcomplex van Hercules wou uitbreiden waardoor men extra krachten nodig had om de bouwwerken op te volgen of omdat men de tempel, die werd gebouwd tussen 88 en 82 v.Chr.[822], wou restaureren.  In de 3e eeuw zakt het percentage curatores templi opnieuw onder de referentiestandaard.  Indien we de spreiding van de curatores templi over de drie eeuwen zouden berekenen zónder de curatores fani Herculis Victoris mee te tellen, zouden we ten eerste in de 2e eeuw het percentage tot onder de referentiestandaard zien duiken en ten tweede het percentage curatores templi in de 1e en de 3e eeuw nog dieper onder de referentiestandaard zien dalen.

 

6.1.2. Geografische spreiding

 

De resultaten van de geografische spreiding van de curatores van deze categorie zien er als volgt uit:

 

 

 

Curatores voor de tempels

Totaal aantal curatores

 

 

Aantal

%

Aantal

%

Aantal

%

Aantal

%

Zuid-

 Campanië

2

8.00

 

 

18

13.14

 

 

Italië

 Regio II

0

0.00

2

8.00

10

7.30

31

22.63

 

 Regio III

0

0.00

 

 

3

2.19

 

 

 

 Latium Vetus

16

64.00

 

 

32

23.36

 

 

 

 Latium Adiectum

0

0.00

 

 

11

8.03

 

 

Midden-

 Regio IV

4

16.00

21

84.00

24

17.52

93

67.88

Italië

 Regio V

1

4.00

 

 

3

2.19

 

 

 

 Regio VI

0

0.00

 

 

9

6.57

 

 

 

 Regio VII

0

0.00

 

 

14

10.22

 

 

 

 Regio VIII

1

4.00

 

 

1

0.73

 

 

Noord-

 Regio IX

0

0.00

2

8.00

0

0.00

13

9.49

Italië

 Regio X

0

0.00

 

 

5

3.65

 

 

 

 Regio XI

1

4.00

 

 

7

5.11

 

 

 

 

25

100

25

 

137

100

137

 

 

 

Het percentage voor Midden-Italië werd opnieuw in grote mate beïnvloed door de curatoris fani Herculis Victoris die allen in Tibur, in Latium Vetus (regio I), deze curatele hebben uitgeoefend.

 

6.1.3. Spreiding over de standen

 

Bij het bepalen van de status konden we niet achterhalen tot welke sociale groep twee van deze curatores behoorden wegens beschadiging van de steen.[823]  Onderstaande tabel geeft de spreiding over de verschillende standen en hun subcategorieën weer:

 

 

Opnieuw worden de resultaten beïnvloed door de curatores fani Herculis Victoris.  Van deze 12 curatores was slechts één persoon lid van de municipale elite die nooit het municipaal niveau verliet (status 4.2).[824]  Vier anderen behoorden tot de ere-equites, waarvan drie een functie op rijksniveau hadden uitgeoefend[825] en één niet[826].  De overige 7 waren allen leden van de ordo senatorius.[827] 

Toch werden nog drie andere curatores geattesteerd die géén curator fani Herculis Victoris waren en die deel uitmaakten van de rijkselite.  Eén van hen was de senator C. Iulius Galerius Asper.[828]  Verder was T. Flavius T.f. Germanus[829], een eques die was doorgedrongen tot de procuratelen (status 2.1), curator sartorum tectorum operum publicorum et aedium sacrarum geweest op municipaal niveau en vonden we nog een curator templi terug die de militiae equestres had doorlopen (status 2.2)[830].

Tenslotte werden nog 7 leden van de municipale elite die nooit het municipaal niveau hadden verlaten (status 4.2)[831] en 1 vrijgelatene (status 5)[832] belast met een cura templi.

Men mag dus besluiten dat, zelfs indien we de curatores fani Herculis Victoris buiten beschouwing zouden laten, de 25 curatores templi wat hun sociale status betrof een zeer heterogene groep vormden.

 

6.1.4. Politiek profiel

 

Wanneer oefenden de curatores templi hun curatele functie uit binnen hun carrière?

 

 

Bij 5 curatores van deze categorie konden we niet nagaan wanneer ze hun curatele functie op zich namen binnen hun politieke carrière.

Het meest opvallende van het diagram is het percentage van curatores dat zijn curatele uitoefende aan het begin van zijn rijkscarrière (D).  Het gaat hier om een aantal van de curatores fani Herculis Victoris en om C. Iulius Galerius Asper. [833]  Hun percentage overschrijdt fel het percentage van de referentiestandaard.  Een veel kleiner percentage van curatores met een rijkscarrière oefende zijn curatele uit tijdens die carrière (E).[834]

Een tweede zaak die in het oog springt, is het lage percentage curatores die de cura vervulde aan het einde van zijn municipale carrière (C).[835]  Dit percentage ligt in de eerste plaats lager dan de referentiestandaard en in de tweede plaats ook lager dan het percentage curatores dat zijn cura aan het begin van zijn municipale carrière uitoefende (A)[836].

 

Welke municipale ambten uit de municipale cursus honorum vervulden de curatores het meest?

Van de 25 curatores templi vermeldden er 12 één of meerdere municipale ambten.  Van deze 25 curatores was 36 %  II vir, wat aan de lage kant is in vergelijking met de vorige categorieën.  De quaestuur werd door 20 % van de curatores bekleed, 16 % was quinquennalis  terwijl slechts 4 % aedilis is geweest.  Eén curator vermeldt dat hij omnibus honoribus functus was.  Geen enkele curator vermeldt zijn functie van decurio.

 

Uitoefening van dezelfde cura en combinatie van curae.

Nergens werd een curator templi teruggevonden die zijn cura meerdere malen uitoefende.  Wel werden curatores templi geattesteerd die gelijktijdig met deze cura of op een ander moment andere curatele functies hebben uitgeoefend.  T. Flavius T.f. Germanus was curator sartorum tectorum operum publicorum et aedium sacrarum, twee curatelen die nauw bij elkaar aansloten en tegelijkertijd werden uitgeoefend.[837]  Sex. Pulfennius C.f. Ter. Salutaris M. Luccius Valerius Severus was op hetzelfde moment belast met de cura arcae Vitrasianae Calenorum en met de cura templi.[838]  Beide curatores waren functionele equites.[839]  Tenslotte vonden we één persoon terug die vier verschillende curatele functies na elkaar uitoefende, namelijk een cura templi, een cura annonae, een cura pecuniae alumentariae en een cura operum publicorum[840] en één persoon die opeenvolgend met een cura annonae en met een cura templi werd belast[841].

 

6.5.5. Evergetisme

 

Twee curatores hebben aan evergetisme gedaan.  Eén persoon organiseerde een maaltijd[842] en de andere hield een gelduitdeling[843].

 

6.5.6. Provincies

 

In de provincies waren 8 curatores aangeduid om een cura templi uit te voeren (totaal aantal curatores: 29).  Dit is 27,59 %.  Wanneer we ons herinneren dat totnogtoe één curator met betrekking tot voedsel, géén curatores viarum en slechts één curator aquae in de provincies werden  gevonden, kunnen we stellen dat de curatores templi in de provincies een aanzienlijk deel van het totale aantal geattesteerde curatores vormde, naast de curatores operum publicorum (24,14 %).

Aangezien deze 8 curatores verspreid over vier provincies werden teruggevonden, kunnen we onmogelijk de gegevens per provincie naast een referentiestandaard plaatsen.  Het is trouwens ook zinloos om de verhoudingen tussen de resultaten in hun geheel, zonder onderscheid te maken tussen de provincies, en een referentiestandaard na te gaan.

Wat de datering betreft hebben we één curator kunnen dateren in de 1e eeuw[844], twee in de 2e eeuw[845] en één in de 3e eeuw[846].   Een vijfde curator kon worden gedateerd aan het einde van de 2e of het begin van de 3e eeuw.[847] 

De geografische spreiding is ook gevarieerd.  In Africa, Britannia en Gallia werd telkens één curator geattesteerd[848], in Germania twee[849], terwijl in Hispania drie curatores templi werden teruggevonden in de regio van Hispania Tarroconensis[850].

Van twee curatores kon de stand niet worden bepaald.[851]  Twee andere personen vermeldden enkel hun curatele functie (status 4.0).[852]  De overige vier curatores zijn één voor één leden van de municipale elite, waarvan zelfs twee een functie op rijksniveau hebben uitgeoefend (status 4.1).[853]  Geen enkele van deze curatores oefende andere curatele functies uit.  Eén curator oefende driemaal dezelfde cura uit.[854]  Twee van deze 8 curatores templi deden aan evergetisme.[855]

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

[816] Slechts één persoon: (I.112.).

[817] (I.14.) (I.16.) (I.34.-I.39.) (I.137.).

[818] (I.90.) (I.92.) (I.93.).

[819] (I.20.) (I.21.-I.22.) (I.23.) (I.24.) (I.25.) (I.26.) (I.27.) (I.28.) (I.29.) (I.30.) (I.31.) (I.32.).

[820] (I.108.).

[821] (I.137.).

[822] CEBEILLAC GERVASONI, M., Les magistrats des cités italiennes de la seconde guerre punique à Auguste: Le Latium et la Campanie, p.84.

[823] (I.19.) (I.112.).

[824] (I.31.).

[825] (I.24.) (I.25.) (I.27.).

[826] (I.26.).

[827] (I.20.) (I.21.-I.22.) (I.23.) (I.28.) (I.29.) (I.30.) (I.31.).

[828] (I.34.-I.39.).

[829] (I.16.).

[830] (I.57.).

[831] (I.14.) (I.90.) (I.92.) (I.93.) (I.108.) (I.137.) (I.146.).

[832] (I.69.).

[833] (I.21.-I.22.) (I.23.) (I.27.) (I.28.) (I.29.) (I.30.) (I.32.) (I.34.-I.39.).

[834] (I.20.).

[835] (I.16.) (I.57.) (I.90.).

[836] (I.24.) (I.25.) (I.26.) (I.92.).

[837] (I.16.).

[838] (I.57.).

[839] Respectievelijk status 2.1 en status 2.2.

[840] (I.90.).

[841] (I.92.).

[842] (I.93.).

[843] (I.137.).

[844] (P.19.).

[845] (P.25.) (P.26.).

[846] (P.22.).

[847] (P.20.).

[848] Africa: (P.3), Britannia: (P.30.), Gallia: (P.12.).

[849] (P.19.) (P.20.).

[850] (P.22.) (P.25.) (P.26.).

[851] (P.20.) (P.30.).

[852] (P.12.) (P.19.).

[853] Status 4.2.: (P.22.) (P.25.); Status 4.1: (P.3) (P.26.).

[854] (P.30.).

[855] (P.25.) (P.30.).