Municipale curatores in Italie en de westelijke provincies tijdens het principaat. (Véronique Bonkoffsky) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
6.4. WEGEN
Van de in het totaal 137 curatores die in Italië werden geattesteerd, waren 15 curatores belast met een cura viarum. Dit is 10,95 %. Eén van deze curatores oefende twee curatele functies uit met betrekking tot twee verschillende wegen waarbij hij telkens de cura kreeg toegewezen door de keizer.[796] Deze curator was niet de énige die door de keizer werd aangeduid. Ook G.Caesius C.f. Ouf. Silvester die in de typologie reeds werd besproken, ontving zijn cura van de keizer.[797] De cura die aan P.Plautius Pulcher werd toevertrouwd door het volk, gebeurde op aanbeveling van de keizer.[798] Deze tussenkomst van de keizer wijst erop dat hij een som geld aan de gemeente schonk met dewelke in dit geval wegen dienden te worden aangelegd of onderhouden. We zien hier dat de keizer regelmatig een schenking deed om de infrastructuur van de wegen in goede staat te houden. Een dergelijke benoeming door de overheid mag niet als een verplichting worden beschouwd, maar moet meer als een eer worden gezien.
6.4.1. Chronologische spreiding
Eén curator viarum (of viae) kon niet worden gedateerd. Acht curatores (53,33 %), konden worden geplaatst in een bepaalde eeuw en 2 andere konden worden gedateerd aan het einde van de 2e - begin van de 3e eeuw.[799]
|
Curatores |
|||
Italië |
Wegen |
Totaal |
||
|
Aantal |
% |
Aantal |
% |
1e eeuw |
2 |
25.00 |
27 |
31.03 |
2e eeuw |
6 |
75.00 |
46 |
52.87 |
3e eeuw |
0 |
0.00 |
14 |
16.09 |
|
8 |
100.00 |
87 |
100.00 |
In de 2e eeuw zien we het percentage curatores viae vrij sterk stijgen, terwijl in de 3e eeuw geen enkele curator uit deze categorie werd geattesteerd.
6.4.2. Geografische spreiding
De geografische spreiding van de curatores viae ziet er als volgt uit:
|
|
Curatores voor de wegen |
Totaal aantal curatores |
||||||
|
|
Aantal |
% |
Aantal |
% |
Aantal |
% |
Aantal |
% |
Zuid- |
Campanië |
1 |
6.67 |
|
|
18 |
13.14 |
|
|
Italië |
Regio II |
1 |
6.67 |
2 |
13.33 |
10 |
7.30 |
31 |
22.63 |
|
Regio III |
0 |
0.00 |
|
|
3 |
2.19 |
|
|
|
Latium Vetus |
1 |
6.67 |
|
|
32 |
23.36 |
|
|
|
Latium Adiectum |
1 |
6.67 |
|
|
11 |
8.03 |
|
|
Midden- |
Regio IV |
7 |
46.67 |
11 |
73.33 |
24 |
17.52 |
93 |
67.88 |
Italië |
Regio V |
0 |
0.00 |
|
|
3 |
2.19 |
|
|
|
Regio VI |
2 |
13.33 |
|
|
9 |
6.57 |
|
|
|
Regio VII |
0 |
0.00 |
|
|
14 |
10.22 |
|
|
|
Regio VIII |
0 |
0.00 |
|
|
1 |
0.73 |
|
|
Noord- |
Regio IX |
0 |
0.00 |
2 |
13.33 |
0 |
0.00 |
13 |
9.49 |
Italië |
Regio X |
0 |
0.00 |
|
|
5 |
3.65 |
|
|
|
Regio XI |
2 |
13.33 |
|
|
7 |
5.11 |
|
|
|
|
15 |
100 |
15 |
|
137 |
100 |
137 |
|
We stellen vast dat het percentage van personen dat was belast met het toezicht op de wegen in Midden-Italië veel hoger ligt dan in de twee andere gebieden en bovendien ook iets hoger dan de referentiestandaard. In het gebied van Midden-Italië was het wegennet uitgebreider dan in Zuid- en Noord-Italië omdat de gebieden en regio’s het centrum van het Romeinse imperium vormden en in de nabijheid van de Urbs waren gelegen. De wegen lagen hier waarschijnlijk reeds geruime tijd en hadden nood aan herstelling. Het percentage werd beïnvloed door het opmerkelijk aantal curatores dat in regio IV (Samnium) werd geattesteerd. Vier van de 7 curatores werden aangesteld als curator van de via Claudia Nova. Dit was een rijksweg die niet onder controle van de senaat stond. Wanneer een rijksweg over het grondgebied van een gemeente liep, moest het onderhoud ervan door de gemeente of door de aanwonenden worden bekostigd.[800] De weg was een belangrijke verbindingsweg en moest bijgevolg goed worden onderhouden, wat kan verklaren dat voor zijn onderhoud regelmatig speciale (municipale) functionarissen werden aangeduid.
In deze categorie vinden we voor de eerste maal curatores terug in Noord-Italië. Totnogtoe werden, wat de vorige categorieën betreft, nog geen curatores in dit gebied geattesteerd.
6.4.3. Spreiding over de standen
Bij 4 van de 15 curatores viae kon geen sociale status worden bepaald.
Onderstaand diagram geeft een overzicht van de spreiding van de curatores viae over de verschillende sociale groepen:
Bij het bekijken van het diagram stellen we vast dat P. Plautius Pulcher, lid van de ordo senatorius (status 1), een cura viarum op zich heeft genomen. Hij werd door de keizer voorgedragen aan de vicini die hem dan ook als uitvoerder van deze cura kozen[801].[802] Het is totnogtoe de eerste maal dat we iemand van senatoriale rang ontmoeten die een municipale cura op zich nam. Ook L. Sibidienus L.f. Ouf. Sabinus, een eques die het tot procurator van de provincia Africa heeft gebracht (status 2.1), schreef een municipale cura viarum op zijn naam.[803] Verder zien we dat een primuspilus die was doorgedrongen tot het tribunaat van een cohors in Rome (status 2.3), G. Caesius C.f. Ouf. Silvester, de cura viarum van dezelfde weg als L. Sibidienus L.f. Ouf. Sabinus kreeg toegewezen door de keizer.[804] Dit waren één voor één personen die tot de rijkselite behoorden.
We vinden ook iemand van de ere-equites terug die een functie op rijksniveau had bekleed (status 3.1), namelijk C. Pomponius C.f. Vitalis.[805] Ook een lid van de municipale elite kreeg tweemaal een cura viarum toegewezen door twee verschillende keizers.[806] Op deze wijze oefende deze curator dus ook tweemaal een functie uit op rijksniveau (status 4.1).
Het percentage voor de leden van de municipale elite die nooit het municipaal niveau hebben verlaten (status 4.2), ligt slechts iets hoger dan de referentiestandaard.
6.4.4. Politiek profiel
Wanneer vervulden de curatores viae hun curatele functie binnen hun carrière?
We waren in staat om van 13 curatores viae te bepalen wanneer ze hun curatele functie uitoefenden.
Uit het diagram kunnen we drie bijzonderheden afleiden. Ten eerste stellen we vast dat de curatele functie het meest aan het begin van de carrière werd uitgeoefend (A).[807] Ten tweede is het opmerkelijk dat het percentage van de personen die hun cura aan het einde van hun carrière uitoefenden laag ligt in vergelijking met de referentiestandaard (C).[808]
Tenslotte constateren we dat een aantal personen dat een carrière op rijksniveau had uitgebouwd hun curatele functie tijdens die rijkscarrière vervulden (E).[809] G. Caesius C.f. Ouf. Silvester oefende daarentegen zijn curatele uit na zijn militaire carrière.[810]
Welke municipale ambten uit de municipale cursus honorum vervulden de curatores het meest?
Deze curatores oefenden, in vergelijking met voorgaande categorieën, in mindere mate ambten van de cursus honorum uit. Slechts 26,67 % van de curatores viarum waren II vir geweest. Evenveel procent was quaestor en aedilis. Zes van de 15 curatores waren quinquennalis (40,00 %). Eén curator was omnibus honoribus functus. Geen van hen vermeldde het ambt van decurio.
Uitoefening van dezelfde cura en combinatie van curae.
Er was slechts één curator die tweemaal een cura viarum uitoefende, maar de cura betrof niet dezelfde weg en werd door twee verschillende keizers toegekend.[811] Verder constateerden we dat slechts één curator tijdens zijn leven nog een andere curatele functie had uitgeoefend. Deze cura sloot nauw aan bij zijn cura viarum. Het ging om een cura operum publicorum.[812]
6.4.5. Evergetisme
Slechts één curator viae stelde een evergetische daad in de vorm van de organisatie van een maaltijd.[813]
6.4.6. Provincies
In de provincies werd geen enkele curator viae geattesteerd. W. Langhammer stelt dat daar de curator rei publicae verantwoordelijk was voor de cura viarum.[814] Hij verwijst hierbij naar de Real-Encyclopädie die twee voorbeelden geeft: een tribunus militum en nog een andere persoon van ridderrang, die waren belast met de cura viarum.[815]
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
[796] (I.87.).
[797] (I.120-I.122.).
[798] (I.18.).
[799] (I.58.) (I.103.).
[800] LANGHAMMER, W., Die rechtliche und soziale Stellung der Magistratus Municipales und der Decuriones, p.184.
[801] Iemand van senatoriale rang kon niet worden verplicht tot de uitoefening van een cura en bovendien duidde normaliter de ordo decurionum de personen aan die werden belast met een cura.
[802] (I.18.).
[803] (I.123.).
[804] (I.120.-I.122.).
[805] (I.107.).
[806] (I.87.).
[807] (I.58.) (I.87.) (I.103.) (I.107.).
[808] (I.51.).
[809] (I.18.) (I.123.).
[810] (I.120.-I.122.).
[811] (I.87.).
[812] (I.58.).
[813] (I.51.).
[814] LANGHAMMER, W., Die rechtliche und soziale Stellung der Magistratus Municipales und der Decuriones, p.184.
[815] KORNEMANN, E., Real-Encyclopädie, IV, p.1801.