De door de politierechter geregistreerde criminaliteit tijdens het crisisdecennium in Lokeren, 1840-1850 (Annelies Coppieters)
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
Volgens het Van Dale woordenboek is een politiereglement 'een door een bijzondere autoriteit vastgesteld strafvoorschrift tegen overtredingen'.
Ik heb de 19e-eeuwse politieverordeningen van de stad Lokeren onder de loep genomen omdat ze een schitterende indicatie zijn voor wat daar in die periode niet door de beugel kan. Door de politiereglementen van een bepaalde stad of een bepaald dorp erop na te slaan, komen we te weten wat men zijn inwoners verbood of gebood te doen.
Bovendien kunnen we eruit afleiden welke gewoonten en gebruiken men er vroeger op nahield[162]. Deze verordeningen kaderen in een repressieve aanpak. Wat de gezagsdragers van Lokeren of van de provincie als hinderlijk beschouwen of wat zij als inbreuken op de openbare ordehandhaving definiëren, krijgt een plaatsje in het politiereglement.
De term 'politiereglementen' is eigenlijk niet goed gekozen. Deze verordeningen worden uitgevaardigd door het gemeentebestuur. Het uitvaardigen van politiereglementen kadert dus in de gemeentelijke politiek. Volgens Hugo Arens zou de term 'gemeenteverordening' veel geschikter zijn[163].
In de Franse tijd hebben de gemeentebesturen louter lokale bevoegdheden: het toezicht op de openbare orde, veiligheid, gezondheid en netheid, de zogenaamde politionele bevoegdheid is hier één van. De gemeentewet van 1836 die de werking en de taken van de gemeenten regelt, blijft anderhalve eeuw van kracht. Het college van burgemeester en schepenen treedt uitvoerend op, de gemeenteraad vooral reglementair, controlerend en beslissend[164].
De politiereglementen worden gestemd door de gemeenteraad. Dit gebeurt bijvoorbeeld nadat een individu of een belangengroep een klacht of vraag op papier gesteld heeft.
Het college van burgemeester en schepenen kan zo'n belangengroep zijn. De briefwisseling tussen de gemeenteraad en de bestendige deputatie staven dit.
Onderstaande tekst komt uit het verslag van de gemeenteraad van 16 april 1844:
'Meneer de president brengt ter kennis van de raedsleden het voorstel vanwege het collegie van burgemeester en schepenen rakende de herziening van de plaatselijke ordonnantie van politie wegens het sluiten en ruimen van herbergen op de daerbij bepaelde uren, vastgesteld bij raadpleging in date 18 januari 1831, ten einde die te gewijzen ten opzichte van de boeten daarin uitgedrukt van 11 franc tot 15 franc voor overtreding van de schikkingen van dezelfde ordonnantie om dezelve tot een minimum te brengen hetgene aan de rechter eene meerdere uytstrekking toeeygend in het gewijs naer bevind van verzachtende of verzwarende omstandigheden.
Den raed … overwegende dat den inleydenden voorstel van gewijzigingen nopens de boeten hier voorin gevraagd, gesteund op de bijgehaalde beweegredenen des te meer aennemelijk toeschijnt, terwijl de schikkingen der bedoelde ordonnantie van politie zijn genomen onder het tijdelijke geleid (beleid?) van onrustige omstandigheden, wanneer derzelve als noodzakelijk herkend zijn geweest in het handhaven der politie bij het middel van meer bezwaarlijke boeten, daermeer van eenen anderen kant als doelmatig moet beschouwen dezelve door den rechter na bewind van zaken in minder of meerdere kunnen toegepast worden'[165].
Deze tweede paragraaf van het verslag van de gemeenteraad toont aan dat de jaren 1830 in Lokeren onrustig zijn. In de jaaroverzichten van de geregistreerde kleine criminaliteit valt het op dat 1840 een hoog aantal geregistreerde misdrijven telt in verhouding met de volgende vijf jaren. De laatste drie jaren van het onderzochte decennium staan op hetzelfde misdrijvenniveau als 1840[166].
Het college van burgemeester en schepenen is niet de enige belangengroep die zich met een voorstel tot de gemeenteraad richt.
In maart 1842 richten 'zommige heeren olieslagers en kooplieden' zich tot de gemeenteraad dat 'ter oorzaek van den hoogen ouderdom die hij bereykt den genoemden Pieter Dierickx, onbekwaem geworden zynde tot het uytoefenen van aengestelden beëedigden meter der vaten en wel namentlijk van olievaten, en alzoo in het belang van den koophandel behoort voorzien te worden in de aenstelling van eenen diergelijken meter…
Gezien de voordragt der personen gedaen door de gezeyde heeren olieslagers en kooplieden… Pieter Johannes Verschueren, herbergier,… welken in deze hoedanigheyd dezen dienst zal aenvangen… van den eersten april'[167].
De olieslagers en kooplieden hebben zelf een persoon voorgesteld om deze functie over te nemen. De gemeenteraad keurt hun volledige voorstel goed.
Een ander voorbeeld van een belangengroep is die van de linnenkooplui: 'De Gemeenteraad van Lokeren heeft in zitting van 26 november 1842 een reglement van politie vastgesteld gebiedende de zegeling van lijnwaden te koop geveild op de markt dezer stad. De president deelt mede aan de verenigde raedsleden een ingediend requeste door de heren kooplieden van lijnwaden, zoo vreemde als ingezetene, welke de wekelijkse markt van deze stad bijwonen strekkende ten eynde in voege te brengen de zegel wegens de breede der lijnwaden die alhier ter markt aangebracht worden tot verkoop om door dezen middel de misbruiken te beletten in de te koopstelling derzelve. Den raed gezien de bovengemelde requeste in aendacht nemende de herhaalde klachten der lijnwaadkopers en de ondervinding bewezen hebbende dat er dikwijls lijnwaden ter markt te koop gesteld worden welke geene bepaalde breede hebben, hetzij deze bedrieglijk geweven, of op een andere bedekte en listige wijze geveyld en alzoo deszelfs inwendige gebrekkelijkheid aan het zicht der kopers wordt onttrokken'. Overwegende dat in het algemeen belang van deze voorname tak van koophandel mede in het welzijn van de markt dezer stad het dringende toeschijnt ten aanzien van de gedachte misbruiken om deze te voorkomen, de nodige maatregels te nemen gelijk deze reeds bestaan op de lijnwaadmarkten van deze provincie en andere.
Besluyt als volgt:
Artikel 1: Te beginnen met de eerste marktdag van januari 1843 zullen voortaan de wevers en andere verkopers van lijnwaden zodra zij op de markt met hun lijnwaadstukken aankomen gehouden zijn de breede van deze zelve te laten verifiëren en met de zegel vast te stellen. Zij zullen niet mogen te koop gesteld worden dan na bekleed te zijn met het merk van de zegel die de breede aanwijst en dit op ene boete van 3 frank voor elk stuk dat in overtreding wordt bevonden.
Artikel 4: Alle degene die een zegel hoegenaamd zouden veranderen of vervalsen zullen voor de gerechthoven gebracht worden om als vervalsers gestraft te worden. Al degenen die de zegel zouden uitdoen of het afdruksel meer of min onzichtbaar maken zullen vervallen in een boete van 5 tot 8 franc per stuk en voor het gerecht van politie vervolgd worden'[168].
Ook de leden van de gemeenteraad zelf kunnen voorstellen opwerpen. Op 16 maart 1847 schrijft de secretaris van de gemeenteraad:
'De gemeenteraad overwegende dat de graanmarkten en andere binnen deze stad bij afwezigheid van reglementaire bepalingen van politie ten aanzien derzelve niet alleen veroorzaakt verwarring in de markten maar ook klaarblijkelijk verhindering toebrengt aan het algemeen welzijn, als aanleiding gevende tot de duurte der levensmiddelen in het groot nadeel van het publiek en bijzonderlijk de behoeftige volksklasse.
Artikel 1: Geen landbouwer noch verkoper van granen of andere waren zal vermogen zijn graan of waren te koopstellen, noch er de prijs van bepalen vooraleer zij volkomentlijk zullen ontladen en geplaatst zijn ter plaats daartoe bestemd en tenzij naer de opening dezer markten op de vastgestelde uur.
Artikel 2: Het is verboden aan alle zakdragers, arbeiders en andere personen welke niet erkend zijn beroep te bedrijven in betrekking der waren van dezelfde markten zich binnen die markten te begeven maer zij gebonden zijn zich op eene zekere afgelegenheid daarvan te verwijderen tot aleer zij nu zullen geroepen worden tot uitoefenen van hun dienst. Bij overtreding door de gezeide werklieden zullen als verzamelde muitmakers aanzien, en indien het nodig is, door de gewapende macht verspreid worden boven de straffen opgelegd door de wetten tegen de oproerige verzamelingen.
Artikel 3: Overtreders … rechtbank van simpele politie. Boete van 3 tot 5 franc of gevang van 1 tot 3 dagen en bij herhaling een boete van het dubbel welk niet meer dan 15 franc of een gevang van 5 dagen mag te boven gaan.
Artikel 6: Het tegenwoordig besluit zal uitvoerbaar worden onmiddellijk na de zelfs gedane afkondiging'[169].
Nadat de gemeenteraad vergaderd heeft en de opgeworpen voorstellen goed- of afgekeurd heeft moeten zij nog de goedkeuring van de bestendige deputatie ontvangen vooraleer de reglementen gepubliceerd mogen worden.
Artikel 78 van de gemeentewet verplicht de gemeenten er toe hun reglementen en politieverordeningen, voorafgaand aan de publicatie, aan de bestendige deputatie van de provincieraad voor te leggen. Deze laatste kan wijzigingen opleggen.
'Overeenkomstig het artikel 78 van de gemeentewet zal de tegenwoordige ordonnantie ingezonden worden aan de permanente deputatie van de provincie, aan de griffie van het tribunaal van eerste aanleg en aan de griffie van simpele politie'[170].
De gouverneur kan de toepassing van bepaalde artikelen opschorten. Hij heeft de macht om dit te doen op basis van artikel 86 van de gemeentewet, dat dergelijk optreden voorziet als de gemeenteraad zijn bevoegdheid te buiten gaat of het algemeen belang schaadt[171].
Een voorbeeld van zo'n goedkeuring is een bevestiging van een reglement door de gemeenteraad van Lokeren.
Nadat de provinciale raad een voorstel goedgekeurd heeft, wordt dit nog eens bevestigd door de gemeenteraad. Een voorbeeld hiervan is: 'De gemeenteraad van de stad Lokeren heeft het reglement van politie op het sluiten en ruimen der herbergen vastgesteld 18 januari 1831 bij resolutie van 16 april 1844 gematigd'[172].
In de steden worden de verordeningen geafficheerd en op de buitenmuren van enkele openbare gebouwen geplakt. Op het platteland gebeurt de bekendmaking na de kerkdienst door de belleman[173].
Wat ik erg opvallend vind, is het vrij vaak (1839, 1840, 1842, 1843 en 1846) voorkomen van: 'een ordonnantie van politie wegens de vastenavond dagen of zogenaamde carnaval van het tegenwoordig jaar ten einde te voorkomen alle wanorders en de openbare ruste te verzekeren gedurende de zelve dagen.'
Ik heb geen enkele keer een overtreding op dit reglement vastgesteld in de vonnissen van de politierechtbank van Lokeren tijdens de jaren 1840. Bovendien blijft de inhoud van de reglementen heel dit decennium ongewijzigd. Enkel de data waarop de 'vastenavond dagen of zogenaamde carnaval van het tegenwoordig jaar' plaatsvindt, wordt in het reglement aangepast. Voor het overige is elk reglement telkens een kopie van dat van het vorige jaar.
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
[162] H. ARENS, Het Reglement raekende de police der straeten en publicque plaetsen In: N. VAN CAMPENHOUT, Lokeren vroeger: Een huldeboek voor wijlen Eerwaarde pater Dr. Vedastus Verstegen, p. 21-24
[163] ibid., p. 21
[164] K. VELLE, Gemeentelijke politiereglementen als bron voor volkscultuur. In: Volkskundige Kroniek, p. 95
[165] RAG, Provinciaal archief, Stukken en correspondentie betreffende reglementen en verordeningen van plaatselijke politie te Lokeren, 1838 - 1842
[166] Zie Deel II, hoofdstuk 3
[167] SAL, Diverse stedelijke en politiereglementen, Uyttrek uyt den Register der deliberatien van den gemeente Raed der stad Lokeren, maart 1842
[168] RAG, Provinciaal archief, Stukken en correspondentie betreffende reglementen en verordeningen van plaatselijke politie te Lokeren, 1838-1842
[169] RAG, Provinciaal archief, Stukken en correspondentie betreffende reglementen en verordeningen van plaatselijke politie te Lokeren, 1847
[170] RAG, Provinciaal archief, Stukken en correspondentie betreffende reglementen en verordeningen van plaatselijke politie te Lokeren, 1838-1842
[171] P. VAN DEN EECKHOUT en G. VANTHEMSCHE, Bronnen voor de studie van het hedendaagse België, p. 151
[172] RAG, Provinciaal archief, Stukken en correspondentie betreffende reglementen en verordeningen van plaatselijke politie te Lokeren, 1843-1845
[173] K. VELLE, Gemeentelijke politiereglementen als bron voor de volkscultuur. In: Volkskundige Kroniek, p. 96