Over bouwen en verbouwen. De textielnijverheid in het arrondissement Aalst (1914-1944): een industriële archeologie. (Karsten Mainz)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

2. INDUSTRIEELARCHEOLOGISCHE INVENTARIS

 

2.4. ZOTTEGEM

 

2) Bonneterie de Sottegem

 

Aard:               breigoedfabriek

Ligging:            Godveerdegemstraat, op de plaats van het appartementsgebouw met huisnummer 38

Kadaster:         enige sectie, perceelnummer 741

Datering:          1926

Actueel:           verdwenen

 

De N.V. ‘Bonneterie de Sottegem’ werd opgericht op 7 september 1926. Eén van de vennoten was R. Tiré, industrieel en woonachtig te Strijpen, die eveneens actief was in de N.V. ‘Bonneterie des Flandres’ (cfr. 1) Bonneterie des Flandres). Gelijktijdig met de oprichting van de vennootschap werd een breigoedfabriekje opgetrokken aan de Godveerdegemstraat. Volgens een nijverheidstelling uitgevoerd door het Zottegemse gemeentebestuur op 10 december 1926, stelde de onderneming drie maanden na haar oprichting 26 personen tewerk, waarvan 20 vrouwen. Net als bij de aanpalende ‘Bonneterie des Flandres’ ging het ook hier vermoedelijk om ambachtelijke breigoedproductie. Er werden in de bronnen alleszins geen sporen van mechanisatie teruggevonden. De N.V. was 15 jaar actief, tot ze 1941 werd ontbonden.

 

In 1926 werd op een perceel landbouwgrond, kadastraal geregistreerd onder het perceelnummer 741g3 en gelegen aan de Godveerdegemstraat, een werkhuis opgericht. Het perceel landbouwgrond had een oppervlakte van 4a60ca, waarvan ongeveer 2a40ca (15 x 15,75 m) werd bebouwd. Bouwheer en eigenaar was R. Tiré, maar het gebouw werd al snel overgedragen aan de N.V. ‘Bonneterie de Sottegem’.

Het betrof een eenvoudige bakstenen constructie, bestaand uit één enkele bouwlaag en vier traveeën aan de straatzijde. Het geheel werd bekroond met een 4-delig zaagdak, evenwijdig met de straat. Daglicht kon naar binnen via twee vensters aan de straatzijde en door glaspartijen in de van de straat afgewende dakschilden. Het werkhuis kon betreden worden via een poort en een deur aan de straatzijde. De indeling van de voorgevel maakte dat het gebouw er eerder uitzag als een woonhuis dan als een nijverheidsgebouw. Binnenin werd de ruimte slechts onderbroken door een negental gietijzeren zuilen die de dakconstructie ondersteunden. Om de zijdelingse krachten van de dakschilden op te vangen waren de zuilen bovenaan verbonden door trekijzers.

 

Fragmenten uit de bouwplannen van de breigoedfabriek ‘Bonneterie de Sottegem’

(Bouwaanvraag R. Tiré (Bonneterie de Sottegem), 1926)

 

Het werkhuis werd op 11 januari 1939 ongewijzigd verkocht aan Oscar De Rouck – Van Vaerenberg, een ijzergieter die woonachtig was in de Broeder Marèslaan 32. Het pand werd geïntegreerd in de ijzergieterij die sinds 1932 gevestigd was in de voormalige gebouwen van de ‘Bonneterie des Flandres’ (cfr. 1) Bonneterie des Flandres). Zoals blijkt uit de plattegrond op de volgende bladzijde werd de eigenlijke gieterij erin ondergebracht. Direct achter het werkhuis werd een smeltoven opgetrokken.

Toen de ijzergieterij in 1956 haar activiteiten stopzette, werd het werkhuis omgevormd tot een magazijn, vooraleer in 1970 samengevoegd te worden met een aanpalende woning. Intussen heeft het gebouw plaats gemaakt voor een appartementsblok. Van de voormalige gieterij rest enkel nog een deel van het op de plattegrond ingetekende werkhuis. Het gebouwtje, dat wordt gebruikt als afstelplaats en hoenderhok, bevindt zich echter in een lamentabele staat. Van het werkhuis van de vroegere ‘Bonneterie de Sottegem’ zijn helemaal geen sporen meer terug te vinden. Foto’s werden niet gevonden.

 

Schets van de plattegrond van de ijzergieterij Oscar De Rouck (schaal: 1/300)

 

 

(Bouwaanvraag De Rouck O., 1942)

 

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende