Over bouwen en verbouwen. De textielnijverheid in het arrondissement Aalst (1914-1944): een industriële archeologie. (Karsten Mainz)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

2. INDUSTRIEELARCHEOLOGISCHE INVENTARIS

 

2.4. ZOTTEGEM

 

1) Bonneterie des Flandres

 

Aard:               breigoedfabriek

Ligging:            Broeder Marèslaan, op de plaats van de woonhuizen met straatnummer 28 en 30 en de daarachter gelegen huurgarages

Kadaster:         enige sectie, perceelnummer 741

Datering:          1926

Actueel:           verdwenen

 

In 1926 richtte R. Tiré naast zijn textielwinkel aan de Broeder Marèslaan een breigoedfabriek op. R. Tiré was als vennoot eveneens betrokken bij de N.V. ‘Bonneterie de Sottegem’, die op dat moment een werkhuis optrok op een aanpalend perceel (cfr. 2) Bonneterie de Sottegem). Twee jaar later, op 7 februari 1928, werd de breigoedfabriek ingebracht in de nieuwe N.V. ‘Bonneterie des Flandres’. Eén van de vennoten in de nieuwe N.V. was H. Moreels, vermoedelijk familie van Jules Moreels, die eveneens een breigoedfabriek bezat in de Broeder Marèslaan (cfr. 6) Etablissements Jules Moreels). De onderneming werd ontbonden in 1932. Vermoedelijk werd het bedrijf, waar nog op ambachtelijke wijze geproduceerd werd, slachtoffer van de economische crisis in het begin van de jaren ’30.

 

In 1926 werd op een perceel landbouwgrond, kadastraal geregistreerd onder het perceelnummer 741u3 en gelegen aan de Broeder Marèslaan te Bevegem, Zottegem, een breigoedfabriek opgericht. Het perceel had toen een oppervlakte van 6a40ca. Het breigoed-fabriekje zelf, dat bestond uit een werkhuis en een magazijn, besloeg ongeveer 1a40ca (6,6 x 20,8 m). De resterende oppervlakte werd grotendeels ingenomen door een koer en een tuin. Bouwheer en eigenaar was de nijveraar R. Tiré uit Strijpen.

Bij het bedrijfsgebouw ging het om een eenvoudige constructie opgetrokken uit baksteen en bekroond met een zaagdak. Het pand bestond uit één bouwlaag en acht traveeën. De eerste drie traveeën aan de straatzijde waren ruim een meter hoger dan het resterende gebouw. Vensters aan de straatzijde en in de gevel langs de koer (per twee traveeën één uitgewerkt en één blind venster) zorgden samen met glaspartijen in het zaagdak voor lichtinval. Het gebouw kon betreden worden via een deur aan de straatzijde en via een deur op de koer. Het dak steunde op metalen liggers, die rustten op de buitenmuren, aan de zijde van de koer voorzien van uitspringende gemetste pilaren.

 

Fragmenten uit de bouwplannen van de breigoedfabriek Tiré (schaal: 1/100)

 

(Bouwaanvraag R. Tiré, 1926)

 

Nauwelijks een jaar na de oprichting werd de breigoedfabriek uitgebreid met het aanpalende textielwinkeltje van R. Tiré, dat dateerde uit 1923. De perceelsoppervlakte groeide zo aan tot 7a40ca.

Op 7 februari 1928 werd de N.V. ‘Bonneterie des Flandres’ gesticht, waaraan de breigoedfabriek werd overgedragen. Deze N.V. werd ontbonden in 1932, waarna de fabriek op 27 oktober 1932 werd verkocht aan Oscar De Rouck – Van Vaerenberg, ijzergieter uit Zottegem. Hij splitste het gebouw in twee eenheden. De eerste vier traveeën werden omgebouwd tot een woning, terwijl de rest van het pand onderdak verleende aan een ijzergieterij. Het bedrijf zou in de jaren daarop verder worden uitgebreid, zowel met nieuwbouw als met de voormalige breigoedfabriek ‘Bonneterie de Sottegem’, die in 1939 werd aangekocht (cfr. 2) Bonneterie de Sottegem).

Het deel van de voormalige breigoedfabriek ‘Bonneterie des Flandres’ dat tot woonhuis was omgebouwd zou in 1947 worden gesloopt om plaats te maken voor een nieuwe woning. Het jaar daarop werd ook de rest van het gebouw afgebroken. In de plaats daarvan kwam er een kleine garage. Tegenwoordig bevinden zich op het terrein van de vroegere breigoedfabriek twee woonhuizen en een aantal huurgarages. Van de vroegere constructies is niets meer te zien. Foto’s van het gebouw werden niet teruggevonden.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende