Over bouwen en verbouwen. De textielnijverheid in het arrondissement Aalst (1914-1944): een industriële archeologie. (Karsten Mainz)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

2. INDUSTRIEELARCHEOLOGISCHE INVENTARIS

 

2.3. NINOVE

 

2) Sofilaine

 

Aard:               wolspinnerij en -twijnderij

Ligging:            Désiré De Bodtkaai 27, aan de achterzijde van het ‘Fabelta’-complex

Kadaster:         sectie B, perceelnummer 1221

Datering:          1928

Actueel:           kleiner deel gesloopt, rest in gebruik door ‘Fabelta Ninove’, bijna volledig ingesloten door industriële nieuwbouw.

 

De N.V. ‘Sofilaine’, met zetel in de Regentiestraat 2 te Brussel, werd opgericht in 1927. De vennootschap bezat naast de fabriek aan de Tragel (de huidige Désiré De Bodtkaai) te Ninove eveneens een vestiging in Peruwelz in de Rue du Roucourt. Het bedrijf legde zich toe op het spinnen, twijnen, verven, veredelen (en weven?) van kamwol. De geproduceerde garens waren zowel bestemd voor particulieren als voor de breigoed- en weefindustrie. De handbreiwol werd op de markt gebracht onder de merknaam “Laine 4 Points”. Wanneer de vennootschap werd ontbonden kon niet worden achterhaald, maar vermoedelijk werden de activiteiten in Ninove gestopt in 1967.

 

Reclameaffiche van de N.V. ‘Sofilaine’ (s.d.)

 

(A. DE COSTER, E. DE SCHRIJVER, R. DE TROYER, e.a. 75 jaar stedelijke nijverheidsschool te Ninove 1910-1985. Ninove, s.n., s.d., p.40)

 

In 1928 werd op een perceel hooiland gelegen op de Burchtweiden naast de Dender en kadastraal geregistreerd onder sectie B, perceel 1221p een nieuwe fabriek opgericht. Bouwheer en eigenaar was de N.V. ‘Sofilaine’ met zetel in de Regentschapsstraat 2 te Brussel. Het complex had een perceelsoppervlakte van 2ha34a en behoorde van meet af aan tot de grootste industriële vestigingen in Ninove. Merkwaardig is wel dat het gebouw volgens de kadastrale bronnen ingericht werd als wolweverij, en dit terwijl de N.V. ‘Sofilaine’ in andere bronnen steevast als garenproducent wordt aangeduid. Het machinepark werd aangedreven door een stoommachine. In het jaar na de oprichting werden de fabrieksgebouwen reeds een eerste maal uitgebreid. Net als bij de eerste bouwfase ontbreekt ook hier de bouwaanvraag.

Van de volgende bouwactiviteiten, die pas plaatshadden tijdens de Tweede Wereldoorlog, bleven de bouwaanvragen gelukkig wel bewaard. Een eerste aanvraag uit het jaar 1942 had betrekking op de (her)bouw van een magazijn met een oppervlakte van ca. 3 are.

 

Grondplan van het in 1942 herbouwde magazijn (schaal: 1/200)

 

 

(Bouwaanvraag N.V. ‘Sofilaine’, 1942)

 

Voor- en zijgevel van het magazijn (schaal: 1/100)

 

(Bouwaanvraag N.V. ‘Sofilaine’, 1942)

 

Het magazijn werd opgetrokken uit rode baksteen (Boomse steen, rijnvorm) op een fundament van betonbrikken. Onderaan werd de gevel voorzien van een 50 cm hoge cementen plint. In de voorgevel van het gebouw werden negen vensters aangebracht, telkens gegroepeerd per drie. De vensters bestonden uit in beton gevat glas met een buitenafmeting van 1 op 1 m. In het uitspringende gedeelte van de zijgevel werd een toegangspoort voorzien met een breedte en hoogte van om en bij de 3 meter. Via een poort in het gebouw kon men de aanpalende bedrijfsruimten bereiken. Het gebouw werd voorzien van een 2-delig zaagdak met de assen loodrecht op de binnenkoer, dat echter aan het oog onttrokken werd door de gevelmuur. De planning van en de controle op de bouwactiviteiten was in handen van architect J. De Mesmaeker.

Diezelfde architect tekende eind 1942 ook voor de bouw van een scheidingsmuur aan de achterzijde van het complex. Ook deze muur werd opgetrokken uit Boomse steen op een fundering uit betonbrikken. Enkele weken later incasseerde de fabriek een voltreffer tijdens een bomaanval. De machinekamer en de imposante fabrieksschoorsteen werden op een haar na gemist, maar de daarachter gelegen productieruimten werden tot puin herleid.

Begin 1943 diende de onderneming dan ook een bouwaanvraag in om de oorlogsschade te herstellen. Andermaal werd een beroep gedaan op J. De Mesmaeker. Dankzij de bijge-voegde bouwplannen is het mogelijk zich een beter idee te geven van het toenmalige fabriekscomplex.

 

Gevel van de te herstellen productieruimte gezien van op de koer (schaal: 1/100)

 

(Bouwaanvraag N.V. ‘Sofilaine’, 1943)

 

Plattegrond van het ‘Sofilaine’-complex (1943)

 

(Bouwaanvraag N.V. ‘Sofilaine’, 1943)

 

Detail van de dakconstructie (schaal: 1/50)

(Bouwaanvraag N.V. ‘Sofilaine’, 1943)

 

Zoals blijkt uit de plattegrond ging het bij de ‘Sofilaine’ fabriek om een zeer omvangrijk complex van ca. 85 op 230 meter.

 

De gebouwen werden opgetrokken uit traditioneel metselwerk, versterkt met uitspringende gemetste pilaren. Daar zowel bij de bouw van het magazijn als van de scheidingsmuur een fundament uit brikkenbeton werd gelegd is het goed mogelijk dat dit ook voor de rest van het gebouw het geval was. Veruit het grootste gedeelte van het complex besloeg slechts één bouwlaag met een respectabele hoogte van ca. 6 meter, maar het valt niet uit te sluiten dat sommige gedeelten uit meerdere bouwlagen bestonden. Het geheel werd afgedekt met een zaagdak voorzien van glaspartijen uit gehamerd glas. Het ijzeren dakgeraamte werd zodanig geconstrueerd dat binnen in de in 1943 herbouwde productiehal geen extra steunpunten moesten worden aangebracht. De 30 meter lange liggers steunden enkel op de buitenmuren. In het hart van het bedrijf, recht tegenover de hoofdingang, werd  de fabrieksschoorsteen opgetrokken. De ronde schouw met een diameter van 4 meter aan de basis werd gemetst met rode baksteen en versterkt met ijzeren ringen.

Na de oorlog werden de fabrieksgebouwen nog herhaalde malen vergroot. Het fabrieksareaal werd verder uitgebreid tot een uiteindelijke oppervlakte van 2ha39a35ca in 1966. Tijdens de jaren ’60 zou een deel van de gebouwen ook een tijdlang onderdak verlenen aan een technische school. Het bedrijf was toen duidelijk over zijn hoogtepunt heen. Vanaf 1967 staat het complex in de kadastrale bronnen enkel nog vermeld als nijverheidsgebouw, wat doet vermoeden dat in dat jaar een einde kwam aan de productie. Drie jaar later kregen de gebouwen een nieuwe functie toebedeeld. Het complex werd vergroot en ingericht als spinnerij. Mogelijk produceerde de fabriek, die nog steeds eigendom was van de N.V. ‘Sofilaine’, vanaf dat jaar voor de aanpalende N.V. ‘Fabelta Ninove’ (cfr. 3) Soieries de Ninove / Fabelta Ninove).

Intussen maakt het complex effectief deel uit van de Ninoofse ‘Fabelta’-vestiging. De gebouwen zitten nagenoeg volledig verscholen achter recentere constructies, maar lijken op het eerste gezicht grotendeels behouden gebleven te zijn. Daar de gebouwen nog altijd in gebruik zijn werden ze binnenin vermoedelijk herhaaldelijk aangepast. Het meest in het oog springende deel van de oude fabrieksgebouwen is nog steeds de monumentale fabrieksschoorsteen, één van de belangrijkste herkenningspunten van de stad. De schouw bevindt zich kennelijk in goede staat.

 

De imposante fabrieksschoorsteen (2001)

 

(eigen foto)

 

De oude fabrieksgebouwen, bijna volledig verscholen achter nieuwbouw (2001)

 

(eigen foto)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende