Over bouwen en verbouwen. De textielnijverheid in het arrondissement Aalst (1914-1944): een industriële archeologie. (Karsten Mainz)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

2. INDUSTRIEELARCHEOLOGISCHE INVENTARIS

 

2.1. AALST

 

Q) Fabrique de Tresses et de Lacets Torley

 

Aard:               bandweverij

Ligging:            Sint-Jobstraat 25, op de plaats van de huidige magazijnen

Kadaster:         sectie A, perceelnummer 1915

Datering:          1872

Actueel:           verdwenen

 

De N.V. ‘Fabrique de Tresses et de Lacets Torley’ werd gesticht in 1898. Het bedrijf, met een startkapitaal van 1.315.000 frank, bezat naast vestigingen in de Kalfstraat (nu Sint-Jobstraat) en de Brabantstraat te Aalst eveneens een fabriek in Kuregem, Brussel, in de toenmalige Rue de l’instruction. In diezelfde straat op het nummer 126 bevond zich de zetel van de vennootschap. Een aantal belangrijke aandeelhouders waren eveneens afkomstig uit de Belgische hoofdstad. Directeur van de N.V. was echter E. de Hemptinne, één van de grote actoren van de Gentse katoenindustrie. Het bedrijf produceerde in zijn verschillende vestigingen vlechtwerk, veters en linten uit linnen en katoen en zorgde zelf voor het verven en de afwerking van deze producten. De N.V. werd aan het einde van de jaren ‘30 ontbonden.

 

De fabriek aan de Kalfstraat ontstond in 1872 toen Karel Cumont een aantal kleinere werkhuizen en ateliers samenvoegde tot een geheel met een perceelsoppervlakte van 40 are en kadastraal geregistreerd onder sectie A, perceelnummer 1915f. In het op die manier tot stand gekomen fabriekscomplex werd een vlasgarentwijnderij ingericht, van de nodige drijfkracht voorzien door een stoommachine.

De fabriek zou in verschillende fases verder worden vergroot, waarbij ook het perceel werd uitgebreid. In 1892 werd de twijnderij van Cumont, samen met de ‘Filature et Filterie à Alost’ , ingebracht in de nieuwe N.V. ‘Filature et Filteries Réunies’ (cfr. G) Filature et Filteries Réunies’) . Zeven jaar later kwam de fabriek aan de huidige Sint-Jobstraat in het bezit van de pas opgerichte N.V. ‘Fabrique de Tresses et de Lacets Torley’, die er een bandweverij in onderbracht. Binnen deze onderneming groeide de fabriek verder uit, met onder meer een aanzienlijke vergroting in 1904. Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog besloeg het fabrieksareaal 85a30ca. De gebouwen omvatten naast de eigenlijke weverij ook een magazijn.

 

 

In 1915 werd de fabriek samengevoegd met een paar aanpalende magazijnen, waardoor de perceelsoppervlakte aangroeide tot 1ha11a. Een deel van de gebouwen werd gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Hiervan is echter geen bouwaanvraag bewaard gebleven. Het vermogen van de stoommachines werd parallel met de productie-uitbreiding verder opgedreven.

In 1919 liet de N.V. ‘Fabrique de Tresses et de Lacets Torley’ een portierswoning optrekken aan de Kalfstraat. Het betrof een eenvoudige woning van twee bouwlagen en twee traveeën, die plaats bood aan de portier en diens gezin. Uit de bouwplannen valt jammer genoeg niet op te maken hoe de nieuwbouw gesitueerd was ten opzichte van de bestaande fabrieksgebouwen. In 1932 werd de fabriek voorzien van een nieuwe voorgevel.

Rond 1938 staakte de N.V. ‘Fabrique de Tresses et de Lacets Torley’ de productie aan de Sint-Jobstraat 25. Een deel van de leegstaande fabrieksgebouwen bood vanaf de tweede helft van 1940 onderdak aan de twijnderij en bandweverij ‘Ringoir’, de voormalige persoonlijke onderneming ‘Auguste Ringoir’ (cfr. L) Auguste Ringoir) . Deze firma was voordien gevestigd in een fabriek aan de Vaartstraat, die echter tijdens de oorlogsdagen van mei 1940 werd verwoest. De persoonlijke onderneming ‘Ringoir’ besliste uiteindelijk de productie definitief in de Sint-Jobstraat onder te brengen en in 1948 werd het desbetreffende deel van de gebouwen, met een oppervlakte van 10a25ca aangekocht. Het machinepark werd aangedreven met behulp van elektromotoren. De firma zou op dit adres actief blijven tot in de jaren ’60.

De leegstaande delen van het complex, met een perceelsoppervlakte van 1ha75ca, werden in 1941 verkocht aan de N.V. ‘Brouwerij De Gheest’ die de gebouwen na een gedeeltelijke afbraak en heropbouw in 1944 zou integreren in haar brouwerij. De brouwerij was nog steeds actief in 1970.

Intussen werd het hele complex gesloopt om plaats te maken voor een ruim parkeerterrein en een aantal handels- en vrijetijdszaken. Aan de straatzijde bevinden zich nog een aantal oudere magazijnen waaraan echter niets te herkennen valt.

Ook de brouwerij, in latere jaren overgenomen door ‘Interbrew’, werd intussen stilgelegd. Een deel van de gebouwen herbergt tegenwoordig het fitnesscentrum ‘No Limit’. 

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende