Over bouwen en verbouwen. De textielnijverheid in het arrondissement Aalst (1914-1944): een industriële archeologie. (Karsten Mainz)
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
2. INDUSTRIEELARCHEOLOGISCHE INVENTARIS
2.1. AALST
I) La Georgie
Aard: katoenspinnerij en -twijnderij
Ligging: Gheeraerdtsstraat 15, op de plaats van het huidige technische opleidingscentrum van ‘Interlabor’ en Tragel 4
Kadaster: sectie C, perceelnummer 948
Datering: 1905
Actueel: verdwenen op de toegangspoort in de Gheeraerdtsstraat 15 en enkele restanten aan de Tragel na
De N.V. ‘La Georgie’ werd opgericht op 21 februari 1905. Tot de belangrijkste aandeelhouders behoorden leden van de Aalsterse families Moens de Hase en Borreman. De zetel van het bedrijf bevond zich in De Gheeraerdsstraat 15, maar geproduceerd werd in de achtergelegen fabriek aan de Tragel nummer 5. De fabriek omvatte een katoenspinnerij en –twijnderij. Volgens het stamboek van de textielcentrale bezat ‘La Georgie’ rond 1940 40.000 spoelen in de spinnerij en 4.000 spoelen in de twijnderij. Niettegenstaande deze respectabele omvang had de onderneming toenemend te lijden onder de (buitenlandse) concurrentie. Na een korte heropbloei in de tweede helft van de jaren ’40, moest het bedrijf in 1956 zijn deuren sluiten.
De kaardzaal van ‘La Georgie’. Gietijzeren zuilen en metalen liggers met I-profiel ondersteunen het zaagdak (ca. 1906)
(J. GHYSENS. Industrie, handel en merknamen. Aalst 1840-1940. Aalst, Jos Ghysens, 1997, p. 33)
De N.V. ‘La Georgie’ richtte in 1905 een fabriek op aan de Tragel op een aantal percelen weide- en tuingrond, kadastraal geregistreerd onder sectie C, perceelnummer 948i. Het betrof een katoenspinnerij en –twijnderij aangedreven door een stoommachine. Het complex had toen een oppervlakte van 1ha39a70ca. In de jaren daarop werden zowel de fabriek als het perceel herhaalde malen uitgebreid. Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog was het fabrieksareaal uitgegroeid tot een oppervlakte van 1ha73a70ca.
Eind oktober 1919 diende ‘La Georgie’ een aanvraag in tot het verhogen van een van haar eigendommen aan de Tragel met twee verdiepingen. Het betreft hier niet de eigenlijke fabriek, maar een klein gebouw ernaast waarin vermoedelijk burelen werden onder-gebracht. Het pand met een gevellengte van 8,5 meter werd opgetrokken tot een hoogte van 11,5 meter. Het telde na de verbouwingen drie bouwlagen en twee traveeën. De gevels bestonden uit baksteenmetselwerk versterkt met uitspringende gemetste pilaren. De voorgevel, versierd met gevellijsten, had per bouwlaag en travee een boogvenster. Het geheel werd afgedekt met een eenvoudig zadeldak en voorzien van een schoorsteen.
Voorgevel na de verbouwingen (schaal: 1/100)
(Bouwaanvraag Filature La Georgie. Bouwaanvragen, 1919, doos 43, nr. 460)
De kadastrale bronnen, die trouwens geen melding maken van de verbouwingen uit 1919, ontbreken voor de periode na 1926. Ook in de collectie bouwaanvragen van het stadsarchief Aalst werd verder niets teruggevonden. Het is mogelijk dat er inderdaad geen bouwactiviteiten meer hebben plaatsgehad, maar dit is allerminst zeker.
De fabriek, die op dat moment een totale oppervlakte had van 2ha32a80ca, sloot haar deuren in januari 1956. Op 27 mei 1960 werd het complex aangekocht door de stad, die het verhuurde aan de firma ‘Oprema-Talbier’. Deze onderneming vervaardigde hier een tijdlang metalen meubels en speciale wagens voor reinigingsdiensten. Later werd het geheel verhuurd aan de firma ‘De Clippel’. De voormalige textielfabriek werd echter toenemend verwaarloosd en eind 1985 stonden de gebouwen er dan ook vervallen bij. Intussen werd het complex gesloopt op de fabriekspoort en enkele kleinere restanten na. Op het vroegere fabrieksterrein bevindt zich nu onder meer het technisch opleidingscentrum van het uitzendbureau ‘Interlabor’.
De toegangspoort bleef tot op heden behouden (2001)
(eigen foto)
Detail van de fabriekspoort (2001)
(eigen foto)
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |