Criminaliteit in (het Land van) Aalst in de 18e eeuw (1700-1795). (Dries Mertens)
Criminaliteitsindex
De omvang van de criminaliteit wordt normaliter uitgedrukt door middel van de wettelijke criminaliteitsindex. Dit is de verhouding van het totale aantal vergrijpen, uitgedrukt per jaar en per 10000 of 100000 inwoners.
Voor de bevolkingscijfers hebben we een benaderend cijfer weergegeven, op basis van de cijfers, voor zover die er waren, voor de verschillende periodes, voor de lokaliteiten Aalst en Nieuwerkerken[1]. We bemerken dat de verhoudingen vrij laag liggen. Alleen tijdens en vooral na de Successieoorlogen stijgen de waarden sterk. We hebben dan voornamelijk te maken met een “geïmporteerde” misdadigheid. Tijdens de Spaanse Successieoorlog (1700-1709, de jaren waarvoor we enige gegevens hebben) waren vele inbraken en vermogensdiefstallen het werk van niet-Aalstenaars, veelal zelfs van buitenlanders. De vele gevallen van landloperij en bedelarij in de nasleep van de Oostenrijkse Successieoorlog zorgen ervoor dat de indicaties dan eveneens enorm toenemen.
Periode |
Totale aantal vergrijpen |
Vergrijpen per jaar |
Bevolkingscijfer |
Criminaliteits-index |
1700-1709 |
63 |
6,7 |
9400 |
6,7 |
1724-1729 |
11 |
1,8 |
10000 |
1,8 |
1730-1735 |
16 |
2,6 |
10000 |
2,6 |
1736-1741 |
56 |
9,3 |
10300 |
9,5 |
1742-1747 |
20 |
3,3 |
10300 |
2,1 |
1748-1753 |
31 |
5,1 |
10600 |
3,2 |
1754-1759 |
104 |
17,3 |
10600 |
18,3 |
1760-1765 |
20 |
3,3 |
10900 |
3,5 |
1766-1771 |
19 |
3,1 |
11200 |
3,5 |
1772-1777 |
28 |
4,6 |
11200 |
5,7 |
1778-1783 |
16 |
2,6 |
11500 |
2,9 |
1784-1789 |
14 |
2,3 |
11500 |
2,6 |
1790-1795 |
20 |
3,3 |
11800 |
3,8 |
De gegevens voor de bevolking hebben we gehaald uit het werk van De Brouwer[2]. Per periode hebben we er een cijfer van ca. 10000 afgetrokken, aangezien ook de verhoudingen voor het Aalsterse schependom zijn meegerekend bij dit aantal. En dan nog is dit niet helemaal juist, want bij de cijfers van vermeld werk heeft men ook die bevolkingscijfers meegerekend van enkele lokaliteiten die in de 18e eeuw niet bij het Land van Aalst behoorden. De eigenlijke criminaliteitsindex zal dus ietwat hoger gelegen hebben dan blijkt uit onderstaande gegevens.
Voor het tijdvak 1700-1759 bemerken we dat de cijfers ook hier vrij laag zijn. Dit is niet te verwonderen, aangezien de kasselrijrechtbank dan alleen voor de “ghedyde” personen de criminele rechtspraak bezit. De enige periodes met uitschieters zijn de jaren 1720-1724, wat te wijten is aan de vervolging van zigeuners en landloperij in het algemeen. Ook de Oostenrijkse Successieoorlog en de nasleep hiervan is in het Land van Aalst verantwoordelijk voor een stijging van de indicaties.
Dat we vanaf 1760, en dit tot het einde van het Ancien Régime, dan weer met forse indicaties zitten in vergelijking met de vorige periode mag niet verwonderen. De uitbreiding van de bevoegdheid inzake criminele materies van het Leenhof is hiervoor verantwoordelijk. Nu krijgen we meer gegevens over de misdaden van de inwoners der heerlijkheden uit het Land van Aalst. De bekomen waarden laten alleszins zien dat het platteland vrij hoge criminaliteitscijfers kende. Hierbij moeten we natuurlijk ook de uitgestrektheid van de kasselrij en het bevolkingsaantal voor ogen houden. Voorts kan de berechtiging van “buitengewone” misdadige verschijnselen de waarden natuurlijk ook de hoogte injagen. In dit verband is de aanwezigheid van een bende als die van Jan de Smet mede verantwoordelijk voor de hoge index tijdens de jaren 1784-1789. We hebben dan zelfs het hoogste cijfer voor het gehele tijdvak.
Periode |
Totale aantal criminele vergrijpen |
Vergrijpen per jaar |
Bevolkingscijfer |
Criminaliteits-index |
1700-1704 |
2 |
0,4 |
73500 |
2,9 |
1705-1709 |
28 |
5,6 |
83000 |
4,6 |
1710-1714 |
14 |
2,8 |
83000 |
2,3 |
1715-1719 |
9 |
1,8 |
93000 |
1,6 |
1720-1724 |
88 |
17,6 |
93000 |
16,3 |
1725-1729 |
21 |
4,2 |
102500 |
4,3 |
1730-1734 |
29 |
5,8 |
102500 |
6,1 |
1735-1739 |
14 |
2,8 |
116000 |
3,2 |
1740-1744 |
56 |
11,2 |
116000 |
12,9 |
1745-1749 |
68 |
13,6 |
123000 |
16,7 |
1750-1754 |
38 |
7,6 |
123000 |
9,3 |
1755-1759 |
16 |
3,2 |
136000 |
4,3 |
1760-1765 |
120 |
20,0 |
136000 |
27,2 |
1766-1771 |
87 |
14,5 |
147000 |
21,3 |
1772-1777 |
145 |
24,1 |
147000 |
35,4 |
1778-1783 |
157 |
26,1 |
154000 |
40,1 |
1784-1789 |
215 |
35,8 |
154000 |
55,1 |
1790-1795 |
156 |
26,0 |
161000 |
41,8 |