Jan Van Boendaele, Brabantse Yeesten, XXIV. Een diplomatische editie van Brussel, k.b. hs. 19607, fol. 236 va, 33 – fol. 247 ra, 15 met een onderzoek naar de incorporatie van het oorkondenmateriaal. (Katell De Groote) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
Hoofdstuk 5: Editieprincipes
In dit hoofdstuk worden de gebruikte editieprincipes besproken. De editie is paleografisch-diplomatisch met de volgende kenmerken:
De tekst wordt zo getrouw mogelijk gevolgd, eventuele problemen worden in de voetnoten vermeld.
De allografemen u, v, w, uu, i en j worden naar hedendaags gebruik genormaliseerd.
De verschillen tussen de ‘ronde’ r en de ‘rechte’ r en de verschillen tussen de ‘lange’ s en de ‘ronde’ s worden genegeerd.
Het hoofdlettergebruik wordt aangepast aan de hedendaagse gewoonte, wat betekent dat persoons- en plaatsnamen en eventuele afleidingen hiervan met een hoofdletter geschreven worden. Elke versregel begint met een hoofdletter. Als het begin van een zin niet samenvalt met het begin van een versregel, wordt het eerste woord van die zin niet met een hoofdletter geschreven omdat syntactische eenheden niet d.m.v. interpunctie geëxpliciteerd worden.
De interpunctie in het handschrift aanwezig wordt onveranderd overgenomen.
De spelling wordt niet genormaliseerd of geüniformeerd.
Paragraaftekens die in het handschrift voorkomen worden nagebootst met ¶.
De in het handschrift voorkomende lombarden worden in de editie gemarkeerd door kapitaal en vet en worden op ware grootte overgenomen.
Romeinse cijfers worden overgenomen en in klein kapitaal geschreven. De begrenzingspunten worden niet overgenomen.
Correcties die reeds in het handschrift voorkomen, worden op de betreffende plaats overgenomen en gemarkeerd. Interlineaire of marginale toevoegingen worden gemarkeerd d.m.v. <+...>; doorhalingen of expungeringen d.m.v. <-...>; verplaatsingen d.m.v. <...>. Waar nodig wordt een toelichting in het notenapparaat aangebracht.
De regels worden per vijf verzen genummerd. Deze regelnummering wordt in de linkermarge aangebracht. Folioaanduidingen worden tussen rechterhaken en in het vet aangebracht in de rechtermarge.
De afkortingen worden opgelost en gemarkeerd; de toegevoegde letters van de oplossing worden gecursiveerd. De oplossingen van pseudo-Griekse afkortingen en afkortingen d.m.v. stenografische tekens worden helemaal gecursiveerd. De oplossing van de afkortingen richt zich naar eventuele voluit geschreven vormen die in de tekst voorkomen. Als de voluit geschreven vorm in meerdere varianten voorkomt, wordt voor de meest voorkomende vorm gekozen. Als in de tekst zelf geen voluit geschreven vorm wordt aangetroffen, wordt rekening gehouden met de dialectologische eigenschappen van de tekst.
Woordverklaringen worden in het notenapparaat opgenomen.
Onzekere lezingen worden tussen ronde haakjes geplaatst. In het geval dat de tekst onleesbaar is, wordt het geschatte aantal onleesbare tekens als punten tussen de ronde haken gezet.
Kapittelopschriften worden geïsoleerd d.m.v. witregels.
In de onderstaande lijst wordt een overzicht gegeven van de gebruikte afkortingen en hun oplossingen in K.B. 19607, fol. 236 va, 33 – fol. 247 ra, 15. De getallen verwijzen naar de verzen.
Afkorting |
Oplossing |
Tekstvoorbeeld |
Voluitgeschreven vorm |
ˉ |
n |
amman (5) |
amman (22) |
|
en |
ontfaen (20) |
ontfaen (15) |
|
m |
hem (63) |
hem (72) |
en |
ende |
ende (127) |
ende (133) |
’ |
aer |
haer (165) |
haer (244) |
|
er |
hertoge (201) |
hertoge (291) |
|
re |
greve (359) |
greve (195) |
|
at |
dat (27) |
dat (36) |
|
et |
met (893) |
met (882) |
|
iet |
niet (880) |
niet (862) |
. |
coninc |
coninc (242) |
coninc (*1510) |
S |
Sinte |
Sinte (472) |
Sinte (459) |
|
per |
perde (1232) |
/ |
|
pro |
provancheren (498) |
gheprovanseert (525) |
Bourg.en |
Bourgonyen |
Bourgonyen (243) |
Bourgonyen (173) |
ihrlm |
Jherusalem |
Jherusalem (200) |
/ |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |