Overzicht van de figuren (reeks 1 tot 23)

Fig. 1: Sommige details uit de rotsgravures van het Algerijns

Tassali massief (5000 vC-1800 vC) vertonen veel

gelijkenis met de hedendaagse Wobaabe cultuur.

Fig. 2: Organisatie van het kampement

a) Opstelling van de suudu of woonst

b) Opstelling van het kampement

Fig. 3: Elke woonst (suudu) heeft een bed van

Touareg makelij.

Fig. 4: Dansattributen bij de geerewol:

a: ceremoniële bijl; b: roberè

(kwast als haartooi); c: haak

met ringen (akkayawre)

Fig. 5: a-c: halskettingen voor vrouwen en mannen;

d: nekjuwelen (sapo) gedragen door mannen.

Fig. 6: a-b: Ornament gemaakt uit

leer met ringen, gedragen

op het lendekruis tijdens

de geerewol dans.

Fig. 7: a: amuletten in het haar gedragen.

b: hoofdjuweel (doobite) bij de yaake dans

Fig. 8: Zwarte opmaakpoeder (finaari)

Fig. 9: Vrouwelijke ornamenten. a: reeks van 7 ornamenten; b: haarpin; c: enkelbanden (jabbo).

Fig. 10; a-m: Meest voorkomend motief, rechthoekig vlak met diagonalen. Dit wordt soms in reeksen

herhaald. De vlakken kunnen contrasterend ingevuld zijn waardoor een zandlopermotief

ontstaat. Dit motief zou door de islamisering een andere betekenis gekregen hebben en wordt

nu als koranlei (Alluwaaje) geïnterpreteerd.; f: motief van de Touareg sandaal (Bovin 2001:18)

Fig 11 ; Enkele handgeborduurde motieven op de randen van een kledingstuk; a: naange 'de zon schijnt';

b en c : tobbe: 'kleine charme tatoeage op elke wang'; d: leegorkol: 'de ooghoek', knipoog;

e: leegorkol: een andere 'ooghoek'; f: lewru:'de maan schijnt'; g: yaaroode walbo: 'tatoeage op

iemands schouder; h: ster, in twee versies, geborduurd op feestkostuums.

Fig. 12; a: kronkelende weg; b: kampement; c: slang; d: spin; e: sukaabe bezoekers; f: opeenvolging

van slapende sukaabe en surbaabe (meisjes en jongens) ; g: vliegtuig; h: sandaal; i: bedstijl;

j: koranlei; k: vogeloog; l: tak en koord

fig.13: a-j: geometrische motieven, gegraveerd op kalebassen

fig.14: Motieven op kalebasrand.

           a:maanmotief, b-c: stilistische weergave van amuletten

fig.15: a-c: Geometrische kalebasmotieven,typisch voor de Wodaabe uit Bomo.

fig.16: a-d: Antropomorfe figuren op kalebassen, uit westelijk regio (jaren '50).

fig.17: Gestileerde motieven als tatoeages op het lichaam of als ornamentele kunst op objecten.

a-c) palmbomen; d-e) runderen; f) hagedis; g) paraplu

fig.18: Voorbeelden van gestileerde antropomorfe figuren als motief op kalebassen, fig. f stelt een mannelijk

figuur voor met strohoed en vlechten, fig. g een vrouwelijk figuur met oorringen en juwelen.

fig.19: Motief dat veelvuldig op de gelaads-

beschilderingen voorkomt, door sommige auteurs als suudu of woonst omschreven.

fig.20: Motieven gebruikt bij de tatoeages.

a) tatoeage op de slapen

b) gestileerde figuur met aanduiding van tatoeages

c) motief bij tatoeage op borst

fig.21: Twee veel voorkomende motieven op het borduurwerk:

a) (cuudi) of kampementen ; b) kalfskoorden (staan symbool voor welvaart)

Fig. 22: Overzicht van de gelaatsmodellen en opmaakkleuren.

                       a) vrouwelijk gelaatsmodel  b) mannelijk gelaatsmodel met aanduiding van de omtreklijn

c) (1 - 6) kleurvarianten om contrastwerking aan te duiden.

(1: geerewol opmaak; 2: zwart - wit foto; 3-6: yaake opmaak).

Fig. 23: Gelaatsmodel met verdeling van het gelaat in zones:   zone 1 : zone van de neus en voorhoofd (regio nasalis, regio frontalis). zone 2 : zone van de slapen (regio temporalis) zone 3 : zone van de wang (regio infra - orbitalis, regio zygomatica) zone 4 : zone van de mondhoek (regio buccalis) zone 5 : zone van de kin (regio mentalis)