Heel even is de wereld bijna om van te houden. Het verkoolde alfabet van Paul de Wispelaere (Stijn De Paepe) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
BIBLIOGRAFIE
PRIMAIRE BIBLIOGRAFIE
1. Proza
Paul de Wispelaere, Scherzando ma non troppo, Antwerpen, S.M. Ontwikkeling 1959.
Paul de Wispelaere, Een eiland worden, Amsterdam – Antwerpen, De Bezige Bij – Ontwikkeling 1963.
Paul de Wispelaere, Mijn levende schaduw,Amsterdam – Antwerpen, Atlas 1998 [1965].
Paul de Wispelaere, ‘Dagboekfragmenten’, in: Elf uit Vlaanderen, Amsterdam – Antwerpen, De Bezige Bij – Contact 1966.
Paul de Wispelaere, ‘Het vat der danaďden. Uit het dagboek van een ik-schrijver’, in: 5 geloofsbrieven samengesteld door de redactie van komma, ’s Gravenhage – Rotterdam, Nijgh & Van Ditmar 1967 .
Paul de Wispelaere, Paul – Tegenpaul, ’s Gravenhage – Rotterdam, Nijgh & Van Ditmar 1970.
Paul de Wispelaere, Een dag op het land, Antwerpen – Baarn, Houtekiet 1989 [1976].
Paul de Wispelaere, Tussen tuin en wereld, Amsterdam – Antwerpen, Manteau 1978.
Paul de Wispelaere, Mijn huis is nergens meer, Amsterdam – Antwerpen, Atlas 1998 [1982].
Paul de Wispelaere, Brieven uit Nergenshuizen, Amsterdam – Antwerpen, Atlas 1998 [1986].
Paul de Wispelaere, ‘Oefeningen in Afscheid’, in: De tweede vrouw van Dik Trom, Antwerpen –Amsterdam, Dedalus – Nijgh & Van Ditmar 1988.
Paul de Wispelaere, ‘Ik herinner me...’, in: Emile Brugman en Martin Ros (red.), Ik herinner mij, Amsterdam, De Arbeiderspers 1988.
Paul de Wispelaere, Het verkoolde alfabet. Dagboek 1990-1991, Amsterdam, De Arbeiderspers 1997 (Privé-Domein nr. 179) [1992].
Paul de Wispelaere, ‘Mijmeringen op de valreep’, De Morgen 31-12-1993.
Paul de Wispelaere, En de liefste dingen nog verder, Amsterdam – Antwerpen, Atlas 1998.
2. Essays
Paul de Wispelaere, Het perzische tapijt, Amsterdam – Antwerpen, De Bezige Bij – Contact 1966.
Paul de Wispelaere, Met kritisch oog, ’s Gravenhage – Rotterdam, Nijgh & Van Ditmar 1967.
Paul de Wispelaere, De broek van Sartre en andere essays, Hadewijch, Schoten 1987.
Paul de Wispelaere, Tekst en context. Artikelen en essays over moderne Nederlandse en buitenlandse literatuur, Universitaire Instelling Antwerpen 1992.
3. Proza van andere auteurs
Joseph Brodsky, Tussen iemand en niemand. Essays. Vertaling Frans Kellendonk en Kees Verheul, Amsterdam, De Bezige Bij 1987
Maurice Gilliams, ‘Winter te Antwerpen’, in: Oefentocht in het luchtledige / Winter te Antwerpen, Hasselt, Uitgeverij Heideland 1962 (Vlaamse Pockets 68)
Maurice Gilliams, Journaal van de dichter samengesteld en uitgeleid door Martien J.G. de Jong & ingeleid door Paul de Wispelaere, Antwerpen, Manteau 1997.
Maurice Gilliams, De man voor het venster. 1932-1940, Antwerpen – Baarn, Houtekiet – De Prom 2000 [1943] (Vlaamse Bibliotheek nr. 8).
Leonard Nolens, Een lastig portret. Dagboek 1994-1996, Amsterdam, Querido 1998.
Konstantin Paustovskij, De gouden roos. Vertaald door Wim Hartog, Amsterdam, De Arbeiderspers 1987 (Privé-Domein nr. 137).
J. Rentes de Carvalho, Tussenjaar. Dagboek mei 1994 tot mei 1995. Vertaald door Harrie Lemmens, Amsterdam – Antwerpen, De Arbeiderspers 1996.
Koos van Zomeren, Een jaar in scherven, Amsterdam, De Arbeiderspers 1988 (Privé-Domein nr. 150).
SECUNDAIRE BIBLIOGRAFIE
Carlos Alleene, ‘Paul de Wispelaere. ‘Ik laat me niet inlijven’’, in: Schrijvers zijn ook maar mensen, Antwerpen – Amsterdam, Manteau 1987, p. 23-43.
Fernand Auwera, ‘Paul de Wispelaere’, in: Schrijven of schieten. Interviews, Antwerpen – Utrecht, Standaard Uitgeverij 1969, p. 202-210.
Fernand Auwera, ‘Paul de Wispelaere’, in: Engagement of escapisme. Nieuwe gesprekken met Ernst van Altena, J. Bernlef, Jan Christiaens, Miep Diekmann, Jef Geeraerts, Leo Geerts, Rob van Gennep, Gust Gils, Hella S. Haasse, H.F. Jespers, Gerrit Kouwenaar, Hubert Lampo, Ivo Michiels, Harry Mulisch, Ward Ruyslinck, Adriaan van der Veen, Hans van de Waarsenburg, Julien Weverbergh, Paul de Wispelaere, Antwerpen 1985, p. 149-157.
Bzzlletin 23 (1993/1994)
Hugo Bousset, ‘Het ambivalente schrijven. Gesprek met Paul de Wispelaere’, in: Schrijven aan een opus. Gesprekken met 9 Vlaamse auteurs, Antwerpen – Amsterdam, Manteau 1982, 117-132.
Hugo Bousset, Grenzen verleggen. De Vlaamse prozaliteratuur 1970-1986. I. Trends, Antwerpen – Baarn, Houtekiet 1988.
Hugo Bousset, ‘Ambivalentie als levensprogramma’, in: Grenzen verleggen. De Vlaamse prozaliteratuur 1970-1986 II. Profielen, Antwerpen – Baarn, Houtekiet 1990, p. 79-90.
Hugo Bousset, ‘Pleidooi voor melancholie. Over Paul de Wispelaere en Georges Perec’, in: Geritsel van papier. Essays, Amsterdam – Antwerpen, Meulenhoff – Kritak 1996, p. 89-106.
Pascal Cornet, ‘Tuinieren op ’s werelds rand. Over Het verkoolde alfabet van Paul de Wispelaere’, Kunst & Cultuur 26 (1992), p. 16-19.
Lionel Deflo, ‘Omtrent Paul de Wispelaere’, in: Bij nader inzien, Antwerpen, Manteau 1985, p. 60-86.
Jooris van Hulle, ‘Het woord als oord’, in Ik schrijf zoals ik schrijf. Vlaams proza, 1980-1989, Leuven, Davidsfonds 1990, p. 163-175.
Jooris van Hulle, ‘Paul de Wispelaere: Het verkoolde alfabet’, Boekengids 70 (1992), p. 193-195.
Erwin Jans, ‘De eigenaar van de schrijvende rechterhand. Over Paul de Wispelaere’, Yang 26 (1990), 98-107.
Bart Janssen, ‘De bossen van Vlaanderen II / De Wispelaeres terminale citatis’, De Brakke Hond 9 (1992), p.7-13.
Marcel Janssens, ‘In een tuin, tegen de wereld’, Dietsche Warande & Belfort 125 (1980), p. 209-214.
Marcel Janssens, ‘Paul de Wispelaere in het tweeluik beloken’, Dietsche Warande & Belfort 127 (1982), 692-698.
Yves van Kempen, ‘Orpheus in Vlaanderen. Paul de Wispelaere en de cyclische tijd’, De Groene Amsterdammer 6-1-1993.
Jacques Kruithof, Schrijven in Arcadia. Over het werk van Paul de Wispelaere, Amsterdam, Dimensie, 1990.
Jacques Kruithof, ‘In polemiek met de wereld’, Vrij Nederland 21-11-1998, p. 71.
R.P. Meijer, ‘Verlangen en begeerte. (Kroniek van het proza)’, Neerlandica extra muros 31 (1993), p. 44-45.
Wim Van Mierlo, ‘Het verkoolde alfabet’, Boek en bibliotheek 3 (1993), p. 21-22.
Piet de Moor, ‘Op weg naar niets. De mimetische begeerte voert de wereld naar zijn ondergang: een gesprek met Paul de Wispelaere’, Knack 8-7-1992.
Anne Marie Musschoot, ‘Paul de Wispelaere. Het eindeloze verzet tegen de voltooiing’, Ons Erfdeel 35 (1992), p. 642-647.
Anne Marie Musschoot, ‘Paul de Wispelaere: écrire sa vie’, Septentrion 23 (1994), p. 37-39.
Anne Marie Musschoot, ‘Prix triennal des Lettres néerlandaises attribué ŕ Paul de Wispelaere’, Septentrion 28 (1999), p. 84-86.
Anne Marie Musschoot, ‘The scattered ‘I’. The Ambivalent Work of Paul de Wispelaere’, The Low Countries. Arts and society in Flanders and the Netherlands 8 (2000), p. 253 – 255.
Anne Marie Musschoot, ‘Schrijven als een vorm van literaire archeologie. Over Paul de Wispelaeres Het verkoolde alfabet.’, Lezing gehouden op de Studiedag Paul de Wispelaere, Luik 11-5-2000 .
Cyrille Offermans, ‘Niet van hier en niet van elders’, Vrij Nederland 4-4-1992.
Marc Reynebeau, ‘Het dagboek is een leugenaar’, Knack 8-4-1992, p. 124.
Eric Rinckhout, ‘Een paradijs van papier’, De Morgen 19-11-1998.
Mark Schaevers, ‘Het vrouwelijk alfabet van Paul de Wispelaere’, Humo 14-10-1993, p. 28-31.
Koen Vermeiren, ‘Schrijven als literaire archeologie. Omtrent nieuw proza van Paul de Wispelaere’, Kreatief 26 (1992), p. 63-69.
Hans Warren, ‘Kaleidoscopisch dagboek van Paul de Wispelaere’, Nieuwsblad van het Noorden 10-4-1992.
J.J. Wesselo, ‘Het eiland van Paul de Wispelaere’, in: Vlaamse wegen. Het vernieuwende proza in Vlaanderen tussen 1960 & 1980, Antwerpen, Manteau 1983, p. 57-76.
Julien Weverbergh, ‘De grijns in de spiegel’, Het Laatste Nieuws 14-3-1992.
Yang 76/77, 1977.
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |