“Onze strijd is juist”. Tegenstellingen in een Oost–Vlaamse bezette gemeente. De geschiedenis van Waarschoot tijdens de Tweede Wereldoorlog. (Karel Linseele) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
XII. The Glorious Liberation[537]
wie laatst lacht …
Het ontbrak de collaborerende gemeenschap langzaam aan redenen om te feesten. In 1942 werd de Duitse inname van Tobroek[538] nog gevierd in de herberg van de voornoemde fietsenmaker annex cafébaas. Het stond sindsdien bekend als café ‘Tobroek’. En toen Van de Wiele het nieuws van de mislukte landing in Dieppe[539] vernam dreef hij er op het gemeentehuis publiekelijk de spot mee.[540]
Vanaf eind 1942 begonnen de geallieerde overwinningen zich langzaam op te stapelen.[541] Sommigen zagen dan ook tijdig in dat het best was zich van de collaboratie te distantiëren. Swerts was zo iemand. Een ander, trouw VNV’er, nam bij de dood van zijn vrouw begin 1944 ontslag.[542]
Vol ongeduld wachtte men de bekendmaking af van de opening van het tweede front. Bij de bekendmaking van de landing in Normandië op zes juli 1944 ging het hart van mening inwoner dan ook een stuk sneller slaan. Het NJSV[543] besloot voortaan niet meer te vergaderen. De leiders hadden beters te doen, zoals ’s nacht patrouilleren om acties van het verzet te verhinderen.
De geallieerden naderden steeds sneller ons belgenland. Verscheidene personen besloten dat het nu echt wel beter was de collaboratie de rug toe te keren. Een Fabriekswachter die wacht liep op het vliegveld van Ursel nam eind augustus de benen. Hij dook tot bij de bevrijding onder. Een Vlaamse Wachter die in Eeklo gestationeerd was wierp op twee september zijn wapen weg. Hij liep naar huis.[544] Op drie september werd Brussel bevrijd, de vierde was Antwerpen aan de beurt.[545] Men koos nu massaal het hazenpad.[546] Op twee of drie september vertrok bijvoorbeeld in Beke[547] een colonne auto’s met verscheidene Duitsgezinde families naar Duitsland. Onder hen bevond zich de Waarschootse familie DG. Een van de zonen was leider van de DBV en Kabelwachter. De jongste zoon zat ook bij het NSJV. Ze waren allen lid van het VNV. De wagens moeten werkelijk stampvol hebben gezeten want het was noodzakelijk mensen op de slijkvangers en achterop te plaatsen. Beiden zonen hadden een wapen. De jongste zat op één van de slijkvangers vooraan met een geweer. De oudste had een machinegeweer en had achterop plaatsgenomen. Ze droegen een band met een hakenkruis. De familie geraakte tot in Maaseik. Daar hadden ze autopech en liep de chauffeur weg. Ze hadden namelijk een chauffeur van de Eeklose melkerij onder bedreiging van een wapen gedwongen voor hen te rijden.[548] Rond acht september begon ook de ontruiming van het kamp van de VAVV.[549] De twee zussen die bij het DRK[550] hadden dienst genomen vertrokken als laatsten met de noorderzon.[551] Van de Wiele zag eveneens het einde naderen. Hij gaf, zoals bij de Achttiendaagse Veldtocht, weerom het bevel alle papieren van het VNV te verbranden. Hij verzekerde echter iedereen die het horen wou: “De Engelsen [… zullen] hier niet geraken, mijn politie en ikzelf zullen ons verdedigen”.[552]
bevrijd!
Na de bevrijding van Antwerpen rukten de geallieerden op richting Gent. De Duitsers boden hardnekkig weerstand op de lijn van het Kanaal Brugge Gent. Na de bevrijding van Gent kwam Waarschoot in de vuurlinie terecht van het zwaar Duits geschut op Gent. In de week van negen tot zestien september trokken haveloze Duitse troepen zich ordeloos door de gemeente terug, richting Zeeland.[553] Ze namen allerhande transportmiddelen in beslag bij de burgerbevolking.[554] Sommige soldaten kwamen voedsel bedelen. De inwoners besloten, gezien het gevaar, zich niet op straat te vertonen. De kermis, gepland voor het weekend van negen en tien september, werd begrijpelijkerwijs afgeblazen.[555] Gaby Van Wiele beschreef de gebeurtenissen als volgt: “Er stonden in onze tuin twee paarden aan een boom gebonden. Geallieerde vliegtuigen scheerden met een hels lawaai laag over de weg. De paarden trappelden en hinnikten van angst. Wij waren uit doodsangst in onze kelder gekropen. Een van mijn kleine zusjes werd lijkbleek. Haar lippen zagen blauw van angst. Een Duits legervoertuig met twee militairen reed voorbij. Ze werden op enkele meters van ons huis neergemaaid.”[556]
Op dertien september viel Maldegem in Canadese handen. Vanaf donderdag veertien september begonnen de Duitsers het Meetjesland te ontruimen. De drie bruggen over het Schipdonkkanaal werden opgeblazen en men trok zich achter het Leopoldkanaal terug. Enkele manschappen bleven achter. Er bevond zich onder andere een achterhoede van een vijftiental man in het Leen. Vrijdag de vijftiende trokken de eerste Canadese troepen in Balgerhoeke[557] het Schipdonkkanaal over. Leden van het Geheim Leger hielpen het westelijk gedeelte van Eeklo zuiveren van achtergebleven Duitse soldaten. Een andere verzetsgroep[558] bezette het stadshuis. In de namiddag was geheel Eeklo bevrijd. De strijd was echter nog niet volledig geleverd. De achterhoede in het Leen waagde zich tot in de omgeving van het station. Het kwam er tot een gevecht met leden van het Geheim Leger. Met de hulp van enkele Canadese soldaten konden de Duitsers verdreven worden.[559]
Waarschoot ontwaakte vredig op zaterdag de zestiende. Het werd een stralende dag. In de namiddag ging het nieuws dat de geallieerden op komst waren als een lopend vuurtje door het dorp. De inwoners maakten zich koortsachtig op om de bevrijders te verwelkomen. Her en der verschenen er Belgische vlaggen. Inwoners maakten met liefde boeketten voor ‘hun’ bevrijders. Men verkocht zelf Belgische vlaggetjes en guirlandes in de winkels.[560]
Terwijl Van de Wiele met het schepencollege vergaderde werd er een ‘staatsgreep’ gepland. Oorlogscommissaris Swerts, onderpastoor De Keukelaere[561], socialistisch gemeenteraadslid Omer Roegiers en enkele anderen geraakten op het Kerkplein in gesprek. Ze wilden tot de officiële uithanging van de Belgische vlag op de kerktoren en het gemeentehuis overgaan. Om de toestemming te bekomen zochten ze pastoor Bauwens[562] in de pastorij op. Ze bespraken er vlug de toestand. Swerts stelde voor om Van de Wiele te verplichten zijn ambt neer te leggen. Men zou hem ertoe trachten te overtuigen door te wijzen op de noodzaak de openbare orde te waarborgen. Zijn voorstel werd aanvaard op voorwaarde dat Swerts persoonlijk alle verantwoordelijkheid zou dragen. De groep begaf zich daarop naar de zitting van het schepencollege. Ze deelden hun verzoek mee. Swerts verzocht het schepencollege daarenboven om de legitieme burgemeester Standaert te vragen zijn ambt opnieuw op te nemen. Van de Wiele en het schepencollege aanvaardden het voorstel. Daarop begaf de groep, nu vergezeld van het college en veldwachter Vincent, zich naar de woning van burgemeester Standaert. Onderweg vervoegde de pastoor hen. Bij het zien van Van de Wiele verklaarde Standaert trots dat hij zijn demissie nooit had aanvaard. Hij zou ’s anderendaags zijn ambt weer opnemen. Na het bezoek aan Standaert zou Van de Wiele hen meegedeeld hebben dat hij bereid was zich voor het gerecht te verantwoorden. Daar ze “niets kenden ten zijner laste weigerden ze hem aan te houden.” Swerts en de onderpastoor raadden hem naar verluidt aan Waarschoot te verlaten.[563] Het lijkt ons dat Swerts Van de Wiele ervan kon overtuigen zich uit de voeten te maken. De angst om slachtoffer te worden van acties van het verzet sloeg Swerts al geruime tijd om het hart. Hij was bang dat men het hem kwalijk zou nemen dat hij de plaats van politiecommissaris had ingenomen. Nadat hij de bevolking via het gemeentelijk berichtenbord tot kalmte aanmaande maakte hij eveneens dat hij wegkwam. Hij tekende de mededeling met ‘opzichter van de Staatveiligheid’. Waarschijnlijk trachtte hij zo gebruik te maken van de verwarring die rond zijn vermeende rol in het verzet bestond. Verscheidene personen waren te weten gekomen dat de Waarschootse politiecommissaris bij het verzet zat. Wat de meeste echter niet wisten was dat het om De Vriese en dus niet Swerts ging. Met Swerts verdween ongeveer vijfduizend frank van zijn bureau.[564]
Het bleef ondertussen onwezenlijk stil op de weg.[565] Alfons De Pauw, lid van het Geheim Leger, patrouilleerde alleen langs de rijksweg van Waarschoot naar Eeklo. Onderweg ontmoette hij twee Kortrijkse collega’s in overall. Ze trokken verder tot aan de Dambrug. Toen ze daar aankwamen was er een explosie. De brug leek ernstig beschadigd. Daarop ontstond een vuurgevecht. Waarschijnlijk betrof het hier de achterhoede die dag daarvoor in de buurt van het station actief was geweest. Even later werd het drietal vergezeld van zes andere Waarschootse manschappen[566]. De Duitsers trokken zich terug in het munitiedepot. Men besloot hen te achtervolgen. Zo belette men dat ze nog langer in de richting van de brug konden vuren. Het puinruimen kon beginnen. Men verwachtte namelijk dat er elk moment Canadese tanks konden opdagen. Die ochtend hadden nog meer Canadese regimenten het Schipdonkkanaal overgestoken. Ze hadden de opdracht de streek ten noorden van Eeklo tot aan het Leopoldkanaal en ten zuidwesten van Eeklo tot Gent van achtergebleven Duitse gevechtseenheden te zuiveren. Toen de tanks van het Algonquin Regiment en de Argyll and Sutherland Highlanders aankwamen hadden de verzetslieden het merendeel van het puin reeds geruimd. De achtergebleven Duitsers werden op aanwijzen van de verzetsmensen gevangen genomen. Daarop ging men over tot de reparatie van de brug.[567]
Een menigte mensen, jong en oud, stroomde samen op het dorpsplein. Ook de ondergedoken werkweigeraars achtten het veilig genoeg om zich te vertonen. Toen de geallieerde tanks binnenrolden was er een overweldigende euforie onder de bevolking. De bevrijders werden enthousiast ontvangen. Er werd met vlaggetjes gezwaaid en iedereen wou de tommy’s de hand schudden. “Er werd gelachen en geweend, er waren enkel blije gezichten te zien”. Het contact verliep vaak moeizaam daar toen slechts een enkeling Engels sprak. De soldaten deelden dozen cornedbeef, chocolade, sigaretten, brood en kaas uit. De inwoners konden hen slechts op vers water vergasten.[568] De vierde Canadese Tankdivisie, waartoe de meeste regimenten hier behoorden, bracht haar hoofdkwartier onder in een tentenkamp op het domein van Kasteel van de Dam[569]. Ze zouden er tot tien oktober blijven.[570]
Naast de hierboven geschetste gecoördineerde actie van het Geheim Leger speelden Waarschootse verzetsmensen eveneens in kleinere eenheden een rol. André Buysse daagde reeds op veertien september in Waarschoot op. Gewapend met een mitrailleur nam hij vóór de komst van de Canadezen enkele achtergebleven Duitsers krijgsgevangen.[571] Een lid van de Patriottische Militie beweerde samen met twee makkers in Zomergem drie soldaten die zich hadden overgegeven te hebben gevangen genomen.[572]
het ‘verzet’ ontspoort
Toen politiecommissaris De Vriese op maandag twaalf september terug opdook in Waarschoot moest hij vaststellen dat er een “hele bende” ‘verzet’smannen actief was. Ze stonden bekend als “wittebrigademannen”. Hij wist niet meteen wat hij er moest van denken. Geen enkele onder hen had hij tijdens de bezetting gekend als lid van een verzetsgroep. Hij was slechts met één ervan vertrouwd. Het ging om een ‘overloper’ uit zijn eigen groep.[573]
De groep was er in geslaagd wapens te bemachtigen. Velen beweerden achteraf dat ze reeds tijdens de bezetting over enkele wapens beschikten. Sommigen hadden het zelfs over een waar depot. Geen enkel lid kon echter zijn stellingen staven met getuigenissen. De zoektocht naar wapens begon volgens ons pas toen het Duitse leger in het spoor van zijn exodus genoeg materiaal achterliet. Zo hoorde een viertal enkele weken voor de bevrijding een vrachtwagen stilvallen. Ze besloten poolshoogte te nemen. De achtergelaten Duitse vrachtwagen bleek munitie te bevatten. Ze verplaatsten het naar de nabijgelegen bossen. Bij de bevrijding gingen ze die halen. Een ander nam twee geweren en een aantal kogels uit een achtergelaten vrachtwagen en begroef die in de buurt van zijn woning. In het kamp van de VAVV trof men zeven geweren en vier mitrailleurs aan. Ze werden terstond door de “manschappen” van de Patriottische Militie in beslag genomen werden.[574]
Hun ‘uniform’ stelde weinig voor. Het merendeel droeg slechts een armband in de Belgische kleuren. Men deed zelfs niet de moeite zich witte overalls aan te schaffen. Eén had, om de verwarring compleet te maken, naar verluidt een band met de letters AB.[575] Men eigende zich verder militaire titels toe. André NM noemde zich commandant en droeg het kenteken van kapitein-commandant. Een andere pronkte met het insigne van luitenant.[576]
De Vriese gaf hun voorlopig het voordeel van de twijfel en beviel hen gedurende twee à drie dagen collaborateurs te bewaken. Verder liet hij hen patrouilleren langs kruispunten en aan bruggen.
De zaken liepen echter snel uit de hand. André NM gaf zich bijvoorbeeld uit voor controleur van de Dienst Bevoorrading. Zo namen ze allerhande levensmiddelen in beslag. In Eeklo maakte de Patriottische Militie zich aan gelijkaardige zaken schuldig. Het verhaal deed er zelfs de ronde dat ze frieten bakten in zuivere boter.[577]
We vermoedden dat De Vriese, toen hij dit merkte, besloot dat het best was niet alleen te handelen. Het ging ten slotte om een veertigtal gewapende mannen. We menen dat hij contact op nam met De Vuyst. Deze stuurde daarop Albert Steyaert naar Waarschoot. Steyaert was eerste opperwachtmeester van de Eeklose Rijkswacht. Hij was eveneens officier van het Geheim Leger. Samen met hem durfde De Vriese het aan hen voor bewezen diensten te bedanken. Daarop werden ze ontwapend. Bij zijn terugkomst verklaarde Steyaert dat het niet meer dan “een hoop bandieten” was. [578]
Enkele dagen later stelde De Vuyst echter vast dat André NM met een tiental van zijn manschappen zijn activiteiten hervat had. Begin oktober gaf hij zich te Zomergem weer uit voor controleur van de Dienst Bevoorrading. De Vuyst stuurde de Rijkwacht er op af. André NM verklaarde verontwaardigd: “Ik ben nu reglementair, ik ben aangesloten bij het OF.” Daarop wees hij naar zijn armband met de letters OF-FI[579].[580]
Enige tijd later zocht André NM de commissaris op. Hij was vergezeld van de commandant van het Onafhankelijkheidsfront van Sleidinge, een zekere Willems. André NM vroeg De Vriese of hij geen hulp meer kon gebruiken bij het aanhouden van collaborateurs. De commissaris had sinds zijn terugkomst op dit vlak niet meteen stilgezeten. Op de dag zelf dat hij op de gemeente verscheen ondervroeg hij reeds de eerste getuigen en collaborateurs. Genoeg materiaal verzamelen voor de veroordeling van op de eerste plaats Van de Wiele, en bij uitbreiding de andere collaborateurs, werd zijn levenswerk. De Vriese besloot het risico te nemen en aanvaardde hun voorstel.[581]
Zijn besluit brak hem spoedig zuur op. De Vriese overhandigde hen een lijst met verdachten. Ze dienden ze enkel voor te leiden. Men deed wat hij vroeg maar ze drukten hun stempel op het karwei. Eerst trok namelijk “De Dienst voor het plaatsen van hakenkruisen" op haar nachtelijk pad. De Vriese zelf kreeg “hout en ijzer” op zijn gevel. Kwatongen beweerden namelijk dat de De Vriese iemand illegaal te toestemming had verleend om het hout en het ijzer dat uit het kamp van de VAVV was gerecupereerd – mits een percentje ? - te verkopen.[582]
Op twaalf oktober overhandigde André NM daarenboven een brief aan de burgemeester van het hoofd van het Eekloos Gewest van het Onafhankelijkheidsfront. Deze beviel de burgemeester zo snel mogelijk een lokaal ter beschikking te stellen voor de Waarschootse afdeling. Hij besloot het ‘bevel’ treffend: “indien onze vraag niet spoedig beantwoord wordt zullen we ons wenden tot onze generaal.”[583] Burgemeester Standaert stuurde André NM door naar De Vriese. Deze vroeg hen te bewijzen dat ze deel uitmaakten van een erkende verzetsgroep. André NM ging niet in op het verzoek van de commissaris.[584] Ondertussen nam het gemeentebestuur contact op met de nationale leiding van het Onafhankelijkheidsfront. De gemeente bracht hen op de hoogte van het ‘bevel’ dat ze hadden ontvangen. Men verklaarde geen richtlijnen te hebben ontvangen inzake de verplichte samenwerking met verzetsorganisaties. De raad van de leiding werd gevraagd. Hoogstwaarschijnlijk kreeg men nooit een antwoord.[585] Ondertussen had de Patriottische Militie wel de woning van een veekoopman op het Stationsplein in beslag genomen.[586] Men verweet de man zich tijdens de bezetting te Duitsgezind te hebben opgesteld. Hij stond naar verluidt op goede voet met de officieren van de Kommandatur. Ze zouden verscheidene keren bij hem zijn uitgenodigd voor een jachtpartij.[587] De Waarschootse Patriottische Militie volgde het voorbeeld van hun Eeklose ‘strijdmakkers’. De geallieerden gebruiken er een tiental huizen. In navolging van de Canadezen legde het Onafhankelijkheidsfront beslag op de lokalen van de collaboratiebewegingen.[588]
De plaatselijke afdeling van de Patriottische Militie werd uiteindelijk in vrij verwarde omstandigheden ontbonden. Het begon met een interne ruzie. Aanleiding was het publiek protest tegen de deelname van Rosa VI aan het ‘verzet’. Ze kwam meer en meer vanwege haar houding tijdens de bezetting in opspraak. Toen André NM haar daarover een opmerking maakte ging ze er met de kas vandoor. Deze bevatte de aanzienlijke opbrengst van een feest ten voordele van de politieke gevangenen in de eetzaal van het SAW[589]. André NM diende dan ook een klacht in wegens misbruik van vertrouwen. Rosa VI richtte daarop haar eigen groep op. Haar echtgenoot en enkel andere “lichtzinnige verdwaalde meelopers” volgden haar. Bij gebrek aan een lokaal hielden ze hun bijeenkomsten in een garage in het Sleinestraatje[590]. André NM besloot op achtentwintig november 1944 tot de ontbinding over te gaan van de groep die nog onder zijn controle stond. Hij had, in tegenstelling tot Rosa VI, namelijk grote moeite met de politiek van de Kommunistische Partij. Ze trachtten in zijn ogen het OF voor hun kar te spannen. “Hij wenste zijn medewerking daar niet aan te verlenen, ze waren enkel verzetsmensen !”. Toen tot slot daarenboven de regering hen niet langer betaalde hakte hij de knoop door. [591] Wat er verder met Rosa VI’s groepje gebeurde is onduidelijk. In Eeklo verliep de situatie veel gespannener. Het Canadees leger[592] achtte het bijvoorbeeld noodzakelijk een tank op het lokaal van het Onafhankelijkheidsfront gericht te houden.[593]
Daar er nergens melding wordt gemaakt van activiteiten van het Geheim Leger na de bevrijding vermoeden we dat het zijn taak als volbracht beschouwde
repressie
De verzetslieden die aan de Dambrug hadden meegevochten lieten er geen gras over groeien. Direct na de bevrijding gingen ze over tot het aanhouden van collaborateurs.[594] De Vriese stelde bij zijn aankomst eveneens vast dat de Patriottische Militie ook ‘incivieken’ aangehouden had.[595] Ze werden in het gemeentehuis en de gemeentelijke basisschool vastgehouden. Ook de Rijkswacht, bijgestaan door de twee Waarschootse veldwachters, ging over tot aanhoudingen. Niet iedereen kon zich even goed met zijn lot verzoenen. Een vrouw die werd aangehouden uitte haar ongenoegen door te verklaren dat ze “nog liever de [aardappel]schillen van de Duitsers at, dan het witte brood van de Engelsen”. Daar de meeste collaborateurs de gemeente bij de bevrijding reeds hadden verlaten werd een groot deel bij hun terugkomst uit Duitsland opgepakt.[596]
Het straatgeweld viel al bij al best mee. Meisjes die met Duitsers verkeerd hadden werden de haren afgeschoren.[597] Bij sommige werden ‘s nacht hakenkruisen op de gevels geschilderd. Verscheidene inwoners van het Hoekje werden op deze manier geviseerd. Slechts één gezin konden we in de collaboratiesfeer situeren. Het gaat om een familie met twee zonen die lid waren van het VNV. Een ander slachtoffer had enkel een broer die beambte was op het Arbeidsambt[598]. Een laatste was bediende in een textielfabriek en kon op geen enkel manier met collaboratie in verband worden gebracht. Waarschijnlijk ging het om een persoonlijke afrekening. De Kerkstraat deelde ook in de klappen. Zo werd onder andere een lid van het VNV en DeVlag geviseerd.[599] Collaborateurs die in het voorjaar van 1945 uit Duitsland terugkwamen werden bij hun aankomst in het station vaak afgetuigd. Daar er geen werk was stond er elke dag een grote groep, het lokale “gemene” volk, op wacht. Men pakte vooral militaire collaborateurs of vrijwillige arbeiders aan. Een zwangere vrouw, later het voorwerp van burgerlijke epuratie, dreigde eveneens het slachtoffer van hun praktijken te worden. Gelukkig kwam er iemand tussenbeide. Hij gaf hen te verstaan dat ze zich moesten schamen. Daarop pakten ze hém dan maar aan. De vrouw werd uiteindelijk voor haar eigen veiligheid aan de politie overgeleverd.[600]
Voor de rest bleef het vrij rustig in Waarschoot. Er werd bijvoorbeeld niet geplunderd of er werden geen inboedels in brand gestoken.[601] Dit in tegenstelling tot Eeklo waar het Onafhankelijkheidsfront zich tot half oktober de baas op straat waande. Ze hielden er in de weken na de bevrijding een waar terreurklimaat in stand.[602]
XIII. Waarschoot herademt schokkend
Ook na bevrijding van Waarschoot hield het militaire geweld niet als bij toverslag op. De strijd om de Scheldezak zou nog tot begin november in de gemeente elke avond voor “vuurwerk” zorgen.[603] Het Ardennenoffensief[604] bracht bovendien de bevolking weer bruusk tot het besef dat de oorlog nog niet helemaal gedaan was. Verder werd op één januari 1945 het geallieerde vliegveld van Adegem[605] zwaar door Focke – Wulfs[606] beschoten. Tijdens de aanval werden heel wat toestellen op de grond vernield. In onze streek viel er nu en dan ook een verdwaald Vergeltungswaffe[607] neer. Ongeveer een maand voor de Duitse capitulatie werd Waarschoot daarenboven opgeschrikt door een geweldige explosie in het Leen. Het bleek dat een vrachtwagen met anti – tank granaten in de lucht was gevlogen. Tien arbeiders, waaronder op zijn minst één inwoner[608], kwamen daarbij om het leven. Het munitiedepot was na de bevrijding weer in Belgische handen terechtgekomen. Vanaf eind september 1944 was het werk er reeds hervat.[609]
Op maandag zeven mei 1945 was het dan eindelijk zover: de oorlog in Europa was beëindigd.[610]
Geleidelijk aan werd de gemeente weer de oude. Nog vóór de bevrijding zat burgemeester Standaert reeds opnieuw in het gemeentehuis.[611] Met hem keerden ook schepen Welvaert, de gemeenteraad en de gemeenteontvanger terug.[612]
De ondergedoken werkweigeraars die zich in de omgeving hadden schuilgehouden waren de eersten om weer op te duiken.[613] De echtgenoten, zonen en verloofden die door de Verplichte Tewerkstelling naar Duitsland waren gevoerd stroomden slechts bij mondjesmaat toe. Gedurende de maanden april en mei wachtten vele families gespannen af. De teruggekeerden werden met open armen ontvangen. Toen Gaby Van de Wiele vernam dat haar broer op het station was aangekomen reed ze hem op haar fiets meteen tegemoet. Aan Beke[614]-kerk kwam ze hem tegen. Het was een ontroerend weerzien. Hij bleek een zware keelontsteking te hebben opgelopen en was enorm uitgeput.[615] Zelfs degenen die doorgaans geen spier vertrokken pinkten nu toch een traantje weg: “We waren blij dat we elkaar terugzagen. Dat is logisch hé, na zo’n lange tijd. We hadden wel een lange briefwisseling met elkaar gehad, maar dat is toch niet hetzelfde als elkaar in levenden lijve te zien.”[616] Meer dan twintig man zou nooit terugkeren.[617] De meeste vonden de dood in geallieerde bombardementen. Een Waarschoots verplicht tewerkgestelde deed ons hierover volgende aangrijpende getuigenis: “Ik was steeds bij de eersten om naar de schuilkelders te lopen. Maar twee van mijn collega’s vonden het niet nodig om te schuilen [..]. Toen we [op een keer] terugkeerden was onze Slager uitgebrand en vonden we hun verkoolde en verscheurde lijken terug. We zeiden tegen elkaar dat we slachtoffers waren van onze eigen bondgenoten. […] na de bevrijding was onze vreugde zo groot, de woede was vlug vergeten.[618] Verder stierven zes politieke gevangenen in concentratiekampen.[619] Enkel de ouders van Marcel Gauwberg konden na lang angstig afwachten opgelucht ademhalen.
Praktisch alle gevluchte collaborateurs keerden terug naar Waarschoot. Het kunnen er sowieso niet zoveel geweest zijn want het migratorisch saldo vertoonde geen opmerkelijke bewegingen in de jaren 1944 en 1945.[620] Ze werden moeiteloos weer in de maatschappij opgenomen. Het enige wat men te verduren kregen was een occasionele steek onder water. Er bleef wel een zekere vete bestaan maar die geraakte langzaamaan in de vergetelheid.[621]
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1946 bleek ook het politieke leven weer als vanouds. Geen politieke aardverschuiving, de katholieken waren weer ruimschoots in de meerderheid. Burgemeester Standaert en schepen Welvaert stelden zich, omwille van hun leeftijd, geen kandidaat meer. In de plaats van zesenzeventigjarige Standaert kwam Arsenius De Prest. Het was het begin van wat een tweeënveertig jarig ambt zou worden.[623]
Ook de klokken zouden terugkeren. In december 1948 werden twee nieuwe klokken onder massale belangstelling gewijd. De grote werd bijeengespaard door de gehele parochie. Baron Van Ackeren, de afgevaardigde voorzitter van SAW[624], schonk het tweede, iets kleiner exemplaar. Met de Duitse vergoeding die men later kreeg werden dan maar verbeteringswerken aan de kerk uitgevoerd.[625]
Ook Gaby Van de Wiele leerde opnieuw te genieten van het leven. Eind 1946 vonden zij en haar zus werk. Ze kwamen goed aan de kost. Stilaan raakten ook de winkelrekken weer gevuld. Niets weerhield hun ouders nog om de materiële wensen die hun kinderen koesterden te vervullen. Ze waren jong en liepen dus graag goed gekleed: voortaan was er weer geld voor nieuwe kleedjes. Na verloop van tijd kregen ze zelfs een polshorloge en een splinternieuwe fiets! “We waren jong, gelukkig en gezond en zagen de toekomst hoopvol tegemoet”.
De gebeurtenissen van tijdens de oorlog werden met de mantel der liefde bedekt. Men moest nu opnieuw trachten met elkaar samen te leven. Het dorp leed daarom schijnbaar aan een collectief geheugenverlies. Zelfs Achiel De Vos stootte in de jaren tachtig op een muur van stilte. Het werd een litteken dat men heimelijk wegstopte.
Het leek ons eveneens interessant de invloed van de Tweede Wereldoorlog op de Waarschootse kerkelijkheid na te gaan.
We berekenden de kerkelijkheid op twee manieren. Op de eerste plaats deden we dit door de verhouding van het jaarlijks aantal communies tot de totale bevolking te berekenen. Daarnaast gingen we na hoeveel procent van de bevolking ‘de grote momenten des levens’ (geboorte, huwelijk, overlijden) met kerkelijke begeleiding beleefde. We deden dit door de registers van burgerlijke stand met de parochieregisters te vergelijken.[626]
Globaal gezien kunnen we Waarschoot tussen 1939 en 1950 uiterlijk als een zeer katholieke gemeente beschouwen. Drieënnegentig procent werd er gedoopt, éénennegentig procent huwde voor de kerk en tachtig procent kreeg een kerkelijke begrafenis.[627]
Aan de hand van Bijlage zes krijgen we een zeer duidelijk beeld van de evolutie van de kerkelijkheid tijdens desbetreffende oorlogsjaren. We zien hoe het aantal communies tussen 1940 en 1944 met maar liefst drieënzeventig procent steeg! Het zou nog tot de jaren vijftig duren alvorens de onkerkelijkheid opnieuw het niveau van 1940 bereikte.
Bijlage zeven is weliswaar niet zo glashelder als Bijlage zes maar bevestigt niettemin de voorstelling die we ons reeds gevormd hadden. We merken een duidelijke stijging in 1944 van het aantal ingezegende geboortes en huwelijken. In 1944 en 1945 merken we daarentegen vreemd genoeg een sterke daling van het percentage kerkelijke begrafenissen. We vermoeden dat dit slechts een vertekend beeld is. Hoogstwaarschijnlijk tekende de pastoor de overledenen die niet op de gemeente waren begraven niet op. Daar een aantal burgers in geallieerde bombardementen en concentratiekampen omkwamen of in Duits uniform sneuvelden lijkt dit ons een aannemelijke verklaring.
We beschikken over nog duidelijkere aanwijzingen om in onze casus tijdens de oorlogsjaren over angstreligie[628] te kunnen spreken. Sinds de eerste verplichte tewerkgestelden naar Duitsland vertrokken werd er bijvoorbeeld wekelijks een mis voor hun bescherming opgedragen. Deze werden druk bijgewoond. Tijdens de bezetting zocht men regelmatig de toevlucht tot Jezus, Maria en St.-Ghislenus, de parochieheilige. In de dankmis de dag na de bevrijding dankte men hen om de gemeente ongeschonden door de bevrijding te loodsen. In de maand oktober hield men elke dag van de octaaf[629] van St.-Ghislenus publiek de ommegang. Zelfs regen kon de honderden deelnemers niet tegenhouden.[630]
We gingen ook de gevolgen van de oorlogssituatie op de demografie na. Daar de door ons bestudeerde periode slechts vijf jaar bestreek vreesden we een vertekend beeld te krijgen. Om te kunnen beschikken over een globaal beeld bekeken we respectievelijk een gelijkaardige periode vóór en ná de door ons onderzochte tijdspanne.
We onderzochten op de eerste plaats de mortaliteit. Globaal zien we een stijgende trend. De mortaliteit bereikte voor de eerste maal een piek in 1940. We menen deze te kunnen verklaren door het aantal doden onder zowel de burgers als de inwoners die onder de wapens waren geroepen. De tweede piek situeerde zich vreemd genoeg in 1942. Hiervoor vonden we niet meteen een verklaring. Ondanks het aantal doden bij de aanval op reizigerstrein zien we in 1944 geen uitschieter. In 1945 bereikte de mortaliteit daarentegen haar hoogste punt tijdens de door ons bestudeerde periode. De meeste inwoners vonden dus hun einde in de doodstrijd van het Derde Rijk. Ze kwamen om in geallieerde bombardementen en concentratiekampen. Anderen lieten het leven als gevolg van hun besluit te strijden voor het nationaal-socialisme. [632]
In tijden van crisis huwt men minder. Globaal gezien vertoonde de Waarschoots nataliteit een sterk stijgende trend. Het huwelijkscijfer bereikte een eerste dieptepunt in 1940, het jaar van de Achttiendaagse Veldtocht. In 1944 besloten er ook opmerkelijk minder mensen om in het huwelijksbootje te stappen. De volgende vier jaar bereikte het huwelijkscijfer echter ongekende hoogtes.[633]
De nuptialiteit is een andere aanwijzing om na te gaan hoe de bevolking de tijdsomstandigheden percipieerde. Globaal gezien vertoonde de Waarschoots nataliteit een licht dalende trend. Na 1938 nam het aantal geboortes sterk af. Het dieptepunt werd bereikt in 1942. Tussen 1938 en 1942 daalde het geboortecijfer met maar liefst drieëndertig procent ! Het vertrouwen in de toekomst leek zich van dan af langzaam te hebben hersteld. Het grootste inhaalmanoeuvre kunnen we echter pas na de bevrijding situeren. De absolute top werd bereikt in 1946. Tussen 1942 en 1946 steeg het geboortecijfer met maar liefst zesenzestig procent.[634]
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
[537] We kozen deze titel vanwege de vergaande gelijkenissen met de Glorious Revolution. Dit is de benaming voor de gebeurtenissen in Engeland tussen de landing van de Hollandse stadhouder Willem III op vijf november 1688 en de aanvaarding van de Engelse Kroon door Willem en Mary Stuart op 13 februari 1689. De naam vindt zijn oorsprong in het feit dat de omwenteling gemakkelijk en zonder bloedvergieten verliep. In 1689 vaardigde het Engelse parlement eveneens de Bill of Rights, de allereerste grondwet uit. Onder aanvaarding van de daarin neergelegde voorwaarden werden Willem III en Mary gekroond: de Glorious Revolution was daarmee een democratische overwinning van de leidende groeperingen op een koningschap met absolutistische neigingen.
Glorious Revolution, Encarta – Encyclopedie 2000 - Winkler Prins, 1993, s.p. .
[538] Deze Libische stad was tijdens de Tweede Wereldoorlog meerdere malen het toneel van de hevige strijd tussen het Britse achtste leger en de Duits-Italiaanse korpsen van Rommel en Graziani. De stad werd na het offensief bij El Alamein in november 1942 definitief door de Britten veroverd.
Tobroek, Encarta – Encyclopedie 2000 - Winkler Prins, 1993, s.p
[539] Stad in Frankrijk, Normandië, departement Seine-Maritime, aan de monding van de Arques in Het Kanaal. In augustus 1942 werd een voornamelijk Canadese raid tegen Dieppe ondernomen, waarbij de vuur- en luchtsteun was opgeofferd aan de nagestreefde verrassing. De mislukking van deze raid stelde weliswaar de vorming van een tweede front geruime tijd uit, maar de hier geleerde lessen maakten de grote successen van de latere invasies in Noord-Afrika en Normandië mogelijk.
Dieppe, Encarta – Encyclopedie 2000 - Winkler Prins, 1993, s.p
[540] GMG, Dossier Van de Wiele, M ‘Stukken v.d. terechtzitting’, S 8-9.
[541] 6/’42 Slag bij Midway, 8/’42 belegering van Stalingrad, 11/’42 slag bij El Alamein, 8/9/’43: capitulatie van Italië.
1940 – 1949 Oorlog en vrede in De geïllustreerde geschiedenis van de twintigste eeuw, 1999, pp. 246 – 267.
BALTHAZAR (Herman) e.a., op. cit., 1984, p. 102.
Wereldoorlog, Tweede, Encarta – Encyclopedie 2000 - Winkler Prins, 1993.
[542] GAW, Repressie – Burgertrouw.
[543] Ut supra.
[544] GK, Dossier DK.
GMG, Dossier EL.
[545] Wereldoorlog, Tweede, Encarta – Encyclopedie 2000 - Winkler Prins, 1993.
[546] EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 2, 6/3/2002.
EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 3, 6/3/2002.
[547] Woonkern die voor de ene helft op het grondgebied van Waarschoot en voor de andere in Zomergem ligt
[548] GMG, Dossier DG G.
[549] Ut supra.
[550] Ut supra.
[551] GK, Dossier DA.
[552] GMG, Dossier Van de Wiele, M, S 8-9, 12.
[553] KAW, Liber Memorialis, pp. 93 – 106.
[554] GAW, Repressie – Burgertrouw.
[555] EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 2, 6/3/2002.
EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 3, 6/3/2002.
[556] WIELE (Gaby, Van de), Einde van de oorlog: De bevrijding, Godsdienstig en Heemkundig Erfgoed, Waarschoot, 2000, IV, pp. 117 – 124.
[557] Eekloos gehucht.
[558] Van De Woestyne is in zijn beschrijving vaak zeer onduidelijk. Zo konden we in dit stuk niet opmaken of hij het over het Geheim Leger of het Onafhankelijkheidsfront had.
[559] WOESTYNE (Paul, Van De), op. cit., pp. 580 - 582.
[560] GMG, Dossier Van de Wiele, M, S 18 p. 3.
EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 2, 6/3/2002.
WIELE (Gaby, Van de), Einde van de oorlog: De bevrijding, Godsdienstig en Heemkundig Erfgoed, Waarschoot, 2000, IV, pp. 117 – 124.
[561] Voor zijn rol in het KAJ ut supra.
[562] Het betreft hier een andere pastoor dan degene die de benoeming van Van de Wiele steunde. Urbain Bauwens werd in maart 1942 aangesteld.
DE VOS (Achiel), op. cit., pp. 260-263.
[563] GMG, Dossier Van de Wiele, M, S 18 p. 3.
[564] GMG, Dossier Swerts, Brief Swerts aan substituut-krijgsauditeur, 6/2/’46, s.l., S 13, S 113.
[565] WIELE (Gaby, Van de), Einde van de oorlog: De bevrijding, Godsdienstig en Heemkundig Erfgoed, Waarschoot, 2000, IV, pp. 117 – 124.
[566] Aureel Andries, Maurice Baudonck, Oscar Bauwens, Clemence Mortier, Roger Philips en René Vermeire.
[567] CHDK, Dossiers Aureel Andries, Maurice Baudonck, Oscar Bauwens, De Pauw Alfons, Clemence Mortier, Roger Philips en René Vermeire.
WOESTYNE (Paul, Van De), op. cit., pp. 580 – 582.
[568] KAW, Liber Memorialis, pp. 93 – 106
EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 2, 6/3/2002.
WIELE (Gaby, Van de), Einde van de oorlog: De bevrijding, Godsdienstig en Heemkundig Erfgoed, Waarschoot, 2000, IV, pp. 117 – 124.
[569] Het betreft de eigendom van de Hemptinne.
[570] WOESTYNE (Paul, Van De), op. cit., pp. 580-582.
[571] André Buysse was afkomstig van Waarschoot maar woonde tijdens de bezetting in Gentbrugge. Onze getuige wist ons niet te vertellen tot welke organisatie hij behoorde. Zijn naam komt op geen enkele ledenlijst voor.
GAW, Weerstanders en werkweigeraars.
EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 3, 6/3/2002.
GAW, Geboorten 1901 – 1950 Gemeente Waarschoot.
GAW, Huwelijken 1901 – 1950 Gemeente Waarschoot.
[572] CHDK, Dossier DP M.
[573] CHDK, Dossier BA2, Brief De Vriese aan Ministerie van Landsverdediging, Dienst van de Weerstand, 18/10/’50, s.l.
CHDK, Dossier LA.
[574] Al de vermeldde dossiers van het CHDK, Patriottische Militie.
[575] Het Geheim Leger stond tot juni 1944 bekend als het Leger van België (ofwel Armée de Belgique).
MEYERS (Wim) en SELLESLAGH (Frans), op. cit., p. 104.
[576] CHDK, Dossier BA2, Brief De Vriese aan Ministerie van Landsverdediging, Dienst van de Weerstand, 18/10/’50, s.l. .
GAW, Weerstanders en werkweigeraars.
[577] WOESTYNE (Paul, Van De), op. cit., p. 583.
CHDK, Dossier BA2, Brief De Vuyst aan Ministerie van Landsverdediging, Dienst van de Weerstand, 12/8/’50, s.l
[578] CHDK, Dossier BA2, Brief De Vriese aan Ministerie van Landsverdediging, Dienst van de Weerstand, 18/10/’50, s.l. .
CHDK, Dossier BA2, Brief De Vuyst aan Ministerie van Landsverdediging, Dienst van de Weerstand, 12/8/’50, s.l
[579] Onafhankelijkheidsfront – Front de l’Indépendance.
[580] CHDK, Dossier BA2, Brief De Vuyst aan Ministerie van Landsverdediging, Dienst van de Weerstand, 12/8/’50, s.l
[581] CHDK, Dossier BA2, Brief De Vriese aan Ministerie van Landsverdediging, Dienst van de Weerstand, 18/10/’50, s.l. .
[582] Al de vermeldde dossiers van het CHDK, Patriottische Militie.
EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 4, 6/3/2002.
[583] GAW, Weerstanders en werkweigeraars, brief van de plaatselijke commandant van het OF-FI, Gewest Eeklo, Sector III OSK III aan de burgemeester, 12/10/’44.
[584] CHDK, Dossier BA2, Brief De Vriese aan Ministerie van Landsverdediging, Dienst van de Weerstand, 18/10/’50, s.l..
[585] GAW, Weerstanders en werkweigeraars, brief van de gemeente aan de secretaris van het OF-FI, 16/10/’44.
[586] CHDK, Dossier BA2, Brief De Vriese aan Ministerie van Landsverdediging, Dienst van de Weerstand, 18/10/’50, s.l..
[587] GMG, Dossier Van de Wiele, M, S 8-9, 137 p 5 - 6; M ‘S v.d. terechtzitting’ S 14
[588] WOESTYNE (Paul, Van De), op. cit., pp. 580-582.
[589] Société Anonyme de Waerschoot, textielfabriek op het Hoekje.
DE VOS (Achiel), op. cit., pp. 130 – 143.
[590] Heden de Molenstraat.
[591] GMG, Dossier Van de Wiele, M ‘Stukken v.d. terechtzitting’ , S 18 p. 11.
[592] De geallieerden hadden aan de regering hun hulp toegezegd bij het normaliseren van het openbare leven.
[593] WOESTYNE (Paul, Van De), op. cit.,p. 584.
[594] CHDK, Dossiers Aureel Andries, Maurice Baudonck, Oscar Bauwens, De Pauw Alfons, Clemence Mortier, Roger Philips en René Vermeire.
WOESTYNE (Paul, Van De), op. cit., pp. 580 – 582.
[595] CHDK, Dossier BA2, Brief De Vriese aan Ministerie van Landsverdediging, Dienst van de Weerstand, 18/10/’50, s.l.
[596] EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 2, 6/3/2002.
EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 3, 6/3/2002.
[597] EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 1, 11/1/2002.
EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 2, 6/3/2002.
EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 3, 6/3/2002.
[598] Een Belgische organisatie opgericht door de Secretaris-generaal voor Arbeid en Sociale Voorzorg. Het was belast met de uitvoering van de verordeningen van de Verplichte Tewerkstelling in België.
[599] GAW, Kiezerslijsten, Kiezerslijst 1938 en 1952.
GAW, Repressie – Burgertrouw.
EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 5, 8/3/2002.
GAW, Geboorten 1796 – 1900 Gemeente Waarschoot.
GAW, Geboorten 1901 – 1950 Gemeente Waarschoot.
GAW, Huwelijken 1901 – 1950 Gemeente Waarschoot.
Ut supra.
[600] EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 3, 6/3/2002.
GAW, Repressie – Burgertrouw.
GAW, Geboorten 1901 – 1950 Gemeente Waarschoot.
[601] EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 1, 11/1/2002.
EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 2, 6/3/2002.
EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 3, 6/3/2002.
[602] WOESTYNE (Paul, Van De), op. cit., pp. 580 – 582.
[603] EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 2, 6/3/2002.
WOESTYNE (Paul, Van De), op. cit., pp. 580.
[604] Het Ardennenoffensief was de laatste grote Duitse tegenactie. Op zestien december 1944 werd verrassend ingezet over een front van ruim honderd kilometer tussen Monschau en Echternach. Het doel was Antwerpen in te nemen en daarmee de Britse legergroep van de zuidelijker gelegen Amerikaanse hoofdmacht te isoleren. Zo hoopte men krachten vrij te kunnen maken voor het Oostfront.
Ardennenoffensief, Encarta – Encyclopedie 2000 - Winkler Prins, 1993, s.p. .
[605] Heden een deelgemeente van Maldegem.
[606] type Duits jachtvliegtuig.
[607] Vergeldingswapens die Duitsland liet ontwikkelen als antwoord op de luchtaanvallen van de geallieerden. Vooral de V-1, een kruisvluchtwapen en de V-2, een ballistisch wapen hebben aan het einde van de Tweede Wereldoorlog een vernietigende rol gespeeld.
V-wapens, Encarta – Encyclopedie 2000 - Winkler Prins, 1993, s.p. .
[608] EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 3, 6/3/2002.
[609] WOESTYNE (Paul, Van De), op. cit., pp. 580, 585-586.
[610] Wereldoorlog, Tweede, Encarta – Encyclopedie 2000 - Winkler Prins, 1993.
[611] Ut supra.
[612] DE VOS (Achiel),op.cit., pp. 41 – 46.
[613] EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 2, 6/3/2002.
[614] Woonkern die voor de ene helft op het grondgebied van Waarschoot en voor de andere in Zomergem ligt
[615] Wiele (Gaby, Van de), Einde van de oorlog : De bevrijding, Godsdienstig en Heemkundig Erfgoed, Waarschoot, 2000, IV, pp 117 – 124.
[616] EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 4, 2/3/1999.
[618] EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 4, 2/3/1999.
[619] Ut supra.
[620] Zie Bijlage 8 & 12.
[621] EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 2, 6/3/2002.
EVD, Interview van de auteur met anonieme getuige 3, 6/3/2002.
[623] DE VOS (Achiel), op.cit., pp. 46-47.
[624] Société Anonyme de Waerschoot, textielfabriek op het Hoekje.
DE VOS (Achiel), op.cit., pp. 130 – 143.
[625] DE VOS (Achiel), op.cit., pp. 262 – 263.
[626] Deze methode komt in grote lijnen overeen met Arts aanpak.
ART (J.), Culturele en religieuze geschiedenis in Hoe schrijf ik de geschiedenis van mijn gemeente? 1 : Nieuwste tijden, 19de en 20ste eeuw, 1998, pp. 254-255.
[627] Zie Bijlage 5.
[628] BALTHAZAR (Herman) e.a., op. cit., pp. 168 – 175.
[629] Periode van acht dagen, voorafgaand aan sommige rooms-katholieke feesten.
[630] KAW, Liber Memorialis, pp. 93 – 106.
[631] Voor een overzicht van het cijfermateriaal zie Bijlage 8.
[632] Zie Bijlage 11.
[633] Zie Bijlage 10.
[634] Zie Bijlage 9.
Noot van de auteur :
We hebben getracht de richtlijnen van de Wet van de Privacy zo veel mogelijk te volgen. De namen van allerhande collaborateurs en niet erkende verzetslieden werden dan ook vervangen door een willekeurige voornaam en initiaal. Elke verwijzing naar bestaande personen is compleet toevallig !!! Getuigen die anoniem wensten te blijven worden in de bronvermelding enkel aangeduid als bijvoorbeeld ‘anonieme getuige 1’. Elk verzoek om de identiteit van anonieme historische actoren of getuigen te onthullen zal worden afgewezen! Namen van personen die door om het even wie zeer eenvoudig kunnen worden opgezocht worden vermeld; net zoals de namen van gewone burgers, kwestie van het verhaal wat couleur locale, te geven. We vinden wel dat u als nabestaande het recht heeft alsnog voor anonimiteit te kiezen. Een eenvoudig verzoek volstaat. Wat erkende verzetslieden betreft vonden we het problematisch om hun naam niet mee te delen. We merkten namelijk bij de lectuur en interviews dat tot op heden niemand de ware toedracht van de verzetgeschiedenis kende. We meenden dat het op een manier onze plicht was om Waarschoot er op te wijzen dat het wél over enkele ‘helden’ beschikt. We hopen eveneens dat we bij het schrijven dit werk niemand kwetsten. We sluiten het echter niet uit dat bepaalde zinswendingen verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden. Indien u problemen heeft met een bepaald fragment uit dit werk kunt u steeds contact opnemen met de auteur. Elk verzoek zal gedegen worden behandeld.
Hoe ?:klik op de naam van de auteur. Karel Linseele
©Niets uit de website
mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk,
fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de auteur.
E-thesis kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor de inhoud van de hier
verzamelde publicaties. Elke auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van zijn
publicatie.
All rights reserved. No part of this site may be reproduced without the written permission of the author.