‘Een kopje tee en wat meer kultuur’ Vrouwennieuws en mannenkranten in Vlaanderen en Nederland (1960-1970). (Carolina Van IJzendoorn) |
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
Hoofdstuk II: Kwantitatieve analyse
In dit hoofdstuk zal een kwantitatieve analyse en vergelijking van de vrouwenrubrieken van de Volkskrant, Het Parool, De Standaard en Vooruit worden gemaakt. Daarvoor werd de inhoud van de vrouwenrubrieken van de bovengenoemde dagbladen geïnventariseerd en gecategoriseerd. Artikelen werden ondergebracht in een vijftiental categorieën[90], en aan de hand van die categorieën verder geanalyseerd. Echter, vooraleer aan de eigenlijke analyse te beginnen lijkt een woordje over het onderzoeksobject, de vrouwenrubriek, en de gehanteerde methode op zijn plaats.
1. Het onderzoeksobject: de vrouwenrubriek
Een probleem dat zich stelt bij ‘de vrouwenrubriek’ als onderzoeksobject is dat de term ‘vrouwenrubriek’ vaag is, en zich leent tot een diffuus gebruik. In de literatuur wordt slechts uitzonderlijk een definitie of afbakening gegeven. Wanneer ‘vrouwenrubriek’ wel gedefinieerd wordt, laat de definitie nog ruimte voor interpretatie. Om verwarring te voorkomen zou ik graag een (werk)definitie van het begrip ‘vrouwenrubriek’ voorstellen. De omschrijving en afbakening van dat begrip beïnvloeden immers de resultaten van het onderzoek. Er is niet voor een inhoudelijke definitie gekozen, juist omdat die altijd ruimte voor interpretatie laat. Mijn werkdefinitie heeft de titel als criterium. Daarbij staat dus niet de ontvanger (de lezer), maar de communicator (de krant en haar redactie) centraal. Voor die definitie heb ik mij laten inspireren door de verhandeling van A. Evers[91].
“De vrouwenrubrieken zijn die rubrieken in een krant die onder een vaste titel
en met een welbepaalde regelmaat verschijnen, en die door de redactie
duidelijk bestemd zijn voor een vrouwelijk publiek, wat blijkt uit het feit dat de
vrouw rechtstreeks vernoemd wordt in de titel, of op een andere wijze vermeld wordt”
Daarmee wordt echter niet uitgesloten dat deze rubrieken ook door mannen gelezen (kunnen) worden, of dat zij zich soms zelfs expliciet tot hen richten. Natuurlijk is het ook mogelijk dat vrouwen niet geïnteresseerd zijn in de inhoud van de vrouwenrubriek, en meer voldoening vinden in het lezen van andere rubrieken. De inhoud van de individuele vrouwenrubrieken loopt zo sterk uiteen, dat het onmogelijk is een opsomming te geven van alle mogelijke items die aan bod kunnen komen zo een rubriek[92]. Om toch enige duidelijkheid te scheppen in de veelheid van mogelijke inhouden, wordt hier één gemeenschappelijke kenmerk benoemd. De basisconditie van een vrouwenrubriek is de implicatie dat “(…) de krantenredacties ervan uitgaan dat er een ‘typisch vrouwelijke leefwereld’ bestaat die geïsoleerd kan worden van de algemene berichtgeving”[93].
De geschiedenis van de vrouwenrubrieken begon in de tweede helft van de 19e eeuw, toen de dagbladuitgevers aandacht kregen voor hun vrouwelijk lezerspubliek[94]. Onder invloed van de eerste feministische golf traden vrouwen voor het eerst in de openbaarheid. Tijdens de eerste feministische golf en de strijd om het vrouwenkiesrecht traden vrouwen nadrukkelijk op de voorgrond en eisten hun politieke rechten op. Op die manier werd het eendimensionale beeld van de vrouw als echtgenote, huisvrouw en moeder enigszins doorbroken[95]. Ontwikkelingen in de dagbladuitgeverij zelf speelden ook een rol. De groeiende technische mogelijkheden, de nieuw ontdekte ‘ontspanningsfunctie’ van de krant en commerciële motieven (het aanspreken van een breder lezerspubliek) leidden tot het ontstaan van de ‘vrouwenrubriek’[96]. De rubrieken werden voornamelijk gevuld met nogal ‘traditioneel vrouwelijke’ onderwerpen: kleding, keuken, huishouden en kinderen, hoewel naargelang van de politiek-ideologische strekking van de krant en individuele voorkeuren van redacties verschillende accenten gelegd werden. De titels bevatten zelden een rechtstreekse verwijzing naar het geslacht van de lezers, maar gezien de strikte, seksegebonden rolpatronen was er geen twijfel mogelijk over het beoogde lezerspubliek van de rubrieken[97].
Na de Eerste Wereldoorlog werd in de meeste West Europese landen de belangrijke feministische eis van het vrouwenkiesrecht ingewilligd, waarna de belangstelling van de dagbladpers voor de vrouw weer verslapte. In de vrouwenrubrieken was dit duidelijk waar te nemen. Er viel een verheviging in een ‘verhuisvrouwingsproces’[98] waar te nemen. Mede door de economische recessie werd het vrouwbeeld steeds eenzijdiger: de vrouwenrubrieken werden gevuld met tips om de beschikbare middelen optimaal te benutten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zagen veel dagbladen zich genoodzaakt de publicatie van de vrouwenrubriek op te schorten. In de eerste bevrijdingsjaren waren de materiële omstandigheden niet veel beter dan tijdens de oorlog. Dit had gevolgen voor zowel de inhoud als de omvang van de vrouwenrubrieken. Vanwege de papiertekorten waren de overgebleven vrouwenrubrieken erg beknopt, bovendien zorgde de algemene economische malaise ervoor dat de inhoud wederom om het voeren van een ‘efficiënt huishouden’ draaide. Ook nabeschouwingen over de oorlog en blikken in de toekomst behoorden tot het nieuws van de dag in de vrouwenrubrieken[99].
In de jaren 1950 groeide de krant echter weer in omvang, en werd de vrouwenrubriek in ere hersteld. Op verschillende domeinen was er sprake van modernisering. Traditionele thema’s als mode en koken bleven weliswaar een belangrijke plaats innemen, maar er verschenen steeds meer artikelen die de vrouw persoonlijk als onderwerp hadden, en niet zozeer haar rol als echtgenote, huisvrouw en moeder. Bovendien werd de vrouw meer rechtstreeks en vaak met het beleefde ‘Mevrouw’ in de titel van de rubriek aangesproken[100]. Ook vond een scala aan nieuwe onderwerpen ingang, zoals reisverhalen en persoonlijke columns, sociale gedragingen van mensen en intermenselijke relaties. Vrouwenbeweging en feminisme kregen, hoewel bij uitzondering, eveneens weer enige aandacht[101].
In de jaren 1960 werden bijdragen over huishouden en gezin, adviezen en voorschriften in omvang gereduceerd. Geleidelijk was een overgang waar te nemen naar enerzijds meer ontspanning, zoals roddel, shownieuws en horoscopen, en anderzijds gerichte consumenteninformatie. De stijl en aanspreektoon van de artikelen werden directer en minder betuttelend. De vrouw werd stilaan in een breder spectrum van sociale rollen en posities aangesproken[102]. Ook het ‘women-first’-verschijnsel, waarmee elke eerste vrouwelijke werknemer in een traditioneel ‘mannenberoep’ wordt aangeduid, werd een ‘hot item’ in de jaren 1960. Juist in deze periode raakten vrouwen onder invloed van diverse maatschappelijke ontwikkelingen[103] minder aan huishouden en gezin gebonden, en ontstonden er meer mogelijkheden om buitenhuis te gaan werken[104].
Eind jaren 1960 kreeg de aanzet tot de tweede feministische golf vorm. Vrouwen werden zich bewust van de aan hen opgelegde rol als moeder, huisvrouw en echtgenote, een rol die hen sterk verhinderde zichzelf als individu te ontplooien en waar te maken. Hoewel er al snel geen eenheid of eensgezindheid meer te bespeuren viel in de vrouwenbeweging van de ‘tweede golf’, heerste er over één actiepunt verbazende eensgezindheid: de media[105]. De feministische kritiek op de vrouwenrubriek, dagbladen en media in het algemeen was tweeledig. Enerzijds werd de aan-, of misschien liever gezegd, de afwezigheid van vrouwen in ‘het nieuws’ bekritiseerd, en anderzijds de eenzijdige beeldvorming die vrouwen ten deel viel.
De sterke ondervertegenwoordiging van (nieuws over) vrouwen in de krant is historisch te verklaren. Het ontstaan van de krant hing samen met ontwikkelingen in de politiek en handel, van oudsher ‘mannelijke’ domeinen[106]. Het dagblad ontwikkelde zich verder, zonder zich echte rekenschap te geven van het bestaan van vrouwen, en bleef een afspiegeling van de ‘publieke’ wereld, de ‘mannenwereld’. Ook toen vrouwen deel begonnen te nemen aan het publieke leven en meer op voorgrond traden, bleef de krant hen op een traditionele wijze beschrijven. Vrouwen vormden een aparte, en volgens de gangbare opvatting niet bijster interessante, nieuwscategorie. Dat verschijnsel werd nog versterkt door het feit dat nieuwsagentschappen en redacties overwegend door mannen bevolkt werden, waardoor ‘vrouwennieuws’ al snel verdween bij de selectie van nieuwsfeiten of de inkorting van artikelen[107]. Resultaat van dit alles was dat vrouwen in ‘het nieuws’ vaak bijna onzichtbaar waren.
Ook de manier waarop vrouwen wel benaderd en beschreven werden in de pers, kwam van feministische zijde onder vuur te liggen. Waar mannen in een veelheid van rollen en posities (die bovendien zeer gevarieerd konden zijn), getoond en aangesproken werden, kwamen vrouwen slechts in hun functie als ‘moeder’, ‘huisvrouw’ of ‘echtgenote’ aan bod[108]. Ondanks de dynamiek in de sociale ontwikkelingen in de jaren 1960 en 1970 waren vrouwen vaak slechts de moeder, echtgenote of vriendin van het onderwerp[109]. Als vrouwen, uitzonderlijk, toch eens op een andere manier in beeld kwamen, werd er automatisch een relatie gelegd naar of gerefereerd aan huishouden, man en kinderen. In interviews met of artikelen over vrouwen werd veeleer gesproken over het persoonlijke leven dan de specifieke verworvenheden of ideeën van de betrokken dame. Een veel gestelde vraag in interviews was bijvoorbeeld: “Uw werk, is dat nu goed te combineren met het huishouden en uw kinderen?”[110]. Een vraag die aan mannen nooit gesteld werd. In het kader van het ‘women first’-verschijnsel kwam dat zeer duidelijk naar voren. ‘Vrouwelijke pioniers’ in ‘mannenberoepen’ werden aangehaald, juist om het uitzonderlijke element te onderstrepen. Er werd benadrukt hoe verrassend het was, dat de taak door een vrouw even competent werd uitgevoerd als door een man[111]. Meestal konden die uitzonderingen op de traditionele vrouwenrol op negatieve beeldvorming rekenen[112]. Dagbladen speelden dus zeker een rol in de traditionele stereotypering waarin vrouwen slechts bestonden bij gratie van hun man en gezin, en geen wens of bereidheid kenden tot individuele ontplooiing of maatschappelijke prestaties.
Als een gevolg van de hierboven genoemde feministische kritiek en onder invloed van de algemene maatschappelijke veranderingen schaften vele kranten hun vrouwenrubriek af, en gaven hun ‘vrouwennieuws’ een plaats in de rest van de krant. Andere kranten vormden hun vrouwenrubriek om tot life-style of consumentenrubrieken, onder een neutrale titel, zonder zich daarbij tot tot een specifiek mannelijk of vrouwelijk lezerspubliek te richten [113].
Na bovenstaande explicitering van het onderzoeksobject, de vrouwenrubriek, wil ik ingaan op de gevolgde methode bij de kwantificering van het bronnenmateriaal. Het doel van de kwantitatieve analyse is inzicht te verschaffen in welke categorieën van artikelen het meest veelvuldig of meest uitgebreid aan bod kwamen in de onderzochte dagbladen.
De werkwijze van de kwantitatieve analyse was betrekkelijk eenvoudig. Er is gewerkt met ‘standaardfiches’, waarop alle gegevens van de krant (titel, jaargang, maand, dag, datum, paginanummer van de vrouwenrubriek, totaal aantal pagina’s van de krant, de titeloppervlakte, de totale oppervlakte van de rubriek en de totale oppervlakte van de pagina) vermeld werden, evenals alle artikelcategorieën, de oppervlakte die een bepaald artikel innam en een korte beschrijving van de inhoud van (belangrijke) artikelen. Voor het ontwerp van die fiches ben ik eveneens geïnspireerd door de verhandeling van A. Evers[114]. Bij de inventarisatie van de artikelen zijn de volgende categorieën gehanteerd:
1) Mode, kleding, accessoires: modeberichten, verslagen van modeshows, voorstelling van ‘nieuwe’ accessoires maar ook allerhande naaipatronen en dergelijke.
2) Lichaamsverzorging, cosmetica: alles over persoonlijke hygiëne, vermageringsdieeten, make -up, haarmode etc..
3) Gastronomie en voeding: recepten, kooktips, maar ook informatie over vitamines, verantwoorde voeding etc..
4) Huis, huishouding: allerhande huishoudtips, interieurvormgeving, huishoudbudgetering, nieuwe ‘huishoud snufjes’ etc..
5) Kind en gezin: alles over kinderen, kinderopvoeding, het gezin, gezinsopvoeding, alsook onderlinge verhoudingen en rolpatronen.
6) Recensies: allerhande boek- en tijdschriftbesprekingen (van kookboeken tot wetenschappelijke literatuur en kinderboeken).
7) Vrouw en samenleving: alles over de positie van de vrouw buiten haar gezin: de vrouwenbewegingen, vrouwen in de politiek, buitenhuisarbeid, de eerste feministisch getinte artikelen (zeker in 1970), en de positieve en negatieve reacties hierop.
8) Maatschappij en politiek: actualiteit, politieke, maatschappelijke en sociale kwesties, informatie over verkiezingen, juridische informatie etc..
9) Ontspanning: mopjes, puzzeltjes, horoscopen, feuilletons, stripjes, een ‘vermakelijk’ bedoelde column etc..
10) Afbeeldingen, foto’s: enkel ‘op zichzelf staande’ afbeeldingen, dat wil zeggen, afbeeldingen (eventueel met ondertitel) die geen betrekking hadden op een artikel van dezelfde pagina.
11) Faits divers: kleine berichtjes met zeer beperkte informatieve waarde: meestal ‘illustere’ daden van ‘gewone’ vrouwen (soms ook mannen), aankondigingen van allerlei activiteiten, ‘wist-je-datjes’ etc..
12) Reclame: allerhande advertenties.
13) Varia: alles wat niet in één van de genoemde categorieën kon worden geklasseerd. Er is voor gewaakt deze categorie nooit meer dan 5% van de totale oppervlakte van de rubriek te laten innemen.
14) Blanco categorie: werd in de loop van het onderzoek ingevuld: deels om te voorkomen dat de ‘restcategorie’ varia de omvangrijk zou worden, en deels om een representatieve en realistische afspiegeling te geven van het soort artikelen, verschenen in de desbetreffende vrouwenrubriek(en). In praktijk werd deze categorie slechts door twee items ingevuld, namelijk: Kunst en Cultuur: verslagen of aankondigingen van culturele activiteiten, beschouwingen over kunst en cultuur, interviews met of artikelen over kunstena(a)r(s)(essen), etc.. Een ander veel voorkomend item was Kerk en maatschappij: alle artikelen die handelden over de positie van de vrouw in de Kerk, kerkelijk nieuws, zoals bijvoorbeeld verslagen van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965), geplaatst in de vrouwenrubriek, de relatie Kerk en samenleving etc..
De Volkskrant, Het Parool en Vooruit werden geïnventariseerd door middel van het ‘tellen’ (van de oppervlaktes die de artikelen innamen) in ‘standaardkolommen’ (dat wil zeggen de totale oppervlakte die een gehele kolom per pagina innam). Aangezien De Standaard wel werd opgemeten in vierkante centimeters, was het noodzakelijk om enige consistentie in de meeteenheden te bekomen. De oppervlaktes van artikelen in de Volkskrant, Het Parool en Vooruit in vierkante centimeters werden berekend door de oppervlakte in kolommen te vermenigvuldigen met de X vierkante centimeter die een ‘standaardkolom’ innam in de respectievelijke vrouwenrubriek. De oppervlaktes in vierkante centimeters zijn ingevoerd in Excel. Decimalen zijn afgerond, om toch een betrouwbare vergelijking te kunnen maken tussen de verschillende kranten. De rijen op de Excel werkbladen werden gevormd door categorieën, de kolommen door de maanden en jaren van publicatie.
De kwantitatieve analyse is per krant gemaakt, omdat dit de meest praktische werkwijze was, gezien de hierboven vermelde discrepanties in het bronnenmateriaal. In het besluit op dit hoofdstuk zullen de vier dagbladen met elkaar vergeleken worden. Voor elke krant zijn twee soorten grafieken gemaakt. De eerste soort is een chronologisch gerangschikt jaaroverzicht (voor de jaren 1960, 1965 en 1970), waarop afgelezen kan worden welke categorieën in welke maanden uitvoerig of slechts heel beknopt (of niet) aan bod kwamen. Die zijn gecombineerd met de tekst van de kwantitatieve analyse. De grafieken worden slechts beknopt besproken en geanalyseerd. De andere soort grafieken zijn thematisch gerangschikt en zijn opgenomen in bijlage. In die thematische grafieken wordt de evolutie van aandachtspunten (per categorie) in de vrouwenrubriek overzichtelijk weergegeven.
De vrouwenrubriek van Het Parool heette in de periode 1960-1968 “Voor de vrouw, maar niet voor haar alleen”, en stond in dezelfde periode onder redactie van Wim Hora-Adema. In juli 1968 werd Wim Hora-Adema echter van haar werkzaamheden bij Het Parool ontheven en kwam de vrouwenrubriek onder de redactie van Jeanne Roos. Hiermee ging ook een naamswijziging gepaard, de rubriek verscheen voortaan onder de titel “Roos’ Pagina”. Vanaf 1965 werd de rubriek wat rijker en vaker geïllustreerd. Ook werden de kopteksten, titels en subtitels voortaan vet gedrukt, en werd de lay-out van de pagina ruimer opgezet. Dat was het gevolg van grotere technische mogelijkheden die Het Parool ter beschikking stonden na de verhuizing naar de Wibautstraat in 1965, waar Het Parool een nieuwe drukpers deelde met de Volkskrant. De vrouwenrubriek in Het Parool verscheen één keer per week en besloeg één gehele pagina van de krant. Zowel in 1960, 1965 als 1970 verscheen de rubriek overwegend op donderdag. De vrouwenrubriek had geen vaste pagina voor haar verschijning, maar verscheen wel altijd pas in de tweede ‘helft’ van de totale krant.
Grafiek 1 is een weergave van alle artikelcategorieën, verschenen in de vrouwenrubriek van Het Parool in 1960. Bij de studie van die grafiek valt direct de relatief geringe aandacht voor de categorie ‘mode, kleding, accessoires’ op. Alleen in januari en september kende deze categorie een piek, als gevolg van het ‘uitkomen’ van de nieuwe voorjaar- en wintercollecties. Eveneens opvallend is het grote aandeel van artikelen uit de categorie ‘gastronomie, voeding’. In de vrouwenrubriek van Het Parool verscheen in 1960 een groot aantal recepten en praktische wenken met betrekking tot het bereiden van maaltijden. Eveneens opvallend is het relatief grote aandeel dat artikelen uit de categorieën ‘vrouw en samenleving’ en ‘maatschappij en politiek’ innamen in “Voor de vrouw, maar niet voor haar alleen”. Ook kwamen bijdragen in de categorie ‘kunst en cultuur’ frequent voor. In de categorie ‘Kerk en maatschappij’ verscheen daarentegen niet één artikel in het socialistische Het Parool. Reclame besloeg een groot gedeelte van de pagina vergeleken met de andere categorieën. Dat is te verklaren door de grote populariteit van de vrouwenrubriek bij adverteerders[115]. De huisvrouw vervulde immers een sleutelrol in de reclame voor merkartikelen die een gezin bij het bevredigen van de eerste levensbehoeften nodig had. Ook besliste zij vaak over de aankoop van de wat meer op luxe gerichte goederen[116]. Huisvrouwen werden in 1960 beschouwd als de beheersters en besteedsters van het huishoudbudget, en waren daarom altijd potentieel interessant voor adverteerders van huishoudelijke en voedingsprodukten. Advertenties voor produkten als maandverband en cosmetica vonden eveneens frequent een plaats in de vrouwenrubriek. Recensies, afbeeldingen en foto’s verschenen in 1960 hoegenaamd niet, terwijl bijdragen van huishoudelijke aard en over kinder- en gezinsopvoeding geregeld geplaatst werden, maar geen prominent gedeelte van de vrouwenrubriek vulden. De categorie ‘ontspanning’ was sterk vertegenwoordigd, en werd meestal gevormd door een horoscoop, een kort verhaal of feuilleton.
In 1965 leek de situatie weinig veranderd. Grafiek 2 toont een soortgelijke verdeling van de beschikbare oppervlakte over de categorieën als in 1960. Alleen nam de categorie ‘reclame’ in 1965 een nog prominenter plaats in, en was er beduidend minder aandacht voor ‘maatschappij en politiek’ en ‘huis en huishouding’ dan in 1960. Er was echter meer plaats ingeruimd voor artikelen over ‘kunst en cultuur’ en ook verscheen in december 1965 een artikel uit de categorie ‘Kerk en maatschappij’, met name over de uitkomsten van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965). Het is frappant dat een dergelijk artikel in Het Parool in de vrouwenrubriek verscheen, en niet elders in de krant. In de katholieke dagbladen, de Volkskrant en De Standaard, vormde een dergelijk bericht voorpaginanieuws. In het socialistische Het Parool echter, werd een artikel met kerkelijk nieuws in de vrouwenrubriek geplaatst. Dat gebeurde waarschijnlijk vanuit de vooronderstelling dat vrouwen een grotere belangstelling hadden en gevoeliger waren voor religieus nieuws dan de overige krantlezers. Voor ‘ontspanning’ en ‘faits divers’ was in 1965 minder ruimte beschikbaar dan vijf jaar eerder. De aandacht voor de categorie ‘kind en gezin’ was echter aanzienlijk toegenomen ten opzichte van 1960. Dat was een gevolg van ontwikkelingen op het sociaal-pedagogisch vlak. Halverwege de jaren 1960 braken stilaan nieuwe ideeën over kinderopvoeding door, in de marge van een meer algemene ‘anti-autoritaire denktrant’[117]. Ook ‘gastronomie en voeding’ namen een groter oppervlakte in dan in 1960, met het traditionele hoogtepunt in december. In die maand besteedden alle vrouwenrubrieken, óók in de socialistische dagbladen, uitgebreide aandacht aan het keuken- en kookgebeuren, met het oog op de naderende feestdagen.
In 1970, de redactie van de vrouwenrubriek was toen in handen van Jeanne Roos, ontstond een grotere aandacht voor de categorie ‘mode, kleding. accessoires’, waarschijnlijk als gevolg van een persoonlijke interesse van Jeanne Roos[118]. Grafiek 3 toont eveneens dat ‘kunst en cultuur’ aanzienlijk minder aan bod kwamen dan in 1960 en 1965. Het aandeel van de categorie ‘gastronomie en voeding’ was eveneens drastisch geslonken, terwijl ‘vrouw en samenleving’ en maatschappij en politiek’ in vergelijking met 1965 weer een wat grotere plaats toegekend kregen. Het aandeel van de categorieën ‘lichaamsverzorging, cosmetica’ en ‘ontspanning’ bleef grofweg dezelfde als in 1965. De meest opvallende ontwikkeling was echter de grote toename van het aantal artikelen dat onder de restcategorie ‘varia’ viel. Dat was een gevolg van het feit dat de rubriek vanaf 1968 wat breder maatschappelijk georiënteerd werd[119] en veel aandacht besteedde aan onderwerpen als dierenbescherming en toeristische informatie over overwegend Europese bestemmingen. Dat soort artikelen waren slechts te klasseren onder ‘varia’, en zo had die categorie in 1970 een relatief grote omvang gekregen. Voor ‘faits divers’ was er in 1970 hoegenaamd geen plaats meer op de “Roos’ pagina”, en ook de categorie ‘kind en gezin’ moest behoorlijk inleveren ten opzichte van 1965. Reclame vormde nog steeds een zeer groot bestanddeel van de vrouwenrubriek.
De vrouwenrubriek van de Volkskrant droeg in 1960 de titel “De vrouw en haar werk”, maar op 30 september 1965 werd die veranderd in “Voor de vrouw”. Op 12 februari 1969 wijzigde de titel van de rubriek nogmaals: de vrouwenrubriek werd omgevormd tot een wat breder en meer neutrale ‘family page’. In de eerste jaren na die hervorming viel qua inhoud en vorm van de artikelen echter niet veel verschil met de ‘traditionele’ vrouwenrubriek te bemerken, al was er wel een verschuiving in de onderwerpskeuze merkbaar. De rubriek verscheen titelloos, maar werd gemarkeerd door twee dikke zwarte balken onder en boven aan de pagina. Ook in de vrouwenrubriek van de Volkskrant is vanaf 1965 een verbetering van de lay-out zichtbaar. Er verschenen vaker illustraties en foto’s bij de artikelen, die groter werden afgedrukt dan voorheen, en titels, ondertitels en kopteksten werden vet of in een groter lettertype afgedrukt. De verklaring hiervoor was de grotere technische mogelijkheden van de nieuwe pers, die na de verhuizing naar de Wibautstraat in gebruik werd genomen. De vrouwenrubriek van de Volkskrant verscheen eens per week en nam een volledige pagina in beslag. Ze verscheen zowel in 1960, 1965 als 1970 overwegend op woensdag, maar er werd geregeld uitgeweken naar dinsdag of donderdag voor de publicatie van de vrouwenrubriek. De rubriek had geen vaste pagina, maar bevond zich meestal ergens halverwege de krant.
In grafiek 4 is de inhoud van de vrouwenrubriek van de Volkskrant in 1960 weergegeven. Ook hier nam ‘reclame’ een belangrijk gedeelte van de totale oppervlakte in. Op zichzelf staande foto’s en afbeeldingen verschenen niet. De Volkskrant publiceerde relatief veel recensies in de vrouwenrubriek. Niet zelden betrof het hier boeken die een praktische handleiding boden bij het koken of kinderopvoeding. Besprekingen van literaire of wetenschappelijke werken waren in 1960 zeldzaam. In “De vrouw en haar werk” was veel aandacht voor de categorieën ‘mode, kleding, accessoires’, ‘kind en gezin’, en ‘huis, huishouding’. Ook die artikelen waren hoofdzakelijk praktisch van aard, bedoeld om de huisvrouw te ondersteunen bij haar taak als ‘spil van het gezin’. Toch werden ook geregeld artikelen gepubliceerd die handelden over de positie van de vrouw in de samenleving of over maatschappij en politiek. Artikelen in de categorie ‘vrouw en samenleving’, hadden niet zelden ‘meisjesonderwijs’ als onderwerp. In dergelijke artikelen werden de opleidingsmogelijkheden voor (jonge) meisjes voorgesteld. Het betrof hier echter altijd voorlichting over zogenaamd ‘vrouwelijke’ beroepen: zoals doktersassistente, verpleegster of onderwijzeres. In artikelen over ‘maatschappij en politiek’ werd geregeld juridische informatie verstrekt die specifiek voor vrouwen interessant was: de juridische status en de hoogte van de uitkering voor weduwen of alleenstaande vrouwen, fiscale informatie etc.. De categorie ‘gastronomie, voeding’ was zeer populair in “De vrouw en haar werk”, dergelijke artikelen bestonden hoofdzakelijk uit recepten en kooktips. Artikelen over ‘kunst en cultuur’ vonden in de vrouwenrubriek van de Volkskrant eveneens zo nu en dan een plaats. In 1960 verschenen in dit katholieke dagblad geregeld artikelen in de categorie ‘Kerk en maatschappij’. Niet zelden handelden die artikelen over onderwerpen als ‘de zorgwekkende terugloop van het aantal kloosterlingen’[120] of het werk van missiezusters (bijna altijd missiezusters, zelden paters), en vormden tevens een oproep aan lezeressen zich ‘na serieuze overweging’ aan te sluiten bij de besproken orde. Deze openlijke ‘propaganda’ van de Kerk via de (nog zuilgebonden) krant werd echter alleen in 1960 teruggevonden. Mede onder invloed van de nieuwe hoofdredacteur Jan van der Pluijm, de breuk met de katholieke Kerk in 1965 en de onafhankelijke trend in de journalistiek[121], werden dergelijke artikelen vanaf halverwege de jaren 1960 niet meer in de Volkskrant gepubliceerd.
Grafiek 5 toont de inhoud van “Voor de vrouw” in 1965. Reclame vormde de categorie die de grootste oppervlakte van de rubriek innam. De categorieën ‘ontspanning’, ‘gastronomie, voeding’, en ‘huis, huishouding’ hadden aan belangstelling ingeboet ten opzichte van 1960. Vooral in de categorie ‘gastronomie, voeding’ was niet alleen een verandering in kwantitatieve zin te bespeuren, maar ook de inhoud van de artikelen veranderde. Naast recepten en praktische tips verschenen in 1965 ook informatieve en consumentgerichte artikelen, bijvoorbeeld over het procédé van kaas maken of over het samenstellen van verantwoorde maaltijden aan de hand van de ‘schijf van vijf’. Categorieën als ‘maatschappij en politiek’ en ‘kunst en cultuur’ hadden iets aan belang gewonnen in de vrouwenrubriek van de Volkskrant. Dit waren veelal informatieve artikelen over maatschappelijke problemen of ontwikkelingen (bijvoorbeeld gehandicaptenzorg) of besprekingen van het leven en werk van (vaak vrouwelijke) schrijvers of kunstenaars. Het aandeel van de ‘traditionele’ onderwerpen van de vrouwenrubriek, ‘mode, kleding, accessoires’, ‘lichaamsverzorging, cosmetica’ en ‘kind en gezin’ was in 1965 globaal hetzelfde gebleven ten opzichte van 1960. Ook het aandeel van artikelen uit de categorie ‘vrouw en samenleving’ had geen opvallende wijzigingen ondergaan. Artikelen uit die categorie waren, net als in 1960, primair gericht op het geven van voorlichting over opleidingsmogelijkheden voor meisjes. Intussen waren ook een aantal ‘nieuwe’ beroepen ontstaan voor meisjes zoals stewardess of receptioniste. Zoals hier boven besproken, was het aantal artikelen over ‘Kerk en maatschappij’ drastisch teruggelopen. In die categorie verscheen welgeteld één artikel in november. Dit artikel ging over een non die een jongerencafé uitbaatte en had een sterk anekdotisch gehalte. Kortom, dit artikel was van een heel ander kaliber dan de artikelen die in 1960 over ‘Kerk en maatschappij’ gepubliceerd werden.
Grafiek 6, die een overzicht van 1970 biedt, laat een opvallend ander beeld zien dan 1960 en 1965. Dit hing samen met de hervorming van de vrouwenrubriek tot de zogenaamde ‘family page’. Inhoudelijk verschilden de artikelen niet veel ten opzichte van de voorgaande periode, maar er was wel een verschuiving waar te nemen in de onderwerpskeuze, een gevolg van een oriëntering op een wat breder lezerspubliek. Er werden nog altijd artikelen met ‘traditionele’ onderwerpen zoals recepten, mode, naaipatronen en huishouden geplaatst, maar zij vormden een veel kleiner bestanddeel van de totale rubriek dan in 1960 en 1965. In verschillende categorieën was uitgebreide aandacht voor onderwerpen als gezinsplanning, de voor- en nadelen van het gebruik van de pil en buitenhuisarbeid voor (gehuwde) vrouwen. Het aandeel van de categorieën ‘ontspanning’, ‘afbeeldingen en foto’s’, ‘faits divers’ en ‘lichaamsverzorging, cosmetica’ was gedaald tot een absoluut minimum. Ook verscheen minder reclame dan in voorgaande jaren. De categorieën ‘kind en gezin’, ‘recensies’ (nu ook van literaire en wetenschappelijke werken) en ‘maatschappij en politiek’ waren daarentegen veel sterker vertegenwoordigd dan in 1960 en 1965. Dat waren voornamelijk artikelen van een beschouwende aard, die een scala aan sociale, pedagogische en maatschappelijke onderwerpen behandelden. Het aandeel van de categorie ‘vrouw en samenleving’ bleef nagenoeg gelijk vergeleken met de voorgaande jaren, maar de inhoud was wél van een andere aard. De denkbeelden van de tweede feministische golf waren al duidelijk voelbaar in de artikelen op de ‘family page’[122].
De vrouwenrubriek van De Standaard verscheen in 1960 onder de titel “Voor de vrouw”, maar op vrijdag 23 november 1962 werd die gewijzigd in “Dames en Heren”. In 1960 nam de vrouwenrubriek één keer per week een volledige pagina in beslag en verscheen overwegend op donderdag. Tegelijk met naamswijziging veranderde echter ook de verschijningsfrequentie: een halve of eenderde pagina, die elke dinsdag en donderdag geplaatst werd. In 1970 verscheen de vrouwenrubriek nog altijd twee maal per week, maar nam twee keer een volledige pagina in beslag. Dat verklaart ook de grote waardes die de grafieken van 1965 en 1970 laten zien: er is voor De Standaard meer bronnenmateriaal verwerkt dan voor de overige dagbladen. Gedurende de gehele bestudeerde periode stond de rubriek onder redactie van Tilly Stuckens. De lay-out werd gedurende de jaren 1960 geleidelijk verbeterd: de pagina werd ruimer opgezet en rijker en vaker geïllustreerd. De vrouwenrubriek had geen vaste pagina, maar verscheen meestal in het laatste deel van de krant.
Grafiek 7 geeft een
overzicht van de inhoud van “Voor de vrouw”
in 1960. In eerste plaats valt op dat de vrouwenrubriek van
De Standaard veel artikelen in de
categorieën ‘mode, kleding, accessoires’ en ‘lichaamsverzorging, cosmetica’
publiceerde. Ook de categorieën ‘gastronomie, voeding’ en ‘huis, huishouding’
namen een betrekkelijk grote oppervlakte van de rubriek in. Reclame daarentegen,
had maar een opvallend klein aandeel in “Voor de
vrouw”. Recensies kwamen dan relatief gezien zeer veelvuldig en
uitgebreid aan bod. Meestal betroffen dit
reisverhalen of korte samenvattingen van de inhoud van verschillende
vrouwenbladen, die wekelijks of maandelijks verschenen. Ook de categorie ‘vrouw
en samenleving’ vormde een betrekkelijk groot bestanddeel van de rubriek in
1960. Hierbij was het ‘women first’
verschijnsel De Standaard niet vreemd, en
bovendien werden gedurende enkele maanden elke week ‘vrouwen uit de actualiteit’
(zoals bijvoorbeeld Patricia Nixon of Grandma Moses) belicht. ‘Maatschappij
en politiek’ bleven daarentegen onderbelicht. Ook werden maar weinig artikelen
in de categorieën ‘ontspanning’, ‘faits divers’ en ‘afbeeldingen, foto’s’
gepubliceerd in de vrouwenrubriek van De Standaard.
Wel hadden artikelen met betrekking tot ‘kunst en cultuur’ en ‘kind en gezin’
een behoorlijk aandeel in “Voor de vrouw”.
Die artikelen bestonden meestal uit besprekingen van het leven werk van
kunstena(a)rs(essen) of opvoedkundige wenken en tips. Ook werd veel ruimte
ingenomen door artikelen over ‘Kerk en maatschappij’. Dit waren artikelen uit de
reeksen “Moderne nonnen gevraagd”, die over de status en het werk van
kloosterzusters anno 1960 handelden, en “Moderne Heiligen” die zalig- en
heiligverklaringen uit de laatste twee eeuwen onder de loep nam.
In grafiek 8 wordt de inhoud van “Dames en Heren” in 1965 weergegeven. Direct valt het toegenomen aandeel van reclame in de rubriek op. Adverteerders ontdekten vanaf 1962-1963 het belang van de vrouwenrubriek van De Standaard als promotiemiddel en advertentieplaats voor hun produkten[123]. Het aandeel van de categorieën ‘mode, kleding, accessoires’, ‘faits divers’, en ‘lichaamsverzorging, cosmetica’ was eveneens in omvang toegenomen ten opzichte van 1960. Daarentegen was een daling van de belangstelling voor categorieën als ‘kunst en cultuur’, ‘Kerk en maatschappij’, ‘ vrouw en samenleving’, ‘maatschappij en politiek’ en ‘recensies’ vast te stellen. ‘Gastronomie, voeding’, ‘huis en huishouding’, ‘ontspanning’ en ‘afbeeldingen, foto’s’ namen ongeveer dezelfde oppervlakte in beslag als in 1960. In de categorie ‘varia’ zijn verscheidene persoonlijke reisverslagen van Tilly Stuckens opgenomen, die tevens bedoeld waren als toeristische informatie voor de lezers en lezeressen van de vrouwenrubriek. Het aandeel van de categorie ‘kind en gezin’ was geslonken ten opzichte van 1960, maar kende een aantal pieken in juni en november. In juni was, geheel naar verwachting, het overgrote deel van die categorie gewijd aan de steun die moeders aan hun kinderen in de examenperiode konden verlenen.
Grafiek 9 toont de
verdeling van de beschikbare oppervlakte over de categorieën in 1970. Globaal
gezien is er weinig verschil met de verhoudingen als weergegeven in de grafiek
van 1965, alleen is het totaal van alle oppervlaktes toegenomen. Dat was het
gevolg van de uitbreiding van de beschikbare ruimte voor de vrouwenrubriek in
De Standaard. Het aandeel van de traditioneel sterk
vertegenwoordigde categorieën (zoals ‘mode, kleding, accessoires’, ‘gastronomie,
voeding’, ‘reclame’ en ‘huis, huishouding’) ten opzichte van de totale rubriek,
was ongeveer dezelfde als in 1965. De categorie ‘lichaamsverzorging, cosmetica’
kende een lichte daling ten opzichte van 1965, maar was nog altijd een frequent
verschijnend item. Voor een aantal andere categorieën echter, was een grote
toename van de belangstelling te registreren. Zo groeide het aantal recensies
spectaculair, en werden bovendien vaker
literaire of (vulgariserend) wetenschappelijke werken besproken en aangeraden.
Bovendien verscheen geregeld een item ‘kinderboektiek’
waarin allerlei ‘verantwoorde’ kinder- en jeugdliteratuur werd besproken. Ook de
categorie ‘vrouw en samenleving’ kreeg in 1970 aanzienlijk meer aandacht dan in
1965. Bovendien was het karakter van de artikelen veranderd. In plaats van
artikelen over het moederschap en opleidingsmogelijkheden voor meisjes in
‘typisch vrouwelijke’ beroepen, verschenen artikelen die handelden over ‘vrouw
en samenleving’ in vele aspecten. Zo werd aandacht geschonken aan de
maatschappelijke positie van de vrouw (los van haar gezin), buitenhuisarbeid van
(gehuwde) vrouwen werd aangemoedigd, emancipatie en tweede golf feminisme werden
besproken, en er verschenen regelmatig berichtjes en verslagen over Dolle Mina
en PAG bijeenkomsten. Ook de categorie ‘maatschappij en politiek’ won duidelijk
aan belang in “Dames en Heren”. Hier werd
eveneens een reeks van sociale (en soms politieke) thema’s besproken zoals
ontwikkelingshulp, jeugdcriminaliteit, dierenbescherming en ouderenzorg.
Artikelen uit de categorie ‘kind en gezin’ kregen in 1970 eveneens meer ruimte
toegewezen dan in 1965. Deze waren artikelen onder te verdelen in praktische
wenken met betrekking tot baby- en kinderverzorging, en meer beschouwende
artikelen over verschillende pedagogische benaderingen. Opvallend was het in
1960 grote aandeel van de categorie ‘Kerk en maatschappij’ in
De Standaard, dat in 1965 en 1970 tot een
maximum van twee artikelen per jaar beperkt werd.
De vrouwenrubriek van Vooruit heette tussen 1960 en 1969 “Voor u, mevrouw!”. Op 1 mei 1969 werd de titel echter gewijzigd in “Op de vrouw af” . Met de titelverandering werd ook een verjonging van de rubriek en een verbreding van het lezerspubliek beoogd. De vrouwenrubriek stond in jaren 1960 onder redactie van Janine De Rop. De vrouwenrubriek in Vooruit verscheen in de jaren 1960 vier maal per week, meestal van dinsdag tot en met de weekendeditie, met uitzondering van vrijdag. De omvang van “Voor u, mevrouw!” varieerde van één kolom tot een halve pagina. Na de titelverandering van 1969 kreeg de rubriek iets meer ruimte toegekend en besloeg zij meestal twee kolommen tot een hele pagina. De kleine waarden die de grafiek weergeeft, zijn te verklaren door de geringe oppervlakte die de vrouwenrubriek in Vooruit innam. De vrouwenrubriek van Vooruit werd omkaderd door een zwart-wit stippellijn, om ze te markeren ten opzichte van de rest van de pagina. Afgezien van het nieuwe titelontwerp werd gedurende de gehele bestudeerde periode de lay-out van de vrouwenrubriek niet gewijzigd. In Vooruit verschenen relatief weinig foto’s, illustraties of afbeeldingen. De vrouwenrubriek verscheen in Vooruit in 1960 altijd op pagina vijf. In 1965 altijd op pagina vijf in de weekedities, en op pagina negen in de weekendeditie. In 1970 had de rubriek geen vaste verschijningspagina meer.
In grafiek 10, die
de inhoud van “Voor u, mevrouw!” in 1960
weergeeft, valt direct het geringe aandeel van de categorie ‘reclame’ in het
geheel van de rubriek op. Dat is te verklaren door het feit dat de
vrouwenrubriek in Vooruit maar een
gedeelte van een pagina innam: reclame werd vaak buiten de arcering van de
vrouwenrubriek geplaatst, en dus niet meegenomen bij de inventarisatie. Eveneens
opvallend is het grote aandeel dat de categorie ‘mode, kleding, accessoires’ ten
opzichte van de andere categorieën had, die categorie maakte in 1960 het
hoofdbestanddeel van “Voor u, mevrouw!”
uit. De categorieën ‘recensies’, ‘vrouw en samenleving’, ‘maatschappij en
politiek’, ‘ontspanning’, ‘kunst en cultuur’ en ‘Kerk en maatschappij’ kwamen
helemaal niet aan bod in de vrouwenrubriek van
Vooruit in 1960. Daarentegen bestond wel veel aandacht voor de
‘traditionele ingrediënten’ van de vrouwenrubriek: ‘huis, huishouding’,
lichaamsverzorging, cosmetica’ en ‘kind en gezin’. De categorie ‘kind en gezin’
werd voor het overgrote deel gevuld met artikelen uit de wekelijks verschijnende
“Opvoedkundige Kroniek”. Daarin werden
allerlei opvoedkundige hindernissen en problemen besproken en goede raad
uitgedeeld aan de lezeressen-moeders.
Deze sub-rubriek bleef in de gehele bestudeerde periode bestaan.
Grafiek 11 toont dat er in 1965 in de vrouwenrubriek van Vooruit niet veel veranderd is ten opzichte van 1960. De categorieën ‘mode, kleding, accessoires’, ‘kind en gezin’, ‘huis, huishouding’, en ‘lichaamsverzorging, cosmetica’ bleven de belangrijkste bestanddelen van “Voor u, mevrouw!”. De rubriek ‘gastronomie, voeding’ had iets aan belang gewonnen ten opzichte van 1960, maar niet spectaculair. Wel was een kleine uitbreiding en verbreding van onderwerpskeuze te bemerken. In 1965 verschenen in oktober en december recensies, maar in oktober betrof dit een bespreking van een nieuw uitgegeven etiquetteboekje, en in december werd een nieuwe jeugdencyclopedie besproken en aangeprezen. In juni verscheen een artikel in de categorie ‘vrouw en samenleving’ dat handelde over de noodzaak van geboorteregeling en gezinsplanning. In juli verschenen twee artikelen in de categorie ‘kunst en cultuur’ die ‘de bloem en haar historische rol in de samenleving’ behandelden.
Grafiek 12 toont de verdeling van de totale beschikbare oppervlakte (en de verhoudingen hiertussen) van de vrouwenrubriek in 1970. Grafiek 12 laat toch een iets ander beeld zien dan de grafiek 10 en 11 van 1960 en 1965. Ten eerste had de categorie ‘reclame’ duidelijk aan oppervlakte gewonnen. Dat was een gevolg van de grotere hoeveelheid ruimte die de vernieuwde rubriek “Op de vrouw af” vanaf 1969 tot haar beschikking kreeg. Hierdoor werd er ook meer reclame binnen de vrouwenrubriek zelf geplaatst, in plaats van elders op dezelfde pagina. Ook was de categorie ‘vrouw en samenleving’ veel sterker vertegenwoordigd dan in de voorgaande jaren. In die categorie werden in 1970 regelmatig enthousiaste besprekingen van (het werk van) Dolle Mina terug gepubliceerd[124]. Als socialistische krant had Vooruit direct sympathie voor het anarchistisch-marxistisch geïnspireerde Dolle Mina. Verder verschenen in 1970 in die categorie ook artikelen over de maatschappelijke positie van de vrouw in de samenleving, en werd buitenhuisarbeid voor (gehuwde) vrouwen aangemoedigd. In de maand september werd bovendien een uitgebreid artikel gepubliceerd, dat de vrouwelijke kandidaten van de BSP voorstelde met oog op de komende gemeenteraadsverkiezingen. Uit de toon van de artikelen werd bovendien duidelijk dat de redactie van de vrouwenrubriek in 1970 wel degelijk besmet was met het ‘emancipatievirus’. De categorie ‘maatschappij en politiek’ had in 1970 eveneens aan populariteit gewonnen. Er verscheen een scala aan artikelen over uiteenlopende maatschappelijke en politieke vraagstukken zoals de democratisering van het onderwijs (een thema dat Vooruit erg aansprak), de Gentse gemeentepolitiek, of de bescherming van niet-rokers tegen het rookgedrag van anderen. Echter, ook de ‘traditionele’ onderwerpen van de vrouwenrubriek bleven sterk vertegenwoordigd, en waren qua absolute oppervlakte die zij innamen, zelfs uitgebreid ten opzichte van 1960 en 1965. Dat is wederom te verklaren door de uitbreiding van de totale oppervlakte die “Op de vrouw af” ter beschikking kwam te staan. Alleen de categorie ‘kind en gezin’ had aan beschikbare ruimte moeten inleveren ten opzichte van 1960 en 1965. De andere ‘traditionele’ items, ‘mode, kleding, accessoires’, ‘lichaamsverzorging, cosmetica’, ‘gastronomie, voeding’ en ‘huis, huishouding’ maakten nog altijd het belangrijkste bestanddeel van de vrouwenrubriek in Vooruit uit. Gedurende de gehele bestudeerde periode bleef Vooruit sterk op traditionele thema’s gericht. Relatief gezien was weinig aandacht voor sociale, maatschappelijke, culturele of politieke items, maar des te meer voor keuken, huishouding of kinderopvoeding. In 1970, na de ‘hervorming’ van de vrouwenrubriek kwam hier stilaan verandering in[125].
Als de algemene lijn in de ontwikkeling van de hierboven besproken vrouwenrubrieken eens onder de loep genomen wordt, valt een aantal ontwikkelingen op. De grafieken van 1960 tonen aan dat er in de Nederlandse vrouwenrubrieken aanzienlijk minder in de categorie ‘mode, kleding, accessoires’ gepubliceerd werd dan in de Vlaamse vrouwenrubrieken. Wel hadden de vrouwenrubrieken van de Volkskrant en Het Parool relatief gezien meer aandacht voor onderwerpen als ‘gastronomie, voeding’ en ‘huis, huishouding’. De vrouwenrubrieken van De Standaard en Vooruit besteedden daarentegen weer meer aandacht aan items gerelateerd aan de categorie ‘kind en gezin’. Ook is het opvallend dat de Volkskrant en Het Parool aanzienlijk meer publiceerden over ‘vrouw en samenleving’ en ‘maatschappij en politiek’ op hun vrouwenpagina. In het socialistische Vooruit en Het Parool bestond in 1960 geen enkele belangstelling voor onderwerpen met betrekking tot ‘Kerk en maatschappij’, terwijl die in de katholieke dagbladen wel besproken werden. Zowel De Standaard, Het Parool als de Volkskrant plaatsten geregeld bijdragen over ‘kunst en cultuur’, terwijl in Vooruit in 1960 geen enkel artikel in deze categorie verscheen. Tenslotte hadden de Nederlandse vrouwenrubrieken aanzienlijk meer ruimte gereserveerd voor de categorie ‘ontspanning’ in vergelijking met hun Vlaamse tegenhangers.
In 1965 deden zich ook enkele verschillen en overeenkomsten tussen de verschillende kranten voor. In de Volkskrant won de categorie ‘mode, kleding, accessoires’ aan belang, die ook in De Standaard en Vooruit een belangrijk bestanddeel van de rubriek vormde. In Het Parool daarentegen bleef relatief maar geringe aandacht voor dit item bestaan. In Het Parool, de Volkskrant en De Standaard daalde de belangstelling voor de categorie ‘vrouw en samenleving’ ten opzichte van 1960, maar zij steeg bij Vooruit. Ook de categorie ‘maatschappij en politiek’ kreeg in de Vlaamse vrouwenrubrieken minimale aandacht, in de Nederlandse vrouwenrubrieken was deze categorie iets meer in trek, maar kende zij toch een daling ten opzichte van 1960. In Het Parool verscheen in 1965 een artikel over de uitkomsten van Vaticanum II (1962-1965) in de vrouwenrubriek, maar in Vooruit werd hier niets over gepubliceerd. Ook de vrouwenrubrieken van de katholieke dagbladen moesten het stellen zonder een verslag van het Tweede Vaticaans Concilie, maar dat is te verklaren door het feit dat er elders in deze kranten wél uitgebreide aandacht werd besteed aan dit kerkelijk nieuws. In 1965 bleven echter in alle onderzochte vrouwenrubrieken de traditionele thema’s verbonden aan verzorging, huishouden en kinderopvoeding het hoofdbestanddeel van de rubriek vormen.
In 1970 verschoof een aantal aandachtspunten. In Het Parool werd meer in de categorie ‘mode, kleding, accessoires’ gepubliceerd dan de voorgaande jaren, terwijl het aandeel van die categorie in de andere kranten juist afnam. Zowel in de Vlaamse als in de Nederlandse vrouwenrubrieken bleef uitgebreide aandacht bestaan voor de traditionele onderwerpen, maar in verhouding kregen deze onderwerpen in alle kranten minder ruimte toebedeeld dan voorheen. Onder invloed van de tweede feministische golf groeide de belangstelling voor artikelen in de categorie ‘vrouw en samenleving’ in alle onderzochte rubrieken aanzienlijk. Ook besteedden alle kranten in 1970 meer aandacht aan thema’s rond ‘maatschappij en politiek’ in hun vrouwenrubriek dan voorheen. In de vrouwenrubrieken van de katholieke dagbladen, De Standaard en de Volkskrant, was in 1970 bovendien een grotere aandacht voor maatschappelijke (en politieke) actualiteit vast te stellen dan bij hun socialistische tegenhangers. Bovendien toonden de katholieke dagbladen in 1970 eveneens een grotere belangstelling voor de categorie ‘kind en gezin’ in vergelijking met de vrouwenrubrieken van Het Parool en Vooruit. De omvang en het aantal artikelen in de categorie ‘Kerk en maatschappij’ daalden aanzienlijk in 1970 in De Standaard en de Volkskrant ten opzichte van 1960 en 1965. Algemeen gesteld kon in 1970 in alle besproken vrouwenrubrieken een verschuiving van aandachtspunten waargenomen worden. In elke krant trachtten de vrouwenrubrieken zich wat breder (maatschappelijk) te oriënteren, en hun lezerspubliek uit te breiden.
home | lijst scripties | inhoud | vorige | volgende |
[90]cf. infra, p. 30-31.
2 EVERS, Van modepoppen, 62-63.
[92] cf. supra, p.25.
[93] LAMPROYE, K., De vrouwenrubriek en de problematiek van de tweede feministische golf. Een inhoudsanalyse van de Vlaamse dagbladpers tijdens de periode 1965-1977. Licentiaatverhandeling, Vrije Universiteit Brussel, dept. Geschiedenis, 1981, 3.
[94]SCHUIT en HEMELS, Recepten, 45.
[95] SCHUIT en HEMELS, Recepten, 69, 74, 205.
[96] SCHUIT en HEMELS, Recepten, 45-48, 64-65.
[97] SCHUIT en HEMELS, Recepten, 74-75.
[98] EVERS, Van modepoppen, 218.
[99] SCHUIT en HEMELS, Recepten,146, 151-153.
[100] SCHUIT en HEMELS, Recepten, 154-155.
[101] SCHUIT en HEMELS, Recepten, 171-173.
[102] SCHUIT en HEMELS, Recepten, 165-169.
[103] cf. supra, p. 10-24.
[104] STOTT, M. (ed), Women talking: an anthology from the Guardian women’s page, 1922-1935 1957-1971, Londen, 1987, 72.
[105] VAN ZOONEN, L., Moeten strijdende vrouwen zo grof zijn? De vrouwenbeweging en de media, Amsterdam, 1991, 10.
[106] SCHNEIDER en HEMELS, De Nederlandse krant, 150-168.
[107] ACKER, H., “Vrouw en krant in discussie bij UN”, De Journalist, 9, 17, 1978, 31.
[108] cf. supra, p. 5.
[109] LAMPROYE, De vrouwenrubriek en de problematiek, 19.
[110] Een voorbeeld ter illustratie: interview met dr. Zeldenrust-Noordanus, psychologe en voorzitser van de NVSH, Het Parool, 7 april 1960, 25.
[111] STOTT, Women talking, 72.
[112] Denk bijvoorbeeld aan Margareth Thatcher als de ‘Iron Lady’.
[113] EVERS, Van modepoppen, 219.
[114] EVERS, Van modepoppen, 15-17
[115] STOTT, Women talking, 78.
[116] SCHUIT en HEMELS, Recepten, 25.
[117] cf. supra, 11-25.
[118] Het Parool. Vrij, Onverveerd, “Jeanne Roos: een hekel aan geborneerdheid”, 2 juli 2001, 2.
[119] cf. infra, p. 134.
[120] de Volkskrant, 13 januari 1960, 12.
[121] cf. supra, p. 11-17.
[122] cf. infra, p. 60-131.
[123] cf. infra, p. 60-64.
[124] cf. infra, p. 119-131.
[125] cf. infra, p. 60-131