België en de Spaanse kwestie. Het Belgische diplomatieke beleid ten aanzien van Spanje tussen 1944 en 1954. (Jean Christophe Kremer)

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende  

 

 

Het tot stand komen van deze verhandeling. In de eerste plaats dien ik hiervoor Prof. Dr. E. Lamberts, de promotor, te vermelden. Zijn begeleiding en de vrijheid die hij me daarbij gaf, betekende een stimulans om deze verhandeling tot een goed einde te brengen. Drs. H. De Smaele verbeterde heel zorgvuldig de vele taalfouten. Hem mag ik hierbij zeker niet vergeten.

 

Bijzondere dank gaat ook naar de personen die me tijdens een momentje in hun drukke leven hun raad hebben gegeven om dit onderzoek in de goede wegen te houden: de archivaris van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Juffrouw F. Peemans en de professoren M. Dumoulin, R. Coolsaet en J. De Maeyer. Ook in Spanje hebben enkelen me ingeleid in de geschiedenis van hun land, in het bijzonder de heren professoren J.-P. Fusi Aizpurúa en J.-C. Pereira Castañares.

 

Grote erkentelijkheid ben ik verschuldigd aan de naaste vrienden, die elk in hun domein, mijn ogen voor vele zaken hebben doen opengaan en die ervoor gezorgd hebben dat ik nu ben wie ik ben. Tenslotte mag ik mijn ouders niet vergeten. Hen dank ik in het bijzonder voor de sfeer die zij hebben gecreëerd opdat ik mijn studies in de meest optimale condities zou kunnen vervullen.

 

home lijst scripties inhoud vorige volgende