Voedselconsumptie te Brugge in de Middeleeuwen (1280-1470): casestudy van het Sint-Janshospitaal en het hospitaal van de Potterie. (Sigrid Dehaeck)

 

home

lijst scripties

inhoud

vorige

volgende

 

 

BRONNEN EN BIBLIOGRAFIE

 

A.   ONUITGEGEVEN BRONNEN

 

A.1.   De rekeningen van het Sint-Janshospitaal

 

De rekeningen van het Sint-Janshospitaal bevinden zich in het archiefdepot van het O.C.M.W. te Brugge.

Tot 1337 werden de rekeningen op perkamenten rollen geschreven, daarna in papieren registers. Tot 1307 schreef men in Latijn, daarna in een soort middeleeuws ‘Westvlaamsch’. De rekeningen eindigen en beginnen steeds in de maand mei en zijn onderverdeeld in verschillende posten: ontvangsten (voornamelijk renten, cijnsen, inkomsten van de hoven, testamenten, enz.), uitgaven (waaronder huishoudelijke uitgaven, wateringen, diversen, enz.), tegoeden en schulden. De rekeningen worden afgesloten met een balans. Soms wordt op het einde ook gedetailleerde informatie gegeven over de grootte, de opbrengsten en investeringen van de verschillende hofsteden van Sint-Jan.

We hebben de rekeningen niet alle jaren doorgenomen, maar wel om de vijf jaar. Wanneer er een jaar ontbrak of onvolledig was in deze vijfjaarlijkse steekproef, werd een voorafgaand of daaropvolgend jaar doorgenomen. Doordat ik in het begin van mijn onderzoek nog niet besloten had een vijfjaarlijkse steekproef te houden heb ik enkele jaren onderzocht die totaal buiten de steekproef vielen. Hieronder staan de uiteindelijk onderzochte jaren.

 

rolrekeningen

 

nr

Jaar 

5b

1279-1280

10

1283-1284

14b

1289-1290

18

1293-1294

23b

1299-1300

30b

1306-1307

32b

1309-1310

37b

1315-1316

38

1316-1317

41b

1319-1320

45b

1324-1325

51b

1331-1332

 

 

Rekeningen in registers

 

Register

Jaar

54

1339-1340

54

1340-1341

54

1341-1342

54

1342-1343

55

1344-1345

55

1349-1350

55

1354-1355

55

1358-1359

55

1356-1360

57

1360-1361

57

1361-1362

57

1364-1365

57

1369-1370

57

1374-1375

58

1381-1382

62

1385-1386

72

1391-1392

76

1395-1396

81

1399-1400

83

1400-1401

84

1401-1402

88

1404-1405

96

1409-1410

104

1415-1416

114

1420-1421

123

1425-1426

129

1430-1431

134

1435-1436

141

1440-1441

 

 

A.2.   De rekeningen van het Potteriehospitaal

 

De rekeningen van het Potteriehospitaal, die zich nog altijd bevinden in het Brugse hospitaal van de Potterie, zijn pas bewaard vanaf 1342-1343. De rekeningen eindigen en beginnen steeds op 3 juni. De structuur van de rekeningen kan vergeleken worden met deze van Sint-Jan.Chris VandenBorre heeft bij het onderzoek van deze bronnen voor een studie van prijzen en lonen in de Middeleeuwen terecht vastgesteld dat er af en toe iets misgelopen is bij het inbinden en periodiseren van de rekeningen. De inbinding van de jaarrekeningen in registers is namelijk niet origineel, maar een hedendaagse ingreep [a]. Er ontbreken daarenboven verschillende jaren.

 

Rekeningen in registers

 

Register

jaar

89

1346-1347

89

1354-1355

89

1381-1382

89

1385-1386

89

1391-1392

89

1395-1396

90

1400-1401

90

1407-1408

90

1410-1411

90

1414-1415

90

1420-1421

90

1425-1426

92

1429-1430

92

1436-1437

92

1440-1441

93

1445-1446

94

1450-1451

96

1459-1460

96

1469-1470

 

 

A.3.   De krijgstocht van 1316-1317

 

Een deel van de rekeningen van Brugge werd uitgegeven door Wyffels, Vandewalle en De Smet. Deze bronnen worden bij deel B ‘Uitgegeven bronnen’ behandeld.

       Er wordt in deze licentiaatsverhandeling ook gebruik gemaakt van een onuitgegeven rekening van de stad Brugge, bewaard in het stadsarchief van Brugge met volgende referenties:

 

‘Stadsrekeningen Brugge, Annexe bescheiden(23), rek. Van krijgsvloot, 1316’

 Het is een afzonderlijke rekening, geschreven op papier. Verschillende soorten ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de krijgstocht van 1316-1317 werden erin genoteerd: ontvangsten van verschillende ambachten van Brugge, kosten om de vloot te prepareren, soldij van hoofdmannen, uitgaven aan voedsel, enz. 

 

B. UITGEGEVEN BRONNEN

 

Verhulst A., ‘Prijzen van granen, boter en kaas te Brugge volgens de ‘slag’ van het Sint-Donatiaanskapittel (1348-1801)’ in: Verlinden – Scholliers, Dokumenten voor de geschiedenis van prijzen en lonen in Vlaanderen en Brabant, Brugge ,deel II, 1965, pp 3-70.

 

Wyffels C., De Smet J., De rekeningen van de stad Brugge (1280-1319), Eerste deel 1280-1302, Brussel, 1965-1971.

 

Wyffels C., Vandewalle A., De rekeningen van de stad Brugge , Tweede deel, eerste stuk 1302-1306, Tweede stuk 1306-1319, Brussel, 1965-1971.

 

C. WERKINSTRUMENTEN EN INVENTARISSEN

 

De Bo L., SAMYN J.(heruitg.),  Westvlaamsch idioticon, Gent, 1892.

 

ROMBOUT H., ‘Dokumenten bewaard in de stadsarchieven te Aalst, Brugge, Gent, Hulst, Menen, Oudenaarde, Tielt, Veurne en de O.C.M.W.-archieven te Brugge, Damme, Ieper, Oudenaarde’, in: Bronnen voor de agrarische geschiedenis van het middeleeuws graafschap, deel III, 1990 (Belgisch centrum voor Landelijke Geschiedenis)

 

VERWYS-VERDAM, Middelnederlands woordenboek. 11 delen, ’s Gravenhage, 1885-1952.

 

VANDEWALLE P., Oude maten, gewichten en muntstelsels in Vlaanderen, Brabant en Limburg, Gent, 1984 (Belgisch centrum voor Landelijke Geschiedenis nr. 82)

 

D. LITERATUUR

 

D.1.   ALGEMEEN

 

Algemene Geschiedenis der Nederlanden, deel 4: Middeleeuwen, Fibula-Van Dishoeck, Haarlem, 1982.

 

BLOCKMANS W.P., ‘The social and economic effects of plague in the Low Countries 1349-1500’, Revue belge de philologie et d’histoire, 58, 1980, pp 834-835.

 

CALLEWAERT D., Biekorf 1961-1995, Nederlandse volkskundige bibliografie, Systematische registers op Tijdschriften, Reekswerken en Gelegenheidsuitgaven, Brussel, 1997.

 

CONTAMINE P. (ed), L’économie Médiévale, Armand Colin, Paris, 1997.

 

DUBY G., PERROT M. en KLAPISCH-ZUBER C. (eds.), Geschiedenis van de vrouw, deel II: Middeleeuwen, Agon BV, Amsterdam, 1991. (vertaald uit het Italiaans door Beneden H. e.a.).

 

DUMOLYN J., ‘Population et structures professionelles à Bruges aux XIVe et XVe siècles’, ter perse in Revue du Nord.

 

DYER C., Standards of living in the later Middle Ages, social change in England c.1200-1520, Cambridge University Press, Cambridge, 1989.

 

DYER C., Everyday life in Medieval England, The Hambledon Press, Londen, 1994.

 

GALVIN M., The poor tables of Bruges 1270-1477, Doctoraat, Columbia University, New York, 1998.

 

LE ROY LADURIE E., Montaillou, een ketters dorp in de Pyreneeën (1294-1324), Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 1984. (vertaald uit het Frans door Den Boer C. en Fagel R.).

 

ROMBAUT H., Bronnen voor de agrarische geschiedenis van het middeleeuwse graafschap Vlaanderen. Deel III: Documenten bewaard in de stadsarchieven te Aalst, Brugge, Gent, Hulst, Menen, Oudenaarde, Tielt, Veurne en de O.C..M.W.-archieven te Brugge, Damme, Ieper, Oudenaarde, Gent, 1991.

 

SOSSON J.P., Les travaux publics de la ville de Bruges XIXe – XVe siècles. Les materiaux. Les hommes, Crédit Communal de Belgique, s.l., 1977. (Collection Histoire pro Civitate, 48).

 

STABEL P., Dwarfs among Giants. The Flemish Urban Network in the Late Middle Ages, Garant, Leuven-Apeldoorn, 1997.

 

THOEN E., ‘Historische metrologie’, in: Art J., Hoe schrijf ik de geschiedenis van mijn gemeente?, deel 3a, 1996, pp 129-165.

 

THOEN E., Landbouweconomie en bevolking in Vlaanderen gedurende de late Middeleeuwen en het begin van de moderne tijden. Testregio: de kasselrijen van Oudenaarde en Aalst, Belgisch centrum voor Landelijke geschiedenis, Gent, 1988.

 

THOEN E., ‘De twee gezichten van de Vlaamse landbouw en het probleem der Wüstungen’, in: Docendo discimus. Liber amicorum Romain Van Eeno, Gent, 1999.

 

TITS-DIEUAIDE M.J., La formation des prix céréaliers en Brabant et en Flandre aux 15e siècle, Bruxelles, 1975.

 

VANDENBORRE C., Prijzen, lonen en levensstandaard in Brugge en omgeving tijdens de 14de en het begin van de 15de eeuw, licentiaatsverhandeling R.U.Gent, 1998-1999.

 

VANDENBROEKE C., Agriculture et alimentation. L’agriculture et l’alimentation dans les Pays-Bas autrichiens. Contribution à l’histoire économique et sociale à la fin de l’ Ancien Régime, Belgisch centrum voor landelijke geschiedenis, Gent, 1975.

 

VANDENBROEKE C., ‘Evolutie van het wijngebruik te Gent (14de-19de eeuw)’, Studia Historica Gandensia, 194, 1975, pp 369-409.

 

VANDENBROEKE C., ‘Prijzen en lonen als sociaal-economische verklaringsvariabelen (14de-20ste eeuw)’, Handelingen der Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, XXXVI, 1982, pp 103-137.

 

VANDENBROEKE C., VANDERPIJPEN W., ‘De voedingsgewassen in Vlaanderen in de XVIIIe eeuw en XIXe eeuw’, Belgisch tijdschrift voor Nieuwste geschiedenis, 11, 2, 1970.

 

VAN DER WEE H., ‘Typologie des crises et changements des structures aux Pays-Bas (15e-16e siècles)’, Annales Economies Sociétés Civilisations, 18, 1963, 2, pp 209-225.

 

VANHOUTRYVE A., Bibliografie van de Geschiedenis van Brugge, I-VII, Familia et Patria PVBA, Handzame, 1972.

 

VANDEWALLE P., Oude maten, gewichten en muntstelsels in Vlaanderen, Brabant en Limburg, Gent, 1984.

 

VAN UYTVEN R., ‘L’ approvisionnement des villes des Anciens Pays-Bas au Moyen Age’, in: L’approvisionnement des villes de l’Europe occidentale au Moyen Age et aux temps Modernes. Abbaye de Flaran, 5e journées internationales d’histoire rurale, 16-18 sept., 1983, Auch, 1985, pp 75-116.

 

VAN UYTVEN R., ‘Sociaal-economische evoluties in de Nederlanden voor de Revoluties (veertiende-zestiende eeuw)’, Bijdragen en mededelingen voor de geschiedenis der Nederlanden, 87, 1972, pp 60-93.

 

VAN DER WEE H., ‘Typologie des crises et changements de structures aux Pays-Bas (XVe-XVIe siècles)’, Annales Economies Sociétés, Civilisations, 18, 2, 1963, pp 209-225.

 

VAN WERVEKE H., De Gentsche stadsfinanciën in de Middeleeuwen, Palais des académies, Bruxelles, 1934.

 

VERLINDEN C., SCOLLIERS E., Dokumenten voor de geschiedenis van prijzen en lonen in Vlaanderen en Brabant, Deel II (XIVe-XIXe eeuw), De Tempel, Brugge, 1965.

 

 

 D.2.   HOSPITAALGESCHIEDENIS

 

BONENFANT P., ‘Les Hôpitaux en Belgique au Moyen Age’, Annales de la société Belge d’histoire des hôpiteaux, Annalen van de Belgische vereniging voor hospitaal-geschiedenis, 3, 1965, pp 3-44.

 

GELDHOF J., ‘De kloostergemeenschap van het Sint-Janshospitaal 1459-1975’, in: Sint-Janshospitaal Brugge 1188-1979, tentoonstellingscatalogus, deel I, C.O.O., Brugge, 1976, pp 170-185.

 

GILLIODTS-VAN SEVEREN L., ‘Le premier règlement de l’hôpital Saint-Jean à Bruges’, La Flandre, Revue des monuments d’histoire et d’Antiquité, 5, 1874, pp 55-90.

 

HIMPENS G., Het Sint-Janshospitaal te Brugge (voor 1188-1350), Licentiaatsverhandeling, leuven, 1955-1956.

 

IMBERT J., ‘Le régime juridique des établissements hospitaliers du Nord de la France au Moyen-Age’, Revue du Nord, 24, 1947, pp 195-204.

 

MARECHAL G., ‘De sociale en politieke gebondenheid van het Brugse Hospitaalwezen in de middeleeuwen’, Standen en Landen, 73, 1978.

 

MARECHAL G., Geschiedenis van het hospitaal van Onze Lieve Vrouw van de Potterie te Brugge in de Middeleeuwen, Licentiaatsverhandelijng R.U.Gent, 1964-1965.

 

MARECHAL G., Het hospitaalwezen te Brugge in de middeleeuwen. Een institutionele en sociale studie, doctoraatsverhandeling R.U.Gent, 1974-1975.

 

MARECHAL G., ‘Het Sint-Janshospitaal in de eerste eeuwen van zijn bestaan’, in: Sint-Janshospitaal Brugge 1188-1979, tentoonstellingscatalogus, deel I, C.O.O., Brugge, 1976, pp 43-75.

 

MERTENS J., ‘De hoeve van het Brugse Sint-Janshospitaal te Snelleghem’, Het Brugse Ommeland, 23, 1, 1983, pp 347-359.

 

MERTENS J., ‘Enkele grote Vlaamse hoeven in de eerste helft van de veertiende eeuw’, Handelingen van het genootschap voor geschiedenis, 130, 1-3, 1993, pp 45-.

 

ROMMEL H., ‘l’hôpital Saint-Jean à Bruges, notes et documents’, Société d’Emulation, 64, 7-13, 1914, pp 140-200.

 

RYCKAERT M., ‘Binnenstedelijk onroerend bezit van het Sint-Janshospitaal te Brugge tijdens het Ancien Régime’, in : Sint-Janshospitaal Brugge 1188-1979, tentoonstellingscatalogus, deel I, C.O.O., Brugge, 1976, pp 91-107.

 

STRIJPENS H., Aalst: Artsen, het hospitaal, de gemeenschap en het medicaliseringsproces in België 1242-1940, Aalster stedelijk ziekenhuis, Aalst.

 

VAN DER ELST, l’Hôpital Saint-Jean à Bruges (de 1188 à 1500), Brugge, 1975.

 

VERMAERE J., 1302: 4breekpunt inzake domaniaal beheer van het Brugse Sint-Janshospitaal (1279-1328)’, Het Brugs Ommeland, 17, 2, 1977, pp 161-182.

 

D.3.   VOEDING

 

 ABEL W., ‘Wandlungen des Fleischgebrauchs und Fleischversorgung in Deutschland   seit dem ausgehenden Mittelalter’, Berichte über Landwirtschaft, 10, deel XXII, 3, pp 411-.

 

AYMARD M., ‘Pour l’histoire de l’alimentation: quelques remarques de méthodes’, Annales Economies Société Civilisation, 30, 1975, pp 431-443.

 

BAUTIER A.M., ‘Pain et pâtisserie dans les textes médiévaux latins antérieurs au XIIIe siècle’, in: Manger et boire au Moyen Age, Actes du colloque de Nice (15-17 octobre 1982), Les Belles lettres, 1984, pp 13-31.

 

BENNASSAR B., GOY J., ‘Contribution à l’histoire de la consommation alimentaire du XIVe au XIXe sciècle’, Annales Economies Société Civilisation, 30, 1975, pp 402-430.

 

BRAUDEL F, SPOONER F, e.a., ‘Histoire de la vie matérielle. Bulletin no 2. Alimentation et catégories d’ histoire’, Annales: Economies, Societés, Civilisations, 16, 1961, pp 723-728.

 

BRUYNBROECK V., De voeding in de Sint-Corneliusabdij te Ninove en het Onze-Lieve-Vrouwehospitaal te Oudenaarde in de 15e eeuw, Licentiaatsverhandeling, Gent, 1995-1996.

 

CHARBONNIER P., ‘La consommation des seigneurs auvergnants du XVe au XVIIIe siècle’, Annales Economies Société Civilisation, 30, 1975, pp 465-477.

 

CRAEYBECKX J., Un grand commerce d’importation: les vins de France aux anciens Pays-Bas, S.E.V.P.E.N., Paris, 1958, 315.

 

DEGRIJSE R., Vlaanderens haringbedrijf in de middeleeuwen, N.V., De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, 1944.

 

DEGRIJSE R., ‘Het begin van het haringkaken te Biervliet (1400)’, Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis “Société d’Emulation” te Brugge, XCV, 1-2, 1958, pp 73-81.

 

DEGRIJSE R., ‘Nog het begin van het haringkaken te Biervliet’, Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis “Société d’Emulation” te Brugge, XCV, 1-2, 1958, pp 211-220.

 

DEGRIJSE R., ‘Aantekeningen Schonense en Vlaamse kaakharing in de 14de eeuw’, Bijdragen voor de Geschiedenis der Nederlanden, XII, 2, 1961, pp 100-107.

 

DE MUYTERE D., ‘Poging tot het samenstellen van het menu van de hospitaalzusters in de eerste helft van de 15e eeuw’, Handelingen van de Geschied-en Oudheidkundige kring van Oudenaarde, 30, 1993, pp 131-134.

 

DEN HARTOG A.P. , ‘Ontstaan en ontwikkeling van voedselpatronen’, in: Red. A.P. den Hartog,  voeding als maatschappelijk verschijnsel, Utrecht /Antwerpen, 1982,  pp 56-115.

 

DEN HARTOG A.P.(ed.), Voeding als maatschappelijk verschijnsel, Utrecht, Antwerpen, 1982.

 

DERVILLE A., ‘Vivre à l’hopital Saint-Sauveur de Lille (1285-1471)’, Bijdragen tot de Geschiedenis, 81, 1998, pp 161-169.

 

DIRLMEIER U., FOUQUET G., ‘Ernährung und Konsumgewohnheiten im spätmittelalterlichen Deutschland’, Geschichte in Wissenschaft und Unterricht, Germany, 44, 8, 1993, pp 504-526.

 

DOORMAN G., De middeleeuwse brouwerij en de gruit, Martinus Nijhoff, ’s Gravenhage, 1955.

 

DYER C., ‘English diet in the later Middle Ages’, in: ASTON T.H., COSS P.R., DYER C., THIRSK J. (ed), Social relations and ideas: Essays in honour of Hilton R.H, Past and Present society, Oxford, 1983, pp 196-216.

 

GOTTSCHALK A., Histoire de l’alimentation et de la gastronomie, depuis la préhistoire jusqu’a nos jours; 2 dl., Hippocrate, Parijs,1948.

 

HEMARDINQUER J.J. (ed), Pour une histoire de l’alimentation, Armand Colin, Parijs, 1970.

 

HOCQUET J.C., Le Sel et le Pouvoir, de l’An mil à la Révolution française, Albin Michel, Lille, 1979.

 

HOORNAERT L., Boter en kaas in de Kasselrij Veurne (16de-begin 19de eeuw), Licentiaatsverhandeling R.U.Gent, 1996-1997.

 

JANSEN-SIEBEN R., VAN WINTER J.M., De keuken van de late Middeleeuwen. Een kookboek uit de lage landen, Amsterdam, 1989.

 

JOBSE-VAN PUTTEN J., Eenvoudig maar voedzaam, cultuurgeschiedenis van de dagelijkse maaltijd in Nederland, Sun, Nijmegen, 1995.

 

KRUG-RICHTER B., Zwichen Fasten und Festmahl: Hospitalverpflegung in Münster 1540-1650, F. Steiner, Stuttgart, 1994. (Studien zur geschichte des Alltags, 11).

 

LAURIOUX B., ‘Spices in the medieval diet: a new approach’, Food and foodways, GmbH and OPA Ltd, Harwood, 1985, 1, pp 43-76.

 

MEAD W.E., The English Medieval Feast, George Allen and Unwin, Londen, 1931.

 

MENNELL S.,  Smaken verschillen. Eetcultuur in Engeland en Frankrijk vanaf de middeleeuwen tot nu, uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 1989. (vertaald uit het Engels door Van Gulik K.).

 

MERTENS J.A., ‘Biervliet, een laat-middeleeuws centrum van zoutwinning (1e helft 15de eeuw)’, Studia Historica Gandensia, 17, 1963, pp 3-13.

 

MOLLAT M., Le rôle du sel dans l’hisoire, Presse Universitaire de France, Paris, 1968.

 

MOULIN L., Europa aan tafel. Een cultuurgeschiedenis van eten en drinken, Mercatorfonds, Antwerpen, 1988.

 

MOULIN L., ‘La bière, une invention médiévale’, in: Manger et boire au Moyen Age, Actes du colloque de Nice (15-17 octobre 1982), Les Belles lettres, 1984, pp 13-31.

 

NEVEUX H., ‘L’alimentation du XIVe au XVIIIe sciècle’, Revue d’histoire économique et sociale, 51, 1973, pp 336-379.

 

RIDDERVOLD A., ROPEID A.(ed.), Food conservation. Ethnological studies, Londen, 1988.

 

ROEL A., MORALES M.J., ‘La consommation alimentaire d’ancien régime: les collèges de Saint-Jacques-de –Compostelle’, Annales Economies Société Civilisation, 30, 1975, pp 455-463.

 

ROELANDT D., ‘De voedingsgewoonten in de Gentse Sint-Pieters en Sint-Baafsabdij tijdens de Late Middeleeuwen’, Handelingen der maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde te Gent, 26, 1972, pp 41-68.

 

STOLS E., De vele smaken en geuren van de geschiedenis. Een overzicht van vijf eeuwen voeding, productie, verdeling, verbruik en cultuur, Leuven, 1989.

 

STOUFF L., Ravitaillement et alimentation en Provence aux XIVe et XVe sciècles, mouton, Parijs, s.d..

 

SYDOW J, ‘Spätmittelalterliche Speiseordnungen aus dem Kloster Blaubeuren’, Studiën und Mitteilungen zur Geschichte des Benediktiner Ordens und seiner Zweige, 103, 1, 1992, pp 31-41.

 

TANNAHILL R., Food in history, Penguin Books, London, 1988.

 

TEUTEBERG H.J.(ed.), European food history. A research review, Leicester, Londen, New York, 1992.

 

TOUSSAINT SAMAT M., A history of food, Blackwell Publishers, Cambridge, Oxford, 1992. (Translated from the French by Bell A.).

 

VANDENBROEKE C., ‘Evolutie van het wijngebruik te Gent 14e- 19e E’, Studia historica gandensia,  194, 1975, pp 369-411.

 

VANDENBROEKE C., ‘Voedingstoestanden te Gent tijdens de eerste helft van de 19e E’, Belgisch tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis, 4, 1973, p 111 en vlg.

 

VAN DER WEE H., ‘Voeding en dieet in het Ancien Régime’, Spiegel Historiael, I, 1966, pp 94-101.

 

VANDEWALLE A., ‘Bier en wijn in Brugge van de middeleeuwen tot heden’, Bul. Stedel. Musea, 12, 6, 1992, p16 en vlg.

 

VANHULLE A., ‘Melk- en botermarkten te Brugge’, ’t schrijverke, culturele kring Sint Anna, 24, 5, 1995, p10 en vlg.

  

VAN OTTERLOO A..H., VAN WINTER J..M., ‘Het gebruik van tuinkruiden in de keuken. Van de Middeleeuwen tot heden’, in de culinaire kruidentuin van het openluchtmuseum, Baar, 1994.

 

VAN WINTER J.M., JANSEN-SIEBEN R., De keuken van de late middeleeuwen: een keuken uit de lage landen, Bakker, Amsterdam, 1989.

 

VAN WINTER J.M., ‘Kookboeken in de Middeleeuwen’, Voeding, 36, 1975, pp. 552-557.

 

VAN WINTER J.M., ‘Voedsel- en voedingsgewoonten van de maatschappelijke bovenlaag in de Late Middeleeuwen’, Handelingen van het Vlaamse filologencongres, 33, 1981.

 

VEDEL J., ‘La consommation alimentaire dans le haut Languedoc aux XVIIe et XVIIIe scècles’, Annales Economies Société Civilisation, 30, 1975, pp 479-487.

 

VINCENT B., ‘Consommation alimentaire en Andalousie orientale ( Les achats de  l’hôpital royal de Guadix, 1581-1582)’, Annales Economies Société Civilisation, 30, 1975, pp 445-453.

 

D.4.   VOEDINGSLEER

 

ABSOLONNE J., GUGGENBÜHL N., ‘De voedingspiramide of als de voedingselementen werkelijkheid worden’, Health and Food, 5, 28, 1998, pp 2-15.

 

DE GEETER H., ‘Brood: lekker en gezond’, De Eetbrief, Universiteit Gent, 7, 1994, pp 2-3.

 

DE HENAUW S., ‘Gezonde voeding’, De Eetbrief, Universiteit Gent, pp 4-5.

 

DEN HARTOG C., Nederlandse voedingsmiddelentabel, analysecijfers van voedingsmiddelen, aanbevolen hoeveelheden, calorieën en voedingsstoffen, voorlichtingsbureau voor de voeding, Den Haag, 1977.

 

HENDERICKX H., Kaas:’voedzaam en gevarieerd’, De Eetbrief, Universiteit Gent, 63, 1999, pp 3-5.

 

NOTTE A., ‘Peulvruchten: een herontdekking waard’, De Eetbrief, Universiteit Gent, 19, pp 9-11.

 

REMAUT M., ‘De eetpiramide’, De Eetbrief, Universiteit Gent, 35, 1997, pp 6-7.

 

SCRIMSHAW N.S., ‘The value of contemporary food and nutrition studies for historians’, Journal of interdisciplinary History, 14, 2, 1983, pp 529-534.

 

VAES I., ‘Koolhydraten’, De Eetbrief, Universiteit Gent, 52, 1998, pp 6-7.

 

VAN CAMPEN J., ‘Vetten in onze voeding’, De Eetbrief, Universiteit Gent, 18, 1995, pp 5-7.

 

VANHAUWAERT E., ‘De voedingsdriehoek’, De Eetbrief, Universiteit Gent, 42, 1997, pp 5-6.

 

D.5.   ARCHEOLOGIE

 

ERVIJNCK A., VAN NEER W., ‘De voedselvoorziening in de Sint-Dalvatorsabdij te Ename’, Archeologie in Vlaanderen, 2, 1992, pp 419-434.

 

ERVYNCK A., ‘The economy of food in medieval flemish towns: getting rid of the simple explantions’, Urbanism, Medieval Europe, 1, 1992, pp 133-138.

 

ERVYNCK A., VAN NEER W., HUYSMANS L, ‘Een eerste blik op de voedselvoorziening in het middeleeuwse Ieper. De dieren en planten uit de Lakenhalle’, West-Vlaamse Archaeologica, 6, 3, 1991, pp 79-86.

 

ERVYNCK A., VAN DER PLAETSEN P., DECOCK W., ‘Beenderen van de 13de eeuw in de Belfortstraat’, Stadsarcheologie, Bodem en monument in Gent, 10, 2, 1986, pp 61-64.

 

ERVYNCK A., ‘Botmateriaal uit de Kammerstraat, Een steekproef in middeleeuws keukenafval’, Stadsarcheologie, Bodem en monument in Gent, 14, 2, 1990, pp 45-48.

 

GAUTIER A, ‘Dierlijke resten uit een kuil in het hof van Ryhove te Gent (eerste helft 13de eeuw)’, Stadsarcheologie, Bodem en monument in Gent, 14, 1, 1990, pp 50-53.

 

RENFREW C., BAHN P., Archaeology: theories, methods and practice, Thames and Hudson, London, 1998.

 

TACK G., ERVYNCK A., VAN BOST G., De monnik-manager abt De Loose in zijn abdij t’Ename, Davidsfonds, Leuven, pp 151-188.

 

WURM H., ‘Zu Ernährungsverhältnissen und Skelettmorphologischen Merkmalen deutscher Populationen im Früh und Hochmittelalter’, Zeitschrift für Geschichtswissenschaft, 40, 7, 1992, pp 637-645.

 

INHOUDSMATEN EN MUNTSTELSELS[1]

 

I.  INHOUDSMATEN

Hieronder worden verschillende maten, hun onderverdeling en de omzetting naar ons huidig metriek stelsel weergegeven die in dit onderzoek van pas kwamen. Het zijn maten die gebruikt werden in Brugge.

Maat voor graan

Hoet (korenmaat) = 16 viertendelen = 166-172 liter

Hoet (havermaat) = 198.5 liter

Maat voor boter

Wage = 83.5 kg

Maat voor kaas

Wage = 20 sestendelen = 60.6 kg

Maat voor vloeistof

Ton = 144.59 à 155.5 liter

Stoop = 2.2592 liter

Maat voor haring

Ton = 1000 à 1200 stuks

 

II. MUNTSTELSELS

 

II.1. Identificeren van de rekeningmunt in de bronnen

 

Voor het identificeren van de rekeningmunt in de rekeningen van Brugge en in de Potterie was er geen enkel probleem: in beide rekeningen werd de gebruikte munt jaarlijks duidelijk omschreven en in beide rekeningen ging het om het pond parisis. Het identificeren van de munt in de rekeningen van het Sint-Janshospitaal was minder gemakkelijk, de muntomschrijvingen bij het begin van elke jaarrekening waren namelijk niet duidelijk.

       C. Vandenborre identificeerde de munt in de rekeningen van Sint-Jan in zijn licentiaatsverhandeling, maar maakte een fout voor de periode vóór 1325. Vanaf 1325 werd in de rekeningen van Sint-Jan jaarlijks ‘goeder paye grote tornoyse te XII d.’als rekeningmunt genoteerd. Het zou echter fout zijn de munt uit Sint-Jan als pond tournois te interpreteren. De verhouding die de prijzen uit de rekeningen van het Sint-Janshospitaal zouden moeten hebben tot de prijsgegevens uit de rekeningen van het Potteriehospitaal (met het pond parisis als rekeningmunt), namelijk één over twaalf, klopt helemaal niet. In 1396-1397 betaalde het Potteriehospitaal voor 1 hoet tarwe 576 d. par.; in hetzelfde jaar en voor dezelfde hoeveelheid tarwe betaalde men in het Potteriehospitaal 560 d. tournois. De prijs van één hoet tarwe is in de rekeningen van het Potteriehospitaal dus niet twaalf keer hoger, maar veeleer van eenzelfde grootorde als in het Sint-Janshospitaal. De rekeningmunt in de boekhouding van het Sint-Janshospitaal was niet het pond tournois, maar het pond parisis. Deze hypothese wordt bevestigd door de inleidende rekeningteksten vanaf 1404: ‘goeder paye grote tornoyse te XII d. paresis zwaere, posten gerekend in s. en d. paresise’.

       In de periode 1307-1320 werd echter uitzonderlijk het pond paiement in plaats van het pond parisis in het Sint-Janshospitaal gebruikt. Hiervoor zijn twee argumenten aan te brengen. Ten eerste is de rekeningmunt die in de boekhouding van Sint-Jan voor deze jaren genoteerd werd niet de ‘goeder paye grote tornoyse te XII d’, maar wel de ‘lichter paie’. Volgens Van Werveke was de term ‘lichter paie’ een synoniem van pond payment[2]. En ten tweede waren de prijzen voor deze periode van C. VandenBorre in vergelijking tot de omringende jaren veel te hoog[3]. De prijzen uit de periode 1307-1320 moesten dus voor de periode 1307-1316 gedeeld worden door 3 en voor de periode 1317 tot 1320 door 3,3 om op dezelfde voet te staan als het pond parisis[4].

 

II.2.   De voornaamste muntverhoudingen

-         1 pond (lb) groten Vlaams = 20 schellingen (s.) groten = 240 groten Vlaams (gr.Vl.) of penningen (d.)

 

-         1 pond parisis = 20 schellingen parisis = 240 penningen parisis

 

-         1 pond groten Vlaams = 12 ponden parisis

 

-         1 groot Vlaams = 12 d. parisis of 1s. parisis

 

home

lijst scripties

inhoud

vorige

volgende

 

 



[a] VandenBorre C., Prijzen, lonen en levensstandaard in Brugge en omgeving tijdens de 14de en het begin van de 15de eeuw, licentiaatsverhandeling R.U.Gent, 1998-1999, p 15.


[1]-  Maten, Gewichten en munten, in: Verlinden-Scholliers, Dokumenten voor de geschiedenis van prijzen en lonen in Vlaanderen en Brabant, Brugge, deel II, 1965, pp XXVIII-XXXII.

 -  Verhulst A., Prijzen van granen, boter en kaas te Brugge volgens de ‘slag’ van het Sint-Donatiaanskapittel (1348-1801), in: Verlinden-Scholliers, Dokumenten voor de geschiedenis van prijzen en lonen in Vlaanderen en Brabant, Brugge, deel II, 1965, pp 14-15.

-   Vandewalle P., Oude maten, gewichten en muntstelsels in Vlaanderen, Brabant en Limburg, Gent, 1984 (Belgisch centrum voor Landelijke Geschiedenis nr.82.

-   VandenBorre C. Prijzen, lonen en levensstandaard in Brugge en omgeving tijdens de 14de en het begin van de 15de eeuw, Licentiaatsverhandeling R.U.Gent, 1998-1999, pp 17-23.

-   Doorman G., De Middeleeuwse brouwerij en de gruit, Martinus Nijhoff, Den Haag, 1955, p 63.

-   Van Werveke H., De Gentsche stadsfinanciën in de Middeleeuwen, Palais des académies, Brussel, 1934, p 146.

[2] Van Werveke H., De Gentsche stadsfinanciën in de Middeleeuwen, Palais des académies, Brussel, 1934, p 146.

[3] VandenBorre C. Prijzen, lonen en levensstandaard in Brugge en omgeving tijdens de 14de en het begin van de 15de eeuw, Licentiaatsverhandeling R.U.Gent, 1998-1999, p 62.

[4] Van Werveke H., De Gentsche stadsfinanciën in de Middeleeuwen, Palais des académies, Brussel, 1934, p 146.